You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Trello ⇒ Gen. nr. 1 |
Wapen (Van) Trello (Trillo): Van azuur, met drie achtpuntige sterren boven elkander.
Bron: Wapenkaart van Utrecht.[1] |
Inleiding |
Dit fragment is het bijproduct van het onderzoek naar de vier echtgenoten van ⇒ Margaretha Cabeliau , minnares van Gustaaf II Adolf koning van Zweden. Jacob Trello, over wie tot nu toe zeer weinig gevonden werd, was haar derde echtgenoot.
Met dank aan Eike Anderson[2] die op twee belangrijke akten uit 1602 en 1614 wees waaruit blijkt dat Jacques van Trello (IIIa) een zoon is van Charles van Trello (IIa).
I |
Ia. NN van Trello, afkomstig uit Italie (zijn zoon Karel wordt tweede-generatie Italiaan genoemd[3]).
IIa. Charles (Karel) van Trello (Trillo), geb. vóór ca. 1550, ovl. 1598-1614(¥), ridder (1588, 1602), heer van Schulleberch (1586, 1588),
edelman van Italiaanse afkomst maar een geboren en getogen Antwerpenaar,[17]
[18]
laat (!) een liefdesbrief in verzen schrijven voor zijn vriendin, die hem echter afwijst, hoewel hij haar drie jaar lang heeft bemind en gedurende 200 nachten haar gunsten heeft genoten,[19]
kapitein in dienst van Prins Willem van Oranje,
neemt met Prins Maurits Geertruidenberg in 18-8-1593,[20]
en vervaardigde daarbij Een Historiael ghesang van zestig coupletten,[21]
bevelhebber van onder meer Loevestein (slotvoogd, 1573?[22]
wordt door de graaf van Leycester als Caerl van Trillo op 16-7-1586 te Den Haag aangesteld tot superintendent en kapitein te Culemborg,[23]
wordt door de graaf van Leicester benoemd tot (hoofd)schout van Utrecht (1586..1596),[24]
vermeld als Carel van Trillo, schout, wonende te Utrecht, in een notariële verklaring afgelegd te Woerden 31-12-1587,[25]
geraakt in 1596 in financiële problemen, maar krijgt in december 1597 van de Staten van Holland en Westvriesland kwijtschelding van zijn in het buitenland gemaakte schulden, en tien maanden uitstel van betaling aan zijn binnenlandse crediteuren,[26]
zit in november 1598 kennelijk gevangen te Utrecht,
dichter,[27]
[28]
wordt beschreven als een zeer zonderling personage "in zijn wijze van optreden en spreken, en voor zoo vreemd en buitensporig gehouden, dat hij als de nar van Prins Maurits en het geheele hof bekend stond",[29]
tr. vóór 1576
Clara van Persyn, geb. vóór ca. 1555, ovl. na 1618, dr. van Henric van Persyn(¥) en van Barbara Jansdr de Colozy. Zie
Fragment Persijn
voor de herkomst van Clara van Persyn.
Voor een uitstekende karakterschets van Charles van Trello, een bespreking van zijn dichterschap, en een schets van de vriendschap en correspondentie van Constantijn Huygens met Charles' dochter Lucretia van Trello en haar nichtje Dorothea van Dorp zie het artikel "Charles de Trello en zijne dochter Lucretia, de 'Parthenine' van C. Huygens" door J.F.M. Sterck in Oud Holland 5(1887)275.
Uit hem minstens twee(¥) kinderen:
COMMENTAAR(¥)
Het is niet absoluut bewezen dat Charles en Johanna broer en zus zijn, doch het voorkomen bij beider verwanten van de namen Clara en Walburg, het praktisch verder niet voorkomen van de naam Trello in de Lage Landen in de 16de eeuw maakt een verwantschap wel aaannemelijk.
Grafschrift van Nicasius de Sille:
Publicitus vario in terris bene munere functus. Defunctus coeli munera, Sille, Capis
[7]
Uit dit huwelijk (minstens twee dochters):[8]
Ondertrouwakte Hofdijck-de Sille:
Ten Dage Jaren ende voor Commiss(arissen) Dierck Jacobsz Rosencrans ende Jan van Egbertsz
compareerden Daniel van Hooffdijck van Sommelsdijck oudt omtrent 22 jaren woonende tot Sommelsdijck geassisteert met Neelken Jacobs, sijne moeder, ende Mr. Willem van Goederee raedt van d'admiraliteijt, sijn oom, ende Adriaen Joppen Gybelant sijn neve tsamen gemachtichde van de vader, dewelke des vaders wille mede verclaeren, hem opleggende de geboden ter Sommelsdijck mede te laten doen ende daerbij betoochen te brengen, ter eenre (sijde), ende Jouffrouwe Johanna de Sille, oudt omtrent 16 jaeren woonende int Princenhof, geassisteert met doctor Nicasius Sille, pensionaris deser stede hare vader ende Jouffrouwe Joanna van Trelloij hare moeder ter andere sijde, ende gaven aen versoekende als boven. Ende naerdien sij op alles naer behoren geantwoort hadden sijn hun hare geboden verwilliget
w.g. Daniel Hofdijck, Johanne de Sille.
In margine: Ante banne gebodt is ingebracht get(uigt) Cristianus Merlinus dienaer tot Sommelsdijck
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Lenen van de Hofstede Putten te Midelharnis:[13]
[14]
n° 160. Een achtste van de hoge en lage heerlijkheid van Middelharnis,
* 14-12-1592: Daniel Hofdijk bij overdracht door mr. Nikolaas Pijl, curator
van Katharina van Nassau enz., voor ƒ 7700.-.
* 13-2-1613: Zacharias Hofdijk voor Walburg Hofdijk, zijn nicht, bij
dode van Daniel Hofdijk, haar vader.
* 4-6-1616: Belast voor Johanna de Silla, weduwe Daniel van Hofdijk, met
ƒ 300.- karolus door Cornelis Willemsz Berkel voor Walburg van Hofdijk,
gehuwd met Johan Meurskens, haar dochter.
* 5-11-1630: Johanna de Silla doet afstand.
* 5-11-1630: Mr. Cornelis van Beresteyn, raad en vroedschap van
Delft, voor Corvina van Hofdijk, zijn vrouw, en Jacob van Hofdijk,
haar broer, bij overdracht door Hendrik van Persijn, advokaat
bij het Hof van Holland, voor Walburg Hofdijk, weduwe van
Johan Meurskens, luitenant van een kompagnie voetvolk in
Staatse dienst, na naasting.
* 13-4-1650: Mr. Zacharias van Hofdijk van Beresteyn, advokaat,
voor Corvina van Hofdijk, weduwe van Cornelis van Beresteyn,
zijn moeder, bij dode van Jacob, haar broer, met de andere helft
na verzuim.
Lenen van de Hofstede Voorne:[15]
n° 180. Een middeldijk in Westvoorne, gelegen tussen de Oostdijk
en de Westdijk, met het middeldijkje, dat er westwaarts aan
strekt.
* 24-4-1581: Cornin Hofdijk Adriaansz bij dode van Adriaan Bartholomeusz,
zijn neef, tegen 24 pond groten en een vergoeding van
5 jaar pacht.
* 22-3-1611: Daniel Hofdijk bij dode van Cornin, zijn vader, waarna
overdracht aan Zacharias, zijn broer.
*21-9-1626: Mr. Cornelis van Berestein voor Jacob Hofdijk, zijn
zwager, bij dode van Zacharias, diens vader.
Doopinschrijving Johanna van Hofdijck:
7-7-1596: "ene vader heet Danneel ende ene moeder Johanna de Sylle ende grote vader pensionarys ende Nicasius also peten, het kint heet Johanna"
II
COMMENTAAR(¥) Het verder lot van Charles van Trello is onzeker. Hij moet tussen 1598 en 1614 (in welk jaar Clara van Persijn zijn weduwe word genoemd) overleden zijn. Mogelijk is hij op enig moment in die periode naar Zweden meegegaan met zijn zoon Jacques van Trello, al dat niet in het gevolg van ⇒ Abraham Cabeljau wiens dochter Margaretha in 1619 in Zweden met Jacques trouwt. |
Generaale index op de registers der resolutien van de Staten van Holland en Westvriesland, 1524-1579:[30]
- 15-4-1575: Gecommitteerden met den Gouverneur Trillo te Louvestein ordre stellen op de Fortificatien, Ammunitien en Vivres
- 25-6-1575: G. van Nispen, Commissaris en Ontfanger Generaal der Fortificatien ƒ 17,10,0 C. Jacobs te betaalen over vijftig Planken op Louvestein geleevert volgens bekentenis van Trillo
- 23-8-1575: Ordonnantie op den Ontfanger van Neck voor Capitein Trillo, Overste te Louvestein, van ƒ 200,-- uit de Accysen, om daar meede op den selven Huise te versaamelen 150 Hoofden
- 7-6-1576: C. van Trillo en C. van Persyn te restitueeren seekere drie Kofferen en Kisten met de Goederen daarin
- 1-8-1576: Capitein Trillo met zyn Vendel in den Briel in plaats van Capitein Gasper
11-9-1576: Burgemeesteren van den Briel Trillo en Preston van Scheepne te voorsien om met haare Compagnien na het Elshout of de Kinderdyk te trekken.
- 23-5-1577: Enkele Compagnien Engelschen casseeren volgens de Capitulatie, en Capitein Cornille en Trillo ontbieden
Generaale index op de registers der resolutien van de Staten van Holland en Westvriesland, 1580-1590:[31]
- 19-1-1581: Jr. K. van Trillo ƒ 600,-- voor zyn agterweesen, mits de Staaten betaalen de Soldaten onder hem.
- 27-1-1581: K. van Trillo van de diensten zyner Officiers en Knegten te blyven ongemolesteert.
- 5-2-1583: Den Colonel Morgan in het Huys van wijlen J. van Persyn op de Vijverberg in den Haag accomodeeren, of te blyven in een Herberg tot laste van Jr. C. Trillo.
- 12-10-1585: Patent voor den Colonel Sohey om van zyn gereduceerde Compagnie en die van Trillo en Heervelt te Gouda, B. de Turquy of Massy te Dordrecht, te maaken een Compagnie.
1586: Akte van aanstelling door de graaf van Leicester van Charles van Trello, heer van Schullebergh, tot schout in plaats van jhr. Nicolas van Suylen, heer van Drakenborg etc., die uit de stad gezet is. [32]
1588: Concept Rapport van Willem van Zuylen van Nijevelt, Franchois Vranck en Adriaan van Weresteijn, gecommitteerden naar Utrecht voor de Staten van Holland en West-Friesland van 17-11-1588, inzake het reorganiseren van de Staten van Utrecht en van de Utrechts-Gelderse defensieonderhandelingen, de besprekingen met het stadsbestuur van Utrecht, het afschaffen van de impost op voor Holland bestemde goederen, het verleggen van garnizoen binnen het Sticht, het onderzoek naar de gevangenen Reinier van Aeswijn, heer van Brakel, Charles van Trillo en Gerard Prouninck en een geschil tussen enkele Utrechtse dorpen met Oudewater. [33]
Op 24-5-1588 oorkonden Charles van Trello, ridder, heer van Schulleberch, schout, Peter Ruysch, Geurt Prunincs van Deventer, Jan van Leemputh, Aert van Ysselsteyn, Henrick van Riet, Waelfaert de Cuyper, Cornelis van Duverden, Cornelis van Malssen, Herman van Westrenen, Gerrit van Dompselaer, Jacob de Ryck, Jacob Taets van Amerongen, Cosyun Jacobss en Geerrit Willemss Ploos, schepenen van Utrecht, dat Beernt van Oudorp, gerechtsbode, en zijn vrouw Marichgen Dirix zich borg hebben gesteld inzake de helft van 100 gulden, de hoofdsom van een jaarlijkse rente van vijf gulden, die Adriana Jan Helmichsdochter, weduwe van Gysbert van Nyenrode en moeder van Marichgen, met haar voogd Jan de Ridder, verschuldigd is aan de Armen de Poth en dat Beernt daartoe als onderpand heeft gesteld kamer en erf in de Jacobijnenstraat te Utrecht, waar hij woont, aan de oostzijde begrensd door de erfgeman van meester Rutger vande Lerck, aan de westzijde door Willem Loyen. Dit goed is alleen belast met de hoofdsom van tweehonderd gulden, waarvan de ene helft toebehoort Gysbert vander Maeth en Damiana Vermaeth, weduwe van Rutger Poeyt te Amersfoort en de andere helft Beernts kinderen uit zijn eerste huwelijk met Maritgen van Rumelaer. Oorspr. Met fragment van het grootzegel van de stad Utrecht. [34]
Op 20-12-1594 verleent Ghysbert Anthonisz van Voorst burgervan Utrecht, machtiging aan Anthonis van Flory procureur voor de Hoge Raad en Provinciale Raad van Hollandt, om zijn belangen waar te nemen in rechtszaken, speciaal tegen jonkheer Caerl van Trello heer tot Schuelenberchen en om eed af te leggen op de juistheid van uittreksel uit zijn register. [35]n)
Charles Trello hoofdschout van Utrecht, wordt in 1596 aangemaand tot het doen van zijne rekening van zijn Schoutambt over 1587 en 1588, en van wien verder eenige bijzonderheden uit den jare 1598 vermeld worden. [36]
Resolutien van de Staten van Holland en Westvriesland 1597: [37]
- 21-12-1597: Op het versoek van Karel van Trillo etc. om te moogen genieten surcheantie van executie van sijn Crediteurs den tyd van drie jaaren eerstkoomende, is geappostilleert:
De Staaten etc. Verstaan dat den Suppliant aangaande de schulden buiten ’s Lands gemaakt, van de Crediteurs sal blyven ongemoeyt, en aangaande de andere schulden zy deesen gesteld in handen van de Crediteurs, ten einde syluiden in bet versoek van den Suppliant willen consenteeren of haarluider reedenen ter contrarie vcrklaaren binnen veerticn dagcn na de insinuatie van deesen.- 22-12-1597: Op het versoek. van Kaerle van Trillo, om te moogen genieten surcheantie van alle proeeduren en executien van sijne Crediteuren voor den tyd van drie jaaren eerstkoomende, is geappostillert:
De Staaten van Holland ende Westvriesland, hebben uit haare magt en authoriteit alle proeeduuren en executien in deesen gesurcheert, en surcheeren by deesen, den tyd van tien maanden eerstkoomende, ordonneerende alle Justicieren en Officieren die bet aangaan mag, hen daar na te reguleren.
ONA Den Haaag, akten betreffende Trello (TEKST nog opzoeken):
14-4-1616: monsieur Trillo. [38] Deze akte is niet online te bekijken.
Ref. [39] Op 26-10-1618 wordt aan "Joufvrouwe aan Clara van Persijn, weduwe van wijlen Joncker Charles Trello, geaccordeert ƒ 400, die zij bij gratie eenige jaren voor desen heeft genoten", en nogmaals op 31-8-1619, dat "aan haar tot haar onderhout ten regarde van haren hoogen ouderdom werd toegeleid ƒ 400, te betalen in twee jaren.
Op 27-1-1624 verkoopt Vrouwe Sara de Trello wed. van wijlen den heer Colonel Jhr. Fredrick van Dorp voor haarzelf en als gemachtigde van haren broeder Jhr. Jaques de Trello en vervangende haar drie susters Juffrouwen Lucretia, Barbara en Walburch de Trello aan Mr. Henrick van den Hove chirurgijn vant lant ende sijne Vorstelijke Gen. den Prince van Orangien, seeckere huijsinge en erve in de Poten te 's-Gravenhage, belend WZ de heere Van Sinderen , ZZ Willem van Heemskerck, OZ Geubel? van den Heuvel, NZ de Heerestraat. De verkopers hebben het pand verkregen uit den sterfhuijse van hun oom Mr. Pieter van Persijn zaliger, en zijn niet gehouden tot eenige reparatie van dack, glaesen ofte andersints. Het huis is belast met een rente van 30 stuivers per jaar. Koopsom ƒ 3200,-- gereet, te betalen ƒ 2000,-- contant, de rest op interest tegen de penning 16, waarvan de koper een behoorlijke rentebrief zal passeren. Get. Gillis Jansen Sellebuijck en Claes Jansen, swaertveger. W.g. Sara van Trello, Henrick van den Hove en getuigen. [40]
NB Een praktisch identieke akte[41] gedateerd 28-1-1624 bevindt zich in het protocol inv.nr. 11 van Nots. Jacob de Jonge, waar in de aanhef de comparitie toch ook geschiedt voor Nots. Johan Adriaaensen van Warmenhuijsen. Deze akte eindigte zonder namen van getuigen en is ook niet ondertekend.
ONA Den Haaag, akten betreffende Trello (TEKST nog opzoeken):
11-9-1631: Sara van Trello, vrouwe van Dorp. [42] Deze akte is niet online te bekijken.
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek:
Charles de Trello was kapitein in dienst van prins Willem I gedurende de eerste tijden der spaansche beroerte en werkte krachtdadig mede tot de verlossing des vaderlands. Hij was vervolgens bevelhebber van Loevestein en daarna te Herenthals. In 1583 nam hij zijn ontslag uit den dienst en begaf hij zich in het burgerlijke leven. Als zoodanig was hij een ijverig voorstander van Leycester, wiens magt hij te Utrecht op allerlei wijze trachtte te schragen. Jkh. C. A. van Sypensteyn bezat twee boekdeelen bevattende 169 originele brieven van Willem I, Malthias, Bossu, Batenburg, Montigny en anderen, geschreven aan Trello tusschen 1572—1583 met verschillende brieven van Trello aan voornoemde personen. Zij betreffen zijne krijgsverrigtingen en bevatten veel belangrijks omtrent de eerste jaren der onlusten en de muiterij van het spaansche krijgsvolk in 1576-1578 en omtrent de maatregelen door de Algemeene Staten tegen die oproerige krijgsknechten genomen.
Archief familie Van der Muelen (Utrecht):
- Brieven gericht aan Andries van der Muelen en zijn echtgenote (Machteld Catharina van Santen) afkomstig van haar broers Nicolaas en François van Santen en François' echtgenote Walburg van Trello, 1627-1677.[50]
- Brieven gericht aan Andries van der Muelen afkomstig van Sara van Trello uit Den Haag 1635-1638.[51]
Eenige aanteekeningen uit het archief der rechtbank te Middelburg:
Testament d..d 19-1-1640, van Juffr. Susanna van Reygersberch wede. wijlen den Heer Burgemeester Mr. Anthony Bloche:
vermeld (o.a.): Juffr. Sara van Trello wede. van Jonkheer Frederick van Dorp.
LENEN VAN DE MERWEDE [52]
n° 21B. Het ambacht van Dorp cum annexis
23-10-1508: Jonkvrouwe Marie meester Cornelis van Dorpsdochter, hulde door meester Pieter van Schiedam, doctor in de medicijnen, bij dode van haar vader meester Cornelis van Dorp.
10-10-1525: Jonkvrouwe Marie meester Jansdochter van Heukesloot, hulde door haar vader meester Jan van Heukensloot, bij dode van haar moeder Marie van Dorp volgens haar testament
..-..-1543: Jan Scilder Servaesz te Geel (volgens los inliggende notitie te Hilvarenbeeck), gehuwd met Marie van Heukesloot
16-5-1568: Jonkheer Aernt van Dorp na overdracht door jonkvrouwe Marie van Heuckesloot, gehuwd met Damiaen van Nerven, en draagt het leen over aan jonkvrouwe Maria van Bronchorst, weduwe van Cornelis van Dorp, hulde door haar zoon jonkheer Cornelis van Dorp.
1-2-1575: Jonkheer Cornelis van Dorp, die op 23-1-1575 voor notaris Cornelis van Hamerode te Aemselredam in de herberg Roodenburch, waar hij logeert, ten overstaan van Lambert van Oudshoorn, deurwaarder voor het Hof van Hollandt, en Claes Petersz goudsmid aldaar, jonkheer Nicolaes van Bronchorst, heer van de Stadt, machtigt, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Marie van Bronchorst.
20-3-1582: Jonkvrouwe Yda van Dorp, hulde door Nicolaes van Dam, bij dode van Cornelia van Dorp, onmondig weeskind van wijlen haar broer Cornelis van Dorp, dat het het leen nog niet had verzocht.
14-3-1588: Jacob Stalpert doet na dode van Nicolaes van Dam opnieuw hulde.
4-4-1592: Jonkvrouw Yda van Dorp, gehuwd met jonkheer Vrederiek van Renes.
5-5-1607: Jonkheer Frederick van Renesse van der Aa bij dode van zijn vrouw Yda van Dorp volgens haar testament d.d. 18-10-1603
1-6-1609: Jonkheer Frederick van Dorp, kolonel en goeverneur van Tolen.
9-8-1609: Jonkheer Gerrit van Renesse, heer van der Aa, bij dode van zijn broer jonkheer Frederick van Renesse en mag bij testament over het leen beschikken.
13-9-1611: Jonkvrouwe Margaretha van der Aa, mede namens haar zuster jonkvrouwe Adriana, hulde door meester Adriaen Dircxz de Jong volgens procuratie op 12-9-1614 verleden voor notaris Nicolaes Pietersz Back te 's Gravenhage, meester Cornelis van der Hoeck en Joost Jansz door hun moeder jonkvrouwe Anna van Assendelft, bij dode van haar vader jonkheer Gerrit van Renesse.
20-2-1613: Jonkheer Tertullianus van Dorp bij dode van zijn vader jonkheer Frederick van Dorp.
16-10-1629: Jonkheer Arent van Dorp na overdracht door zijn broer jonkheer Tertullianus van Dorp,
22-1-1639: Jonkheer Phillips van Dorp na overdracht door Heribert Vosmer, notaris te 's-Gravenhage, volgens procuratie aldaar op 20-5-1639 door zijn broer jonkheer Arent van Dorp verleden.
22-1-1653: Jonkvrouwe Sarah Dorothea van Dorp, hulde door meester Johan Cocq, advocaat voor het Hof van Hollandt, volgens procuratie op 20-1-1653 voor notaris Everhard van Steynen te 's-Gravenhage verleden door haar moeder vrouwe Sara van Baerle, bij dode van haar vader heer Philips van Dorp.
12-4-1654: Jonkheer Louys Wolphert van Dorp, oudste zoon van wijlen jonkheer Arent van Dorp, heer van Arentsdorp, na overdracht tegen 3000 gulden door Willem Havius, rentmeester, volgens procuratie op 4-4-1654 voor notaris Pieter van der Licht te Rotterdam verleden door vrouwe Sarah van Baerle als moeder van jonkvrouwe Sara Dorothea van Dorp.
21-6-1657: De jonkheren Louys Wolphert- en zijn broer Arent van Dorp verklaren dat zij en hun oom jonkheer Frederick van Dorp, heer van Maesdam, raad in het Hof van Hollandt, de enige mannelijke naamdragers van het adellijke geslacht van Dorp zijn en het leen slechts op hun mannelijke naamdragers zal vererven en bij gebreke van hen op hun nicht Sarah van Dorp, oudste dochter van heer Philips van Dorp, volgens contract gepasseerd op 18-2-1653 voor notaris Pieter van Groenevelt te 's-Gravenhage
6-12-1672: Jonkheer Arent van Dorp, oud 15 jaar, hulde door Egbert van der Pijl volgens procuratie op 3-12-1672 voor notaris Alexander Ennis te 's-Gravenhage verleden door zijn grootmoeder Ida van Baerle, weduwe van Arent van Dorp, bij dode van vader jonkheer Louys Wolphert van Dorp, luitenant kolonel een regiment infanterie in dienst der Verenigde Nederlanden zijn van CM.
27-5-1680: Jonkheer Arent van Dorp doet zelf hulde en belast op 29-5-1683 het leen met 1000 karolus gulden ten behoeve van Cornelis Coelemey in den Hage.
26-7-1730: Jonkheer Arent Hendrick van Dorp, ritmeester van een compagnie te paard, hulde door zijn broer jonkheer Frederick Carel van Dorp, eveneens ritmeester, volgens procuratie verleden op 21-5-1730 voor notaris Goswinus Vermasen te Nijmegen, bij dode van zijn vader jonkheer Arent van Dorp.
Huisarchief Twickel:
1624: Bevelschrift van Thomas van Cassiopijn, rentmeester der exploten van de Hoge Raad van Holland, aan de eerste deurwaarder van de Raad tot aanzegging van een boete wegens "fol appel" aan Jan van Bourgondië, heer van Fromont, wegens diens beroep tegen het vonnis in zijn zaak tegen Tertulianus van Dorp inzake de ambachtsheerlijkheid van Dorp, 1624. Met akte van betekening, 1624, kwitantie wegens ontvangst der boete, 1624, en vonnis van de Raad, 1624 [56]
Grafschrift door Constantijn Huygens op Lucretia Trello:[90]Ick weet niet ofs' hier light, LUCRETIA , die waerde : De geest gaet met ter aerde: En sy is niet als geest Van kinds been af geweest.
In Ref. [91] wordt vermeld "Charles de Trello en zijn dochter Lucretia de Trello de parthenine van Constantijn Huygens."
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek:
Lucretia van Trello, misschien een jongere zuster van Sara van Trello, de tweede echtgenote van Frederik van Dorp, in 1612 gouverneur van Tholen, vader van Huygens' beide zwagers. Huygens schreef voor haar zijn Eufresia of Oogentroost. Zij schijnt, zooal niet te 's-Hage dan toch niet op zich zelve gewoond te hebben. Vooral in de laatste jaren vinden wij haar in Huygens' kring. Onder zijn geleide was zij in 1643 te Amsterdam gast van Hooft. Op den nieuwjaarsdag van 1644 bracht Huygens aan de "onversleten en onvergelijkeliek maagd", gelijk hij haar noemt, zijn gelukwenschen. Zij woonde toen te Delft en stierf daar omstreeks 1665 op hoogen leeftijd. Constanter schreef meer dan een half dozijn gedichten op haar. Zij werd omtrent 1647 door blindheid aangetast. Met dit treurig vooruitzigt wilde Huygens haar verzoenen met zijn Oogentroost.
COMMENTAAR(¥) In tegenspraak hiermee is de mededeling in Ref. [102] dat Walburch "over de 100 jaar werd". |
Op 5-1-1678 verleent Willem van der Meulen raedt in de vroetschap en de regerende schepen van Utrecht, en zoon van Mechtelt Catharina van Santen(¥), in leven wed. van Andries van der Meulen, machtiging aan Philippus de Vries wonende te Delft tot inning helft van huur van huis in 's-Gravenhage tot wederverhuur of verkoop van dit huis, in overleg met Walburch van Trello, wed. van Franchois van Santen, in leven hoofdofficier van Delft, eigenaresse van de wederhelft. Er wordt verwezen naar een superscriptie d.d. 18-5-1670 voor Nots. R. van Vechoven en opening d.d. 1-1-1678 voor notaris R. van Vechoven [103]
COMMENTAAR(¥) Mechtelt Catharina van Santen is een zuster van François Willemsz van Santen.
Algemeen Rijksarchief, derde afdeling, Het Geestelijk Kantoor van Delft:[108]
- Op 18-11-1641: Ridderschap, edelen en steden van Holland en Westvriesland geven aan Boudewijn van Muylwijck op voordracht van zijn vader Willem van Muylwijck, raad in het Hof van Holland, die tot nu toe de vicarie gesticht door Pieter Jacobsz Veellant, burgemeester van Schiedam, diens oud-overgrootvader, had bezeten, deze viarie. Willem is door het overlijden van zijn vader Boudewijn van Muylwijck patroon geworden. Hij moet ⅓ deel van de inkomsten afstaan aan de ontvanger generaal voor het onderhoud van kerkdienaars Dirck van Schilperoort. (Tot de vicarie behoort 10 morgen land in Vlaerdingerbrouck, verpacht tegen 190 pond aan Dames Jansz Brouck voor 5 jaar vanaf 1658, een niet meer ontvangen jaarrente van 1 franse kroon, verzekerd op 20 morgen land te Ommoerden in de parochie van den Berch, dat in 1514 eigendom was van de weduwe van Adriaen Jan Jacobsz en het Sint Agnietenconvent te Rotterdam en verpacht was aan Claes Michielsz, inv.nr. 593, 1).
- Op 17-3-1664 geven de staten van Hollant en Westvrieslant geven aan Frans van Muylwijck, tweede zoon van Adriana van Santen, weduwe van Boudewijn Willem van Muylwijck, op verzoek van zijn moeder, van zijn grootmoeder Maria van der Chijs, weduwe van Willem van Muylwijck, raad in het Hof van Hollant, en van zijn voogd meester Rem van Limborch, advocaat in dit hof, de vicarie, die op 9-12-1514 gesticht is door Pieter Jacobsz Veelant in de kerk van Sint Johan Baptista te Schiedam op het altaar van de timmerlieden, waartoe land in Vlaerdingerambacht behoort. Het patronaatsrecht is onlangs door overlijden van Boudewijn Willem van Muylwijck aan diens oudste zoon Willem gekomen als oudste en naaste van den bloede. Hij moet ter schole gaan en in de gereformeerde christelijke religie worden opgevoed en ⅓ deel van de inkomsten afstaan aan Johan Cornelisz van Bleyswijck, ontvanger generaal voor het onderhoud van kerkdienaars.
Op 23-1-1662 is vanwege Joffrouw Adriana van Santen alhier verthoont het testament bij de heer Baldewijn van Muijlwijck haer zaliger man, op de 26-5-1656 voor den Nots. Willem van Assendelf ende getuijgen binnen deser stad gepasseert, daar bij bevonden is de weescamer uit gesloten te sijn gedaen voor aale de heeren weesmeesteren. [109]
III |
IIIa. Jacques (Jacob) (van) Trello(w)(¥), geb. vóór ca. 1595, ovl. 17-1-1632, beg. Vada Kyrka, Valentuna (provincie Stockholm),[116]
[117]
wordt door zijn vader in het leger opgenomen (1602)
afkomstig uit Nederland,
opperbuskruitmaker in het Zweedse leger,
woonde tot zijn dood op de boerderij Stora Bergshamra in Roslagen,[118]
tr. 1619[119]
[120]
Margaretha Cabeliau, geb. 1595-1597, ovl. 1669, beg. Vada Kyrka, Valentuna (provincie Stockholm), dr. van Abraham.
Resolutien van Holland en Westvriesland:[121]
1602: Op de Requeste van Karel van Trello, Ridder, om te hebben tractement voor sijnen Soone Jacques van Trello, die hy voortaan gesint is in den Oorloge te gebruiken en oeffenen" etc.
Op 11-6-1610 hebben te Rotterdam,
op verzoek van Jhr. Jacob van Trello, ordinaris edelman van zijn Pr. Excellentie van Nassau,
Ghijsbert Ghijsbertsz, oud 46 jaar, hoeffsmit, en
Henrick Jansz van Couwenburgh, oud 49 jaar, molenaer,
een verklaring afgelegd over een paard van requirant dat
ten huize van Ghijsbert Ghijsbertsz staat om genezen te
worden van worm.
[122]
Schepenregister Antwerpen:[123]
1614 Clara van Persyn (dr. van wijlen Henric van Persyn x Barbara de Colozy Jansdr) wed. van Charles van Trello heer van Schullenborch heeft volmacht (proc. 's-Gravenhage) van haar kinderen: Jacques, Lucretia, Barbara, Walburch en Sara van Trello wed. joncker Frederick van Dorp.
[124]
In de Vada kerk te Valentuna, provincie Stockholm,[125]
[126]
bevindt zich het grafmonument van Jacob Trelo, bestaande uit twee gebeeldhouwde zandstenen platen, daarboven op een klein houten bord een wapen:
een blauw schild met drie paalsgewijs geplaatste zespuntige gouden sterren, waarboven een open tournooihelm bekroond met een uitkomende gouden greep (grip?), dekkleden blauw en goud. Onder en boven het wapen de teksten zoals aangegeven.
Dit wapen is identiek met dat van Charles van Trello, militair in dienst van Willem van Oranje: in blauw drie gouden sterren boven elkaar.[127]
Tekening van de Vada kerk te Valentuna.
Bron: Tekeningen van Johan Hadorphs reizen, 1680.[128]
klik op plaatje(s) om te vergroten
Fragment Persijn | |||
Onderzoek naar de herkomst van Clara van Persijn leidt tot het volgende fragment.
Op 15-4-1614 verleent Clara van Persijn, weduwe van Chaerles de Trillo, als erfgename van haar broer Henrick van Persijn, machtiging aan haar zwager, zuster en tantezeggers Henrick van Haerlem van Berckenrode, diens vrouw Maria van Persijn en hun kinderen Dirck, Henrick, Godela, Barbara en Josina van Berckenrode, voor notaris W. van Trier te Haarlem. [131] Schepenregister Antwerpen:[132]
|
Referenties Fragment Genealogie Trello --- Generatie 1 ( 153 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 2 |
Back to previous generation 0 |
Directly go to generation : 1 |