This page was last updated : 191023.
File size is: 136 k.
Fragment Genealogie Vastrick
Generatie 1
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Vastrick,
version 1.1,
Muiden, 2019.
© Copyright 2019 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Vastrick Gen. nr. 1

Fragment Vastrick

Wapen Vastrick: Gevierendeeld: I in blauw een zilveren zeepaard op een groene zee. II in blauw drie gouden wassenaars. III in goud een zwart anker. IV doorsneden: a in zilver een hoge rode keper beladen met drie zilveren St. Jacobsschelpen, b in goud drie rode klaverbladen (1-2). Bron: CBG.
Dit wapen werd gevoerd door de kinderen van Willem Dominicus Vastrix (IIIx) en Hendricxken Lambrechts. Het is in feite een samenstelling van en variatie op de alliantiewapens van de ouders van Hendricxken: vice-admirael Lambrecht Henricxsz (aias Moy Lambert) en Neeltgen Aertsdr.[1].


I

Ia. Willem Dircxz Vastrick, geb. ca. 1518-1520 (hij was 22-3-1581 ca. 60 jaar oud, 18-10-1597 ca. 79 jaar) [2], beg. en overluid Amersfoort 1602 (eigen graf, grote klok). koopman en kramer, vermeld als busmeester (5-7-1572) en ouderman (20-11-1584 en 15-3-1585 van het kremersgilde , vermeld als leverancier van buskruit (22-8-1580 en 30-3-1586) vermeld als belender aan de Hof (1584), en in de Langestraat (1587), en op 15-7-1589 als exercerende "die neringe van cremerie ende sijde werck",[3], raad (1586, 1588-1592) en schepen (1596) van Amersfoort,[4] bezit hypotheken op huizen te Amersfoort in de Peperstaat (1588, ƒ 50,-), in de Nieuwstraat (1594, ƒ 50,--), op Bloemendal (1594), en in de Langestraat (afgelost 1595), op een hof buiten de Sint Andriespoort (1595), ijkmeester (1590),[5] bij huwelijk afkomstig van Amersfoort (1592), testeert te Rotterdam 27-5-1592, getuige en momber in akten (1594..1598), heeft een hypotheek van ƒ 100,-- op een hof buiten de Sint Andriespoort (1595) verkoopt het erfdeel van zijn eerste vrouw Sophia Dominicusdr (1597), legt een verklaring af (1597),[6] bezat volgens verklaring van zijn weduwe uit 1607 "twe schone campen lants" gelegen bij Maasbommel, genaamd de Vastricx campen, treedt op als momber van Anna Rijcx, weduwe van Jan Dircxz van Wageningen (1598), tr. 1o voor 1543 Sophia Dominicusdr, ovl. mei-dec. 1592, testeert te Rotterdam 27-5-1592, dr. van Dommen Dommensz, otr. 2o Amersfoort geref. 12-12-1592, Willemtgen Reyers van Weynckom(¥), geb. vóór ca. 1575, ovl. na 1611, afkomstig van Amersfoort (1592), testeert te Amersfoort 16-9-1607 en nogmaals op 8-4-1611 en 24-9-1611 in beide laatste gevallen "krank van lichaam te bedde liggende".

COMMENTAAR(¥) De herkomst van Willemtgen Reyersdr van Weynckom is nog niet duidelijk. Enerzijds hebben we:
Mr. Reyner van W(e)ijnckum, ovl. vóór 1600? raad, schepen, cameraar, weesmeester, van Amersfoort,[7] tr. 1o NN, tr. 2o voor 1580 Yda Poeyt, ovl. na 1616
    Uit het eerste huwelijk:
    • a. Willemtgen Reyers van Weijnckom, geb. vóór ca. 1575, ovl. na 1611.
    • b. Aeltgen Reyers;, ovl. na 1611, wonende te Danswijck (1607) tr. vóór 1607 Anthonis Ariaenszn Spijcker.
    Uit het tweedw huwelijk:
    • c. Weymtgen Reyers, ovl. na 1611, wonend te Amersfoort (1607).
    • d. Sander Reyers, ovl. na 1611, wonend te Lopick (1607).
      Uit hem:
  • 1. Reyer Sanders, ovl. na 1607.
    Maar anderzijds vinden we: Jo. Wilhelma van Weynckum, tr. Amersfoort schepenen 11-6-1605 (get. haar vader Mr. Reyner van Weynckum, voor hem Frans Andriesz) Willem Willemsz (van Grotelo(o)th).
    Vraag is dus: zijn er meerdere personen Reyner van W(e)ijnckum en zijn er meerdere personen Willemtgen Reyersdr van Weynckom

Resolutieboek Amersfoort:[8]
9-11-1586 : Willem Dirxsz (Vastrick), raad, gecommitteerd tot de ontvangst van de (generale) middelen over de afgelopen periode.
Resolutieboek Amersfoort:[9]
16-1-1587: Betaalopdracht ten behoeve van Willem Dircxsz (Vastrick) voor het uitkeren van de toegekende gelden aan de Engelse soldaten.
Op 1-5-1588 verkopen Cornelis Albertsz. en zijn vrouw Maria, aan Servaes Janssen en Evertgen zijn vrouw, zeker huis staande in de Peperstraat belend aan de ene zijde: Cornelis Rijcxs erfgenamen, aan de andere zijde: Jacob van Haeften. Op de lasten van 50 gulden hoofdsom t.b.v. Willem Dircxz Vastricx. [10]
Resolutieboek Amersfoort:[11]
15-7-1589: Akte opgesteld door de stadssecretaris op verzoek van Willem Dircxsz Vastrick, werkzaam in de de kramerij en het zijdewerk, in verband met een bedrag dat meester Pouwels Swart hem schuldig is voor geleverde waren.
Resolutieboek Amersfoort:[12]
29-12-1589: Willem Dircksz Vastrick voor drie maanden gecommiteerd (als afgevaardigde naar de Staten van Utrecht?).
Op 27-5-1592 testeren te Rotterdam, Willem Dircx Vastrick en zijn vrouw Sophia Dominicusdr, wonende te Amersfoort. Zij benoemen hun kind of kinderen tot erfgenaam. Het testament is opgemaakt ten huize van Dirck Willemsz Vastrick in Quaeckernaeck, aan de oostzijde van de Buttersloot. [13]
Op 18-6-1594 verkopen Jan Evertss van Barnevelt en Aeltgen zijn vrouw, aan Mr. Cornelis van Ingen en Sophia zijn vrouw, huis, hof en hofstede met halve put en halve steeg naar de openbare straat, genaamd den Oliphant, in de Nieuwstraat, zoals heden gekocht. Op last van 250 gulden aan Jan Wouterss Both en 50 gulden aan Willem Dirckss Vastricx. [14]
Op 21-6-1594 verkoopt Evert Albertsz, aan Cornelis Albertsz en Maeritgen zijn vrouw, het derde deel van 'n huis, hof en hofstede op Bloemendal belend aan de ene zijde: Jacob de touwer, aan de andere zijde: zaliger Andries Gerritz's erven. Op last van vierdelhalve gulden per jaar aan de Arme wezen; 2 gulden, 10 stuivers per jaar aan Willem Dircxz Vastricx, losbaar met 50 gulden; 25 gulden aan Evert Woutersz; 14 stuivers per jaar aan het schoenmakersgilde. [15]
Op 26-7-1553 leent Geertruyt, Henrick Quinten weduwe, met Zweer van Daetzeler haar gekozen voogd, van Claes Werboutszn en zijn vrouw Elysabeth, een losrente van 1 gulden, te lossen met 20 keizersgulden payment, met als onderpand: het halve huis, hof en hofstede staande aan de Langestraat, belend aan de ene zijde: Steven Henricxzn erfgenamen, aan de andere zijde: Jacob Willemss. Op 6-6-1595 verscheen Willem Dircxzn Vastricx en verklaarde dat de hoofdsom afgelost en voldaan was. [16]
Op 1-4-1595 verkopen Mr. Matheus Toll en Agnietgen zijn vrouw, aan Anthoenis Thoenisz en Reijertgen zijn vrouw, een hof buiten de Sint Andriespoort belend aan de ene zijde: Jan en Gerrit van Dashorst, aan de andere zijde: Bartholomeus Rijcxz. Op last van 100 gulden aan Willem Dircksz Vastrick. [17]
Op 19-12-1597 verkopen Willem Dircxz Vastrik, mede voor zijn huisvrouw en kinderen voor 1/6 deel. Dominicus Dommensz, mede voor alle andere erven van zaliger Dommen Dommensz voor 1/6 deel. Neeltgen, weduwe van Jochem Evertsz, mede voor haar kinderen, met Evert van der Schuer haar momber voor 1/6 deel. Gerritgen Jorris Dircxz' weduwe, mede met Evert van der Schuer als momber 1/6 deel. Geertgen Aert Janszdochter mede voor haar zuster, ook met Evert voorschreven als momber voor 1/6 deel. Dominicus voorschreven mede voor Peter Jansz te Woudenberg voor 1/6 deel. Jannitgen, weduwe van Aert Gerritsz met Peter Bot Hermansz haar momber, genoemde Peter Both voor hemzelf en mede voor zijn broer Gerrit Both, aan Dominicus Dommensz als momber van de kinderen van zaliger Lambertus Dommensz voor de ene helft en de weduwe van dezelfde Lambertus voor de andere helft, een hof buiten Bloemendal, belend aan de ene zijde voor: de openbare weg, aan de andere zijde ernaast een steeg, aan de andere zijde Franck de molenaar. [18]
Resolutieboek Amersfoort:[19]
28-8-1607: Verklaring voor het gerecht door Willemtgen Reyers, weduwe van Willem Dircksz Vastricx, op verzoek van Anthonis Willemsz Vastricx over twee kampen land bij Maasbommel, genaamd Vastricx kampen, waar nu in oorlogstijd geen gebruik van kan worden gemaakt.
Op 16-9-1607 testeert: Willemtgen Reyersdr wonend te Amersfoort, wed. van Willem Dircxzn Vastrick. Zij legateert aan: - Aeltgen Reyers, huysvrouw van Anthonis Ariaenszn Spijcker, wonende te Danswijck, haar zuster, haar beste heuck en twee gouden ringen en 200 carolus guldens, die zij of haar erfgenamen zullen nemen uit haar gereedste goederen; - Sander Reyers, haar halve broer wonend te Lopick, 100 gulden hoofdsom, wesende lijfrenten op de stad Amersfoort, bij de comparante ten lijven van Sander gecoft. - Reyer Sanders, zoontje van (genoemde) Sander Reyers, haar pille (?) en een oude rosenobel; - Weymtgen Reyers, haar half zuster wonend te Amersfoort, haar dagelijkse heuk, haar zilveren onderriem en alle halsdoeken en huyfke tot haar lijf behorende plus 100 gulden hoofdsom ten lijve van Weymtgen, op deze stad gekocht. Zij benoemt tot haar erfgenamen, haar zuster Aeltgen Reyers voor de helft en Sander Reyers en Weymtgen Reyers samen voor de andere helft. Zij secludeert de weeskamer te Amersfoort. Getuigen: Henrick Rijcxzn, Evert Aertszn en Henrick Janszn [20]
Op 8-4-1611 testeert Willemtgen Reyers, krank van lichaam te bedde liggende, wed. van Willem Dircxzn Vastrick. Zij wenst te legateren aan: - Weymtgen Reyers, haar halve zuster, het halff kastken staande in de keuken, haar dagelikse zwarte rock, haar pels en een blauwe onderrok; - Trijntje en Cornelia, dochters van Dirck Co... tot de gedenkenis ieder een oude dubbele ducaat van 8 gulden. Approberende het testament van notaris Joh. van Ingen dd. 11-9-1607, willende dat het van kracht zal blijven voor zover het bij desen niet wordt veranderd. Akte ten huize van de comparant. Getuigen: Henrick Evertzn, schoenmaker, Willem Rijcxzn, snijder, en Gosen Janzn en zijn echtgenote Rol: Genoemd [21]
Op 17-6-1611 verkopen Henr. Dircksz, zoon van Dirck Jansz, voor zichzelf en zich sterkmakende voor Evertgen zijn huisvrouw, voor d'ene helfte, Henr. Henrsz van Hardenteen en Antonia zijn huisvrouw als 't recht van deze hebbende voor d'andere helft, aan t.b.v. Willemtgen naegelaten weduwe van Willem Dircksz Vastrix, zekere plechte met hoofdsomme van 200 gulden met de rente van jaarlijks 12 Keijzers gulden eertijds belden bij mr. Henr. Gout uijt crachte van procuratie t.b.v. Jan Dircksz van Wageningen en de Dirck zijn soon wesende deselve plechte van date de 7e oktober 1566 hierdoor getransficeert. [22]
Op 24-9-1611 testeert: Willemtgen Reyers, crank van lichaam te bedde liggende, wed. van Willem Dircxzn Vastrick, onder verwijzing naar een testament d.d. 11-9-1607 voor Nots. J. van Ingen, en een Codicille d.d. 16-4-1611 voor Nots. J. van Ingen. Zij wil persisteren het testament van 1607 en het codicille van 1611. Het moet volkomen effect sorteren uitgezonderd dat die beste heuck en 2 gouden ringen op Aeltgen Reyers geprelegateerd zullen komen in gemene deylinge op haar geinstitueerde erfgenamen. Te weten voor de ene helft op genoemde Aeltgen Reyers en de andere helft op Sander Reyers en Weymtgen Reyers, mitsdien zal 'tselve prelegaat diensaangaande succeren. Blijven de verdere inhoud van het testament en codicille van volle waarde. Getuigen: Gosen Janzn, Lambert Egberts en Jacob Corneliszn als geburen hiertoe verzocht, ten huize van de comparant. [23]
    Uit zijn eerste huwelijk (Vastrik-Dominicusdr) o.a.?:
  • 1. Armgart Willem Dircxzn Vastricxdr, geb. vóór ca. 1570, ovl. na 1647, is als de weduwe van Augustijn Willemsz belendster in de Peperstraat (1609), in de Langestraat (1611), buiten de Sint Andriespoort (1628), wordt in 1647 als Armgatien Willemsen Oudewater op belijdenis lidmaat van de Remonstrantse Gemeente te Amersfoort tr. vóór 1595 Augustijn Willemsz Van Oudewater, geb. vóór ca. 1565, ovl. 1602-1609, cremer (1595), is als Augustijn Willems, busmeester van 't cremergilde te Amersfoort (1597), belender in de Langestraat (1596), in de Peperstraat (1597), mogelijk zn. van Willem Aertszoon van Oudewater.
  • 2. Dominicus Willemsz Vastrick, geb. vóór ca. 1560, ovl. vóór 1612, volgt IIx.


II

IIa. Anthonis Willemsz (Vastrick), geb. vóór ca. 1560, ovl. tussen 26 april en 19-6-1620[24], vaandrig van de schutterij 1 sept. 1584, 21-3-1586 en 7-8-1587, kwartiermeester 3-8-1590,[25] heeft een hypotheek van ƒ 50,-- op een huis in de Peperstraat (1599, 1605, afgelost 1610), heeft een hypotheek op een huis in de Nieuwstraat (1599, 1610), in de Utrechtsestraat (1610), op Havick (1613), koopt een huis in de Krommestraat (1599), belender aan de Hof (1606, 1610), in de Crommestraat (1616), treedt op als scheidsrechter in een geschil (1607), laat een verklaring afleggen (1607),[26] pachter van de Waag-accijns (1607), medepachter voor de waag, kramerij en hoppeschepel (1616) voor twee jaar, pachter van de zoutaccijns (1619) voor tweejaar huw. get. te Amersfoort (1609, 1613 van zijn neefje Willem Gerritsz Vastrick), wordt genoemd in het testament van zijn schoonzuster Aeffgen Jans van der Stock te Rotterdam (1610), get. bij het huwelijkscontract van Rijck Dircxzn x Ytgen Gerits (1610), is oom en mede-momber over de onmondige kinderen van wijlen Peter Henricx de Wilt (1616), huw. get. te Amsterdam (1616), not. get. te Amersfoort (1607, 1613, 1614, 1615, 1616, 1617 als "amirabel" tussenpersoon, 1618, 1619, 1620 ), treedt op als gemachtigde (1618), burger van Amersfoort (1618), weesmeester (1618), raad (1619-1620) van Amersfoort,[27] belender op de Hof (1610), is erfgenaam van Jan van der Schuer (1610),[28] tr. 1o IJtgen Willems, ovl. vóór 5-12-1588, tr. 2o Amersfoort schepenen 8-4-1589 (get. voor hem Margareta, huysfr. van Jan Henricxz Noom, voor haar Nellitgen Maes Celendr) Gijsbertgen Maes Celendr, ovl. na 1629, testeert 10-2-1620, is een van de schuldeisers van Willem van der Borch (1-6-1621),[29], bezit als de weduwe van Anthonis Willemsz Vastricx een hypotheek op een huis op Havick (1625, de helft van ƒ 500,-- per jaar ), is als de weduwe van Anthonis Willemsz Vastrick belendster in de Teut (1629), verm. dr. van Maes Celen en zijn vrouw Margriet NN.
De erfgenamen van Thonis Willemsz Vastricx zijn belenders van een hof buiten de Triesgenspoort (1635).

Op 3-4-1599 lenen Thoenis Egbertsz en zijn vrouw, van Thoenis Willemsz en zijn vrouw, 48 gulden, met als onderpand: hun huis in de Nieuwstraat, belend aan de ene zijde: Pauls Costerus, aan de andere zijde: Willem Petersz Schaij. In margine: Gijsbertgen Maes, weduwe van Thonis Willemsz Vastrick verklaart dat Henrick Evertsz Vos de schuldsom heeft voldaan. Akte 18-3-1624. [30]
Op 19-6-1599 verkoopt Jan Aertsz, snijder, aan Anthoenis Willemsz Vastrick en Gijsbertgen zijn vrouw, een huis achter in de Krommestraat, belend aan de ene zijde: de weduwe van Willem Bosch, aan de andere zijde: Jacob Rutgersz, bakker. [31]
Resolutieboek Amersfoort:[32]
7-4-1606: Op het verzoek van Anthonis Willemsz Vastrix is besloten dat hij 30 gulden minder hoeft te betalen aan de cameraar en dat hij nog 30 gulden zal ontvangen van de olie- en hennepverkopers.
Resolutieboek Amersfoort:[33]
6-7-1607: Besluit van het stadsbestuur in het geschil tussen Thonis Willemsz Vastrix, pachter van de Waag-accijns, en Johan van Gelder c.s., gedaagde, dat de gedaagde inzake de beweerde vrijstelling behoorlijk bewijsmateriaal moet overhandigen alvorens een uitspraak gedaan kan worden.
Op 20-4-1554 lenen Jan Spruyt Henricxzn en zijn vrouw Weyndelmoet, van Jan Lubbertszn de Jonge en zijn vrouw Gerberich, een losrente van 3 keizersgulden, te lossen met 50 keizersgulden, met als onderpand: een huis en hofstede staande in de Peperstraat, belend aan de ene zijde: Goessen Camp, aan de andere zijde: Cornelis Rijcxzn. Op 10-3-1610 verscheen Anthonis Willems Vastricxs en verklaarde dat deze plechte was afgelost door Thyman Henricxzn als bezitter van het onderpand. [34]
Op 1-6-1610 verkopen Johan van Ingen en Geertruijt Sarcerius zijn vrouw, aan Johan Breecker, zijn vrouw en hun erven, een huis, hof en hofstede genaamd den Olyphant, met een halve steeg en halve put op de Nieuwstraat, met recht op uitgang in de Muurhuizen belend aan de ene zijde: het steegje, aan de andere zijde: Cornelis Fredericksz Taets, Op last van 250 gulden aan Jan Petersz van Colenberch; 50 gulden aan Anthonis Willemsz Vastrich. [35]
Op 3-12-1610 verkopen Gerrit Jansz Vercat als momber over Aeltgen Heijmans, en Lourens Huijgensz als man en voogd van Geertruijt de Wijs, aan Lourens Jacobsz en Herman Jansz als borgen voor Coenraet Jansz, een huis, hof en hofstede in de Utrechtsestraat belend aan de ene zijde: Marten Cornelisz Boschman, aan de andere zijde:: de weduwe van Peter van Loenresloot. Op last van 3 gulden per jaar aan 't Sint Pietersgasthuis, 3 gulden per jaar aan Frans Gerritsz, 16 stuivers per jaar aan Anthonis Willemsz Vastricx, 4 stuivers, 8 penningen per jaar aan Geertruijt de Wijs. [36]
Op 3-12-1610 verkopen Lourens Jacobsz en Herman Jansz, Lourens Huijgens als man en voogd van Geetruijt de Wijs, aan Willem Jansz en Evertgen zijn vrouw, huis, hof en hofstede in de Utrechtsestraat belend oost: de weduwe van Peter van Loenresloot, west: Marten Cornelisz, lintslager, voor: de openbare weg, achter: Jacob Hermansz. Op last van 3 gulden per jaar aan Sint Petersgasthuis; 3 gulden per jaar aan Frans Gerritsz; 16 stuivers per jaar aan Anthonis Willemsz Vastricx; 400 gulden aan Aeltgen Heijman Huijbertsz. Voorwaarde: De ontvangers zullen 400 gulden moeten aflossen als Aeltgen Heijmans mondig zal zijn geworden. Nog 4 stuivers, 8 penningen per jaar aan Lourens Huijgens als man en voogd van Geertruijt de Wijs. [37]
Op 3-3-1613 verkoopt Atris Ghijsberts, gehuwd met Willem Reyerzn, met handen van Brant Broeniszn, haar zwager en gecoren voogd in deze, die zich ook sterk maakt voor Willem Reyerzn, aan Anthonis Willemzn Vastrick, zijn vrouw en erven, de helft van een half huis cum annexis. Met de lasten van 5 stuivers jaarlijks uit de gehele schuur, losbaar of onlosbaar, volgens de brieven die daarvan zijn. Indien het minder zal zijn, komt dit ten profijt van de kopers en als het meer is mogen de kopers dit van de kooppenningen aftrekken. Daarboven voor de som van 190 carolus gulden, die zullen worden betaald in mei 1613 bij de aanvaarding van voornoemd huis, schuur en toebehoren. Dan zal ook transport worden gedaan met belofte van "vrijnge en waringe". De 40e penning zullen de kopers betalen. In huis en schuur en wat daarbij hoort zal blijven al hetgeen verkoopster en kopers enigszins bezitten, of het nu aard- en nagelvast is of niet, uitgezonderd de bergroede (= ondersteuning van de kap van een hooiberg), die zullen verkoper en koper beide nemen. Ook getekend door Henrick Both en Mees Pelen Robert.
Op 3-6-1613 verklaart verkoopster, met handen van Brant Broeniszn, van Anthonis Willemzn Vastrick ontvangen te hebben de som van 190 car. gulden. Zij bedankt voor de goede betaling. Geconstateerd is dat de lasten op voornoemd halve huis, schuur en bijbehoren worden betaald uit het huis op het hoekje van de Walickersteeg, dat tegenwoordig eigendom is van Willem Reyerzn Met deze last zijn de twee huizen door hen destijds verkocht en het voornoemde huis is door hen getimmerd. Zij beloven het verkochte huis met bijbehoren van alle lasten te "vrijen en waren". [38]
Op 30-8-1613 verkoopt Cornelis van Zurckensteijn als dispensier vant arme weeshuis alhier, aan Goort Bosch ende Betgen zijn huisvrouw, Huis, hof en hofstede gelegen op Havick belend aan de ene zijde: de weduwe van Bor Jansz, aan de andere zijde: Zervaes, schoenmaker. Op laste van vier gulden jaarlijks competerende Thonis Willemsz Vastrick, noch twee gulden en acht stuiver jaarlijks competerende St. Jacobsz Broederschap [39]
Op 13-12-1613 compareert Deliana van Schadijck, weduwe en boedelhoudster van Peter Aertzn. Zij heeft met handen van de notaris, haar gecoren voogd, gecodeert en overgegeven ten behoeve van Anthonis Willemzn Vastrick en zijn huysvrouw, alzulke drie jaren pachten als voor haar, comparantes, gedeelte in voornoemde qualite verschenen zijn aan Jan Evertzn, pachter van de erve gelegen aan de Ysereneers, 'tleste gevallen Martini lestleden, en dat in de afcortinge van alsulke afterwesen als deselve Vastrick ter zake van gehaalde waren aan de comparante ten achteren is. Welverstaande dat indien de voornoemde Vastrick na voorgaande acceptatie verzocht akte, welk is dese. Getuigen: M. Lodewijck van Mulenborch en Johan Breecker. [40]
Resolutieboek Amersfoort:[41]
16-12-1616: Schout en burgemeesters zijn namens de raad overeengekomen met Toenis Willemsz Vastrick en de vrouw van Jan Jansz Mom, namens deze, dat de pachters voor de waag, kramerij en hoppeschepel 650 gulden per jaar betalen voor de tijd van twee jaar, ingaande februari aanstaande.
Op 4-4-1618 verkopen Peter Henricsz Goijer en zijn vrouw ... Toenis Vastrix Jitgen (?), aan Evert van Dael en zijn vrouw Weijn Jans, 1) huis, hof en hofstede aan de Langestraat genaamd de Wildeman 2) twee woningen met een uitgang aan de Goetschalkstraat belend aan de ene zijde: Ewolt van Oyenen (?) Jan Rijxsz. Met een last van 3 gulden, 12 stuivers toekomende aan het kapittel van St. Joris en 12 stuivers aan het schoenmakersgilde, bovendien nog een last van 1350 gulden t.b.v. verscheidene personen. [42]
Resolutieboek Amersfoort:[43]
6-7-1618: Commissie van twee schepenen om te bemiddelen tussen Gijsbert van Lienaer en Thonis Willemsz Vastrick, eventueel samen met het bestuur van de timmerlieden- en metselaarsgilden.
Resolutieboek Amersfoort:[44]
18-1-1619: Verpachting van de zoutaccijns aan Toenis Willemsz Vastricx voor twee jaar voor 375 gulden.
Resolutieboek Amersfoort:[45]
3-1-1620: Jan Hounijtt? geordonneerd geen boeken aan scholieren te leveren of papier aan de secretarisklerk zonder toestemming van de cameraar. Toenis Willemsz Vastrick en Armgart Willems eveneens verboden iets te leveren zonder toestemming van de cameraar.
Op 10-2-1620 testeert Gysbertgen Maesdr, borgerse van Amersfoort, en huysvrouw van Anthonis Willems Vastrick. Zij prelegateert aan haar dochter Margareta Vastrix al haar klederen tot haar lijve behorende, haar golde ringen en het zilver tot haar lijve behorende. Akte ten woonplaatse van de comparante. Getuigen: Mr. Lodewijck van Mulenborch, Licenciaat in de rechten, Peel Henricks Roest en Jan Reijerss backer. [46]
12-8-1620 vindt de boedelscheiding plaats tussen de (1) IJtgen Thonisdochter Vastrick, gehuwd met Peter Henricxs (de Goeier) enerzijds, en Ghijsbertgen Maes wed. Thonis Willems Vastrick en haar kinderen, Maes Thonis Vastrick en Grietgen Thonis Vastrick, anderzijds. IJtgen Thonisdochter was in het testament van haar vader Thonis Willems Vastrick 200 gulden bemaakt in plaats van haar legitieme portie. Over het supplement van die legitieme portie en over het leveren van de inventaris was een geschil gerezen tussen IJtgen en haar man enerzijds en de weduwe en haar andere kinderen anderzijds. Zij zijn daarover met elkaar overeengekomen dat: 1. Peter Hendricxs zal als man en voogd van zijn vrouw 550 Carolus gulden ontvangen; 2. Ghijsbertgen Maes, weduwe van Thonis Willems Vastrick belooft voor haarzelf en haar kinderen, dit bedrag in 3 termijnen te voldoen, waarna transport volgt. De weduwe en haar kinderen zullen de lasten en uitschulden van de boedel dragen en de inschulden genieten. Akte te Amersfoort. Getuigen: Aert Ghysbertsz Emenessen, Ernst van Diest Henrick Both, Lodewyck van Mulenborch en Willem Augustijnssen. [47]
Op 12-8-1625 verkopen Betgen, weduwe van Goort Bosch met Jan Baptist haar zwager, aan Wouter Woutersz en Neeltgen Jans zijn vrouw, een huis, hof en hofstede op 't Havik belend aan de ene zijde: Dirck Servaesz, aan de andere zijde: transportante. Op laste van de helft van 600 gulden hoofdsom aan Willem Jansz Schaeij, de helft van 500 gulden per jaar aan de weduwe van Anthonis Willemsz Vastricx, de helft van 2 gulden, 8 stuivers per jaar aan St. Jacobs broederschap [48]
    Uit zijn eerste huwelijk (Vastrick-Willems):
  • 1. IJtgen (Ida) Antonis Vastricxdr, geb. vóór ca. 1595, ovl. na 1620, krijgt bij de boedelverdeling 550 Car. gulden uit de nalatenschap van haar vader (1620), tr. vóór 1617 Peter Heynrixzn (de Gooier), ovl. na 1620, burgemeester (1618, 1626, 1627, 1628, 1649), schepen (1617, 1619, 1636, 1637, 1638, 1648, 1657) van Amersfoort.[49] Zij verkopen huizen in de Langestraat (1617).
    Op 17-3-1617 verkopen Peter Heynrixzn (de Gooier) en IJtgen (Ida) Antonis Vastricxdr, echtelieden, aan Evert Henderijcks van Dael en Weymtgen Jans, echtelieden, voor hen en hun erven, een huis, hof en hofstede, genaamd de Wildeman, staande aan de Langestraat, alsmede twee woningen daarachter, uitkomende in de Goodtschalkstraat. Dit met de last van 3 gulden, 12 stuivers en 8 penningen jaarlijks, toekomende aan 't Capittel van St. Joriskerck te Amersfoort, losbaar of onlosbaar, volgens de brieven die daarvan zijn. Plus nog 12 stuivers jaarlijks voor het schoenmakersgilde alhier, eveneens losbaar of onlosbaar volgens de brieven die daarvan zijn. En daarboven voor de som van 2.436 carolus gulden, waarvan afgetrokken zullen worden de hoofdsommen die in het verkochte huis met wat daarbij hoort nog verder gevestigd zijn en waarvan de verkopers aan de kopers specificatie zullen leveren. De verdere kooppenningen zullen de kopers in drie termijnen betalen: 1/3 deel in mei 1618 bij de aanvaarding, 1/3 deel mei 1619 en 1/3 deel mei 1620, waarbij dan transport zal worden gedaan met belofte van "vrijnge en waringe". De 40e penning zal half om half worden gedragen. De kopers zullen mei 1618 in de voornoemde lasten treden, bij de aanvaarding. [50]
    In juli 1629 worden Mr. Willem van Dam (van Isselt) burgemeester, en Peter de Goyer, schepen te Amersfoort, met brieven van credentie naar Prins Frederik Hendrik in het leger vóór ‘s Hertogenbosch gezonden. Amersfoort liep gevaar door optrekkende troepen van de Spaansgezinde Graaf van den Berg die de IJssel al waren overgestoken. De Prins bood geen hulp want zijn prioriteit was de val van Den Bosch.
    "Toen de genoemde Amersfoortsche afgevaardigden daarop den Prins afvroegen, hoe zij zich dan moesten gedragen, wanneer de vijand vóór de stad kwam, kregen zij deze merkwaardige woorden ten antwoord : 'Indien ik spreken soude op syn soldaats, of waart gij soldaaten, ik soude seggen, vegt dat gy berst, maar nu syt gy burgers.' Bij deze woorden maakte de Prins een schouderophalend gebaar en gaf te kennen, dat men zich met een schikking zou moeten behelpen. In verband hiermede beval hij ook aan, alle vrouwen en kinderen en het overtollige koren uit Amersfoort in veiligheid te brengen, wat echter door tegenstand der burgers niet in tijds geschied is."
    In oktober daaraanvolgend werden Willem van Dam en Peter de Goyer door de Raad van State veroordeeld omdat zij "schuldigh geweest zijn aen het overgeven der Stadt Amersfoort ende het huys ter Eem". Van Dam en de Goyer, die nog gevangen zaten op den huize Hasenbergh, werden verklaard "te zijn inhabyl om voortaen eenige staet ofte officie te moghen bedienen. Bannende den selven uyt de Vereenighde Provincien enz.," Van Dam "syn leven langh geduyrende", De Goyer voor zes jaar. [51]
    Enige tijd later deden de huisvrouwen van Van Dam en De Goyer een verzoek aan de Staten "dat zy groote schade aan hare goederen hadden geleden door den inval des vijands, dat zij ook door de afwezigheid van hare mans hare goederen niet konden redderen en daarom verzochten eenigen tijd landtwinninge voor hare mansa" (?).
    De beide heren dienden een verzoek in tot rehabilitatie, hetgeen werd toegekend bij besluit van de Staten d.d. 11-3-1631: "De Staten gehoordt de lecture van dese requeste ende op alles rypelych gelet, hebben om goede consideratien haere Ed. Mo. daertoe mouverende, de supplianten gestelt, ende stellen hen luyden by desen in soodanigen Staet, habiliteyt ende vrijheydt, als zy waren voor date vande sententie by d' Ed. mo. heeren Raden van State der Vereenigde Nederlanden op den vyffden Octob. 1629 ijegens henluyden supplianten gepronuncieert". [52]
    Het lijkt er op dat het feit dat Van Dam en De Goyer in stilte sympathisanten waren van het remonstrantisme,[53] een rol heeft gespeeld bij hun behandeling.
    Uit zijn tweede huwelijk (Vastrick-Maes) o.a.:

IIb. Gerrit Willemsz (Vastrick), ovl. tussen 12-8-1592 en 19-3-1603, vermeld als brouwer (1590), busmeester van het brouwersgilde (29 juli en 12-8-1592),[67]. vaandrig in de schutterij 14-8-1581, kapitein 7-8-1587, te Amersfoort, leent ƒ 300,-- van zijn broer Dirck Willemsz Vastrick met als onderpand een huis op de Lange Gracht te Amersfoort (1590), tr. vóór 4-7-1588 Anna (Annitgen) Gijsbertsdr, vermeld als brouwster (19-3-1603). [68].

Op 30-3-1590 lenen Gerrit Willemsz Vastrick, brouwer en Annitgen zijn vrouw, van Dirck Willemsz Vastrick en Aefgen Jans zijn vrouw,, 300 karolus gulden, met als onderpand: seeckere huisinge staande op de Lange Gracht, belend aan de ene zijde: Jacob Pieter Stevensz, aan de andere zijde: de erfgenamen van zal. Roloff de Brouwer. [69]
Op 14-7-1614 verkopen Willem Gerritsz Vastrick en Geertgen Jans van Velsen zijn vrouw ende Geertgen Gerrits Vastrick met Evert van Mulenborch hare gecozen momber in dese aan Peter Schade en Aertgen Buys zijn vrouw, Een plechte van 200 gulden hoofdsom mette verschenen en onbetaalde renten als de voorz. comparanten competeren zijnde bij zal: Gerrit Willems Vastrick ende Annitgen Gijsberts zijn vrouw beleden t.b.v. Dirck Willemsz Vastrick ende Aertgen (!) Jans zijn vrouw op 30-3-1590. [70]
    Uit dit huwelijk (o.a.?):

IIc. Dirck Willemsz Vastrick, geb. 1542/43, beg. Rotterdam in de week voorafgaand aan 20-2-1610, bij huwelijk Dirck Willemsz van Aemersfoort (1576), neemt een hypotheek op het huis van zijn broer Gerrit Willemsz Vastrick (1590), momber en borg te Rotterdam (1590), verkoopt op 7-3-1591 een huis in de Hoochstraet te Rotterdam genaamd de Drie Granaatappelen aan Heynrick Croes (1591),[74] woont in Quaeckernaeck, aan de oostzijde van de Buttersloot, te Rotterdam (1592), is get. bij huw. voorwaarden te Rotterdam, (1600),dan wonend te Delft (1600), gemachtigde te Rotterdam (1601), legt een verklaring af 1603, dan oud 60 jaar, legt een verklaring af 1610, dan oud 67 jaar, momber te Rotterdam (1610), wiens erfgenamen belenders zijn in de Raemstraat (1618), tr. Rotterdam schepenen 31-3-1576 (beiden onder patroniem) Aeffgen Jans van der Stock, geb. 1545/46, ovl. 1610-1633, bij huwelijk Aeffgen Jansdr van Rotterdam (1576), huw. get. (1604), legt als wed. van Dirck Willems Vastrick een verklaring af 1610, dan oud 64 jaar, testeert te Rotterdam 30-9-1610, dr. van Jan Eeuwoutsz van der Stock, veertigraad in de vroedschap van Rotterdam (1553-1584), boonheer (1563), schepen van Schieland (1563), Heilige Geestmeester (1563), haringreder, eigenaar van de brouwerij De Beer op de Hoogstraat en van de lakenververij De Gulden Boom",[75] en van Anna Goessensdr Groenhout.

Op 30-3-1590 lenen Gerrit Willemsz Vastrick, brouwer en Annitgen zijn vrouw, van Dirck Willemsz Vastrick en Aefgen Jans zijn vrouw, 300 karolus gulden, met als onderpand: seeckere huisinge staande op de Lange Gracht, belend aan de ene zijde: Jacob Pieter Stevensz, aan de andere zijde: de erfgenamen van zal. Roloff de Brouwer. [76]
Op 14-7-1614 verkopen Willem Gerritsz Vastrick en Geertgen Jans van Velsen zijn vrouw ende Geertgen Gerrits Vastrick met Evert van Mulenborch hare gecozen momber in dese aan Peter Schade en Aertgen Buys zijn vrouw, Een plechte van 200 gulden hoofdsom mette verschenen en onbetaalde renten als de voorz. comparanten competeren zijnde bij zal: Gerrit Willems Vastrick ende Annitgen Gijsberts zijn vrouw beleden t.b.v. Dirck Willemsz Vastrick ende Aertgen (!) Jans zijn vrouw op 30-3-1590. [77]
Op 28-4-1590 verklaart Maritge Reijersdr, weduwe van Toenis Jansz Boll, schipper van de zeeboeijer Santa Maria, geassisteert met Dirck Willemsz Vastrick, dat zij op 11 februari met Dirck Willemsz in de herberg Noortvaerder is geweest. Daar waren ook aanwezig Melis Jansz Bijlewerff en Goessen Adriaensz Groenhout, reders van het schip. Deze reders, alsmede Pouwels van Beerensteijn te Delft, en Pieter Dircxz Tuijlenburch te Middelburch, eveneens reders van het schip, hadden hun aandeel in het schip en de laatste bevrachting, aangegaan met Jan Dircxz Groenewegen te Delf, aan Maritge Reijersdr geschonken, zodat zij daarmee het rantsoen kon betalen van haar man die in die tijd in Duinkerken gevangen zat en gewond was. Met hun goedkeuring heeft zij het schip verkocht aan Pieter Claesz van der Horst, Jacques Merchijs en Hans (ook als Jan)Clementsz de Goer, en zij machtigt hen het schip, liggende in Maesterlandt, in ontvangst te nemen. [78]
Op 28-4-1590 stelt Dirck Willemsz Vastrick zich borg ten behoeve van Pieter Cleasz van der Horst, wonende in de Nieupoortstraet, Jacques Merchijs, en Hans Cleements d'Goer, aan wie Maritgen Reijersdr, weduwe van Teunis Jansz Boll, in zijn leven schipper van het genoemde schip, op 11 februari een zeeboijer genaamd Santa Maria heeft verkocht. [79]
Op 7-3-1591 transporteert Dirck Willemsz Vastrick aan Heynrick Croes een huis aan de Hoochstraet (in 1619 genaamd de Drie Granaatappelen). [80]
Op 27-5-1592 testeren te Rotterdam, Willem Dircx Vastrick en zijn vrouw Sophia Dominicusdr, wonende te Amersfoort. Zij benoemen hun kind of kinderen tot erfgenaam. Het testament is opgemaakt ten huize van Dirck Willemsz Vastrick in Quaeckernaeck, aan de oostzijde van de Buttersloot. [81]
Op 6-10-1601 heeft Dirck Willemszn Vastrick procuratie van Ewout Goosenszn van der Stock te Middelburg, om een tuin in Voor-Rubroek te verkopen.[82]
Op 10-6-1603 verklaren Pieter Pietersz van der Heede (58), Dirck Willemsz Vastrick (60) en Jan Jansz Snaets (43) op verzoek van Cornelis Claesz, marktschipper op Utrecht, dat zij op zijn verzoek als arbiters zijn opgetreden in een financieel geschil tussen hem en Cornelis Aertswaeger. Zij hebben daartoe in herberg Antwerpen in de Hoochstraet de betreffende rekening ingezien. [83]
Op 12-2-1610 wordt op verzoek van Goossen Adriaensz Groenhout man van Dirckgen Jansdr, een verklaring afgelegd door Dirck Willemsz Vastrick, 67 jr., dat Willem Claesz van Sorgen, man van Pietertgen Symonsdr ouders van Claes Willemsz van Sorgen, overleden, hem verzocht heeft om aan Dirckgen Jansdr een kwitantie te vragen over de betaalde rente over een bedrag van 500 gulden dat zij aan Pietertgen Symonsdr geleend heeft. [84]
Op 24-6-1610 leggen Aeffgen Jans, weduwe van Dirck Willems Vastrick, 64j., en Cornelis Goossens Groenhout te Vianen, 35j., een verklaring af op verzoek van Susanna Adriaens, weduwe van Claes Willems van Sorgen, en Victor Odulphi, voogd over hun kinderen. Het betreft de onenigheden met Dirckgen Jans za., vrouw van Goessen Adriaens Groenhout, en Pietertgen Sijmons, vrouw van Willem Claesz van Sorgen. Diens dochter, Heyltgen Willems werd om tussenkomst gevraagd. [85]
Op 30-9-1610 testeert Aeffgen Jans van der Stock, weduwe van Dirck Willems Vastrick. Zij vermaakt legaten aan: -de kinderen van Grietgen Ockers, haar zuster, en Claes Henricx Pieck -de kinderen van Annitgen Eeuwouts van der Stock, dochter van haar broer, en Franchoys Spiering, -Thoenis Willems Vastrick te Amersfoort, -Dirck Gerrits, nu winckelknecht van Willem Dominicus Vastinck (Vastrik?), -Gerritgen Gheerlofs, vrouw van Henrick Reyniers, te Goude, -Jan Joachims, -Grietgen, -Lijbeth Dircx en Beatrijs Adriaens, wonend in het Mennonijtenhuis, -de 2 kinderen van Herman de Keuckelaer en Maritgen Adriaens zaliger, -Jan Reyers Quijstgoet, wonend in de Lombertstraet, -Grietgen Eeuwouts, dochter van Eeuwout Jans van der Stock, haar broer, -Eeuwout Jans van der Stock -Haduwij Vassten -de kinderen van meester Pieter van der Stock, haar broers zoon zaliger, -Sijmon Ockers, zoon van haar zuster, Neeltgen Jans van der Stock, -Eeuwout Ghoessens van der Stock, haar broers zoon, -Henrick Eeuwouts van der Stock, zoon van Eeuwout Goessens van der Stock. [86]
Op 21-6-1633 machtigt Annetgen Cornelisdr van Souburch, weduwe van Jan Symons Pesser, mede namens Dirck Symons Pesser als mede-erfgenaam van Dirck Willems Vastrick en Aeffgen Jansdr, Andries Soury, out-schepen, om aan Juliana van Oldenbarnevelt, laatst weduwe van mr. Lieven de With, te transporteren het huis waarin zij woont op de Botersloot aan de oostzijde genaamd de Achterwech. Het huis is door Juliana van Oldenbarnevelt gekocht van de erflaters. [87]

IIx. Dominicus Willemsz Vastrick, geb. vóór ca. 1560, beg. Rotterdam (geref. kerkmeesters) in de week voorafgaand aan 27-6-1609 (" Dommijkus Willemsz"), koopt een huis te Rotterdam in het Oostvierendeel Binnendijks (1590), tr. vóór ca. 1585 Aeltgen Jansdr van der Velde, ovl. na 1612, testeert als wed. van Dominicus Willemsz Vastrick 17-7-1612.

Op 20-12-1590 koopt Dominicus Willemszn Vastrick een huis te Rotterdam in het Oostvierendeel Binnendijks.[88]
Op 17-7-1612 testeert Aeltgen Jansdr van der Velde, weduwe van Dominicus Willemsz Vastrick, vermaakt aan haar zoon Willem Dominicusz haar huis en erf op de Hoochstraete, op de hoek van de Gasthuysstege. Hij zal een bedrag van 1.000 gulden tot zijn last nemen, dat toekomt aan het weeskind van Grietgen Dominicusdr, haar dochter en Huijch Jacobsz Steur, predicant te Oostvoorn, het weeskind krijgt tevens 1.500 gulden, en verschillende goederen. Zij benoemt tot erfgenaam haar zoon Willem Dominicusz, en het weeskind van haar dochter Grietgen Dominicusdr [89]
    Uit dit huwelijk (o.a.?):


III

IIIa. Thomas Thonisz Vastrick, geb. ca. 1591, ovl. 1634-1649, not. get. te Amersfoort (1610 als Maes Vastrick), not. get. te Delft (1611 als Maes Vastrick), was medeondertekenaar van een verzoekschrift aan de magistraat van Amsterdam waarin men een Collegium Medicum wenste en tevens verzocht een "Medicinale Cruythoff" te mogen aanleggen (1618), welk verzoek werd afgewezen, apotheker van Amersfoort oud omtrent 25 jaren wonende in de Oude Leliestraet (1616), apotheker te Amsterdam (1616, 1618, 1619, 1630, 1634), koopt te Amsterdam een huis in de Leliestraat (1620), en een huis op de Warmoesgracht (1627), is getuige bij de huwelijks voorwaarden van zijn schoonzuster Marijtjen Lenerts x Jan Willemsz Bannink (19-2-1630),[97] otr. Amersfoort geref. 3-8-1616 ("dese sijn ghetrout tot Amsterdam") en otr. Amsterdam geref. 4-8-1616 (get. Tonis Willemsz Vastrick, en haer vader Lenaert Adriaensz) Engel(tje) Len(a)erts (Lenars), geb. Amsterdam ca. 1597, ovl. vóór 15-1-1649, oud omtrent 19 jaren wonend de Oude Leliestraet (1616), afkomstig van Amsterdam (1616), dr. van Lenaert Adriaens, schipper, en van Marretje Robberts.

Op 26-2-1620 koopt Thomas Thonis Vastrik, een huis en erf in de Oude Leliestraat te Amsterdam. [98]
Op 9-4-1620 koopt Thomas Thonisz Vastrick, 1/5 huis en erf in de Leliestraat te Amsterdam, waar De Zilveren Prinsendaalder uithangt, [99] en 4/5 huis en erf van idem.[100]
Op 28-1-1623 (OS) opent Henrick Both weduwnaar en lijftochtener het besloten testament van Frerijckgen Maes, borgerse van Amersfoort. Erfgenamen voor 1/5 deel zijn Thomas anders Maes Vastricx en Margareta Vastricx de twee kinderen van Anthonis Willemss Vastricx en zijn vrouw Gijsbertgen Maes, zuster van de testatrice. [101]
Op 25-1-1627 verkoopt Barent Pietersz aan Thomas Vastrick, een huis en erf op de Warmoesgracht (ZZ) (Raadhuisstraat) te Amsterdam. [102]
    Uit dit huwelijk:

IIIb. Willem Gerritsz Vastrick, geb. vóór ca. 1590, ovl. na 1629, komt spoedig na zijn huwelijk in de financiële problemen, want leent ƒ 800,-- van Jorden van der Maeth met als onderpand zijn brouwerie met alle toebehoren in de Krommestraat (1614), die vervolgens in 1616 per executie wordt verkocht, gaat in 1616/17 failliet, wordt met zijn vrouw vermeld in de weeskamer Amersfoort (1621, 1623, 1624), woont met zijn vrouw in 1622 in Utrecht, legt de eed af als poortwachter van de Slijkpoort te Amersfoort 21-8-1624, wednr. van Amersfoort (1629), tr. 1o Amersfoort schepenen 13-4-1613 (get. voor hem Anthonis Willemsz Vastrick, voor haar Symon Claesz) Geertgen Jans van Velsen, ovl. 1622-1629, verkoopt haar aandeel in de erfenis van haar vader (1614), dr. van Jan Claesz van Velsen, raad, cameraar van Amersfoort en van Digna NN, otr./tr. 2o Amersfoort/Soest 28-11/13-12-1629 Jannitgen Aerts, j.d. van der Eem (1629).

Op 18-10-1613 verkopen voor de helft - Digna, nagelaten weduwe van Jan Claesz van Velsen (zij tekent als: Deynae Aesz.?), met haar zwager Simon Claesz van Velsen als haar gecoren momber) Voor een vierde part: - Aernt Jansz van Velsen (waarvoor diens neef, de voornoemde Simon Claesz, optreedt), voor eveneens een vierde part: - Willem Gerritsz Vastrich, als man en voogd van Geertgen Jans van Velsen aan de kopers: - Gerrit Daemsz Soest (tekent: Gerrit Soest) en zijn vrouw Mechtelt Lourens, twee huizingen, hoff en hofsteden met de daartoe behorende schuur. Strekkende van de Crommestraet tot achter in de Wijver (ook: Vijver) toe. Belend aan de ene zijde: Dirck Daemsz Soest (tekent: Dirck Soest), en aan de andere zijde: Johan Denckerman. Tegenwoordig gebruikt door Harman then Bosch en Meijnsgen Cornelis. Te aanvaarden mei 1614. De koopsom bedraagt 800 Carolus gulden. In mindering op de kooppenningen zullen de kopers een koopmansbrief van 400 Carolus gulden overnemen, die Jan Rutgersz van Soest sprekende heeft op de verkopers. Ten behoeve van Jan Rutgersz zullen de kopers borgen stellen. De resterende 400 gulden zullen de kopers in 2 termijnen betalen, de eerste 200 gulden bij de "aanvang" van de huysinge, de laatste 200 gulden per mei 1615. Waarna de verkopers gerechtelijk transport zullen doen volgens erfkoopsrecht. De ongelden van de 40e penning etc. en ook de wijnkoop zullen kopers en verkopers ieder voor de helft dragen. De kopers zullen zekere stoel staande in de huizinge behouden. Mee tekenen: Geert Jans van Velsen (of was dit de handtekening van Geertgen??). Evert Derrics van der Steegh en Cornelis Roeloffsz. als getuige. (ongelden = soort grondbelasting, wijnkoop = traditionele aanbetaling) [104]
Op 3-3-1614 lenen Willem Gerritsz Vastrick en zijn vrouw Geertgen, van Jorden van der Maeth, een jaarlijkse losrente van 48 gulden over een hoofdsom van 800 gulden, met als onderpand: huis en brouwerie met alle toebehoren in de Krommestraat, belend aan de ene zijde: een gemeen straat, aan de andere zijde: Geertgen Snellen. Compareerde mede Digna, weduwe van Jan Claesz van Velsen en Aernt van Velsen als beiden mede gerechtigd tot hetzelfde huis en brouwerie. [105]
Op 14-7-1614 verkopen Willem Gerritsz Vastrick en Geertgen Jans van Velsen zijn vrouw ende Geertgen Gerrits Vastrick met Evert van Mulenborch hare gecozen momber in dese aan Peter Schade en Aertgen Buys zijn vrouw, Een plechte van 200 gulden hoofdsom mette verschenen en onbetaalde renten als de voorz. comparanten competeren zijnde bij zal: Gerrit Willems Vastrick ende Annitgen Gijsberts zijn vrouw beleden t.b.v. Dirck Willemsz Vastrick ende Aertgen (!) Jans zijn vrouw op 30-3-1590. [106]
Op 29-7-1616 verkopen Digna weduwe van Jan Claesz van Velsen met handen van Aernt Jansz haar voogd en voorsz. Aernt voor hemzelf en Willem Gerritsz Vastrick voor zichzelf en voor zijn vrouw Geertgen Jans, aan Gerrit Daemsz Soest en zijn vrouw Mechtelt Lourens, twee huizen, hof en hofstede met schuur strekkende voor van de Krommestraat tot achter aan de Vijver belend aan de ene zijde: Dirck Daemsz Soest, aan de andere zijde: Johan Denckerman. [107]
Op 29-12-1616 wordt een overeenkomst gesloten tussen Jorden van der Maeth als curator c.s. van Willem Gerrits Vastrick en zijn huisvrouw, ter ene zijde, en - Digna, weduwe van Jan Claeszn, ter andere zijde. Door de crediteuren is Jorden van der Maeth als curator aangesteld over de goederen van Willem G. Vastrick c.s. Eerdaags zullen op redelijke condities verkocht worden diens huis, brouwerij met het "brougetou" en alle bijbehorende gereedschap en alles wat in het huis aard- en nagelvast is, staande in de Crommestraat te Amersfoort. Met deze verkoop gaan beide partijen accoord, onder voorwaarde dat de zuivere kooppenningen die voor het voornoemde huis, brouwerij c.a. door koper of kopers beloofd zullen worden, voor de ene helft betaald zullen worden aan de voornoemde curator, en voor de andere helft aan een goed en zeker neutraal persoon die met goedvinden van beide partijen daartoe is verkozen. Daartoe wordt Henrick te Hert, schepen, genomineerd, die daaruit preferente crediteuren zal betalen. Willem Gerrits Vastrick c.s. en Digna beloven, de een ten behoeve van de ander, dat zij spoedig, op korte termijn, met de anderen zullen procederen in preferentie om de penningen van de verkoop van voornoemd huis c.a. te ontvangen. Voor deze preferentie zal Digna zich mogen behelpen met alle middelen zolang het huis nog niet verkocht is, zonder dat de verkoping of het accoord daartoe haar zal schaden en dat ook de curator of de crediteuren weten dat de kooppenningen niet onder haar berusten. De curator zal ook geen beslag leggen op de goederen die Willem G. Vastrick toebehoren wanneer hij en zijn huisvrouw in een betere financiële positie zullen zijn gekomen. De partijen beloven dit na te komen volgens het "narecht". De akte is ook getekend door Peter Schade (1617), Evert Gerrits en H.V. Meholt. [108]
Resolutieboek Amersfoort:[109]
24-1-1617: Bekendmaking op verzoek van Jorden van der Maeth als curator over de desolate boedel van Willem Gerritsz Vastrick en Geertgen Jans van Velsen, zijn vrouw, dat iedereen die aanspraken op het huis en de brouwerij in de Krommestraat en de boedel van Willem Gerritsz en zijn vrouw heeft, deze aan moet geven, met aangiften in de kantlijn op deze en de volgende bladzijden.
Resolutieboek Amersfoort:[110]
28-3-1617: Verklaring door Johan van Duverden, schout, en Adriaen van Westrenen, schepen, betreffende de bemiddeling die zij samen met Cornelis van Surckesteyn, eveneens schepen, hebben gedaan tussen de gezamenlijke crediteuren van Willem Gerritsz Vastrick en Digna, weduwe van Jan Claesz van Velsen, aan de ene kant en Peter Schade aan de andere kant betreffende de koop van het huis en de brouwerij.
Op 29-8-1617 verleent Jorden van der Maeth als curateur over de nagelaten boedel van Willem Gerritszn Vastrick en zijn vrouw Geertruyt Jans van Velzen, machtiging aan Peter Schade Peterszn, om te vorderen alzulke erfenisse als Geertruyt Jans door overlijden van haar moeye (tante) in Velsen aanbestorven is, penningen te vorderen, kopie van het testament te verzoeken, erfenis te aanvaarden enzovoorts, tot scheiding en liquidatie te procederen en ook één of meer procureurs aan te stellen en alles te doen wat de zaak vereisen zal en hiervan bewijs en rekening te leveren. Getuigen: Evert Peterszn de Ruych en Thomas Henricxzn. [111]
Op 12-6-1622 verlenen Jorden van der Maeth als curateur van de desolate boedel van van Willem Gerritsz Vastrick en diens vrouw Geertruyt Jan Claesdr, en als mede-crediteur van deze boedel, alsmede Claes Lubbert, linnenwever, en Catharina Helsbosch (zij tekent: Caterijna Hulsbus wed. en lijftochterse van Evert Gerrits, mede-crediteuren van genoemde boedel, machtiging aan Evert van Weede, procureur voor de Hove van Utrecht, om mede namens hen tot een akkoord te komen tussen enerzijds de curateur en de crediteuren van de voornoemde boedel en anderzijds Peter Schade namens Mr. Henrick d'Wilt, Raedt in de voornoemde Hove. Akte te Amersfoort. Getuigen: Willem Henricks (tekent: Willem Henricsen, pasteybacker) en Wolpher Pelen (tekent als: Wolfert Peelen) [112]
Op 13-6-1622 verleent Belichgen Lamberts, wed. van Boldewyn Mouwer, wonend binnen Utrecht, en optredend namens haarzelf en als moeder en momberse van haar onmundige zoon, als mede-creditrice van de desolate boedel van Willem Gerritsz Vastrick en diens vrouw Geertruyt Jansdr, wonend binnen Utrecht, machtiging aan Evert van Weede, procureur voor de voornoemde Hove, om mede namens haar tot een akkoord te komen tussen enerzijds de curateur en de crediteuren van de voornoemde boedel en anderzijds Peter Schade, voor Mr. Henrick d'Wilt Raedt in de voornoemde Hove. Mits zij constituante zou protesteren in haar geheel te willen blijven wegens de borgtocht van Willem Gerritsz en zijn vrouw of wegens de erfgenamen van die borg. Akte ten huize van Dr. Everard van der Schuer, advocaat van de voornoemde Hove. Getuigen: dezelve van der Schuer en Abraham van Goorle. [113]
Resolutieboek Amersfoort:[114] 21-8-1624: Willem Gerritsz Vastrick heeft de eed afgeleged als poortwachter van de Slijkpoort .
    Uit zijn eerste of tweede huwelijk mogelijk:
  • 1. Dirck Willemsen Vastrick, geb. vóór ca. 1635, filiatie niet bewezen, j.m. van Amersfoort wonend op t Cingel (1658), otr./tr. Amersfoort geref. 14/31-10-1658 (get. Heijmen Elbertsen en Cornelia van Oldenbarnevelt) Annitje Pieters, j.d. van Naerden wonend in de Langstraat te Amersfoort (1658).
  • 2. Geertjen Willemsz Vastrick, geb. vóór ca. 1640, j.d. van Amersfoort op de Langstraet (1658) filiatie niet bewezen, otr./tr. Amersfoort geref. 30-9/17-10-1658 Herman Jacobsen van Loenensloot, j.m. van Amersfoort int Scherbierstraetjen (1658),
  • 3. Gerrit Willems Vastrick, geb. vóór ca. 1630, testeert te Amsterdam 7-12-1651 als zoon van portier Utrechtse Poort te Amersfoort, wegens vertrek als adelborst naar Oost Indië, erven zijn Jannetge Aerts en Willem Gerrits Vastrick. [115] AKTE nog doen.

IIIx. Willem Dominicus Vastrix, geb. vóór ca. 1585, beg. Rotterdam Nieuwe Hooft 25-11-1636 (Willem Dominicusz) of volgens Ref. [116] ovl. tussen 15-5-1627 en 7-6-1628, jongeman wonende op de Hoogstraat te Rotterdam (1608), cruydenyer te Rotterdam (1621), is één van de ruim 200 aanwezigen vermeld in de Rouwceduul bij de begrafenis van Mr. Roeland Sweerts de Weert te 's-Gravenhage 18-2-1624,[117] doopget. (1632), huw. get. te Amsterdam (1635) otr./tr. 1o Rotterdam geref. 12/26-10-1608 Hendricxken Lambrechts, beg. Rotterdam 13-11-1621 (huisvrouw van Willem Dominicusz), jongedochter wonende op de Hoogstraat te Rotterdam (1608), dr. van Lambrecht Henricxsz (aias Moy Lambert), capiteijn en vice-admirael, en Neeltgen Aertsdr, otr./tr. 2o Rotterdam geref. 26-11/19-12-1623 Sara Davids van der Corputh, beg. Rotterdam 14-9-1624 (huisvrouw van Willem Dominicus), jongedochter wonende te Middelharnis (1623).

Op 17-7-1612 testeert Aeltgen Jansdr van der Velde, weduwe van Dominicus Willemsz Vastrick, vermaakt aan haar zoon Willem Dominicusz haar huis en erf op de Hoochstraete, op de hoek van de Gasthuysstege. Hij zal een bedrag van 1.000 gulden tot zijn last nemen, dat toekomt aan het weeskind van Grietgen Dominicusdr, haar dochter en Huijch Jacobsz Steur, predicant te Oostvoorn, het weeskind krijgt tevens 1.500 gulden, en verschillende goederen. Zij benoemt tot erfgenaam haar zoon Willem Dominicusz, en het weeskind van haar dochter Grietgen Dominicusdr [118]
Op 30-5-1613 testeren Willem Dominicusz Vastrick en zijn vrouw Henrickgen Lambrechtsdr. Zij benoemen elkaar tot erfgenaam. De langstlevende dient aan hun kinderen een bedrag van 600 gulden te vermaken. [119]
Op 22-5-1614 sluit Jacob Carpentier, predicant in Middelhernis 't welk men noemt Sincte Michiel in Putten, bruidegom, een contract van huwelijksvoorwaarden met Aertgen Lambrechtsdr, weduwe van Pieter Willemsz Berckel, wonend in Middelhernis, bruid, geassisteerd door haar ouders capiteijn Lambrecht Henricxsz en Neeltgen Aertsdr, en haar zwager Willem Dominicusz Vastrick. [120]
Op 25-4-1621 machtigt Willem Dominicus Vastricx, Gillis Simonsz te Brielle, tot incasso van vorderingen in Brielle en in het Lant van Voorne. [121]
Op 25-9-1621 testeert Meynsge Jansdr van Schagen, weduwe van Jorys Joostens Vlaming wonend in de Wijnstraet. Zij benoemt haar kinderen tot haar erfgenamen en benoemt tot voogden: Cornelis Mus secretaris van Rotterdam, en Willem Dominicus Vastrick cruydenyer. [122]
Op 29-7-1624 maken Willem Dominicuss Vastrick, en zijn vrouw Sara Davidtsdr van de Corput een mutueel testament met voorzieningen voor zijn kinderen en voorkinderen. Zij legateert aan haar nicht Geertruyt van der Tocht haar klederen. [123]
    Uit zijn eerste huwelijk (minstens 7 kinderen, waarvan 2 de ouders overleefden[124]):
  • 1. Margarita Willems Vastrix, geb. vóór ca. 1610, ovl. na 1634, jongedochter (1631), otr./tr. Rotterdam geref. 26-1/11-2-1631 Willem Willemsen Nobel, ovl. na 1634, beg. Rotterdam 3-3-1641 ("Willem Willemsz Nobel wonend in de Loovehaven"), jongeman (1631), bevrachter (1635). Hieruit verder nageslacht bekend.
    Op 11-2-1632 testeren Willem Willemsz Nobel en zijn vrouw Margareta Vastrick. Zij annuleren hun huwelijksvoorwaarden en benoemen de langstlevende van hen beiden tot erfgenaam. [125]
    Op 29-6-1634 testeert Grietgen Willems Vastrick, echtgenote van Willem Willemsz Nobel, wonende op de Haringvliet. Zij herroept eerdere wilsbeschikkingen en benoemt haar man tot erfgenaam. Haar kleding en linnengoed, plus gouden armband wordt gelegateerd aan Aechgen Lambrechsdr, haar tante. Haar broer Henrick Willemsz Vastricx krijgt het vierde part van een erfdeel dat testatrice kreeg van haar grootvader, vice-admirael Lambert, n.l. een stuk land in het land van Putten, en 4 obligaties van 3200 gulden ten laste van Johan van Ick, waar haar vader Dominicus Vastrick de rente van krijgt. [126]
    Op 9-7-1634 testeert Grietgen Willems Vastrick, vrouw van Willem Willemsz Nobel, wonende op de Haringvliet. Zij herroept haar eerdere wilsbeschikking van 29-6-1634 en benoemt haar man tot enig erfgenaam. Tante Aechgen Lambrechsdr krijgt de kleding en de gouden armband. Vader Dominicus Vastricx en broer Henrick Willemsz Vastricx krijgen ieder geld en/of waardepapieren ter waarde van 3000 gulden. [127]
  • 2. Henrick Willemsz Vastricx, geb. 1610/11, ovl. 1688, volgt IVc.


IV

IVa. Robbert Vastrick, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 5-3-1630, beg. Amsterdam Oude Kerk 31-8-1675 ("Robbert Vasterick van de Oude Heregraft, ƒ 8,--"), kolonist in Rensselaerswyck in 1650/51,[128] bij huwelijk coopman van Amsterdam out 29 jaer wonend op de Rosegraft (1657), koopt met zijn broer Anthonij een 1/2 huis in de Pijlsteeg te Amsterdam (1662), otr. Amsterdam geref. 23-11-1657 (get. sijn broeder Anthony Vastrick, sijn ouders doot, en haer moeder Cornelia Barents) Trijntje Adriaens (Block), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 25-1-1639 (get. Grietje Barents), beg. Amsterdam Oude Kerk 12-8-1706, afkomstig van Amsterdam out 19 jaer wonend op de Rosegraft (1657), huw. get. (1697), dr. van Adriaen Joosten Block en Cornelia Barents.

Op 14-6-1662 verkopen Marritie Leenderts, wed. van Maurits Reijers en de erven van Leendert Adriaensz, aan Anthonij Vastrick, en aan Robbert Vastrick, 1/2 huis in de Pijlsteeg achterhuis en erven te Amsterdam, genaamd De Rode Klok. [129]
Op 11-8-1676 wordt in Amsterdam ten overstaan van notaris J. van Loosdrecht de nagelaten boedel van Robbert Vastrick verdeeld tussen zijn weduwe, Trijntje Block, en hun dochter Cornelia. De weduwe Vastrick kreeg onder meer een obligatie van 511 gulden ten laste van de Zwolse apotheker Gerrit Mensinck, de man van Johanna Bartjens. [130]
    Uit dit huwelijk:
  • 1. Engeltje Vastrick, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 10-2-1660 (get. Anthony Vastrick en Cornelia Barents), beg. Amsterdam Oude Kerk 1-3-1660 (kind van Robbert Valstrick).

IVb. Dr. Leonardus (Leendert) Vastrick, geb. Amsterdam ca. 1617, beg. Amsterdam Oude Kerk 23-4-1650, ingeschreven als student medicijnen aan de Universiteit van Leiden 5-10-1639 ("Leonardus Vastrick", Amstelodamensis, 22 (jaar)"),[131] ingeschreven als candidaat filosofie en medicijnen aan de Universiteit van Padua (I) 18-5-1642, ("Leonardus Vastrick Amsterdamo-batavus"),[132] promoveert te Padua 12-10-1643[133] [134] doctor in de medicijnen wonend om de hoeck van de Slijcstraet te Amsterdam (1649), otr. Amsterdam pui 15-1-1649 (get. zijn broeder Anthonius Vastrick, hij geen ouders hebbend, en haer moeder Grietie Martens) Margriet Ernsthuys (Eernthuijs / Eensthuijs), geb. vóór ca. 1630, beg. Amsterdam Oude Luthersche Kerk 21-12-1679 ("Margrita Ernsthuijs op de Nieuwe Keijsersgraft tusschen de Reguliersgraft en de Vijselstaat, eijgen graft n° 96)", afkomstig van Amsterdam, wonend om de hoeck van de Santstraet (1649), wed. van Dr. Lenert Vastrick wonend in de Nieuwe Doelenstraet (1652), wordt in 1672 aangeslagen voor 400 carolusguldens in de honderste penning,[135] dr. van (Tomas?) Ernsthuys en van Grietie Martens. Zij hertr. Amsterdam pui 26-1-1652 en Groningen 17-1/4-2-1652[136] Harman Wessel Sevenste(e)rn, ovl. 1665[137] coopman van Groningen en wednr. van Jannetje Rijckers wonend te Groningen (1652), testeert met zijn eerste vrouw (1631),[138] zn. van Harmen Hindricks Sevenstern, koopman in het huis de Sevensteren aan de Grote Markt te Groningen, en van Jantien Spolts.[139]

IVc. Henrick Willemsz Vastricx, geb. 1610/11, beg. Amsterdam Oude Kerk 12-11-1688 ("Hendrik Vastrik van de Oude Heeregraft, ƒ 8,--"), afkomstig van Rotterdam out 24 jaer wonend op de Heregracht (1635), bevrachter te Rotterdam (1635), wordt poorter van Amsterdam 29-6-1639 als Hendrick Vastrick, koopman van Rotterdam, koopman en schuldeiser te Amsterdam (1656), regent van het Burger Weeshuis te Amsterdam (1644-1688),[146] otr. Amsterdam geref. 12-12-1635 (get. sijn vader Willem Dominicus Vasterick, haer vaader Ghijsbert Popta en haer voogt Jacob Jacobsz Seeuw) Maria (Maritje) Gijsberts Popta, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 8-2-1615 (get. Anna Hermans, NB de vader heet hier Gijsbert Tuelings!), afkomstig van Amsterdam out 20 jaer wonend op de Heregracht (1635), erft in 1645 het huis Nieukerck (Herengracht nr. 66) van haar vader, dr. van Gijsbert Tjebbes Popta, korenkoper op de Heerengracht in het huis Nieukerck en van Lijsbet Gerrits.

Op 17-2-1635 wordt een bevrachtingsovereenkomst gesloten. Joost Adriaensz van Coulster rust zijn schip de Winthont uit voor de walvisvangst bij Islant. Deelnemers in de overeenkomst zijn: - secretaris Noortwijck en Luyt Hendricxsz, Mees Bastiaensz (tekent als Mees Basten du Bien), Cornelis Bastiaensz, Hendrick Vastrick, Jacob de Vael, Willem Willemsz Nobel, Josias Musch, Jacob van der Veen, Adriaen van Berckel, Willem de Crijger, Hendrick Meusz Cool, Daniel Jacobsz, [147]
Op 29-3-1656 verklaart Kapitein Jan Jacobsz van Nesch schuldig te zijn aan de Amsterdamse koopman Hendrick Vastrick een bedrag van 2500 carolusguldens. Vastrick is de enige erfgenaam van wijlen Aertgen Lamberts de laatste vrouw van wijlen burgemeester Joost van Coulster. Van Nesch verklaart bovenstaand bedrag te zullen aflossen op 1-8-1656. In deze obligatie worden 3 oudere samengevoegd: d.d. 1-5-1647: 500 Carolusguldens, d.d. 23-4-1648: 1000 Carolusguldens, d.d. 23-11-1651: 1000 Carolusguldens. [148]
Op 8-12-1656 wordt een verklaring afgelegd voor Heindrick Vastrick, koopman te Amsterdam, door Gerard(t) van Berg(h)en, raad en vroedschap, en Saertgen Teunis, weduwe van Jan Romboutsz. Ze verklaren dat Heindrick de enige universele erfgenaam is van wijlen Aertgen Lambrechsdr, in leven weduwe van oud-burgemeester Joost van Coulster. Van Bergen is schoonzoon van Coulster en Saertgen is nicht van Aertgen. [149]
    Uit dit huwelijk:
  • 1. Lambertus Vastrix, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 16-12-1636 (get. Aeltje Lamberts), beg. Amsterdam Oude Kerk 20-6-1664 ("Lambert Vastrick komt van de Heeregracht, ƒ 8,--").
  • 2. Elisabet Vastrex (!), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 6-7-1642 (get. Jacob J. Seeu en Aeltje Michiels Pancras).
  • 3. Ghijsbert Vastrick (Vastrix), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 6-3-1646 (get. Michiel Popta en Agata van Coelster), beg. Amsterdam Oude Kerk 6-2-1699 ("Gijsbartus Vastrik van de Heeregraft, ƒ 8,--"), afkomstig van Amsterdam, oud 45 jaar (sic!) wonend op de Keijsersgracht (1694), otr. Amsterdam geref. 7-10-1694 (get. voor hem Jan van Dinter, zijn ouders doot, en haer suster Susanna Minuit, haar ouders doot, in margine: acte verleeent den 26-10-1694) Anna Minui(c)t (Menuict), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 3-8-1653 (get. Esaias Menuict en Anna Nuijts), beg. Amsterdam Oude Kerk 15-10-1709 ("Anna Minuict van de Keijsersgraft, ƒ 8,--"), tweelingzuster van de tegelijkertijd gedoopte Esaias Menuict, afkomstig van Amsterdam oud 40 jaren wonend opt Rokin (1694), weduwe van Gijsbert Vastrix wonend op de Heregracht te Amsterdam (1699), dr. van Jan Menuict en van Sara Pieman. Zij hertr. (otr.) Amsterdam geref. 28-11-1699 en Naarden 29-11-1699 (met betoog na Amsteldam 13-12-1699) de heer Dr. Raijmond Buij(c)k, geb./ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 11/14-4-1654 (get. Maria Muijs), ovl. 11-12-1742, beg. Breukelen NH Kerk op het koor,[150] vertrekt in 1676 naar Indië, trouwt te Batavia 29-8-1680 Geertruijd Ruijsch en keert in 1688 naar Holland terug,[151] schepen (1692, 1708) en burgemeester te Naarden (1693, 1696, 1699) oudste of presideerend burgemeester aldaar (1694, 1697, 1700), schepen bij besluit van Prins Willem III dd. 1-2-1696, als zoodanig door de drost van Muiden en baljuw van Gooiland beëedigd 16-2-1695, kerkmeester te Naarden (1698),[152] bij tweede huwelijk in 1699 afkomstig van Amsterdam, regeerend borgermeester van Naarden, en wednr. van Geertruijd Ruijsch, bij wie voorkinderen, woont in 1710 te Purmer, in november 1725 te Breukelen,[153] zn. van Jan Jansen Buyck, bode van Amsterdam op Hamburg, en van diens tweede vrouw Susanna Muys van Holy.[154]
    Op 14-2-1691 verkoopt Gijsbert Vastrix, het huis, waar nog steeds Nieukerck in den gevel stond, voor ƒ 14.300,-- aan Frans Verrijn.[155]
    Op 30-5-1724 verkoopt Raijmondus Buijck, oud burgermeester en raad der stad Naarden, aan Hendrick IJssendorp, brouwer, 1. een huis en erf op de Prinsengracht te Amsterdam, gelegen naast de brouwerij De Dubbelde Sleutels, belend NZ de voornoemde brouwerij, ZZ het pakhuijs van Christoffel Baants, 2. nog twee huizen naast elkaar op de Prinsengracht, belend ZZ de voornoemde brouwerij, NZ de geweesene ververij De Hoop. De cooper van deze percelen zal niet vermogen de brouweriij engiszints te belemmeren etc. [156]
    Zerk in de NH Kerk te Breukelen[157]
    n° 3. De Heer Raymond Buyck oudt LXXXVIII jaaren en VIII maanden overleden den XI December 1742. Jonkvrouw Johanna Buyck oudt LXXX jaaren en V maanden overleden den XXIII Juny 1770. Jonkvrouw Cornelia Buyck oudt LXXXVII jaren en VI maanden overleden den XXV December 1772.


V

Va. Thomas (Robbertsz) Vastrick, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 10-5-1661 (get. Anthony Vastrik en Ariaantje Menso), ovl./beg. Amsterdam Oude Kerk 23/28-11-1705 ("Tomas Vastrik van de Roosegraft, ƒ 8,--"), ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Leiden 1-6-1682 ("Thomas Vastrich (!), Amstelodamo-Batavus, 21 (jaar)"),[158] en promoveert aldaar op 1-10-1686 in de geneeskunde op een dissertatie getiteld de Morbis in genere ("Thomas Vastrick, Amstel.-Batav."), [159] bij huwelijk afkomstig van Amsterdam, medicinae doctor oud 35 jaarn wonend tot Swoll, (1697), medicinae doctor te Amsterdam (..-1705), otr. Zwolle geref. 24-7-1697 ("de proclamatien gaen ook te Amsterdam"), otr. Amsterdam geref. 1-8-1697 (get. sijn moeder Catarina Block, voor haar Mr. Francois de Vroede, hooft offisier deser stede, haar ouders doot, in margine: acte verleent den 20-8-1697) en tr. Abcoude geref. 11-8-1697 met attestatie van Amsterdam, Elisabeth Borren (Born), ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 30-10-1672, beg. Amsterdam Oude Kerk 11-2-1700 ("Elisabeth Born van de Keijsersgraft, ƒ 8,--"), afkomstig van Amsterdam oud 24 jaarn wonend op Zingel (1697), dr. van Hillebrant Born en Anna de Potter. Hieruit verder nageslacht bekend.

Op 13-4-1706 passeert te Amsterdam de boedelinventaris van Dr. Thomas Vastrick, in sijn leven medicinae doctor te Amsterdam, alhier overleden op 23-11-1705 op verzoek van Cornelis de Gijselaer, door weesmeesters aangestelde voogd over de minderjarige kinderen van Thomas Vastrick en Juffr. Elisaabeth Born, en op verzoek van Juffr. Catharina Blocq wed. van Robbert Vastrick. Hierna volgt een zeer uitvoerige beschrijving door Nots. Pieter van der Meulen van 50 bladzijden, waarin onder meer de inboedel in voorhuis, sijdekamer, binnenkamer, portaal, keuken, saaltie, cleijn camertje, de voor bovencamer, agter kamer, de kleersolder, en comptoir, waronder veel schilderijen silver en tinwerk, juwelen, kleding, kasten etc., Aan vastgoed wordt genoemd door wijlen Anthony Vastrick broer van de overleden Thomas Vastrick gekochte, en blijkbaar aan hem nagelaten huizen:
  • een huis op de Boomsloot naast het huis waar de Koolmeeter in de gevel staat op 14-6-1662 getransporteerd.
  • een huis in de Ridderdwarsstrat bij de Boomsloot op 13-1-1680 in executie gecogt en 15-10-1681 getransporteerd,
  • een huis aan de OZ van de Herengracht op de hoek van de Gasthuismolensteeg daer Wijk tot Maastrigt in de gevel staat gekocht op 17-9-1658 (1668?)
  • een huis in de Vincke off Middelstraat gekocht op 13-7-1672
  • een huis in de Roosestraet gekocht op 13-7-1672
  • een huis op de Roosegragt ZZ gekocht op 4-4-1647. Voorts een huis in de Dirck van Assensteeg ZZ daer jegenwoordigh het ongetoomde Paert uijthangt,
    3/4 deel huis Warmoesstraat ZZ gekocht door Tomas Vastrick, grootvader van de overledene, op 25-1-1627
    een huis door Gerrit Vastrick (Wie is dat?) gekocht in 1656
    3/4 aandeel in het huis de Roode Clocq in de Pijlsteegh
    Volgen verder obligaties en "dubieuse" schulden aan andere familieleden Vastrick. Hierin wordt o.a vermeld dat er een schuld is aan Engeltje Vastrik van 3/4 van ƒ 200,-- jaarlijks wegens een legaat door Gerrit Vastrik bij testament d.d. 9-2-1658 voor Nots. Jacobus Hellerus en sijn broeders Anthonij en Robbert Vastrik, sijnde overleden Thomas Vastrik enig erfgenaam van Anthonij Vastrik , en voor de helft van zijn vader Robbert Vastrik. Akte bevat veel meer informatie, die hier niet beschreven wordt. [160]
  • Op 1-6-1718 verkopen de erven van Tomas Tonisz Vastrik aan Christoffel Marke, een huis en erf in de Oude Leliestraat (ZZ) te Amsterdam. [161] TEKST nog aanvullen.
    Op 2-6-1718 verkopen de erven van Tomas Tonisz Vastrik aan Gerrit de Laat, een huis en erf op de Warmoesgracht (ZZ) (Raadhuisstraat) bij de Herengracht te Amsterdam. [162] TEKST nog aanvullen.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Cornelia Jacoba Vastrik, geb. Zwolle 1697/98, beg. Amsterdam Oude Kerk 8-12-1760 ("Cornelia Jacoba Vastrik wed. van Adam du Pré van den Binnen Amstel tussen de Groen- en Swanenburgwal, graf n° 60, ƒ 8,--"), afkomstig van Swol, oud 18 jaar wonend op de Kijsersgraft (1716), doopget. (1717, 1722), otr. Amsterdam geref. 4-9-1716 (get. haar voogd Cornelis Gijselaar,haar ouders doot, en sijn vader Abraham du Pre) Adam du Pre, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 29-7-1681 (), beg. Amsterdam 15-6-1729 ("Adam du Pré van de Nieuwe Zijds Agterburgwal bij de brouwerij de Swaan, graf: Hantboogscappel n° 50, ƒ 8,--, bij avond begraven, komt voor 't ligt ƒ 2,10,-"), afkomstig van Amsterdam, oud 34 jaar wonend op de Kijsersgraft (1716), doopget. (1716, 1717, 1722), zn. van Abraham du Pre(e) en van Petronella Oortmans. Hieruit verder nageslacht bekend (7 kinderen geref. gedoopt te Amsterdam (1719-1729).
      Op 1-6-1718 verkopen de erven van Lenert Adriaensz, de erven van Anthonij Vastrik, de erven van Robbert Vastrik, Leendert Vastrik, de erven van Gerrit Vastrik en Adam du Pree, aan Catarina Wagenaer, echtgenote van Lambert Hooft,
    • een huis en erf, genaamd De Rode Klok, in de Pijlsteeg uitkomend in de Jan de Vriesesteeg (Jan Vriesensteeg) te Amsterdam,[163] en het bijbehorende
    • achterhuis en erf. [164] TEKST nog aanvullen.
    • Archief van De Collegiantenkas, Amsterdam:[165]
      1718: Opdracht en transport door Cornelia Jacoba Vastrick aan Reijnier van Bijnoo. AKTE moet nog gedigitaliseerd.


    VI

    VIa. Mr. Adriaan Vastrik, geb. Zwolle 1699/1700, ovl./beg. Utrecht/Zuijlen 6/17-1-1752 (" d'Heer en Mr. Adriaen Vastrick op de Oudegraft bij de Jacobibrug, laat na zijn vrouw en (niet ingevuld) O(nmondige) K(inderen), ges(chonken) den Armen ƒ 70,--, 16 ellen laken gescheurt, tot Zuijlen begraven"), ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 29-5-1717 ("Adrianus Vastrick, Amstelaedamo-Batavus. 20 (jaar) (sic!)"),[166] bij huwelijk afkomstig van Swol, oud 20 jaar wonend op de Kijsergraft (1720), schout van Zuilen (1722-1727), en ook van Westbroek (1723-1727), doopget. te Amsterdam (1721), otr. Amsterdam geref. 25-10-1720 (get. sijn voogt Cornelis de Gijselaar, sijn ouders doot, zij met consent van haar muij (tante) Maria Boevius aan wien Hendrik Boevius sijn dochter Margareta als eijgen kind aanbevolen heeft, haar vader Hendrik Boevius naar Oostindien, in margine: sij vaders consent gerojeert door order van de Heeren Commissarissen) Margareta Boevius, geb. 1697/98, ovl./beg. Utrecht/Zuijlen 8-3-1774 ("Vrouwe Margaretha Boevius, weduwe wijlen den heer Adriaan Vastrik buiten de Waerdpoort op het Buurtje vooraan de poort, laat na vier mondige kinderen, uitgevoert na Zuijlen, komt voor den Armen ƒ 70,--, 16 ellen laken gescheuurt"), afkomstig van Emden oud 22 jaar wonend op de Zingel (1720), dr. van Hendrik Boevius, in 1717 als onderkoopman bij de VOC naar Indie gevaren en aldaar in 1723 overleden, en van NN.

    Op 17-10-1721 verkopen Adrianus Vastrik en de erven van Catharina Blok, wed. van Robbert Vastrik, aan Jan Hendrik Schoppe, een loods achterhuis en erf op de Bloemgracht (ZZ) te Amsterdam, waar De Palmboom uithangt. [167] TEKST nog aanvullen.
    Op 5-12-1721 verkopen Jacob Swanenburg, Pieter Geelhand, en Elisabeth Hendrica Ditgens aan Adriaan Vastrik, een huis en erf op de Prinsengracht tussen Passeerdersgracht en Passeerdersstraat te Amsterdam. [168]
    Op 27-3-1722 verkoopt Mr. Adrianus Vastrik aan Roelof Vos, en Jan Turenhout, een huis en erf in de Ridderdwarsstraat op de Boomsloot (Recht Boomssloot) te Amsterdam. [169] TEKST nog aanvullen.
    Op 27-3-1722 verkoopt Mr. Adrianus Vastrik aan Christoffel Thijm, een huis en erf op de Boomsloot (NZ) (Recht Boomssloot) te Amsterdam. [170] TEKST nog aanvullen.
    Op 27-3-1722 verkoopt Mr. Adrianus Vastrik aan Barend Hegeman, een huis en erf in de Middelstraat (ZZ) (Vinkenstraat) voorbij de Baanbrugsteeg te Amsterdam, waar De Hoop boven de deur staat. [171] TEKST nog aanvullen.
    Een groot aantal akten betreffende Adriaan Vastrik, zijn vrouw en zijn erven te Amsterdam en Utrecht tot ca. 1800. Niet nader onderzocht.
      Uit dit huwelijk (vier mondige kinderen nagelaten in 1774):
    • 1. Henricus Vastrick, ged. geref. Amsterdam Westerkerk 15-2-1722 (get. Henricus Boevius, Maria Boevius), beg. Zuilen NH begraven 9-7-1722 ("'t kint van den heer en meester Adriaen Vastrik, schout tot Zuijlen voor t'besten kleetjen ƒ 0,9,0").
    • 2. Elizabeth Henrica Vastrik, ged. Zuilen geref. 2-5-1723 (get. de heer Adam du Pre en desselvs huisvrouw Jufr. Cornelia Jacoba Vastrik, vader is schout van Zuilen en Westbroek).
    • 3. Adriaan Vastrik, ged. Zuilen geref. 4-2-1725 (get. Jufr. Adriana Boevius, vader is schout van Zuilen en Westbroek).
    • 4. Diderik Jacob Vastrik, ged. Zuilen geref. 12-1-1727 (get. de heer Diderik Jacob van Tuijl van Seroskerke en mejuffr. Maria Catharina van Tuijl van Seroskerke, vader is schout van Zuilen en Westbroek), ovl. jong?
    • 5. Diderik Jacob Vastrik, ged. Zuilen geref. 15-8-1728 (get. de heer Diderik Jacob van Tuijl van Seroskerke en mejuffr. Maria Catharina van Tuijl van Seroskerke, vader is schout van Zuilen en Westbroek).
    • 6. Johanna Adriana Vastrik, ged. Zuilen geref. 16-4-1730 (get. de heer Jan Rademaker en sijn vrou Jufr. Adriana Margareta Boevius).


    Onderzoeken
  • A
    Op 15-2-1693 verkoopt Nicolaas Peelen Vastrick, koopman in koren wonende te Culemborg, als gemachtigde van Jannigje Anthonis, weduwe van Arnout van Veren, mede aldaar wonende, aan Warnerus van der Burgh, apotheker en zijn vrouw Hadewina van Bornbergen, huis, hof en hofstede, staande en gelegen binnen deze stad op de Hof aan de Korenmarkt, belend aan de ene zijde: Claas Huijbertsen van Roosendaal, bakker, aan de andere zijde: de weduwe van Johan Foijert. [172]
  • B Annitje Vastrick, vrouw van Jurriaan Putoor, wonende te Edam 1716
  • C Anthonis Willemsz Vastricx, ovl. 1613-1625, schepen van Wijk bij Duurstede (1591),
      Uit wie:
    • 1. Willem Antonisz van Vastrick, schoenmaker van Wijk bij Duurstede, regent van het Leprooshuis te 's-Gravenhage (1638), otr. 's-Gravenhage 7-5-1606[173] Maritje Pieters.
        Uit dit huwelijk verm.:
      • a. Antonia Vastrick, geb. Tiel, wonende te 's-Gravenhage (1676). otr. s-Gravenhage 12-7-1676[174] Ds. Johannes Brand, predikant te Wateringen.
  • D
    Op 13-5-1656 testeert Angeneta (Angeniet) Heynrikx, vrouw van Joost Guldemont, uit 's Gravenhage, benoemt tot haar enige erfgenamen de kinderen van haar neef Michiel de Bruyn, chirurgijn, die van haar nichten Jannetgen en Aeltgen de Bruyn en van haar neef Heyndrik de Bruyn uit Dordrecht. De neven en nichten zullen hun levenlang het vruchtgebruik van deze goederen ontvangen. Haar man Joost zal gedurende zijn leven jaarlijks 200 gulden ontvangen van de erfgenamen. Tot voogden over de minderjarige erfgenamen en executeurs van haar testament benoemt zij haar 2 neven uit 's Gravenhage Jacob de Clercq, zijdenlakenverkoper, en Anthony Vastrick en Johan ten Ham, solliciteur in Voorburg. [175]

    Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook
    hier
    Referenties Fragment Genealogie Vastrick --- Generatie 1 ( 175 refs.)
    Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
    Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
    1. ANF 15(1902)90
    2. Resolutieboek Amersfoort, gecit. in NL 112(1995)483
    3. Resolutieboeken Amersfoort, gecit. in NL 112(1995)483
    4. Abraham van Bemmel, Beschrijving van de stad Amersfoort, Utrecht, 1760
    5. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 16, f 212v
    6. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 17, f 435v
    7. Nav. 29(1879)215
    8. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 15, f 151v
    9. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 15, f 187
    10. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-10, blz. 39v
    11. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 15, f 838v
    12. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 16, f 80v
    13. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 3, akte nr. 318/430
    14. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-11
    15. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-11
    16. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-4, blz. 054v
    17. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-11
    18. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-11
    19. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 19, f XXX
    20. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a001, f24 - 24 V.
    21. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT 002a001 folio 158 V - 159.
    22. GA Amersfoort, ONA, Transporten, inv.nr. 436-14
    23. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a001 folio 184 - 184 V
    24. NL 112(1995)483
    25. NL 112(1995)483
    26. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 19, f 288
    27. Abraham van Bemmel, Beschrijving van de stad Amersfoort, Utrecht, 1760
    28. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 19, f 632v
    29. Resolutieboek Amersfoort bij 18 mei 1621, gecit. in NL 112(1995)483
    30. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-11
    31. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-12, blz. 03 (01)
    32. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 19, f 171v
    33. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 19, f 333v
    34. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-4, blz. 079v
    35. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-13
    36. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-13
    37. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-13
    38. Archief Eemland, ONA Amersfoort toeg.nr. 0083, Nots. Johan van Ingen, inv.nr. 0083-AT002b003 Aktenummer: 169
    39. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-14
    40. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT 002a001 folio 331 V
    41. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 20, f 568v
    42. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-15
    43. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 21, f 130v
    44. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 21, f 188
    45. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 21, f 281v
    46. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT002 a002, folio 141 R
    47. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. E. van Mulenborch, inv.nr. AT003 b001, folio 42 R
    48. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-16
    49. Van Bemmel, l.c.
    50. Archief Eemland, ONA Amersfoort toeg.nr. 0083, Nots. Johan van Ingen, inv.nr. AT002b005, Aktenummer: 238
    51. Nav. 61(1912)265 e.v.
    52. Nav. 61(1912)265 e.v.
    53. NL 113(1996)122
    54. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 20, f 161
    55. Van Bemmel, l.c.
    56. Abraham van Bemmel, Beschrijving van de stad Amersfoort, Utrecht, 1760
    57. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-15
    58. GA Amersfoort, ONA, Toegangsnr. 0083, Nots. J. van Ingen inv. nr. AT002 a002 folio 277 R
    59. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-17
    1. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-17
    2. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-17, blz. 215r
    3. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT 002a003, folio 418 - 418 V.
    4. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-19
    5. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-19
    6. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-19, akte.nr.
    7. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-27
    8. Resolutieboek Amersfoort, gecit. in NL 112(1995)483
    9. Resolutieboek Amersfoort, gecit. in NL 112(1995)483
    10. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-10, akte.nr. , blz. 109v
    11. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-14
    12. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT 002a001 folio 511 V.
    13. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 21, f 172
    14. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-15, akte.nr.
    15. GA Rotterdam, ONA toeg.nr. 18, Nots. Jan van Aller Az., inv.nr. 88, aktenr./blz. 42/86
    16. NL 79(1962)323
    17. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-10, akte.nr. , blz. 109v
    18. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-14
    19. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv.nr. 3, aktenr./blz. 25/31
    20. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv.nr. 3, aktenr./blz. 26/33
    21. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv.nr. 88, aktenr./blz. 42/86
    22. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 3, akte nr. 318/430
    23. ANF 15(1902)91
    24. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 9, akte nr. 113/330
    25. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz, inv. nr. 54, akte nr. 14/22
    26. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz, inv. nr. 16, akte nr. 18/57
    27. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz, inv. nr. 16, akte nr. 56/208
    28. GA Rotterdam, ONA, Nots. Nicolaas Vogel Adriaansz, inv.nr. 165, aktenr./blz. 94/153
    29. ANF 15(1902)91
    30. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv.nr. 17, aktenr./blz. 85/293
    31. ANF 15(1902)91
    32. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    33. Nav. 48(1898)114
    34. ANF 16(1903)1
    35. Dominees.nl
    36. ANF 16(1903)1
    37. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv.nr. 17, aktenr./blz. 85/293
    38. Uw Amsterdam, Jubileumboek NGV Amsterdam, 1988, p78
    39. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21610622
    40. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21610224
    41. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21610225
    42. GA Amersfoort, ONA, Toegangsnr. 0083, Nots. J. van Ingen inv. nr. AT002 a002 folio 277 R
    43. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21613634
    44. NL 109(1992)424
    45. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. E. van Mulenborch, inv.nr. AT003 b001 folio 313 R
    46. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-14, blz. 102v
    47. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-14
    48. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-15
    49. Archief Eemland, ONA Amersfoort 0083, Nots. J. van Ingen, inv.nr. 0083-AT002b005 Aktenummer: 176
    50. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 20, f 580v
    51. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 21, f 13
    52. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT 002a001, folio 542 V.
    53. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT002 a002, folio 251 V
    54. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT002 a002, folio 252 R
    55. AE, Resolutieboek Amersfoort, toeg.nr. 0001.01, inv. nr. 22, f 153
    56. SAA, ONA, Nots. Laurens Lamberti
    57. ANF 15(1902)91
    58. Gen. Her. Bib. 7(1912)07
    59. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv.nr. 17, aktenr./blz. 85/293
    1. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv.nr. 18, aktenr./blz. 35/123
    2. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv.nr. 18, aktenr./blz. 141/468
    3. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen, inv.nr. 38, aktenr./blz. 49/127
    4. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jan Lz. Schouten, inv. nr. 53, aktenr./blz. 273 / 561
    5. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv.nr. 61, aktenr./blz. 81/272
    6. ANF 15(1902)90
    7. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv.nr. 128, aktenr./blz. 401/1065
    8. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv.nr. 129, aktenr./blz. 83/259
    9. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv.nr. 129, aktenr./blz. 85/264
    10. NL 109(1992)424
    11. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21628135
    12. NL 121(2004)101
    13. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    14. J.J. Poelhekke, Nederlandse leden van de Inclyta Natio Germanica Artistarum te Padua 1553-1700, Med. Ned. Hist. Inst. Rome, deel XXXI
    15. ANF 1(1883)#11 p4
    16. J.J. Poelhekke, l.c.
    17. NL 64(1947)296
    18. NL 64(1947)296
    19. koopmansgildeboek gecit. in NL 64(1947)296
    20. NL 64(1947)296
    21. NL 64(1947)290
    22. Huwelijkscontracten Groningen 1674, toeg.nr. 1534, inv.nr. 3491, aktenr. 1534
    23. NA, Commissieboeken Landmacht, archief 1.01.19, inv.nr. HASH(0x4218548) / 167v, folio 167v
    24. Van der Aa, dl. 6, sub voce Hania
    25. HCO, Archief Huis Vilsteren, toeg.nr. 0226, inv.nr. 596
    26. HCO, Archief Huis Vilsteren, toeg.nr. 0226, inv.nr. 1204
    27. HCO, Archief Huis Vilsteren, toeg.nr. 0226, inv.nr. 1307
    28. Jb. Amstelodamum 4(1906)94
    29. GA Rotterdam, ONA, Nots. Adriaan Kieboom, inv.nr. 150, aktenr./blz. 307/497
    30. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacobus Delphius, inv. nr. 376, aktenr./blz. 37 / 67
    31. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacobus Delphius, inv.nr. 394, aktenr./blz. 348/614
    32. Nav. 56(1906)428
    33. Nav. 56(1906)428
    34. Nav. 56(1906)428
    35. Nav. 56(1906)428
    36. Nav. 56(1906)428
    37. Jb. Amstelodamum 4(1906)96
    38. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21659007
    39. Bloys van Treslong, Utrecht
    40. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    41. P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1812, 's-Gravenhage 1913-1924
    42. SAA, ONA, toeg.nr. 5075, Nots. Willem Jansz Palm , inv. nr. 257, akte.nr 114548
    43. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21654110
    44. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21654109
    45. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21654105
    46. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21654250
    47. SAA, toeg.nr. 506, Archief van De Collegiantenkas, inv. nr. 153
    48. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    49. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21656441
    50. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21656246
    51. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21656945
    52. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21656946
    53. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21656947
    54. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-30, blz. 69r
    55. Wap. 9(1905)326
    56. ANF 15(1902)91
    57. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Adriaen van Aller, inv. nr. 600, aktenr./blz. 22 / 89

    Back to the
    genealogy page
    Back to the
    contents
    Go to the
    index
    Forward to next
    generation 2
    Back to previous
    generation 0
    Directly go to generation :
    1