This page was last updated : 220713.
File size is: 180 k.
Fragment Genealogie Rolandus
Generatie 1
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Rolandus,
version 1.1,
Muiden, 2014.
© Copyright 2022 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Rolandus Gen. nr. 1

Wapen Rolandus: In rood een gouden Roelandsfiguur van voren gezien, de handen op de heupen, en een blauw schildhoofd beladen met een kronkelende zilveren slang, dwarsbalksgewijze geplaatst. Helmteeken : een gevleugelde slang rustende op de wrong. Dekkleeden: goud en rood.[1]



I

Ia. Roeland Uyttenhoven (Wtenhove), geb. vóór ca. 1540, woonachtig te Delft, afkomstig uit Vlaanderen,[2] heeft volgens Ref. [3] en Ref. [4] een zoon:

Commentaar

De herkomst van Roeland Uyttenhoven is feitelijk onbekend. In een manuscript[5] betreffende de adellijke familie Utenhove (Wtenhove, Uijttenhove, in het Frans ook Du Jardin en in het Latijn ook Ex Curia) te Gent, beginnend ca. 1200, komt de voornaam Roeland niet voor (zie ook Ref. [6] ) Dit geslacht voert als wapen: van zilver met 3 tweelingsbalken van rood.[7] . Nadere gegevens over de afkomst van Roeland zouden kunnen komen uit 16de eeuwse bronnen in Delft.

Volgens Ref. [8] waren de volgende personen verwanten van Roeland, bewijzen hiervoor ontbreken echter:
- Jan (Johannes) Wttenhove (Utenhovius), kwam vanuit Vlaanderen naar Canterbury waar hij waarschijnlijk een groot aandeel had in de stichting van de Waalse kerkgemeenschap, wordt op 5-10-1550 verkozen tot ouderling in de kerk van Austin Friars in Londen, helpt in 1550 bij de stichting van een Waalse kergemeenschap in Glastonbury, moest na het huwelijk van Queen Mary met Filips II uit Engeland vluchten, ging met ongeveer 175 personen aan boord van een Deens schip en voer op 17-9-1553 van Gravesend naar Denemarken, vanwaar zij naar Emden gingen, alwaar zij hun Waalse kerk weer oprichten, keerde na de troonsbestijging van Queen Elisabeth terug naar Engeland en werd op 10-12-1559 benoemd tot predikant van de Waalse gemeente te Austin Friars in Londen, [9] ouderling aldaar (1570),[10] psalmberijmer.[11] Kennelijk dezelfde als Jan Utenhove, de bekende edelman-psalmdichter uit Gend,[12] en als De gentsche edelman Johannes Utenhove "in 'tjaar 1530? naar Londen gevlugt, gaf een jaar later 25 berijmde psalmen uit; 10 jaren daarna werd dit getal tot 100 vermeerderd en in 1566 was het geheele nieuw bewerkte psalmboek gereed, de wijzen waren meerendeels aan de duitsche psalmen ontleend."[13] Zie
Wikipedia voor een zeer uitvoerige biografie waaruit blijkt:
Jan (Johannes) van Utenhove, geb. Gent 1516 of 1520, ovl. London 6-1-1566, zn. van Nicolas (Claeys) van Utenhove president van de raad van Vlaanderen, en diens eerste vrouw Agnes van der Vaerent, tr. in Polen ca. 1558 Anna van Hoorne-Koeyegem (Kooigem), ovl. na 1590, afkomstig uit Vlaanderen en met hem in 1553 uit Engeland gevlucht. Hieruit drie (niet met name genoemde) kinderen.
Uit bovenstaande blijkt in elk geval dat Roeland Uyttenhoven (nr. Ia) geen zoon kan zijn van Jan van Utenhove
- Jacobus Wttenhove.
- Willem Wttenhove.
Over deze Jacobus en Willem werd in de genealogische literatuur verder niets gevonden


II

IIa. Ds. Jacobus Ro(e)landus (Roelands, Roelandi), geb. Delft 1562[14] , ovl. Leiden 5-6-1632 ("zijn lijk werd vervoerd naar Amsterdam, waar het in de Nieuwe kerk begraven is"[15] ), beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 8-6-1632 ("Do. Jacobus Roelandus op de Oude Schans"), studeert te Antwerpen, ingeschreven als student theologie aan Universiteit van Genève 12-1-1583 ("Jacobus Rolandus, Oryssopolitanus (=uit Delft)"), ingeschreven als student aan Universiteit van Heidelberg 15-11-1585 ("Jacobus Rulandus, Delfensis"), predikant te Wisloch en Germersheim in de Palts (1587-1594), doet zijn intree jan. 1594 te Delft, predikant aldaar (1594-1598),[16] vertrekt naar Frankenthal aug. 1598, predikant aldaar (1598-1603) en Amsterdam (1603-1632), weduwnaar wonend in de Spinhuisstraat (1620), wordt eervol ingeschreven aan de Universiteit van Leiden 9-10-1627 ("Jacobus Rolandus, Delphensis. Pastor Ecclesiae Amsterodamensis, ac versor Novi Testamenti. 66 (jaar), Hon. Causa."),[17] assessor primarius op de Synode de Dordrecht (1618/19), krijgt van deze synode tesamen met de de theologen Ds. Festus Hommius, predikant te Leiden, en de Leidse hoogleraar Prof. Dr. Antonius Walaeus, de opdracht het Nieuwe Testament uit het Grieks te vertalen (elk voor een derde deel), verhuisde daarvoor van Amsterdam naar Leiden, vergaderde met deze medevertalers in de woning van Prof. Dr. Antonius Walaeus te Leiden, maar overleed voordat zijn deel van de vertaling gereed was ("tot aan de Handelingen der Apostelen gekomen zynde, is Jacobus Rolandus komen te sterven, als wanneer Antonius Walaeus en Festus Hommius het overige ook hebben aangenomen en afgedaan."[18]) waarna de publicatie van zijn arbeid postuum plaats vond in 1637,[19] [20] [21] woont in de Spinhusssteeg (1613), Spinhuisstraat (1619, 1620) Spinsteeg (1623), tijdens zijn werk aan de vertaling van het Nieuwe Testament te Leiden, en wordt begraven te Amsterdam vanuit de Oude Schans (1632), is huw. get. (1613, 1623, 1624), doopget. (1616), tr. 1o (in de Palts?) 1590[22] Maria Doucy (Marietje Fransdr), ovl./beg. Amsterdam Oude Kerk 12/15-11-1619 ("Marrijtjen Franszen huysfrou van Jacobus Rolandus in de Spynhuissteeg), "een dame van adelijken huize, welker vader ten tijde van de berugte moort van Parijs uit Frankrijk in de Paltsz gevlugt was",[23] otr./tr. 2o Amsterdam geref. 16-7/20-8-1620 (get. Anne Pieters, haar zuster),[24] [25] Frerikje Pieterze de Boer, geb. 1581/82, ovl./beg. Amsterdam Oude Kerk 5/8-4-1621 ("Rijckijen Pyetters huysfrou van Jacobus Roelandys wonende inde Spinhuyssteeg"),[26] [27] oud 39 jaar woont in de Nes (1620), in de Spinhuyssteeg (1621), doopget. (1620, 1621), dr. van den Procureur de Boer,[28] otr./tr. 3o Amsterdam 3/28-3-1623 geref. (get. David de Weert, haar broeder),[29] Barbara de Weerdt, geb. Keulen 15-5-1570 (Ao. 1570 die luna post festum Pentecostes = maandag na Pinksteren 1570), ged. geref. Keulen (que eadem quam frater Joannes die baptisata fuit praesentibus Cornelis de Vos et Casparo Sonnemans = die op dezelfde dag is gedoopt als haar broer Joannes in aanwezigheid van Cornelis de Vos en Casparus Sonnemans), ovl. na 1640, doopget. (1619), oud 50 jaar, afkomstig van Keulen (1623), woont op de Duijtsche Stijger (1623), op de Bloemgracht (1629) te Amsterdam, dr. van Hans de Weert koopman en burgemeester te Antwerpen, koopman te Amsterdam en van Clara Wonderer (zie Fragment Genealogie De Weert nr. 2a sub 8 ).

Geschilderd portret van Ds. Jacobus Rolandus (1563-1632). Kopie naar: Cornelis van der Voort, Kopie naar: Willem Jacobsz. Delff
Olieverf op paneel (23 x 15 cm en 33 x 26 cm)
Datering: 1632
Locatie: Schilderijencollectie Rijksmuseum (SK-A-953)
Bron: Ref. [30]
Portret van Ds. Jacobus Rolandus (1563-1632). Ontwerp : Cornelis van der Voort, graveur Willem Jacobsz Delff. Met een gedicht van zijn zoon Ds. Timotheus Rolandus, dat gecalligrafeerd is door Felix van Sambix (zie Fragment van Sambix op 80-jarige leeftijd ("F.v.Sambix Scripsit Aetatis Suae 80").
Datering: ca. 1635
Kopergravure (24 x 14 cm)
Locatie: Protestantse portretten van Museum Catharijneconvent (1 ROL 001 )
Bron: Ref. [31]

klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 1-6-1596 is Jacob Roelantsz alias Jacobus Rolandi, predikant te Delft, getuige bij het testament van Daniel van (der) Dolage (alias Doleghem, predikant te Delft en zijn echtgenote Janneken Wijnantsdr. Zij zijn de ouders van Jacobs latere schoondochter Maria van Dolegen. [32]
Op 15-7-1620 maken Jacobuss Rolandus en Fredrikje Pieters huwelijks voorwaarden Zijn getuige hierbij was schoonzoon Samuel Perne.[33] Teksfragment: "In naem der Almachtigen amen bij dezen openbaren instrument zy kennelijk dat in den jaere ons Heeren 1620 den 15 july compareerden voor mij levinus henriks secretaris der stad Amsterdam ende notaris publiek bij den hove Holland geadmitteerd ende den nagenoemden getuigen den * ... * Jacobus Roelandi dienaar des goddelijken woords toekomende bruidegom verzelschapt met Samuel Perne *...* ter eenre ende Vredrikgen Pieters toekomende bruid verzelschapt met (...) ter anderen zijde ..."
Op 9-1-1629 verlenen de Staten Generaal conform de resolutie d.d. 5 jan. predikant Antonius Walaeus, Festus Hommius en Jacobus Rolandus ordonnantie voor een jaar loon, vervallen op 1-11-1628. [34]
Op 16-2-1629 besluiten de Staten Generaal: Krachtens de resolutie d.d. 5 jan. ontvangen de predikanten Antonius Walaeus, Festus Hommius en Jacobus Rolandus ieder ordonnantie voor 200 gld. aan levensonderhoud van hun kopiisten, verschenen op 1-11-1628, en dit naast de ordonnantie die hun reeds op 9 jan. is verleend. [35]
Op 23-11-1629 besluiten de Staten Generaal op het verzoek van Jacobus Rolandus, Antonius Waleus en Festus Hommius die bij de laatste Nationale Synode te Dordrecht de opdracht hebben gekregen het Nieuwe Testament en de apocriefe boeken te vertalen, ordonnantie te depêcheren voor elk van 600 gld. als traktement en voor elk 200 gld. voor een amanuensis. ,Jacobus Rolandus. krijgt bovendien nog 300 gld. voor huishuur en 30 gld. voor brandhout. [36]
Op 26-4-1628 verklaren de Staten Generaal dat Jacobus Rolandus, predikant te Amsterdam, naar Leiden is gegaan om aan de bijbelvertaling te werken. Op zijn verzoek passeren de Staten Generaal ordonnantie van 150 gld. voor een halfjaar huishuur tot 30 april en van 100 gld. voor het verhuizen van zijn familie. Zij depêcheren eveneens ordonnantie van 84 gld. voor 21 dagen vacaties van Rolandus, Walaeus en Festus Hommius. Dit is vanwege zijn vertrek in Amsterdam besteed. [37]
Op 18-12-1629 verklaart Barbara de Weert, vrouw van Jacobus Roelandus, predikant, wonende op de Bloemgracht, op haar sterfbed, dat de beschuldiging van haar man, dat zij hem ontrouw geweest is en tijdens het huwelijk gestolen heeft, onwaar is. Getuigen: Jacob Harmensz, waagdrager onder de orangien hoeden, Gerrit Gerritsz, huistimmerman.[38]
Op 25-6-1640 wordt het willig decreet geregistreerd voor de verkoop door Gillis Vertange als gemachtigde van Joffr. Barbara de Weert aan Jan Deijman, een seeker huijs bij de Huidenstraat op de Herengracht (WZ) te Amsterdam. Koopprijs ƒ 14.500,--. [39]

Titelpagina van "De triumphe des bruydts Iesv Christi. Ten thoon ghestelt allen heyl gerighen feest-ghenoden: en toeghewijdt, den E. bruydegom Samuel Perne, ende zijn E. bruydt Margreta Roelandi" gedrukt door Cornelis Fransz te Amsterdam, 1614. Hierin een gedichte zonder titel en een Bruylofs-liedt.
Locatie: KB Den Haag (853 A 94)
Bron: Ref. [44]

klik op plaatje(s) om te vergroten


III

IIIa. Ds. Timotheus Rolandus, geb. (Delft?) 1593/94, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 2-8-1667 ("Themotheus Roelandus predikant tot Helvoort uijtgedragen ten huijse van de Nots. Jan Leuven op de Kloveniersburgwal, ƒ 8,--), ingeschreven als student aan Universiteit van Heidelberg ("Timotheus Rolandus") en te Genève 9-11-1618 ("Timotheus Rolandus, Delphensis Hollandus"),[84] oud 29 jaar afkomstig van Delft, wonend te Ouderkerk (1623), afkomstig van Delf weduwnaar wonend tot Ouderkerk (1626), wordt in 1620 als proponent beroepen naar Ouderkerk aan de Amstel, predikant aldaar (1620-1648), vervolgens predikant te Sint Michelsgestel en Gemonde (1648-1652), en te Boxtel (1652-1657),[85] [86] ,[87] [88] kreeg aldaar in 1656 hooglopende ruzie met zijn buurman de schoolmeester Jan Gerrits van Santen toen hij in een schuurtje naast de deur van diens huis een secreet aanlegde, kwam ook in conflict met de koster Boudewijn van der Last en organist Gerrit van Riet waarna beiden in 1658 door de Raad van State werden overgeplaatst,[89] vervolgens predikant te Helvoirt (1657- 1667), huw. get. (1624), otr. 1o Amsterdam geref. 6-10-1623 (get. zijn vader Jacobus Rolandus, haar nicht Marya van der Moer en haar voogd Martyn vander Moer, haar ouders overleden, "de geboden moeten tot Ouderkerk") Sara de Meester, geb. 1593/94, ovl. vóór 1626, oud 29 jaar, afkomstig van Dordrecht wonende in de Wolvenstraat (1623), otr. 2o Amsterdam geref. 6-3-1626 (get. haar moeder Anna de Vos en zijn vader Jacobus Roelandus),[90] [91] Cathalyna Ru(d)ts, geb. 1600/01, oud 25 jaar, afkomstig van Amsterdam, wonende op de OZ Achterburgwal (1623), verm. dr. van Joos(t) Rudts (Rutsen) en Anna (Tanneken) de Vos.

22-6-1654 wordt te Oirschot een verklaring afgelegd waarin de volgende personen wonend te Boxtel voorkomen: Jan Jansse van Vuecht en Margriet Bartholomeusse, echtelieden, Thimoteus Rolandis, Predikant, en diens zoon Jacobus Rolandis, get. Peeter Roeffen, Rut Peeters Merijnen. [92]
Op 22-6-1654 leggen Jan Geritsse van Santen, Schoolmeester, Boudewijn van der Last, Koster en Barbara Joosten, Jacobus Rolandi en Thimotheus Rolandui, predikant, diens vader allen wonend te Boxtel, een verklaring af. Get. Meussen, Jan en Wouters, Cornelis. [93]
Op 23-6-1654 leggen Henrick Jansse ter Aa, oud president (schepen?), Thimotheus Rolandus, predikant, en Jacobus Rolandus, allen wonend te Boxtel, een verklaring af. Get. Peeter Roeffen en Jan Roeffen. [94]
Op 23-6-1654 leggen Anna Margareta van Vlierden, en haar zuster, Magdalena Franchois van Vlierden Willem Schellekens, Kannunik, Jacobus Rolandi en Thimotheus Rolandui, predikant, diens vader, allen wonend te Boxtel, een verklaring af. Get. Jan de Buck en Jan Roeffen. [95]
30-9-1656 wordt te Oirschot een verklaring afgelegd waarin de volgende personen voorkomen: Jan van der Want, schoolmeester wonend te Esch, Gileijn Segers van Idegem genoemd van Wassenhove drossaard, Thimoteus Rolandis, predikant, Jan van Aken, afgegane schepen, Jan Roeffen, get. Jacob Geritsse Francken en Jan Geritse van Sande. [96]
Op 24-1-1656 wordt door de Raad van State gereageerd op een bericht van de classis van 's-Hertogenbosch op het rekest van Thimoteus Rolandus de predikant van de combinatie Boxtel en Esch. Blijkbaar weigert rentmeester Boucholt hem het tractement uit te betalen behorende bij deze gecombineerde predikantenplaats, zonder daarover orders te hebben ontvangen van de Raad. De Raad maant hem dit uit te betalen. [97]

Op 11-3-1656 wordt besloten wordt dat men de predikant Timoteus Rolandus die de combinatie Boxtel en Esch bedient 150 gulden uitbetaalt voor deze combinatie. [98]

Op 15-12-1656 klaagt Thimoteus Rolandus predikant te Boxtel over de achterstallige betaling van zijn combinatiegeld en zijn conflict met rentmeester Schuijl over zijn huishuur. [99]

Op 9-4-1660 behandelt de Raad van State een rekest van Thimoteus Rolandus , predikant te Helvoirt die er zich over beklaagt dat de abt van Sint Geertrui te Leuven de reparatie van de omheining van zijn predikantswoning onvoldoende afwerkt. [100]

Op 20-5-1660 behandelt de Raad van State een een rekest van de abt van Sint Geetruiden te Leuven klagende over Thimoteus Roelandus, predikant te Helvoirt inzake reparaties aan de pastorij. [101]

IIIb. Ds. Daniël Ro(e)landus, geb./ged. Frankenthal 26/29-12-1600, ovl. Oud-Beijerland 1658 (of 1660), is de eerste ondertekenaar van het register van proponenten, "die oprecht verklaren zich geheel te zullen houden aan de nationale synode te Dordrecht" (1623), [108] proponent onder de Classis van Leiden 10-7-1623, reisde naar Engeland en Frankrijk om de kerken aldaar te bezoeken 9-7-1625, wordt op 9-10-1627 (tegelijk met zijn vader!) ingeschreven als kandidaat theologie aan de Universiteit van Leiden ("Daniel Rolandus, Franckendalensis, 26 (jaar), Hon(oris) Gr(atia)."),[109] wordt als proponent beroepen te Buiksloot en Nieuwendam 18-12-1627, benoemd 12-1-1628,[110] predikant aldaar 1628-1634, vertrekt 29-5-1634 naar Oud-Beijerland, predikant aldaar 1634-1658,[111] [112] j.m., dienaar des God. woorts wonend te Buijckersloot (1630), otr./tr. 1o Delft geref. 11/26-5-1630[113] Maria van Dolegen, geb. Delft ca. 1600, ovl. Oud-Beijerland 19-1-1653, j.d. wonend in de Wijnstraat te Delft (1630), doopget. te Oud-Beyerland (1639), dr. van Ds. Daniël van Dolegen, predikant te Delft, en Johanna Wijnandts, otr./tr. 2o Oud-Beijerland geref. 10/30-10-1655 Cornelia van der Hoeck, ovl. 12-6-1657 (zonder kinderen), j.d. wonend onder Oud-Beijerland (1641) wed. van Dirck Adriaensz Luchtenburgh (huw. 1641), in leven Schout van Mijnsheerenland, wonend te Oud-Beijerland (1655).

NH kerk te Buiksloot (Buiksloterkerk, gebouwd 1609), waar Ds. Daniel Roelandus predikant was van 1628-1634. Lijst hangende in de hal van de Buiksloterkerk met namen van predikanten in deze kerk sind de Reformatie.
Beide foto's: Louk Lapikas, 2013

klik op plaatje(s) om te vergroten
In maart 1656 geeft Ds. Daniel Rolandus, predikant te Oud Beyerland, aan zijn neef Ds. Jacobus Ravens een boomgaard ten geschenke, gelegen op het erf naast de kerk. Ds. Ravens, naar een andere gemeente beroepen zijnde, "schenkt en vereert" de bomen bij acte van 8-10-1656 aan de pastorie van Cromstrijen. [114]
Op 25-6-1657 compareren "voor d'een helft" Dirck Arijensz Meeldijck en Sijmon Thonisz van de Kooij, excecuteurs van het testament van Za: Dirck Arijensz Luchtenburch, in sijn leven Schout van Moerkercken," en "voor d'ander helft" Leendert van der Houck en dominee Daniel Rolandis, predicant alhijer, voor zichzelf en als voogden van de minderjarige kinderen van Maritgen Bastiaensdr van der Houck, geprocreert bij Seger Dircxz Fonckert, en van het weeskind van Jacob van der Houck, gezamenlijk erfgenamen van Cornelia van der Houck, laatst huisvrouw van dominee Daniel Rolandis. Ze verkopen "in de voorsz. qualite" aan vrouwe Cornelia Berckhout, weduwe van Maerten Tromp, ridder en admirael van Hollant ende Westvrieslant, 4 mergen 276½ roeden land in Groot Zuijt Beijerlant op de grond van de Hitsaert, belend ten O. de koopster, ten Z. de wech, ten W. de heer van Baerlant, ten N. de kreek. De koopster heeft contant betaald. Slot ontbreekt doordat folio 166v en 167 r niet zijn gefilmd. Aanwezig waren: Andries Hesselt de Dinter, Adriaen Zijdervelt, Cornelis van Duverden van Voord [115]
Op 2-7-1658 compareren Dirck Arijensz Meeldijck en Sijmon Thonisz van der Koij "als executeurs van den testamente van Za: Dirck Arijensz Luchtenburch, in sijn leven schout van Moerkercken, voor d'een helft, en Heijndrick, Adriaen ende Leendert van der Houck, voor haer selven mitgaders als oomen ende voochden van de naergelaten weeskinderen van Jacob van der Houck en van Maritgen Bastiaensdr van der Houck, geprocreert bij Zeger Dircxz Fonckert, mitgs. Dom. Daniel Rolandi, als getrout gehad hebbende Cornelia van der Houck, te voorens wed. van den voorn. Dirck Arijensz Luchtenburch, te saemen erfgen. van de voorn. Cornelia van der Houck voor d'andere helft." Ze verkopen aan Zijken Leenderts van der Wael, weduwe laetst van Ghijsbert van der Houck, 2 mergen 423½ roeden land in Zuid-Beijerland, 'gemeen met de voorn. coopster met gelijcke parthije", belend ten O. Sijmon de Vries, ten Z. de wech, ten W. Mr. Dirck Berck, ten N. de kinderen en erfgenamen van Jon.r Jacob Bruxcaes. De koopster heeft contant betaald. W.g. And. Hesselt, Cornelis Willemsz Abbenbrouck, Arijen Sidervelt. [116]


IV

IVa. Ds. Jacobus Rolandus, geb. Buiksloot 7-10-1632 (en volgens Ref. [128] ged. Buiksloot 4-5-1637 !), ovl./beg. Dordrecht 16/17-6-1686, ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Leiden 26-10-1649 ("Jacobus Rolandus", Bucoslotanus, 20 (jaar) (sic!)"),[129] wordt als kandidaat beroepen te Rijsoort en Strevelshoek, doet zijn intree op 8-5-1654, predikant aldaar 1654-1662,[130] vertrekt vandaar naar Dordrecht, doet zijn inteer aldaar op Pinxteren 1662,[131] predikant aldaar 1662-1686,[132] afgevaardigde naar de Zuid-Hollandse Synode te Woerden 10-20-7-1674, [133] betaalt ƒ 20,-- Familiegeld (200ste penning) voor een huis inde Nieustraedt in wijk 3 (oud kapitaal ƒ 2500,-- met de helft inde erffenis van do. Andreas Colvius) 1674,[134] dichter, otr./tr. 1o Dordrecht geref. 16-7/1-8-1656 (met attestatie van de Franse Kerk),[135] [136] Agn(i)eta Colvius, ged. geref. Dordrecht 4-5-1637, beg. Dordrecht Grote Kerk 27-7-1672, jonge dochter van Dordrecht wonende in de Nieuwstraat (1656), dr. van Ds. Andries Nikolaasz Colvius (Colff) hofprediker van dhr Jan Berk, Ridder, afgezant van H.H. Mog. te Venetien, predikant aldaar, Waels predikant te Dordrecht en curator van de Latijnse school en de stadsbibliotheek in Dordrecht, en van Anna Abrahams van der Mijl(e),[137] otr./tr. 2o Dordrecht 31-3/16-4-1675[138] Everdina van Wesel, ged. geref. Dordrecht 29-9-1652, ovl./beg. Dordrecht 7/12-10-1708, jonge dochter van Dordrecht wonende op de Nieuwe Haven (1675), doopget. te Geervliet (1675), doopget. (1693), betaalt als weduwe van ds. Jacobus Rolandus ƒ 1-15 Lantaarngeld te Dordrecht ca. 1693,[139] betaalt als wed. en kinderen van Dom. Roelandus impost op koffie, thee, chocolade, sorbet, bronwater, limonade en andere met water gemengde dranken te Dordrecht 1698 (klasse 3),[140] dr. van Rochus van Wesel, houtkooper, dijkgraaf van t Oost en West Ende van de Nes, Hoogdijk-Heemraad van den Zuid polder van Barendrecht, en van Margareta Simonsdr de Vries.[141]

Een biografie van Agneta Colvius staat in Ref. [142] waaraan het volgende is ontleend:
Agneta Colvius dankt haar bekendheid slechts aan de lof die haar als jong meisje door stadgenoot Margaretha van Godewijck werd toegezwaaid. Deze prees haar uitbundig om haar handwerk en beoefening van andere kunsten, waaronder de dichtkunst. Kennelijk gold zij als een belofte. Op een portret van Agneta door Bernard Vaillant dichtte Margaretha: Dit is een maagdenbeeld, getekend van Vaillant/ In ’t bloemtje van haar tijd, in ’t bloeien van haar lente:/ Hij kan met kool noch krijt bereiken haar verstand./ Haar innerlijk vernuft, die kan hij niet uitprenten. Helaas is Agneta’s portret noch haar werk bewaard gebleven. Ter gelegenheid van haar veertiende verjaardag schreef Margaretha van Godewijck nog eens twee gedichten om Agneta te prijzen. Zij roept Agneta op een voorbeeld te nemen aan de Heilige Agnes, die weigerde te trouwen.

IVb. Ds. Daniël Rolandus, geb./ged. geref. Oud-Beyerland 13/18-9-1644 (get. ds. Hendricus Hametus, predicant op 's Gravendeel, Caspar Ravens, Andreas Stangerus, Catharina van Dolegan, Janneken Fangiast, paesente patre), ovl. Geervliet 26-8-1726, oudste der tweelingen, "wiert in Augustus 1656 te Delft op de Latynsche School besteldt en ging van daer in September 1663 na de wytberoemde Academie van Leiden, op welke hy zig, den tijdt van zes jaren oefende, en in de gezuiverde lere van den Gereformeerden Godtsdienst onderwezen wiert, dooe de Mannen van name Abrahamus Heidanus, Johannes Coccejus en Christophorus Wittichius",[161] wordt in aug. 1669 "in den Haeg tot Proponent geëxamineerd", predikant aldaar (1669-1670),[162] wordt als Daniel Rolandus, proponent en broeder van Ds. Thomas Dolegius Rolandus, geref. lidmaat te Waarder, en vandaar beroepen in de Nieuwe Tonge, doet als kandidaat zijn intree te Nieuwe Tonge 29-10-1670, predikant aldaar 1670-1672, neemt afscheid 10-7-1672, doet zijn intree te Geervliet 17-7-1672, predikant aldaar 1672-1715,[163] ,[164] is bij zijn huwelijk oud 27 jaar en afkomstig van Oud Beyerland (1671), vermeld als Daniel Rolandus, predikant wonend in de Tolstraet, op de lijst van geref. lidmaten te Geervliet opgemaakt op 1-1-1697,[165] vermeld als Daniel Rolandus, pastor, op de lijst van geref. lidmaten te Geervliet opgemaakt in 1713,[166] "vanwegen de zwakheit zyns lichaems en hooggaende jaren, zedert welke tydt hy niet meer dan twe oddriemalen te Simonshaven en Geervliet de Predikstoelen heef beklommen, en nog enige verquikking in zyn leven genoten, maer niet minder de ongemakken des Ouderdoms onderworpen is geweest, en nae dat hy omtrent acht dagen het bedt gehouden hadt, stierf hy gerust en Godtzalig op den 26e Augusti 's morgens omtrent twe uren, oudt 81 jare, elf maenden en enige dagen" waarna "des zondaegs naer zyne begraving, Ds. Christ Lentfrink, predikant te Geervliet, zyne gedachtenis geviert heeft uit Pred. XII. 7 enhte stigtelijke van 's Mans yverige Predikaetsien, en Godtvrugtig leven aengedrongen, by de Gemeinte dier stede, om na een gelovig sterven in den Heere, deelgenoten van zyne zalige hoope te worden",[167] gaat met emeritaat 30-4-1715,[168] ,[169] doopget. te Rotterdam (1695), te Hulst (1707, 1711), huw. get. te Hulst (1711), otr./tr. 1o Amsterdam geref. 5-11/1-12-1671 (zijn ouders dood),[170] [171] Anna Maria Calkoen, ged. Amsterdam 19-3-1651, ovl. Geervliet 22-10-1683 (in de kraam van haar negende kind),[172] beg. Geervliet 3-7-1684 (de hvr. van D. Rolandus, ƒ 4,--, tegelijk met het kind)[173] , afkomstig van Amsterdam, oud 20 jaar (1671), vermeld als geref. lidmaat te Geervliet op de door haar echtgenoot opgemaakte lijst van 1672, 1676 en 1679,[174] dr. van Willem Calkoen, meester goud- en zilversmid, te Amsterdam en van Anna Uijtens,[175] tr. 2o Dordrecht 1686[176] [177] Jacoba Lydius, geb. vóór ca. 1670(¥), ovl. 18-12-1732, vermeld als Jacoba Lydius, huijsvrouw van de predikant Daniel Rolandus wonend in de Tolstraet, op de lijst van geref. lidmaten te Geervliet opgemaakt op 1-1-1697,[178] vermeld als Jacoba Lydius huysvrouw van Daniel Rolandus, pastor, op de lijst van geref. lidmaten te Geervliet opgemaakt in 1713,[179] doopget. te Geervliet (1691, 1694), te Hulst (1707, 1711), huw. get. te Hulst (1711), dr. van Ds. Isaac Lydius, predikant te Dordrecht, en van verm. Johanna Joijen.

COMMENTAAR(¥) Ds. Isaac Lydius en Johanna Joijen laten te Dordrecht een groot aantal kinderen dopen, onder wie echter geen Jacoba. Wel een Jacobmina, ged. geref. Dordrecht 22-12-1653. Zij zou de gezochte Jacoba kunnen zijn.

Aankondiging in de Oprechte Haerlemsche courant d.d. 24-10-1726:
Op Dingsdag den 5 November (1726), sal men tot Dordrecht in de Boeckwinkcl van Joannes van Braam verkoopen, een Versameling van seer fraeye welgeconditioneerde Boecken , bestaend meest in Theologische. Historische en andere Faculteyten, nagelaten door d' eersaeme Heeren DANIEL ROLANDUS en ALEXANDER AB ERFRENTEN, in hun Eerw. leven Predlkanten te Geervliet en in Kruysland : Waer van de Catalogus te bekomen is te... etc.
Op 18-4-1731 passeert de rekening van Anna Jungius weduwe van Johan de Lelij te Brielle, tredende in de machtiging dd 27-9-1727 op wijlen haar man gepasseerd door Katharina Nakken, weduwe van Ds. Willem Rolandus, in zijn leven predikant te Hulst, tot administratie van zeker huis in Den Haag. Gedaan in handen van Jacobus Rolandus, predikant te Hontenisse als procuratie hebbende van Jacoba Lidius, laatst weduwe van Ds. Daniel Rolandus, die met de weduwe van Willem Rolandus samen eigenaars zijn van 4/5 deel in dit huis. Aan het huis werd werk verricht door Dirk Bodde, mr. slotenmaker, Johannes Blom, pompmaker, Willem Rotteveen, leidekker en pompmaker, Hendrik van der Meulen, blikslager en Jacob Bolt, mr. timmerman. Ontvangen huur werd doorbetaald aan Jacoba Lidius, Jacobus Rolandus en Johanna Rolandus. [180]
Op 21-2-1732 verkoopt Isaac van Hoesen, pred. van Simonshaven, procuratie hebbende van Jacoba Lidius, wed. van Daniel Rolandus, in leven predikant te Geervliet, aan Arij van Willigen, wonend onder Geervliet, een huis en erf in de Tolstraat (bel. ten w de Tolstraat, ten z Johannes Pijnakel, ten o 's Heerenachterweg, en ten no de schout Johannes Assueris Roosendaal) belsst met ƒ 0-30 per jaar tbv het Geestelijk Comptoir te Delft, voor ƒ 350,--. [181]
Op 18-4-1731 passeert de rekening van Anna Jungius weduwe van Johan de Lelij te Brielle, tredende in de machtiging dd 27-9-1727 op wijlen haar man gepasseerd door Katharina Nakken, weduwe van Ds. Willem Rolandus, in zijn leven predikant te Hulst, tot administratie van zeker huis in Den Haag. Gedaan in handen van Jacobus Rolandus, predikant te Hontenisse als procuratie hebbende van Jacoba Lidius, laatst weduwe van Ds. Daniel Rolandus, die met de weduwe van Willem Rolandus samen eigenaars zijn van 4/5 deel in dit huis. Aan het huis werd werk verricht door Dirk Bodde, mr. slotenmaker, Johannes Blom, pompmaker, Willem Rotteveen, leidekker en pompmaker, Hendrik van der Meulen, blikslager en Jacob Bolt, mr. timmerman. Ontvangen huur werd doorbetaald aan Jacoba Lidius, Jacobus Rolandus en Johanna Rolandus. [182]


V

Va. Rochus Rolandus, geb. Dordrecht 28-11-1678, koopman te Dordrecht (1700), woont in de Vleeshouwerstraat (..1704), otr. Dordrecht geref. 4-1-1702[192] [193] Cornelia Stratenus, dr. van Ds. Cornelis Stratenus, predikant te Poortugaal, te Jisp en te Arnhem, en van Maria de Vries.

Op 31-7-1700 leent Johannes Cantius, dominee, ƒ 4000, aan Rochus Roelandus, koopman, met als onderpand een huis in de Voorstraat gelegen in de Kannekopersbuurt te Dordrecht, belend Mattheus Van Den Broek, lid oudraad, en Johannes Van Haerlem, apotheker. Verdere Personen Gerard de Haan, Johan Van Herff, beursmakelaar, Arie Kenken (overleden), aalmoezenier, Dina Liens (weduwe), Catharina van der Linden, Johanna van der Linden, Jacobus Roelandus (overleden), dominee, Everdina van Wesel (weduwe) allen te Dordrecht. [194]
Op 16-4-1704 compareerde Sr. Lucas Bilderbeek als Last hebbende van Juffr. Maria de Vries, wed. van Dom: Stratenus, dewelcke verclaerde gecogt te hebben van Rochus Roelandus Een huijs en Erve staende en gelegen over de Vleeshouders straat alwaer denselve Roelandus in is wonende, om en voorde Zomme van Ses en dertig hondt. gul:. [195]

Op 31-5-1704 compareert Sr. Roochus Roelandus, segt gereet te sijn van sijnder sijde in Conformite van(de) Coopkontracte tuschen hem en juffr. Maria de Vries, wed.e dom.e Stratenus, opgeregt en geteekent ilico over te dragen sijn Huijs en Erve staande en gelegen o(ver) de Vleeshouder Straat waar in hij gewoont heeft, en van t selve advertentie te hebben gegeven Huijden dese morgen aan(de) procur: van(de) voorn. Maria de Vries. [196]

Archief van het Heilige Geest- en pesthuis ter Nieuwkerk:[197]
1744: Notariële akte van transport door de erfgenamen van Cornelia Stratenus, weduwe van Rochus Rolandus, aan het Heilige geest- en pesthuis van een obligatie.

Vb. Daniël (Jacobsz) Rolandus, geb./ged. Dordrecht geref. 31-8/4-9-1681, ovl. Dordrecht 31-10-1725, beg. Dordrecht Grote Kerk 6-11-1725, j.m., geboren en wonende te Dordrecht (1713), betaalt impost op de Wijn (aangeslagen voor een ½ oxhoofd, wonend in wijk 1) (1715..1717) [201] betaalt ƒ 5:0:0 Familiegeld wonend in wijk 1 te Dordrecht 1716,[202] otr. Dordrecht geref. 26-3-1713, tr. Brielle 11-4-1713[203] [204] [205] Ant(h)onia Steijaart (Styaert), geb./ged. Brielle 31-10/2-11-1683, ovl./beg. Dordrecht 23/29-4-1746, j.d. geboren en wonende te Brielle (1713), betaalt als wed. Daniel Rolandus met haar soon ƒ 8:0:0 Familiegeld (huishuur ƒ 210,--) voor een winkel met 1 dienstbode in wijk 11 (beginnende aan het Kapmolentje) te Dordrecht (1745-1748, 1746 geroijeert),[206]

Eerste en laatste bladzijde van een bruilofstgedicht getiteld "Ter bruilofte van den heere Daniel Rolandus en juffrouw Anthonia Steyaart, geviert den XI der grasmaandt MDCC XIII door Jan de Wijs". (8 blz. in-40 gedrukt)
Bron: Ref. [207] / Google Books

klik op plaatje(s) om te vergroten
Op Op 12, 19 en 26-1-1727 is te bode gesteld 5 gem. 194 r. land in de Slickbotshoek nr. 1 in Naters, door Anthonia Steyaart, wed. Rolandus, verkocht aan Pieter van Hoogwerf voor 510 g. contant. Gifte gegeven op 5-2-1727. [208]
Op 8-5-1738 verkopen Pieternella Beijs en Philip Beijs te Dordrecht, aan Anthonia Steijaart, weduwe van Daniel Rolandus, voor ƒ 3000,-- een huis in de Voorstraat, gelegen schuin tegenover de Pelserbrug, belend door Nicolaas de Bondt, en de wed. van Jacob Braats. Erflater is Jacomina van Koijck (overleden). Overige personen: Arnold Beijs (overleden). [209]

Vc. Wilhelmus Rolandus, geb. Geervliet 26-10-1673, ovl./beg. Hulst 22-2-1725 ("ovl aan de kinderziekte, oud omtrent 52 jaren, predikant geweest 21 Jaaren"), ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Leiden 8-5-1691 ("Gulielmus Roelandus", Geervlietensis, 20 (jaar !)"),[226] vermeld op de lijst van geref. lidmaten te Geervliet opgemaakt in 1697 als Willem Rolandus proponent in de Tolstraat (in margine "vertrekt naar Hulst met deszelfs dienstmaegden Heyltje Jans en Bastiaentje Jans),[227] wordt proponent, en als kandidaat benoemd in 1702 tot predikant op de vloot van de admiraal Almonde, en in den jaare 1702 predikant op de vloot van den Admiraal Allemonde, slaat dit in 1703 af,[228] wordt als predikant ingeschreven aan de Universiteit van Leiden 29-5-1704 ("Wilhelmus Rolandus", V(erbi) D(ivini) M(inister), 30(jaar)"),[229] wordt in 1705 beroepen te Waerden en te Hulst, maar nam de laatste plaats aan (intree 4-7-1705), predikant te Hulst (1705-1725),[230] doopget. te Geervliet (1695), doopget. te Hulst (1718, 1721), otr./tr. "in den polder van Namen" 1/18-4-1707[231] [232] Jufvr. Catharina (Amia?) Nacken (Nakken, Nackerk), beg. Hulst 8-10-1744, wed. van den procureur Cornelis Volckaert(s), doopget. (1716, 1721, 1739, 1741).

Op 18-4-1731 passeert de rekening van Anna Jungius weduwe van Johan de Lelij te Brielle, tredende in de machtiging dd 27-9-1727 op wijlen haar man gepasseerd door Katharina Nakken, weduwe van Ds. Willem Rolandus, in zijn leven predikant te Hulst, tot administratie van zeker huis in Den Haag. Gedaan in handen van Jacobus Rolandus, predikant te Hontenisse als procuratie hebbende van Jacoba Lidius, laatst weduwe van Ds. Daniel Rolandus, die met de weduwe van Willem Rolandus samen eigenaars zijn van 4/5 deel in dit huis. Aan het huis werd werk verricht door Dirk Bodde, mr. slotenmaker, Johannes Blom, pompmaker, Willem Rotteveen, leidekker en pompmaker, Hendrik van der Meulen, blikslager en Jacob Bolt, mr. timmerman. Ontvangen huur werd doorbetaald aan Jacoba Lidius, Jacobus Rolandus en Johanna Rolandus. [233]

Vd. Thomas Dolegius Ro(e)landus, geb. 25-11-1692, ovl./beg. Amsterdam Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof ../27-11-1746, jongeman van Geervlied wonend op het Steijger te Rotterdam (1721), otr./tr. 1o Rotterdam geref. 5/28-10-1721 Johanna (van) Ven(ne)kens, beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 1-3-1737, jongedochter van Waijen - Ooje, wonend op De Schie (1721), tr. 2o (verm. 1737) Lucia van Hoven, beg. verm. Amsterdam Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof 5-2-1771 ("Lucia van Hoven").

Ve. Ds. Jacobus Rolandus, geb. Geervliet 25-11-1695, ovl. 28-8-1735, stud. te Leiden 1714, wordt proponent in de Classis van Leiden (1720), beroepen te Hontenisse en Ossenisse 14-12-1724, bevestigd aldaar 10-7-1725,[245] [246] doopget. (1727, 1730), tr. begin 1734 "zijn huishoudster"[247] Johanna Jacoba de Hart, geb. 14-3-1713, ovl. 's-Hertogenbosch 20-3-1771,[248] [249] was blijkens eene familieaanteekening eenige dochter, en grootgebracht door hare tante Lydius te Middelburg,[250] doopget. (1727, 1730), verkrijgt als nagelaten weduwe van de Raad van State het jaar van gratie ultimo sept. 1736.[251] Zij hertr. 23-4-1741[252] Jacob Eduard de Witte, ged. 's-Gravenhage Groote Kerk 8 Aug, ovl. op het fort Crevecoeur bij 's-Hertogenbosch 14-4-1790, werd 23-4-1733 benoemd tot kapitein in het Regiment Van Keppel, in nov. 1741 tot kapitein in het Regiment van den generaal majoor Buddenbroek, krijgt 17-2-1748 als krijgsgevangen pensioen, wordt wederom kapitein in het Regiment van.Duvergé 11-10-1749, vervolgens majoor 6-8-1750, lutenant kolonel 18-3-1766, kolonel 21-11-1766 en generaal-majoor 18-6-1780,[253] zn. van Gerrit de Witte en van Anna Catharina de Mey.[254] Uit het huwelijk (de Witte-de Hart) zeven kinderen.

Archief Nederlandse Hervormde Kerk, Classis Zuid-Beveland / Classis Goes:
1733-1734: Stukken betreffende de censuur op en het herstel in zijn bediening van ds. Jacobus Rolandus, predikant te Ossenisse en Hontenisse, die, in buitenechtelijke gemeenschap levend met zijn dienstbode, Johanna Dart, aan haar trouwbeloften heeft gedaan, die echter van generlei waarde zouden zijn, aangezien zij ook met andere manspersonen betrekkingen onderhouden heeft. [255]
In een manuscript[256] over het geslacht De Witte opgesteld door kolonel J.E. de Witte (1708—1790) en ondertekend: De Witte, Collonel Commandeur van het regiment van Dopff en Commandant van Crevecoeur schrijft de kolonel zelf:
"My huysvrouw is genaemt Johanne d'Hart, waer wed: van de predicant Jacobus Rolandus, waer bij sy eene soon heeft gehad genaemt Daniel Dollegius Rolandus is gebooren kort voor syn vaders dood int jaer van 1734 (en te Batavia 1755 (sic!) als offecier overleden).
Volgen aantekeningen betreffende de geboorte van de zeven kinderen.


VI

VIa. Abraham Rolandus, geb./ged. Dordrecht 3/10-3-1715, ovl. Dordrecht 1-10-1780, beg. Schoonhoven (gaarder) 4-10-1780, j.m. wonend te Dordrecht (1746), koopman te Dordrecht (1761), belender bij de Vuilpoort tussen de Pelserstraat en de Ruitenstraat (1761), woont te Schoonhoven (1776), opsiender (1780), otr./tr. Dordrecht geref. 23-7/14-8-1746[261] [262] Anna Maria Rolandus, geb./ged. geref. Hulst 3/5-6-1711 (get. Daniel Rolandus en Jacoba Ludius (!)), ovl./beg. Dordrecht 23/29-7-1752, j.d. wonend te Hulst (1746) dr. van Ds.Wilhelmus Rolandus, predikant te Hulst, en Anna Catharina Nacke (zie nr. Vc).

VIb. Govert Rolandus, geb./ged. geref. Dordrecht 15/19-2-1719, beg. 's-Gravenhage Kloosterkerk 4-5-1774, is tot 21-9-1750 vuurstoker van de wachten,[273] dient op 6-11-1753 als Govert Rolandus, "Boekhouder ten Comptoire geschikt tot ondersoek van de verantwoording der gemeene Lands Middelen", bij de Staten van Holland en West-Vriesland een verzoek in tot salarisverhoging, waarna de Staten op 7-5-1755 besluiten dat "aan den Boekhouder Rolandus (wordt) geaccordeert een extraorinair douceur van drie honderd guldens 's jaars," ingaande (met terugwerkende kracht) 1-11-1753,[274] doopget. te Hellevoetsluis (1753), woont in de Nieuwstraat te 's-Gravenhage (1774), tr. 17-2-1760[275] [276] Jufvr. Adriana Elisabeth Vollevens, beg. 's-Gravenhage Kloosterkerk 11-12-1772, dr. van Johannes Vollevens, vroedschap en regent van 't Leprozen- of Proveniershuis, portretschilder, deken en hoofdman der Confrerie van Pictura, en hofschilder te 's-Gravenhage, en van Hester Ooms.

Grafboeken der Kloosterkerk te 's-Gravenhage:[277]
n° 4.
Den 18 Novemb. 1741 de voors grafstede overgeboekt op den naam van den Heer Joan Vollevens, vroedschap deser stede, uyt kragte van de acte van cessie en afstand door de geinteresseerdens in het voors. graft van haar respective portien op den (oningevuld) Mey 1741 ten behoeve van gem. Heer Johan Vollevens geteekent en aan mij als rentmeester geëxhibeert.
Solvit overboeken ƒ 6, Uts(upra) verhoge ƒ 10.
Den 7 Octob. 1748 bij dag begraven Heinderyke Geselle.
Den 16-3-1759 bij avond begraven Joan Vollevens.
Den 29-3-1763 bij avond begraven Antonia Rolandus, een kind. Den 21-11-1766 de voors. grafstede overgeboekt ten name van Heer Govert Rolandus, als in huwelijk hebbende Anna Elisabeth Vollevens, eenige nagelate dogter van den Heere Joan Vollevens, in sijn Ed. leven Vroedschap van 's Hage en desselfs eenige en universeele erfgenaam ingevolge desselfs testamentaire dispositie op den 31-12-1753 voor dan Notaris Matthijs van der Burch en sekere getuygen gepasseert en op den 10-3-1759 metter dood geconformeerd, den (oningevuld) November deses Jaars geteekent en aan mij Rentmeester geëxhibeert en overgegeven.
Solvit overboeken ƒ 1, versuym ƒ 6 .
Den 11-12-1772 bij avond begraven Adriana Elisabeth Vollevens.
Den 4 Mey 1774 's morgens begraven Govert Rolandus.
Den 16-3-1784 de voors grafstede overgeboekt op Vrouwe Adriana Elisabeth van Til1 geboren Rolandus, ingevolge de acte van versoek door Otto Willem van Till, liutenant Collonel van de Infantery en capiteyn in 't Regement gardes te voet en desselfs bovengem. Huysvrou, die is geweest de eenige nagelate dogter en Erfgename ab intestato van wijlen haar E. vader de Heer Govert Rolandus in huwelijk verwekt bij vrouwe Adriana Elisabeth Vollevens, den 15e deser geteekent.
Solvit overboeken ƒ 1, 9 jaren versuym ƒ 9.
Den 27-12-1785 's morgens begraven Vr. Adriana Elisabeth van Till.
Den 7 January 1786 de voors grafstede overgeboekt ten name van de Heer Otto Willem van Till, Luitenant Collonel van de Infantery en Capitein onder het Regiment Hollandsche gardes te voet, ingevolge de acte van versoek door denselve als erfgenaam van zijne Huysvr. Adriana Elisabeth Rolandus, volgens testament van dato 23 Mey 1781 op heden geteekent.
Solvit overboeken f 6.
Aankondiging in de Leydse courant d.d. 15-7-1774 :
De Vendumeester STEPHANUS RIETMULDER zal op Maandag den 25-7-1774 en volgende dagen, ten sterfhuize van wylen den Heer ROLANDUS in de Nieuwstraat in 's Hage, verkoopen een zindelyke INBOEDEL, bestaande in diverse Meubilen en Huis(..)den, als Ledikanten, Beddens met hun Toebehoren, Kabinetten, Bureau, Spiegels, Lusters, Tafels, Stoelen, Bed- en Tafel-Linnen, Porcelyn, Koper en Tin, mitsgaders verscheide konstige SCHILDERYEN van voorname Meesters: alles Vrydags en Zaturdags (...) Verkooping te zien 's morgens van tien tot twaalf, en 's namiddags van drie tot vyf uren.

Op 3-10-1774 volgt de veiling van zijn boekenbezit.[278]

Op 8-11-1774 transporteert Willem Henrick van Utenhove wonende te Utrecht, een obligatie van ƒ 2000,- ten laste van Holland en West-Friesland, aan Adriana Elizabeth Rolandus, minderjarige dochter en enige erfgename ab intestato van Govert Rolandus en Adriana Elizabeth Vollevens, over wie voogden zijn: Abraham Rolandus, opziender over 's lands collective middelen en zeegels te Schoonhoven, en Govert van de Pot, commies ter finantie van Holland. Er wordt verwezen naar een scheiding d.d. 8-10-1768 voor notaris mr. C. de Wys jr., een overdracht d.d. 19-8-1772 voor notaris mr. C. de Wys jr., Opm. De comparant Willem Henrick van Utenhove is mede-erfgenaam van grootmoeder Elizabeth Christina van der Dussen, in leven weduwe van Willem Scheepers. [279]
Op 31-12-1774 transporteert Sophia Eliana van der Muelen wonende te Utrecht, een obligatie van ƒ 1000,- ten laste van de wederhelft van het last- en veilgeld, aan Adriana Elizabeth Rolandus, minderjarige dochter en enige erfgename ab intestato van Govert Rolandus en Adriana Elizabeth Vollevens over wie voogden zijn: Abraham Rolandus, opziender over 's lands collective middelen en zeegels te Schoonhoven, en Govert van de Pot, commies ter finantie van Holland. Er wordt verwezen naar een scheiding d.d. 1-2-1774 voor notaris D.W. van Vloten, een testament d.d. 13-6-1757 vvor notaris Jan Ardinois te Amsterdam, een overdracht d.d. 12-12-1760 voor notaris Jan Ardinois te Amsterdam, een testament d.d. 31-10-1727 voor notaris W.J. van Midlum te Amsterdam, een testament d.d. 18-5-1731 voor notaris W.J. van Midlum te Amsterdam. Bijzonderheden Adriana Elizabeth Rolandus dochter en enige erfgename ab intestato van Govert Rolandus en Adriana Elizabeth Vollevens [280]
Op 2-3-1775 transporteert Anthonia Harpenslager, voor een vyfde deel medeërfgenaam van Hillegonda van Bersingen, en wed. van Arnoldus van Geitenbeek wonende te Utrecht, 3 obligaties, ieder groot ƒ 1000,-, ten laste van het last- en veilgeld, aan Adriana Elizabeth Rolandus, kind en erfgenaam ab intestato van Govert Rolandus en Adriana Elizabeth Volleevens, in leven echtelieden, over wie voogden zijn: Abraham Rolandus, opsiender van 's lands zeegels en collectcomptoiren wonende te Schoonhoven, en Govert van de Pot, commies ter finantie van Holland. Er wordt verwezen naar een testament d.d. 31-7-1769 voor notaris L. van der Pauw, een scheiding d.d. 27-9-1772 voor notaris L. van der Pauw, een scheiding d.d. 27-11-1769 voor notaris J. van der Mey Jr. te Rotterdam, een overdracht d.d. 2-3-1767 voor notaris P.J. de Superville te Rotterdam. Opm. Hillegonda van Bersingen was in leven medeërfgenaam van Hermanus Wittert. [281]
Op 30-1-1776 transporteert Gerard van Wieringen, zoon van wijlen Hendrina van Wensveen, wed. van Pieter van Wieringen, canonik in den capittule van den Dom te Utrecht wonende te Utrecht, een prysobligatie van ƒ 2.000,- ten laste van Holland en West-Friesland, aan Adriana Elisabeth Rolandus, minderjarige dochter van wijlen Govert Rolandus en wijlen Adriana Elisabeth Vollevens, over wie voogden zijn: Abraham Rolandus, opziender over 's lands collectieve middelen en zegels te Schoonhoven, en Goverd van de Pot, commies ter finantie van Holland. [282]

Vaandel van het regiment Hollandse Gardes te voet (waarvan Otto Willem van Till kapitein was)
Ecru, 100 x 110 cm
Datering: ca. 1780-1786
Bron: Rijksmuseum Amsterdam vaandel

klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 15-2-1775 verklaren Mr Gerhard Pronck, onze medeschepen en secretaris van de Rekenkamer van Gelderland, en vrouwe Petronella Christina van de Graaff e.l. verkocht te hebben en bij dezen te transporteren aan de heren Abraham Rolandus, opziender over 's Lands collective middelen en zegels te Schoonhoven, en Govert van der Pot, commies ter Financie van Holland, in kwaliteit van voogden over Juffrouw Adriana Elisabeth Rolandus, minderjarige dochter en enige erfgenaam ab intestato van wijlen de heer Govert Rolandus en vrouwe Adriana Elisabeth Vollevens, in leven e.l., en zulks ten behoeve van dezelve minderjarige, 2 oblligaties ten laste van Holland en Westfriesland ten comptoire Dordrecht als één, groot in kapitaal 3000 gl., ten name van Gerrit en Hendrik Francken d.d. 14-1-1672 en één, groot in kapitaal 1220 gl., in blanco d.d. 1-6-1687, welke obligaties de comparanten waren aangekomen de eerste bij magescheid van hun ouderlijke boedel d.d. 27-11-1769 en de tweede bij transport door comparanten broeder Antony van de Graaff, kapitein van de grenadiers in het Regiment van de Luit. generaal van Randwyck, aan wien dezelve bij vnd. magescheid mede was aanbedeeld, hebbende comparanten vader de heer en Mr Jacob Winter van de Graaff, in leven burgemeester der stad Harderwijk, de eigendom van gemelde effecten bekomen als het enige kind en enige en universele erfgenaam van wijlen de heer Jacob van de Graaff, in leven predikant te Harderwijk, en vrouwe Petronella Winter e.l., aan wie eerstgenoemde obligatie op 20-7-1700 is getransporteerd (enz.). [290]
Op 13-5-1784 compareren de heer Jan Carel baron van Eck en vrouwe Francoise Madalone van Til e.l., voorts comparant in kwaliteit van gemachtigde van de heer Gerhard Casijn van Til, kapitein onder het Regiment van de heer generaal-major Raders, en vrouwe Geertruyda Sophia Raders e.l. luid volmacht, op 11 dezer voor Otho Theodorus Hamel, J.U.D., stadhouder van de richter der stad en ambte Doesburg, en keurnoten te Doesburg gepasseerd, en dan nog als gemachtigde van de heer Jan Lambertus Neeff, ordinaris meester vuurwerker bij het Corps Artillerie ten dienste dezer Lande, en vrouwe Anna Henrietta Regina van Til e.l. luid volmacht, op 5 dezer voor P. van Reenen, auditeur-militair van Sluis en onderhorige steden en forten in Staats Vlaanderen, gepasseerd, en eindelijk als gemachtigde van de heer Otto Willem van Til, kapitein-commandant met rang van Lt. kolonel in het Regiment Hollandse Guardes te voet, en vrouwe Adriana Elisabeth Rolandus e.l. vermogens volmacht, op 6 dezer voor de auditeur-militair in 's Hage en commissarien van het gemelde Regiment Hollandse guardes gepasseerd, (---) resp. kinderen, schoonkinderen en erfgenamen van wijlen hun vader en schoonvader de heer Gysbert Casijn van Til, in leven generaal major ten dienste dezer Lande, en overzulks eigenaren van het na te melden perceel. Zij verklaren pro se et q.q. uit kracht van publieke verkoping d.d. 29-12-1783 en 12-1-1784 te cederen, te transporteren en in volle vrije eigendom op te dragen en over te geven aan en ten behoeve van Otto Reijers en Maria Camp e.l. een stuk bouw- of tabaksland, genaamd 't St. Petersland, zijnde groot ongeveer 4 3/4 mouwer gezaai, zoals hetzelve binnen dezer stads schependom aan de Rosendaalsche weg gelegen is en tot aan de Clarendaalsche weg schiet (enz.), wordende dit perceel door 3 onderscheide pachters in pacht gebruikt en wordt bij deze niet mede getransporteerd het huis en getimmer, hetgeen op dezelve staat en de pachterse de weduwe Hoogwijk in eigendom behoort, [291]

VIc. Jacobus Rolandus, geb./ged. geref. Dordrecht 15/18-7-1721, ovl. 1782-1785, j.m. van Dordrecht en commis ter Recherge te Venlo (1748), commissaris van de monstering en commies ter recherche op Hellevoetsluis (1757..1782), belender in de Nieuwstraat te Hellevoetsluis (1765..1768), treedt op als voogd van de minderjarige kinderen van Liberta van Es, in leven weduwe van Johannis Hansen (1778), otr. Venlo geref. 24-3-1748 (met attestatie van Heusden)[292] tr. Heusden 21-4-1748[293] Johanna Beatrix Damisse, geb. IJperen, ovl. 17-11-1774, beg. in de kerk van Hellevoetsluis, j.d. geboren te IJperen, dogter van den Hr. Jan Fr. Damisse, Major de la Place en van Catharina Elisabeth Cattepoel.

In mei 1757 transporteren Theunis Captein, schepen, getr. met Heiltie de Boo en als administrerend voogd over de minderjarige nagelaten kinderen van Cornelis de Boo en pp. als bovenvermeld, Hendrik van Beek, getr. met Pieternella de Boo, en Cornelia de Boo, meerderjarige dochter, samen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van Cornelia Schut, in haar leven weduwe van Jan de Boo, aan Jacobus Rolandus, commissaris van de monstering en commies ter recherche op Hellevoetsluis, een huis aan de westzijde van de haven op de hoek van de Nieuwstraat, genaamd De Goude Leeuw, belend: n. de straat en z. het huis van de wed. van Jan Keiser, voor 1500 g. contant en een schuldbrief t.b.v. Theunis Captein van 1500 g., samen dus 3000 g. [294]

Op 13-1757 bekent Jacobus Rolandus, commissaris van de monstering en commies ter recherche op Hellevoetsluis, aan Theunis Captein wegens bovenvermelde koop een schuld van 1500 car. g., die hij met 300 g. per jaar zal aflossen met rente onder verband van het gekochte. In de marge: 17-5-1766, afgelost en geroyeerd. [295]

Op 12-4-1776 benoemt Jacobus Rolandus, commies ter recherche en commissaris van de monstering te Hellevoetsluis tot voogden krachtens testament met overleden vrouw gepasseerd, Abraham Rolandus wonende Schoonhoven en Rijkus Kattepoel gepensionneerd cornet wonende te Alphen. Gepasseerd te Nieuw Helvoet. Getuigen Ds Pieter Adriaan van Kooten en Dirk Keer. [296]
Op 31-10-1778 bekent Jacobus Rolandus, commissaris ter monstering en commies ter recherche te Hellevoetsluis, aan Isaac Rochussen, controleur van de hoofdelijke betaling ter admiraliteit op de Maas te Rotterdam, een schuld van 1500 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij met 200 g. per jaar zal aflossen met rente onder verband van zijn huis aan de westzijde van de haven, belend: n. de straat en z. de weduwe van Jan Keyser. [297]
Op 9-5-1785 transporteren Dr. Jacobus van der Straal, wonend in Hellevoetsluis, en Otto Cattepoell, kapitein ten dienste dezer landen, wonend te Alphen aan de Rijn, executeurs in de nagelaten boedel en goederen van wijlen Jacobus Rolandus, aan Jan Keyser, schepen, een huis aan de westzijde van de haven, belend: z. het huis van de wed. van Pieter Keyser en van voorn. Jan Keyser en n. de straat, voor 4500 g. contant. [298]

VId. Daniël Rolandus, geb./ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 7/8-2-1730 (get. Jacobus Rolandus, Johanna Rolandus), beg. Amsterdam Wester Kerkhof 10-12-1798 ("Daniel Rolandus"), afkomstig van Amsterdam, oud 24 jaar, wonend op de Reguliersbreestraat (1754), afkomstig van Amsterdam, geref., wednr, wonend op de Leijdsestraat (1755), doopget. (1751, 1774), huw. get. (1780), woont in de Leidsestraat (1780), in de Warmoesstraat (1789), otr. 1o Amsterdam geref. 4-1-1754 (get. voor hem Jan Overbeek, zijn ouders dood, en haar moij Anna van Rijke, haar ouders dood) Anna (Annetje) van der Ma(a)le(n), geb. 1728/29, ovl./beg. Amsterdam Wester Kerk 22/28-4-1755, afkomstig van Amsterdam , oud 25 jaar, wonend op de Leijdtsestraat, otr. 2o Amsterdam geref. 31-10-1755 (get. haar vader Jan Stijne) Elisabeth Stijne (Stijns), ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 1-9-1728 (get. Claara van Zijl), ovl. Amsterdam 10-3-1805 [300], afkomstig van Amsterdam, geref., oud 27 jaar, wonend in de Binnebrouwerstraat (1755), doopget. (1774), woont te Amsterdam (1798), dr. van Jan Stijne en van Giertje van Zijl.

Overlijdensadvertentie van Daniel Rolandus (1730-1798) in de Amsterdamse courant d.d. 8-12-1798
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 28-8-1760 verkopen de erven van Marritje (Maertge) Cornelis en Jacob Cornelisz Heij, aan Daniel Rolandus, een huis en erf, waar De Molen op de gevel staat, in de Leidsestraat (ZZ) tussen Lange Leidsedwarsstraat (Grote Leidsedwarsstraat) en Prinsengracht te Amsterdam. [301]
Op 30-11-1762 verkoopt Alida van Diepenheim, wed. van Jacob van Tertolen aan Daniel Rolandus, een huis en erf in de Grote Leidsedwarsstraat (OZ) (Lange Leidsedwarsstraat) het derde huis bezuiden de Leidsestraat te Amsterdam. [302]
Op 4-5-1768 verkoopt Alida alias Anna Neelings, wed. van Jan Jansz van den Verguldenhoeff aan Daniel Rolandus, een huis en erf, waar De Limoenboom en De Oranjeboom in de gevel staat, in de Grote Leidsedwarsstraat (OZ) (Lange Leidsedwarsstraat) bezuiden de Leidsestraat te Amsterdam. [303]

Het huis wordt al snel weer doorverkocht:
Op 25-10-1768 verkoopt Daniel Rolandus aan Lucas van Selow, een huis en erf, waar De Limoenboom en De Oranjeboom in de gevel staat, in de Grote Leidsedwarsstraat (OZ) (Lange Leidsedwarsstraat) bezuiden de Leidsestraat te Amsterdam. [304]

Op 24-8-1768 verkopen de erven van Jacobus van Haften aan Daniel Rolandus, een huis en erf op de Korte Leidsedwarsstraat (NZ) tussen Leidseplein en Leidsegracht te Amsterdam. [305]
Op 28-4-1769 verkopen Marten Heijne, Jan Heijne, en Daniel Rolandus aan Lambertus van der Hulst, een Tuin op het Eerste Steenpad buiten de Raampoort aan het einde van het pad te Amsterdam. [306]
Op 30-4-1770 verkoopt Willem Gerard van Nes, advocaat 's hooffs van Utrecht, 2 obligaties groot ƒ 1.000,- ten laste van de plantages Lustryk en Constantier in Suriname, aan Daniel Rolandus. [307]
Op 9-5-1775 verkopen de erven van Godschalk Nieuwenhuijs, en de wed. van Geertruij van Wijk aan Daniel Rolandus, een huis en erf op de Keizersgracht (NZ) het vierde huis van de Vijzelstraat te Amsterdam. [308]
Op 12-7-1775 verkopen de erven van Jan Volckaart aan Daniel Rolandus, een huis en erf op de Achtergracht tussen Amstel en Utrechtsestraat te Amsterdam. [309]
Op 15-11-1780 verkoopt Daniel Rolandus aan Christian Driescher, een huis en erf in de Leidsestraat (ZZ) achter het hoekhuis van de Lange Leidsedwarsstraat (grote dwarsstraat) te Amsterdam. [310]
Op 23-1-1781 verkoopt Daniel Rolandus aan Elbert Waller Jansz, een Pakhuis en erf met woning en zolder op de Korte Noorderleidsedwarsstraat (NZ) (Korte Leidsedwarsstraat) tussen Leidsegracht en Leidseplein te Amsterdam. [311]
Op 18-12-1787 verkoopt Daniel Rolandus aan Cornelis Theodorus Leppink, een huis en erf in de Lange Leidsedwarsstraat bij de Leidsestraat te Amsterdam. [312]

Advertentie van Abraham Oldenhoven Vrij in de Leydse Courant d.d. 18-6-1813.
klik op plaatje(s) om te vergroten


VII

VIIa. Daniël Wilhelmus Rolandus, geb./ged. Dordrecht 14/19-7-1750, ovl./beg. Schoonhoven 5/7-1-1795, opziener van 's Lands gezegelde en ongezegelde biljetten te Schoonhoven (1778), thesaurier van de afdeling Schoonhoven van de oeconomischen tak van de Hollandsche Maatschappij der Weetenschappen (1778), [318] afkomstig van Dordrecht, geref., oud 30 jaar, wonend te Schoonhoven (1780), wordt poorter van Schoonhoven 18-12-1783 komende uit Dordrecht, wordt lid van de vroedschap aldaar 15-8-1786, ontslagen 17-12-1787,[319] otr. Schoonhoven 27-7-1780 otr./tr. Amsterdam geref. 27-7/16-8-1780 (get. zijn vader Abraham Rolandus, haar vader Daniel Rolandus, in margine doorgehaald Schoonhoven bij vaders consent),[320] Geertje Rolandus, geb./ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 9/12-10-1757 (get. Jan Stijne, Giertje van Zijl), ovl. Utrecht 21-3-1832, afkomstig van Amsterdam, oud 22 jaar, wonend op de Leijdsestraat (1780), woont als particuliere te Breda (1830), verm. met haar twee dochters Antonia en Elisabeth, dr. van Daniël Rolandus en Elisabeth Steyne (zie nr. VId).

Overlijdensadvertentie van Daniel Wilhelmus Rolandus (1750-1795) in de Haarlemse Courant d.d. 8-1-1795 Advertentie in de Amsterdamse courant d.d. 4-12-1800 betreffende het overlijden van drie kinderen binnen een maand van G(eertje) Rolandus.
klik op plaatje(s) om te vergroten

VIIb. Daniël Rolandus, geb. 22-1-1749, gedoopt te Venlo, wordt bij zijn huwelijk (1782) genoemd Daniel Rolandus geboren te Venlo en wonend te Helvoetsluis, belender in de Nieuwstraat te Hellevoetsluis (1773, 1774), commies van 's lands posterijen te Hellevoetsluis (1784), treedt op als curator van de insolvente boedel en goederen van wijlen Eppo Sneepels te Hellevoetsluis (1789), gecommitteerde uit de Burger-Societeit te Hellevoetsluis (1795), [328] otr./tr. Nieuw Helvoet 28-12-1781/22-1-1782 Neeltje (Cornelia) Tor(re)man, geb. Nieuw Helvoet 1750/51, ovl. Hellevoetsluis 8-2-1812, wordt bij haar huwelijk (1782) genoemd Neeltje Torreman geboren en wonend te Nieuw Helvoet.

Op 7-8-1784 maken Daniel Rolandus, commies van 's lands posterijen, en Neeltje Torreman, echtelieden te Hellevoetsluis, een mutueel testament. Seclusie weesmeesters van de forteresse van Hellevoetsluis of elders. Getuigen Jacob Kapitein en Kornelis Meuren. [329]

Doopinschrijving van Jan Francois Torman / Rolandus (1777-1834) in het Doopboek 1734-1810 van de nederduits-gereformeerde gemeente te Tilburg en Goirle.
klik op plaatje(s) om te vergroten


COMMENTAAR(¥) Wie de werkelijke vader is blijft onduidelijk: Daniel Rolandus of Otto Damisse? Waarom krijgt laatsgenoemde daags na de doop een extract? Hij komt in die tijd voor als echtgenoot van Geertuijd de Lang met wie hij kinderen laat dopen in de periode 1757-1767 te Loon op Zand. En voor wie is het extract bedoeld dat op 7-5-1785 verstrekt wordt? Daniel en Cornelia zijn dan al ruim drie jaar wettig getrouwd en woonachtig in Hellevoetsluis.

Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook
hier
Referenties Fragment Genealogie Rolandus --- Generatie 1 ( 330 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  • Balen-1677 = M. Balen Jansz, Beschrijvinge der stad Dordrecht, Dordrecht, 1677, herdruk Dordrecht, 1966
  • Boekzaal-12 = Maandelyksche uittreksels of Boekzaal der geleerde waereld, Deel 12, Amsterdam, 1726
  • Generale missiven = Generale missiven van gouverneurs-generaal en raden aan heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie, ⇒ generalemissiven
  1. NP 11(1920)201
  2. Boekzaal-12
  3. Nav. 16(1866)183
  4. NL 1(1883)65
  5. Nav. 21(1871)60
  6. N.C.Kist en W.Moll, Kerkhistorisch archief, Volumes 3-4, p 226, Amsterdam, 1862
  7. NL 20(1902)58
  8. NL 1(1883)65
  9. W.C. Moens, The Dutch Church Registers in London, Lymington, 1884
  10. ANF 1(1883)#65 p2
  11. NL 1(1883)65
  12. Nav. 19(1869)591
  13. Nav. 16(1866)369
  14. NL 1(1883)65
  15. Nav. 16 (1866)183
  16. Nav. 60(1911)491
  17. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  18. Isaac Le Long, Jacob Houbraken (graveur), Herman Van de Wall, Boek-zaal der Nederduytsche bybels, Amsterdam, 1732
  19. J. de Wal, Nederlanders, en personen, die later met Nederland in betrekking stonden, studenten te Heidelberg en te Genève, in: Hand. en Med. Mij. der Ned. Letterkunde 1865; en Nederlanders, studenten te Heidelberg, 1886
  20. RUU, toeg. 1403 Nederlandse hervormde kerk, inv. nr. 227-229
  21. ⇒ antonius_walaeus_1573_1639_1_186699
  22. NL 1(1883)65
  23. NL 1(1883)65
  24. ⇒ archivalia_roelandus.htm
  25. NL 1(1883)65
  26. ⇒ archivalia_roelandus.htm
  27. NL 1(1883)65
  28. NL 1(1883)65
  29. zie ook NL 1(1883)65
  30. ⇒ www.geheugenvannederland.nl
  31. ⇒ www.geheugenvannederland.nl
  32. GU Delft, ONA, Not. Jacob Borgersz.Jans, inv.nr. 1506, f 25
  33. GA Amsterdam, ONA, Nots. Levinus Henriks, film 38, 16 no. 116-117, ⇒ archivalia_roelandus.htm
  34. ⇒ 09
  35. ⇒ 16
  36. ⇒ 23
  37. ⇒ 11
  38. GA Amsterdam, Not. Arch. 443/fol. 331v, gecit. in ⇒ archivalia_roelandus.htm
  39. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21730448
  40. NL 1(1883)65
  41. NL 1(1883)65
  42. NL 1(1883)65
  43. ⇒ hartelust.htm
  44. ⇒ triumphe.htm
  45. NL-HaNA, OWIC, 1.05.01.01, inv.nr. 18B
  46. Nav. 34(1884)409
  47. GN 39(1984)329
  48. GN 39(1984)329
  49. ⇒ hartelust.htm
  50. ⇒ hartelust.htm
  51. zie ook ⇒ hartelust.htm
  52. R. en J. Ottens, Naam-register der ouderlingen, diaconen en diaconessen, van de Gereformeerde Nederduytsche gemeente Jesu Christi binnen Amsterdam; zoo als dezelve zedert de Reformatie van den jaare 1578 , in rang verkooren geweest en nog zijn, Amsterdam, 1748
  53. NL 91(1974)208
  54. NL 1(1883)65
  55. Wap 9(1905)252
  56. Jb. CBG 40(1986)135
  57. R. Krul, Haagsche doctoren, chirurgen en apothekers in den ouden tijd, 's-Gravenhage, 1891
  58. GA Utrecht, ONA, Nots. S. Van Den Aelpoel , inv.nr. U054a001, akte nr. 465
  59. NL 1(1883)66
  60. zie ook NL 1(1883)66
  61. ANF 11(1894)205
  62. Wap 4(1900)125
  63. Nv. 41(1891)200
  64. Nav. 60(1911)373
  65. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  66. ⇒ dominees.nl
  67. NL 13(1895)119
  68. NL 118(2001)204
  69. NL 1(1883)65
  70. NAv. 21(1871)129
  71. ⇒ archivalia_roelandus.htm
  72. NL 1(1883)65
  73. NL 1(1883)65
  74. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  75. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  76. NL 1(1883)65
  77. NL 1(1883)65
  78. J.A. Gruys en J. Bos, Adresboek. Nederlandse drukkers en boekverkopers tot 1700, Den Haag,1999
  79. ⇒ archivalia_roelandus.htm
  80. ⇒ archivalia_roelandus.htm
  81. NL 1(1883)65
  82. Jb Amstelodamum 61(1969)97
  83. Amstelodamum 58(1971)78
  84. J. de Wal, Nederlanders, en personen, die later met Nederland in betrekking stonden, studenten te Heidelberg en te Genève, in: Hand. en Med. Mij. der Ned. Letterkunde 1865; en Nederlanders, studenten te Heidelberg, 1886
  85. Jean Coenen, Baanderheren boeren & burgers, Boxtel, 2004
  86. Nav. 54(1904)734
  87. NL 1(1883)65
  88. NL2 (1884)48
  89. Jean Coenen, Baanderheren boeren & burgers, Boxtel, 2004
  90. NL 39)1921)61
  91. ⇒ archivalia_roelandus.htm
  92. Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, ONA Oirschot, Nots. Johan van Oeckell, inv.nr. 110, akte d.d. 22-6-1654
  93. Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, ONA, toeg. nr. 15216, Nots. Johan van Oeckell, inv. nr. 110, d.d. 22-6-1654
  94. Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, ONA, toeg. nr. 15216, Nots. Johan van Oeckell, inv. nr. 110
  95. Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, ONA, toeg. nr. 15216, Nots. Johan van Oeckell, inv. nr. 110, d.d. 23-6-1654
  96. Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, ONA Oirschot, toeg. nr. 15216, Nots. Johan van Oeckell, inv.nr. 112, akte d.d. 30-9-1656
  97. RRS Resoluties Raad van State over 1648-1672, toeg. nr. 178, inv.nr. 198, f 40
  98. RRS Resoluties Raad van State over 1648-1672, toeg. nr. 178, inv.nr. 198, f 122v
  99. RRS Resoluties Raad van State over 1648-1672, toeg. nr. 178, inv.nr. 198, f 605v
  100. RRS Resoluties Raad van State over 1648-1672, toeg. nr. 178, inv.nr. 202, f 167v
  101. RRS Resoluties Raad van State over 1648-1672, toeg. nr. 178, inv.nr. 202, f 239v
  102. NL 1(1883)65
  103. Jean Coenen, Baanderheren boeren & burgers, Boxtel, 2004
  104. Ruud van Nooijen, Geschiedenis van protestanten en protestantse kerkje te Boxtel, Boxtel, 2010
  105. NL 1(1883)65
  106. Nav. 8(1858)43
  107. NL 1(1883)65
  108. NA, Classis Leiden, archiefinventaris nr. 3.18.64.01
  109. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  110. NL 12(1894(132
  111. NL 1(1883)66
  1. ⇒ www.dominees.nl
  2. zie ook NP 11(1920)201
  3. OV 17(1962)12
  4. Oud Beijerland, ORA 10 f 165v, gecit. in ⇒ piershil.com
  5. Oud Beijerland, ORA 10 f 201v, gecit. in ⇒ piershil.com
  6. NP 11(1920)201
  7. NL 1(1883)66
  8. GA Dordrecht, ONA, Nots. P. van Son, inv. nr. 451, akte 32
  9. GA Dordrecht, ONA, Nots. P. van Son, inv. nr. 451, akte 33
  10. NP 11(1920)201
  11. NL 1(1883)66
  12. Boekzaal-12
  13. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  14. ⇒ www.dominees.nl
  15. Heemtijdinghen 25(1989)9
  16. Heemtijdinghen 25(1989)15
  17. NP 11(1920)201
  18. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  19. ANF 7(1890)90
  20. Balen-1677
  21. ⇒ www.dominees.nl
  22. Joannes Vollenhove, G.R.W. Dibbets, Predikant en toerist: Het dagboek van Joannes Vollenhove, Engeland, 17 mei-30 oktober 1674, Hilversum, 2001
  23. NA 3.01.28 inv.nr 13
  24. NL 1(1883)74
  25. N.L. van Dinther en B. de Keijzer, De Parenteel van Doen Beyensz, OV, Rotterdam, 1989
  26. N.L. van Dinther en B. de Keijzer, De Parenteel van Doen Beyensz, OV, Rotterdam, 1989
  27. zie ook NL 1(1883)74
  28. Stadsarchief Dordrecht nr. 3. inv. 3984, gecit. in ⇒ www.uwstamboomonline.nl
  29. Regionaal Archief Dordrecht, toegang 3, inventarisnr. 3988, f30v
  30. ANF 1(1883) nr. 26 p3
  31. ⇒ Colvius
  32. NL 1(1883)74
  33. ⇒ 139287
  34. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  35. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  36. NL 1(1883)74
  37. zie ook NL 1(1883)74
  38. RAD, toegang 3, inventarisnr. 3545, f C02
  39. RAD, toegang 3, inventarisnr. 3522-3523-3524
  40. NA 3.01.28 inv.nr. 28
  41. RAD, toegang 3, inventarisnr. 3423, f005
  42. GA Dordrecht, 9 Gerecht van Dordrecht, inv. nr. 819, akte nr. 2 f177v
  43. RAD toegang 14, invent.nr. 69 (oudnr. 9-1622 (1784-1800)) f026/026vs
  44. NL 5(1887)106
  45. zie ook NL 16(1866)284
  46. GN 15(1960)67
  47. Nav. 32(1882)578
  48. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  49. NL 1(1883)74
  50. Boekzaal-12
  51. Boekzaal-12
  52. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg inv. nr. 136 hervormde kerk Geervliet
  53. ⇒ www.dominees.nl
  54. OV 8(1953)57
  55. OV 9(1954)141
  56. Boekzael-12
  57. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg inv. nr. 136 hervormde kerk Geervliet
  58. ⇒ www.dominees.nl
  59. NL 1(1883)74
  60. NP 79(1995)77
  61. NL 1(1883)74
  62. OV 38(1983)151
  63. OV 7(1952)106
  64. NP 79(1995)77
  65. NL 1(1883)74
  66. NP 79(1995)77
  67. OV 8(1953)57
  68. OV 9(1954)141
  69. SA Voorne Putten, ONA, toeg. nr. 110, Nots. Pieter Ploos van Amstel, inv. nr. 1056
  70. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegang 032, Stad Geervliet Regesten Transportregisters, Inv.nr. 213, nr. 1009
  71. SA Voorne Putten, ONA, toeg. nr. 110, Nots. Pieter Ploos van Amstel, inv. nr. 1056
  72. NL 1(1883)74
  73. OV 38(1983)151
  74. NL 1(1883)74
  75. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  76. OV 9(1954)141 e.v.
  77. ⇒ www.dominees.nl
  78. NL 1(1883)74
  79. NL 1(1883)74
  80. OV 9(1954)141 e.v.
  81. zie ook NL 1(1883)74
  82. zie ook NL 20(1902)82
  83. Regionaal Archief Dordrecht, Gerecht van Dordrecht 9, ONA, Nots. Petrus Van Son, inv. nr. 802, f75
  84. RAD, toegang 9, inventarisnr. 92 (voor 4-9-2014: 152), f018v
  85. RAD, toegang 9, inventarisnr. 92 (voor 4-9-2014: 152), f020
  86. Regionaal Archief Dordrecht, toeg. nr. 24, Heilige Geest- en pesthuis ter Nieuwkerk, inv. nr. 197
  87. NL 1(1883)74
  88. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  89. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  90. RAD, toegang 3, inventarisnr. 3522-3523-3524
  91. SAD 3-3989-2, f 008
  92. NL 1(1883)74
  93. NP 11(1920)201
  94. ANF 16(1903)101
  95. NA 3.01.28 inv.nr. 28
  96. GA Rotterdam, toeg. nr. 346 Familie Van den Abeele, nr. 3
  97. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegang 037, Ambacht Naters en Pancrasgors Transporten, Inv.nr. 116, nr. 125
  98. Regionaal Archief Dordrecht, Gerecht van Dordrecht 9, ONA, Nots. Roeland Nolthenius, inv. nr. 819, f38v
  99. NL 1(1883)74
  100. GA Utrecht, ONA, Nots. R. van Vliet, inv.nr. U238a001, akte nr. 70
  101. ANF 16(1903)101
  102. NL 1(1883)74
  103. ANF 16(1903)101
  104. NL106(1989)171
  105. ANF 16(1903)101
  106. NL106(1989)171
  107. H. Bots, I. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse Studenten, 1550- 1750, Tilburg, 1979
  108. NL 35(1917)222
  109. NL106(1989)171
  110. NL 35(1917)222
  111. NL106(1989)171
  1. Nav. 28(1876)287
  2. NL 69(1952)270
  3. NL 69(1952)270
  4. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  5. OV 8(1953)57
  6. NL 1(1883)74
  7. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  8. CBG, W.M.C. Regt, Naamlijst der Predikanten van Zeeland, GA 164, inv. nr. 962
  9. NL 1(1883)74
  10. Nav. 32(1882)578
  11. SA Voorne Putten, ONA, toeg. nr. 110, Nots. Pieter Ploos van Amstel, inv. nr. 1056
  12. zie ook NL 1(1883)74
  13. zie ook NP 11(1920)201
  14. zie ook NL 1(1883)74
  15. zie ook Nav. 45(1895)308
  16. NL 1(1883)74
  17. Johan Dibbetz, Het groot militair Woordenboek, waar in ..., 's-Gravenhage, 1740
  18. SAA, Not. Arch. toeg.nr. 5075, Nots. Cornelis van Homrigh, inv.nr. 365, akte nr. 295, URL: ⇒ eknwvke4e
  19. SAA, Not. Arch. toeg.nr. 5075, Cornelis van Homrigh, inv.nr. 365, akte nr. 312, URL: ⇒ eknwvke6w
  20. Nav. 32(1882)578
  21. Besluiten van het Staats-bewind der Bataafsche Republiek, 1805
  22. NL 1(1883)74
  23. NL 2(1984)48
  24. CBG, W.M.C. Regt, Naamlijst der Predikanten van Zeeland, GA 164, inv. nr. 962
  25. NL 42(1924)20
  26. NL 41(1923)298
  27. NL 13(1895)138
  28. NL 41(1923)298
  29. NL 2(1984)48
  30. NL 13(1895)138
  31. NL 13(1895)138
  32. NL 13(1895)138
  33. Zeeuws Archief, toeg. nr. 29 Nederlandse Hervormde Kerk, Classis Zuid-Beveland, inv. nr. 95
  34. NL 13(1895)83 e.v.
  35. NL 1(1883)74
  36. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  37. SA Voorne Putten, ONA, toeg. nr. 110, Nots. Daniel Rolandus, inv. nr. 1110, akte nr. 36
  38. Generale missiven
  39. zie ook NL 1(1883)74
  40. zie ook NP 11(1920)201
  41. NL 1(1883)75
  42. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  43. Romein
  44. Romein
  45. Dominees.nl
  46. Tweede algemeene naamlyst des oeconomischen taks van de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen, voor het jaar 1782, Haarlem 1782
  47. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  48. Dominees.nl
  49. Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in de Vereenigde Nederlanden voor den jare ..., Leiden, 1821
  50. ⇒ I2842.php
  51. Regionaal Archief Dordrecht, toegang 3, inventarisnr. 1917, f160v
  52. Resolutien van Holland, Deel 1, 1755
  53. NL 1(1883)74
  54. ANF 11 (1894)223
  55. ANF 4(1887)58
  56. Leydse courant 12-09-1774
  57. GA Utrecht, ONA, Nots. D. W. Van Vloten, inv.nr. U247a013, akte nr. 226
  58. GA Utrecht, ONA, Nots. D. W. Van Vloten, inv.nr. U247a013, akte nr. 241
  59. GA Utrecht, ONA, Nots. D. W. Van Vloten , inv.nr. U247a014, akte nr. 20
  60. GA Utrecht, ONA, Nots. H. N. Schalkwyk A Velden, inv.nr. U242a011, akte nr. 47
  61. NL 1(1883)75
  62. ANF 11 (1894)223
  63. ANF 11(1894)223
  64. NA 16(1918)64
  65. A. van Hoogstraten Jr., Naamlyst van al degenen ..., 's-Gravenhage, 1817
  66. 's Gravenhaagsche courant, 17-09-1817
  67. ANF 12(1895)116
  68. Gelders Archief, toeg. nr. 2003 ORA Arnhem, nv. nr. 432, f10r-11r
  69. Gelders Archief, toeg. nr. 2003 ORA Arnhem, nv. nr. 437, 133r
  70. NL 32(1914)188
  71. NL 1(1883)74
  72. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegang 035, Ambacht Het Weergors en de Fortificatie Hellevoetsluis, Inv.nr. 167, nr. 764
  73. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegang 035, Ambacht Het Weergors en de Fortificatie Hellevoetsluis, Inv.nr. 167, nr. 765
  74. SA Voorne Putten, ONA, toeg. nr. 110, Nots. Hendrik Kruijne, inv. nr. 1134
  75. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegang 035, Ambacht Het Weergors en de Fortificatie Hellevoetsluis, Inv.nr. 168, nr. 1076
  76. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegang 035, Ambacht Het Weergors en de Fortificatie Hellevoetsluis, Inv.nr. 169, nr. 1193
  77. NL 1(1883)75
  78. Utrechtsche courant 20-03-1805
  79. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21685877
  80. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21687341
  81. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21693199
  82. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21693288
  83. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21693259
  84. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21694037
  85. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Kelffkens, inv.nr. U225a009, akte nr. 31
  86. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21698597
  87. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21698896
  88. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21703506
  89. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21704030
  90. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21709293
  91. zie ook NL 1(1883)75
  92. zie ook NP 11(1920)201
  93. Amsterdamse courant, 12-07-1787
  94. GA Utrecht, ONA, Nots. N.W. Buddingh , inv.nr. U272c022, akte nr. 61
  95. GA Leiden, Bonboeken, 8ste register, f104
  96. Tweede algemeene naamlyst des oeconomischen taks van de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen, voor het jaar 1782, Haarlem 1782
  97. GN 44(1989)202
  98. zie ook NP 11(1920)201
  99. zie ook NP 11(1920)201
  100. NP 11(1920)201
  101. NP 11(1920)369
  102. ANF 17(1905)185
  103. HCO, toeg. nr. 0022.1, inv. nr. 640
  104. NP 11(1920)369
  105. ANF 17(1905)185
  106. Decreeten van de Provisioneele repræsentanten van het volk van Holland. 26 January 1795--2 Maart 1796, Volume 3,Deel 1, Den Haag, 1799
  107. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, ONA, toeg. nr. 110, Nots. Adrianus Hubertus Honigh, inv. nr. 1151
  108. SAVPR, NA, toeg. nr. 110, Nots. Louis Mijnard van Kruijne, inv. nr. 1284, akte nr. 78

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 2
Back to previous
generation 0
Directly go to generation :
1