next up previous contents
Next: Eigenvectoren en eigenwaarden Up: Vectorrekening over de complexe Previous: Inproduct   Contents

De Gram-Schmidt procedure

Stel je begint met een basis ( $\vert e_1 >, \vert e_2 >, ..,
\vert e_n >$) die niet orthonormaal is. De Gram-Schmidt procedure beschrijft hoe hem dan een orthonormale basis ( $\vert e_1^\prime >, \vert e_2^\prime >, .., \vert e_n^\prime >$) kan genereren. Dit gaat als volgt.
  1. Normeer de eerste basis vector (deel door de norm),
    \begin{displaymath}
\vert e_1^\prime > = {\vert e_1 > \over \Vert e_1 \Vert}.
\end{displaymath} (277)

  2. Bereken de projectie van de tweede vector langs de eerste en trek die eraf,
    \begin{displaymath}
\vert e_2 > - <e_1^\prime \vert e_2 > \vert e_1^\prime >.
\end{displaymath} (278)

    Deze vector is orthogonaal met $\vert e_1^\prime >$. We normeren de vector en vinden hiermee $\vert e_2^\prime >$.
  3. Trek van $\vert e_3 >$ de projecties langs $\vert e_1^\prime >$ en $\vert e_2^\prime >$ af,
    \begin{displaymath}
\vert e_3 > - <e_1^\prime \vert e_3 > \vert e_1^\prime >
- <e_2^\prime \vert e_3 > \vert e_2^\prime > .
\end{displaymath} (279)

    De gevonden vector is orthogonaal op $\vert e_1^\prime >$ en $\vert e_2^\prime >$. Normeer deze vector om $\vert e_3^\prime >$ te vinden. Enzovoort.


Jo van den Brand 2004-09-25