You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Mooyaert ⇒ Gen. nr. 2 |
2a. Cornelis (Cornelio) Mojaert (Moijen), geb. Amsterdam RK 1624, ovl. 1668-1676, koopman (1659) op Spanje en West Indië in compagnie met zijn zwagers Balthasar Schoutten en Philippo van Hulten,
woonde aan het Singel op de Rouaansekade in de 'Olyphant',
en sinds 1658 te Amersfoort in de Muurhuizen in 'de Lombart',[1]
belender in de Muurhuizen (1668, in 1681 zijn erfgenamen),
otr./tr. Amsterdam pui 3-6/2-7-1651
Maria van Hulten, geb. Amsterdam RK 1626, beg. Amsterdam Nieuwe K. 4-11-1673, woonde sinds 1672 bij haar broer Philippo van Hulten te Amsterdam,
op de Keizersgracht (1673),
dr. van Nicolaes Matteuszn van Hulten, koopman op Spanje en West Indië, en Odilia Hendricx van der Winden.[2]
Zij beiden treden in 1666 te Amersfoort op als getuigen bij het huwelijk van haar zuster Aleid van Hulten.
Op 13-10-1657
verkoopt Cornelis Moijart aan Jeuriaen Jansz Kivit,
een huis en erf genaamd De Kieviet op de Nieuwezijds Achterburgwal (Spuistraat) met een plaats daar achter te Amsterdam.
[3]
Op 15-2-1659
verkoopt Jacob van Westrenen, mede voor Juffrouwe Andrea Leydecker, zijn vrouw,
aan Cornelis Moijaert, koopman, zijn vrouw en hun erven,
een huis, hof en hofstede in de Muurhuizen te Amersfoort, met de hof er tegenover,
belend door Mr. Gisbert van Dompselaer en
door Annitgen Andries van Nieuwenburgh.
[4]
Op 1-6-1660
verkopen Balthasar Schoutten en Cornelis Moijaert,
aan Jan Jansz Lootsman,
een huis en erf op de Nieuwezijds Achterburgwal (OZ) (Spuistraat) te Amsterdam.
[5]
Op 12-8-1668 verkopen Cornelis Janz van Sneldert en zijn vrouw Merritgen Aerts van Arckell, en Weijmptgen Frans van Sneldert, weduwe van Jacob Henrickz en haar zoon Hendrick Jacobsen, tezamen erfgenamen van Jan Jansz van Sneldert, bomesijdewerker, en zijn vrouw Grietgen Jans
aan Cornelis Mojaert en zijn vrouw
2 huisjes nu tot een geapproprieert, staande en gelegen in de Muurhuizen omtrent de Ketelaersbrug belend aan beide zijden door Jan Gerritsen van Borculoo.
[6]
Op 11-2-1676 verklaart
Johannes Buijs, als speciale gemachtigde van Rijckje Pieters, weduwe van Sander Sandersz geleend te hebben van
Willem Muijs
1600 gulden en 12 stuivers, spruitende uit sake van geleverde woll, kettinggaren, verschoten penningen aan Balthasar Schouten, aen Cornelis Moijen sa(liger): aen Joffr. Ida van Diden, weduwe van Nicasius Bor.
Tot onderpand dienen
1) een huis, hof en hofstede in de St. Jansstraat,
belend aan de ene zijde Cornelis van Liende,
aan de andere zijde Dirck Jans, bleijker,
2) vier huizen staende in de Coninckstraat, waarvan twee op ijdere hoeck van t Brandsteegje en de andere twee naast het huis van majoor Veenhuijzen aan de ene zijde en aan de andere zijde Melis de schoenlapper,
3) een huis in het Pisstraatje, ten sijden de wall.
[7]
Op 7-8-1682
verkopen de erven van Cornelis Moijaert en de erven van Nicolaas Moijaert,
aan Hendrik Koedijk,
een huis, achterhuis en erf, waar Het Waterschip in de gevel staat, op de Nieuwezijds Voorburgwal (WZ) het tweede huis bezuiden de Klimopsteeg te Amsterdam.
[8]
Op 7-8-1682
verkopen de erven van Cornelis Moijaert en de erven van Nicolaas Moijaert,
aan Joris Jansz Kool,
een huis en erf aan het Keizerrijk (NZ) te Amsterdam.
[9]
Op 7-8-1682
verkopen de erven van Cornelis Moijaert en de erven van Nicolaas Moijaert,
aan Jan Dirksz,
een huis en erf in de Mosterdpotsteeg (ZZ) te Amsterdam.
[10]
Op 7-8-1682
verkopen de erven van Nicolaas Moijaert en de erven van Cornelis Moijaert,
aan Iken Albertsz Doornenkroon,
een huis en erf op het Singel tussen het huis Malta en de Jan Rodenpoortstoren te Amsterdam.
[11]
Op 25-11-1685 testeert te Amersfoort
Catharina van Hulten, wonend te Amersfoort.
Zij geeft aan en ten behoeve van de samenlijcke kinderen van wijlen Maria van Hulten, haar zuster, verwekt bij wijlen
Cornelis Mojaert :
1) een schepenkennissen van 5.000 gulden kapitaal dd. 30-8-1661 bij Barthout Ockers, ten behoeve van de erfgenamen van wijlen
Nicolaes van Hulten, beleden uit zijn huysinge staande op de Oudezijts Achterburghwal te Amsterdam,
2) idem 3.000 gulden kapitaal als resterende aan een schepenkennissen van 30-8-1668, beleden als voren,
3) en dan nog al 't geen sij te Groningen of in die provintie en daer omtrent, soo van capitaal als renten, resterende cooppenningen, en ook de Veenen daer omtrent gelegen, te goede mocht hebben en uytstaende is.
Dit sonder dat de voornoemde kinderen van wijlen haar zuster zullen behoeven te voldoen, na te komen en uit te keren 2.000 gulden die haar overleden vader in de beecker aangetekend heeft. Onder conditie nochtans dat zij haar leven lang zal genieten de jaarlijkse interesse en inkomen van de schepenkennissen plus hetgeen in Groningen uitstaande is.
Verdere conditie is dat uit deze gifte aan
Margaretha Theresia Mojaert zal moeten worden voldaan 1.400 gulden, die zij van de comparanten tegoed heeft, indien dat bedrag niet voor haar overlijden terugbetaald is.
Verder compareert Nicolaas Mojaart, wonend te Amersfoort, die voor hemzelf en voor zijn broers en zusters verklaart bovengenoemde donatie te aanvaarden. ("dit is de gift van zijn moeye met behoorlijcke schuldige dankbaarheid".)
[12]
Op 26-1-1686 compareren te Amersfoort Nicolaes Mojaert (tekent: Moijaert), wonend te Amersfoort, tevens als gemachtigde voor
Franciscus Moijaert, zijn broer, tegenwoordig uitlandig,
Catharina Moijaert, weduwe van Sampson Spiegel,
Maria Koedijck, weduwe van doctor Cornelis Mojaert, als moeder en momberse van haar onmondige kinderen.
Zij zijn kinderen en erfgenamen van Cornelis Mojaert en Maria van Hulten, hun overleden ouders. Zij machtigen Lucas Dillingh, wonend te Groeningen, om uit hun naam te accorderen over zodanige actie als de erfgenamen van wijlen Cornelis Mojaert in te pretenderen hebben op Siriacus (of Siriaens, Siriaeus) Tissinck, de penningen te ontvangen en quitinge te doen.
Getuigen: Allert Henricks en Willem Bruck.
[13]
Op 17-3-1686
verkopen de erven van Cornelis Moijaert en Maria van Hulte,
aan Philips Boon,
een huis, waar De Olifant op de gevel staat, op de Koningsgracht (OZ) (Singel) tussen Lijnbaanssteeg en Torensteeg te Amsterdam.
[14]
Op 1-7-1693 verkoopt
Nicolaas Mojaart, koopman te Amsterdam, voorzichzelf en als speciaal gemachtigde voor Odilia Mojaart, Maria Koedijck, weduwe van Cornelis Mojaart, voor haarzelf en haar twee minderjarige kinderen, en voor haar broer Joan Mojaart en voor Catharina Mojaart en Margareta Teresia Mojaart, wonende alhier, haar zusters, aan
Henrick Janszn Wolspinder
zeker huis en erf staande en gelegen in de Muurhuizen,
belend aan de ene zijde Jan Gerritszn van Borculo,
aan de andere zijde Jan Gerritszn van Borculo.
[15]
Uit dit huwelijk:[16]
[17]
Op 16-9-1732 wordt een machtiging tot inventarisatie verleend betreffende de nalatenschap van Margareta Theresia Mojaert.
Erfgenamen zijn haar nicht Maria Mo(i)jaart, gehuwd met Cornelis Vernoij, en Maria Spiegel.
(zie ook recordnr. 6536)
[18]
Er wordt verwezen naar een testament: d.d. 30-1-1724 [19]
Op 4-12-1732 vindt te Amersfoort de boedelscheiding plaats van
Margareta Theresia Moijaert, overleden 9-9-1732.
Erfgenamen zijn een nicht en een neef van Margareta, met name
Maria Spiegel, meerderjarig, ongehuwd in Amersfoort, en haar broer Cornelis Spiegel.
[20]
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [21] is zij ovl. voor 1686. Hoezo?
Margareta Tresia Moyaert, en Odilia Maria Moyaert krijgen octrooi om te testeren voor Nots. H.W. Brielius.[22]
[23]
Op 23-12-1672 machtigt Henrick Laurens Spiegel, wonend te Amersfoort, als executeur van het testament van zijn oom wijlen Henrick Laurens Spiegel, Marte van der Hem (zijn neef), wonend te Amsterdam om zijn broer Samson Spiegel, mede-executeur van het testament, te helpen bij de verkoop van de hofstede De Heremitagie bij Amsterdam in de banne van Amstervee (of Amsterveen, Amstenvee).
[25]
Catharina Moyaerts, echtgenote van Sampson Spiegel te Amersfoort krijgt octrooi om te testeren 23-1-1680 voor Nots. D. Woertman.[26]
Op 2-3-1681 verklaren Henrick Laurens Spiegel (de jonge), wonend te IJselsteyn, en
Sampson Spiegel, wonend te Amersfoort,
dat bij de schepenen van Amsterdam op 4-2-1671 in plaats van
Mr. Henrick en Laurens van de Hem, tot voogden en executeurs in het testament van
hun overleden oom Henrick Laurens Spiegel zijn gestelt, volgens extract uyt het schepen-minuutregister, berustende ter secretarie van de stad Amsterdam, aan notaris en getuigen getoond machtig te maken: Willem van Eyckelenbergh, wonend te Amsterdam, om te compareren voor de schepenen van Nieuwer Amstel, om te transporteren en quyt te schelden aan en ten behoeve van de heer ....... (niet ingevuld) de Vick, schepen van Amsterdam:
een perceel land + huysinge daarop met de rietlanden en braggen (bruggen?) daaraan liggende, groot ca. 11 morgen, gelegen in de banne van Amsterveen aan het Nieuwe diep, ten oosten en ten noorden belend het Nieuwediep, ten zuiden de ringhsloot van de Diemermeer, te weten het land van de hontte Waelderpolder, zonder dijcken of dammen, gedaan ten huizen van Anthoni van Wijckerslooth.
[27]
Op 28-6-1682 machtigen Henrick Laurens Spiegel, Rentmeester van de Prince van Orangien tot Ysselsteijn, en
Sampsom Spiegel, beide wonend tot Amersfoort,
mede namens hun zuster Maria Margareta Spiegel, allen erfgenamen van hun moeije Petronella van Bronckhorst saliger, Jan Cornelis Breghman, wonend tot Schagen (Noord-Holland) om de van hun moeije aanbestorven landerijen en goederen in Noord-Holland te administreren, te beheren en te verhuren.
Akte ten huize van Sampson Spiegel.
Getuigen: Wouter van Bogerijen en Winand Pannekoeck.
[28]
Op 31-12-1683 verklaart te Amersfoort
Catharina Mojaert, wed. en boedelharster van: Sampson Spiegel, als gemachtigde van en neamens de Vrouwe van Walbeeck,
verkocht te hebben (wat haar man saliger voor zijn overlijden verkocht had) een plecht van 375 gulden, door Jan van Gelder gevestigd in zijn huijsinge in de Utrechtsenstraat, plus rente, voor 210 Carolus gulden, te betalen in termijnen.
Getuigen: Jan Tesper van Munster en Winand Pannekoeck
[29]
Op 17-7-1684 compareren te Amersfoort
Henrick Laurens Spiegel, Rentmeester en Griffier van de Lheenen van de Prince van Orangien tot Isselsteyn [30]),
Catharina Moyaers, (zij tekent: Moyaert wed. Spiegels), geassisteerd met
Nicolaas Mojaert, haar broeder (ook: Nicolas Moijaers). Zij
verklaren dat Henrick Spiegel en Sampson Spiegel twee kalkovens hebben gekocht van Pieter de Graeff met de huijsingen, boomgaard, hofstede en schuren etc. onder Eembrugge bij de Seldertse Sluijs, onder aftrek van de reparatie en dat wat van de stad Amersfoort is genoten voor het "treckpadt" (jaagpad) en verder 24 dammaten land in de Blocklands Polder onder den Gerechte van Bunschoten.
De kalkovens zijn getransporteerd aan Sampson Spiegel op 2-2-1681 en het land op 1-12-1680 aan de gezamenlijke comparanten.
Henrick Laurens Spiegel treedt ook op als man en voogd van zijn vrouw Aleijda Maria Graft, waar hij geboorte bij heeft.
Catharina Moyaers treedt tevens op als weduwe, boedelharster en lijftochterse van Sampson Spiegel saliger en als moeder en momberse van haar onmundige kinderen.
De comparanten willen deze gemeenschap niet langer continueren en delen nu als volgt:
Henrick Laurens Spiegel behoudt de 24 dammaten lands onder Bunschotens Gerecht in de Blocklandse Polder, mits hij 339 gulden betaalt aan de weduwe Spiegel, zijnde de helft van wat het land meer gekost had als de kalkovens. De weduwe zal de kalkovens behouden.
Akte ten huijse van de weduwe binnen Amersfoort.
Getuigen: Willem Brinck en Winand Pannekoeck
[31]
Op 17-7-1684 verklaart Catharina Mojaert, (ook: Moijaert, wed. Spiegels), weduwe, boedelharster en lijtochterse van Sampson Spiegel, dat zij 24 dammaten lands onder den Gerechte van Bunschoten in de Blocklands Polder gemeen had met Laurens Spiegel, Rentmeester en Griffier van de Lheenen van de Prince van Orangien tot Isselsteyn. Het land is belend: (o): Mr. ... Roeland, (z): Coenraet Conincx, (w): de gemeenen dijck en (n): de 36 dammaten gekomen van Joff. van Westrenen.
Dit land wordt getransporteerd aan Henrick Laurens Spiegel.
Catharina Mojaert treedt tevens op als moeder en momberse van haar onmundige kinderen en zij wordt geassisteerd door haar broeder Nicola(e)s Mo(i)jaert.
De partijen willen de gemeenschap niet continueren. Laurens Spiegel heeft haar 389 gulden 10 stuivers betaald voor haar portie. Zij machtigt Henrick van Aecken, Gerechtsbode van Bunschoten, om namens haar voor Schout en Gerecht van Bunschoten deze 24 dammaten land te transporteren.
Akte ten huijse van de comparante.
Getuigen: Willem Brinck en Winand Pannekoeck.
[32]
Op 16-3-1686 compareren te Amersfoort Aleyde Maria Graft, wed. van Henrick Laurens Spiegel, rentmeester en griffier van Rhenen, van zijne Hoogheid de Prins van Orangje,
en Catharina Mojaert, (tekent: Moijaert), wed. van Sampson Spiegel, wonend te Amersfoort. Zij verklaren als weduwes, boedelhoudsters en mombers over hun minderjarige kinderen te machtigen Johan Bregman, wonend te Schagen in Holland, om te regeren en administreren de goederen en landerijen te Schagen, Bersiggerhoorn (= Bersingerhorn), Heringhuysen en andere gerechten en gehuchten daaromtrent, en om deze te verkopen, de zaken te regelen en speciaal om aan Adriaen Cornelis Lommetsum te transporteren een stukje land, genaamd Hooghveen (aan Adriaen Cornelis Lommetsum verkocht, als erfcooprecht).
Acte ten huyse van Anthoni van Wijckerslooth.
Getuigen: Adriaen van Lommetsum, advocaat, en Jordanus Lommetsum.
[33]
Op 8-8-1719 vindt te Amersfoort de boedelscheiding plaats van een ongenoemde erflater tussen Eva Catharina Moijaert, wed. van Sampson Spiegel en
Margareta Theresa Moijaert, bejaarde ongehuwde dochter. Het betreft de Hoffstede "Den Brinck" met ca. 30 mergen land daaraan gelegen in Hamersveld. De ouderlijke nalatenschap is onverdeeld.
Er wordt verwezen naar een maagdescheid bij notaris Jacobus Helleus in Amsterdam d.d. 6-10-1683.
[34]
Op 13-6-1721
verkoopt Eva Catharine Moijaert, weduwe wijlen de heer Sampson Spiegel, wonende alhier, als speciale gemachtigde van Johanne Maria de Block, weduwe wijlen de heer Gerardus Arnoldus, brouwer in zijn leven medicinae doctor wonende tot Amsterdam voor haar zelf en als moeder ende momberse over haar onmondige kinderen
aan Helena Fuijght, weduwe van Johan Beetzel, borgerse,
een hof met een stenen speelhuisje in de vrijheijd dezer stad gelegen, staande even buiten het Heerepoortje aan het pad en voorts van daar met een eigen gang naar den hof, belend
aan de oostzijde van de hof Hendrina Boekhouwer,
aan de zuidzijde Cornelis de Swart,
aan de westzijde Dirck Vosch,
aan de noordzijde een gemeene gang.
[35]
Uit dit huwelijk:
Op 4-8-1725 verkoopt
mr. Jan Fredrik Teekman, heer van 't Hogeland, soo voor sigselve als in procuratie hebbende van zijn vrouw Wilhelmina van Koornbeek, aan Cornelis Spiegel
een huis gelegen op de Kortegracht met hof, agterhuijs en stallinge in de Valkestraat uijtkomende,
belend ten noorden het Oldenbarneveldsteegje ,
ten zuiden Otto van Bennecum.
Inventarisnummer
[39]
Op 30-10-1751 verkoopt Cornelis Spiegel, burger, aan
Willem Methorst, schepen en Raad der stad
'n huis, erf en grond op de Kortegracht, met stalling, pakhuis en twee woningen in de Valkestraat, met alles daarin dat aard- en nagelvast is, belend
aan de ene zijde: doorgaand 't steegje van de gracht naar de Valkestraat,
van voren de weduwe van Otto van Bennekom,
van achteren de weduwe Willem Corton.
[40]
Op 22-2-1748 machtigen Maria Spiegel, en Margaretha Vernoy, meerderjarige dochters, wonend te Amersfoort,
hun broer en neef Cornelis Spiegel, wonend te Amersfoort, voor de ontvangst van de Liberale gifte van de begroting van goederen en bezittingen.
[41]
Op 18-7-1684 machtigt Henrick Laurens Spiegel, Rentmeester en Griffier van de Lhenen van de Prince van Orangien tot Isselsteyn,
Nicolaes Moijaert om al zijn goederen en landerijen, die hij in en rond de stad bezit, te administreren en te verhuren etc.
Getuigen: Cornelis Jacobs en Winand Pannekoeck.
[42]
Op 1-7-1693 verkoopt
Nicolaas Mojaart, koopman te Amsterdam, voorzichzelf en als speciaal gemachtigde voor Odilia Mojaart, Maria Koedijck, weduwe van Cornelis Mojaart, voor haarzelf en haar twee minderjarige kinderen, en voor haar broer Joan Mojaart en voor Catharina Mojaart en Margareta Teresia Mojaart, wonende alhier, haar zusters, aan
Henrick Janszn Wolspinder
zeker huis en erf staande en gelegen in de Muurhuizen,
belend aan de ene zijde Jan Gerritszn van Borculo,
aan de andere zijde Jan Gerritszn van Borculo.
[43]
Marten van Loon, scheepen en raed van Amsterdam,
Anna Backer ongehuwde Dogter, Nicolaas Warin als procuratie hebbende
van de gesamentlijke Erfgenamen en Elisabeth le Gillon
wede van wijlen Daniel Lestevenon,
en Hendrik Reynst, zijn allen voor een vierde part eygenaers van zeekere Drie Obligatien
houdende ten laste van 't land van Holland en Westvrieslandt
ten Comptoire van den Ontfanger alhier ter
steeds, namentlijk Eene van Tienduyzend guldens Capitael
van dato den 15 Januari 1672, Staende op de naem van
d'heer Lieven van Loon, secretaris,
Item eene van Vijf duysent guldens Capitael
van dato den tweeden Junij 1707 staende op de naem
van Engel van Brienen en Compe,
en Eene van Een duysent glds Capitael van
dato den 2 Augustij 1707 staende op de naem van Claes Mooyaert.
[44]
Referenties van de gegevens van generatie 2 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Mooyaert --- Generatie 2 ( 44 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. |
||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 3 |
generation 1 |
Directly go to generation : 1 2 3 |