You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Calandrini ⇒ Gen. nr. 2 |
2a. Philippe (Filippo, Phelipe) Calandrin(i) (Calandrijn, Kalandrijn), geb. Frankfort (D) 15-11-1587, ovl. Batavia juli 1649, verbleef eerst in Londen, daarna koopman te Amsterdam (vermeld vanaf 1614),[1]
koopman te Venetië, gezant naar Savoye (1623/24),[2]
betaalt ƒ 200,-- 200ste penning voor een huis op de Herengracht westzijde, "van de Lelijgracht suijt op" (1631),
vertrekt in sept. 1646 met vrouw en vier dochters naar Oostindië,
opperkoopman des Casteels Batavia, Raad van Indië,[3]
doopget. te Batavia (1649),
otr./tr. Utrecht 4/16-11-1613 (huw. voorw. Utrecht 1-9-1613),[4]
[5]
Margaretha (Margerite) van der Meulen, geb. Bremen 20-2-1594, ovl. Batavia juni 1651, dr. van Andre (Andries) van der Meulen, aanvankelijk koopman te Bremen, sinds 1615 te Amsterdam,[6] heer van Ranst en Milligen, en Susanne de Malapert.
Op 22-6-1621
verkoopt Jan Claesz Hollesloot aan Philips Calandrini,
een erf op de Herengracht te Amsterdam.
[7]
Op 20-3-1625
verkoopt Philips Calandrini aan Anthonij Artsz,
een huis en erf met tuin op het Bredepad (NZ) buiten de Regulierspoort te Amsterdam.
[8]
Op 29-7-1645
verkoopt Philippo Calandrijn aan Jacob Pergens,
een huis en erf op de Herengracht (WZ) te Amsterdam.
[9]
Resolutien van de Kamer Amsterdam van de VOC:[10]
3-9-1646 (No. 362):
"Sijn de Heeren Rekenmeesters by de Vergaederinghe geauthoriseert omme aen Philippe Calandrini voor en ten behouve van Syne vier dochters die met hem nae India gaen sullen ter haerer uytrustinghe te versien yder met ƒ 150,--
t' samen maecken ƒ 60,.--, waervan hem ordonnantie gegeven sal werden".
Op 17-9-1648 testeren te Batavia Philippe Calandrini en Margaretha van der Meulen. Zij legateeren elkander
alle meubelen, huisraad, zilverwerk, kleederen en
juweelen en benoemen tot hunne universeele erfgenamen
hun zes kinderen Charles, Elisabeth, Dudley, Susanna,
Catharina en Maria onder uitsluiting van de Weeskamer.
Tot testamenteurs, voochden ende medemomboirs worden,
naast de langstlevende aangesteld hun schoonzoon
Joan Cunaeus, Balliouw van Batavia, Sr. Rijckloff van Goens, oppercoopman in dienste van de Compie., en
Pieter Kemp, out Capiteyn der Burgerije van Batavia.
[11]
Op 31-12-1653 wordt
door d'E. Hr. Mr. Joan Cunaeus, Raedt Ordinaris van
India nomine uxoris als Erffgenaem van Juffr. Maria van der Meulen zalr. wed. van wijlen d'Hr. Philips de Calandrijn, in sijn leven mede raedt van India, een
vonnis ten laste van Philips Angelraet geobtineert om
op 26-2-1654 te vercoopen een huys aen de westsijde
van de Groote rivier.
[12]
Uit dit huwelijk:[13]
Op 8-10-1650 testeerde te Batavia Charles Calandrini
voor Nots. Anthony Huysman, als coopman binnen
deser stede, sieck en "baiaert jonghman".
Als hij sonder wettige geboorte in
levenden lijve quame te overlijden, legateert hij 100
realen aan de armen binnen deser stede, 150 realen
aan de draegers die hem testateur ter aerde souden
mogen comen te brengen en aan zijn drie gesusters,
d'Eerbaere joffrouwen Elisabeth, Susanna en Maria Calandrijn,
idr. vijftich realen, voorts noch aen sijn
suster Joffr. Catharijna Calandrijn 500 realen. Dat
alles omme redenen hem daertoe mouverende. Universeele
erfgenamen zijn Sr. Dudley Calandrijn, sijnen
broeder, die jegenwoordich (soo als hij Testateur niet
beeter en weet) in Vranckrijck is, voor d'een helft en
sijn behoudt broeder d'Heer Joan Cunaeus ordinaris
raedt van India soontgen genaempt Philip Cunaeus
voor d'andere helft. Mocht zijn moeder bij het open
vallen der nalatenschap nog in leven zijn, dan heeft
zij het vruchtgebruik. Tot executeurs werden benoemd
d'Heer Joan Cunaeus, Pieter Kemp, oudt kapt.
der borgerije ende Jacob Bacheracht, oudt scheepen
ende weesmeester te Batavia.[14]
Op 13-9-1651 bedraagt de rekening van de nagelaten
boedel 7698.24 realen.
[15]
Op 12-9-1652 sullen door den E. gerechte
deser stede Batavia uyt crachte van vercregen
vonnisse in dato 10 July Ao 1652 geobtineert bij
d'Eerbare Juffren Elisabeth ende Catharina Calandrini,
als transport becomen hebbende van
Buyckie Buyckies, ende ten laste van eenen
Siecko Chinees suyckerbacker gevelt, bij openbare
beckenslach aen de meest biedende presenteren
te vercopen dese naer volgende 3 goederen als
te weten:
60.000 stoelen suykerriet staende op het lant
van Coujock Chinees coopm. dat bij hem Siecko
tegenwoordich in huijre beseten wert. Een suyckermolen met sijn toebehooren etc.
3 slaven, 3 slavinnen, Elff stucx buffels, 2 karren
alsmede noch eenige Chineesche waren.
[25]
Op 17-1-1656 testeren voor François Beek,
Coopman in dienst der Comp. te Souratte, d'Edele
Heer Hendrick van Gent, directeur deser plaetse, en
d'Eerbare Joffrouw Elisabeth Calandrini.
Uit het slecht leesbare testament blijkt dat zijn
moeder Iannetjen Hendrick heette, woonachtig te
Hoorn, aan wie hij 25.000.- Carolus guldens legateerde
en dat hij twee zusters had, Mensge en Grietje van Gent, eveneens wonende te Hoorn. Harerzijds
worden haar zusters Susanna, Catrina en Maria Calandrini genoemd,
alsmede haar broeder Dudley Calandrini.[26]
Op 29-3-1659 testeert Pieter Sterthemius te Batavia.
Uit het voor "een groot gedeelte door ongedierte opgegeten" testament blijkt dat hij
zijn natuurlijke dochter, Petronella Sterthemius, geboortig van Wingurla, als
donatio inter vivos een som van 2400 rijksdaalders
schenkt, "sulcx als gemelten Hr. Compt, alhier ter
Weescamer is stellende, van welcke voorsegde somme
sij Petronella de vruchten sal genieten tot haer onderhout,
doch niet eerder als gemelten Hr. Compt. van
desen stede naert Patria vertrocken sal sijn ende welck
Capitael sij Petronella niet en sal mogen ..... mochte gebeuren dat zij
Petronella (getrout wesende) sonder wettich kind ofte
overlijden, soo sal in sulcken gevalle de helft vant voorn.
capitael te weten 1200 rijksd. genoten ende in vollen
eijgendomme sonder jemants contradiktie getrocken en
behouden werden bij haer Petronella's Echte getrouwde
man". De andere 1200 rijksd. komen dan weer aan
Pieter Sterthemius of zijn erfgenamen. Maria Calandrini
verklaart zich met deze donatie accoord.
[39]
De buitenplaats 't Middenhof te Oostkapelle door Jan Arends (1738-1805).
Datering: 1772.
Bron: Ref. [40]
De buitenplaats werd in 1661 door Pieter Sterthemius gekocht van Willem Wilhelmi, en bleef tot 1753 in bezit van de familie Sterthemius.
klik op plaatje(s) om te vergroten
Referenties van de gegevens van generatie 2 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Calandrini --- Generatie 2 ( 40 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 3 |
generation 1 |
Directly go to generation : 1 2 |