next up previous contents
Next: Product van scalar met Up: Matrixrekening Previous: Matrix als transformatie-operator   Contents

Som van matrices

Als ${\bf A} = (a_{ij}),(k \times n)$ en ${\bf B} = (b_{ij}),(k \times n)$, dan is de afbeelding ${\bf C}$ die aan ${\bf x} \in {\mathbb{R}}_n$ als beeld toevoegt ${\bf Cx} = {\bf Ax} + {\bf Bx}$ een lineaire afbeelding. De transformatiematrix van deze afbeelding is
\begin{displaymath}
{\bf C} = (c_{ij}),(k \times n),    {\rm met}    
c_{ij} = a_{ij} + b_{ij}, (i=1,..,k;j=1,..,n).
\end{displaymath} (233)

Deze matrix ${\bf C}$ noemen we de som van matrices ${\bf A}$ en ${\bf B}$. Merk op dat enkel matrices van gelijke orde een som hebben. De vermenigvuldiging met een kolomvector is distributief ten opzichte van matrixoptelling. Bovendien is matrixoptelling commutatief en associatief.


Voorbeeld: Als ${\bf A} = \left(
\begin{array}{rrr}
1 & 2 & 3 \\
0 & 1 & 4 \\
\end{array}
\right) $ en ${\bf B} = \left(
\begin{array}{rrr}
2 & 3 & 0 \\
-1 & 2 & 5 \\
\end{array}
\right) $, dan

\begin{displaymath}
{\bf A} + {\bf B} = \left(
\begin{array}{rrr}
1+2 & 2+3 ...
...ay}{rrr}
3 & 5 & 3 \\
-1 & 3 & 9 \\
\end{array}
\right)
\end{displaymath} (234)

en
\begin{displaymath}
{\bf A} - {\bf B} = \left(
\begin{array}{rrr}
1-2 & 2-3 ...
...rr}
-1 & -1 & 3 \\
1 & -1 & -1 \\
\end{array}
\right) .
\end{displaymath} (235)



Jo van den Brand 2004-09-25