You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Leupenius ⇒ Gen. nr. 1 |
Dit fragment werd opgezet om de herkomst van Ds. Petrus Leupenius in beeld te brengen. Hij trouwt in 1634 met Sara Becouw, dochter van Pauwels (Paulus) Be(c)kau(d) (Be(c)kou) en van Mayke Van Overbee(c)k, nr. 12840 en 12841 in de Kwartierstaat Lapikás.
I |
COMMENTAAR(¥) Diverse auteurs [1] [2] noemen haar Barbera Elsevier van Heule, zonder een oorspronkelijke bron te noemen. In de Leidse archivalia heb ik zo'n bron niet kunnen vinden, evenmin als in de complete Nederlandse genealogische literatuur 1850-2000. Hoe komt die naam Elsevier erbij? |
Op 13-2-1634 compareerde Barbertgen van Heule, wed. van Mr. Pieter Leupen wonend binnen Leiden, met "Pieter Leupen hare soon, bedienaer des goddelijcken woorts als haren gecoren vocht ten desen, verclarende ende te kennen gevende sij comparante voornoemt hoe dat sij tegenwoordich inne woont met Barbertgen Leupe hare alsnoch ongehuwde dochter, ende dat naer haer comparantes overlijden tusschen hare kinderen lichtelijc questij mochte ontstaen door ende tersake d'selve mochten sustineren dat den huijsraet imboedel ende andere haer comparante toegecomen goeden, die de voorsz hare dochter alsnu heeft ofte naer desen sal vercrijgen, ende dienwegens daeraen souden willen parten ofte deelen, Zoo ist dat sij comparante omme alle questijen ende geschillen die naer haer comparantes overlijden tusschen hare naer te laten kinderen souden mogen ontstaen, voor te comen, bij desen ter goedertwillen verclaert, dat alle de huijsraet ende imboedel geene wtgesondert die sij comparante voor desen mach hebben gehadt ende alsnu bij de versz hare dochter ende hare comparante te samen werden gebruijct ende die de voorsz hare dochter noch mach vercrijgen, de voorsz Barentgen Leupe hare dochter in vrij eijgendom toecomt sonder dat sij comparante daeraen eenichen rechtte off aenseggen es behoudende in geene maniere, alle dselve huijsraet imboedel ende andere voor so veel ?? sij hare voorsz dochter transporterende, cederende ende overgevende bij desen, omme daer mede gedaen gewonnen ende verloren te werden gelijc men met vrij eijgen goeden vermach te doen, van welcke transporte sij comparante haer ten volle ende genoucht voldaen ende betaelt heeft den laetsten penningen mette eersten, ende dat ten aensien sij comparante eenige jaren herwaerts vermits haere ouderdom hare cost niet heeft cunnen winnen ende bij de versz hare dochter bijgestaen is ende noch naer desen bijgestaen mochte werden, versoeken sij comparante dat vantgunt voors(chreven) staet kennisse gedragen gemaect ende geexpedieert mochte werden openbaer instrument in gewoone formen. Aldus gedaen verleden ende gepasseert binnen deser stadt Leijden ten huijse mijns nots. staende opte Hogewoert, present Joost Deneut ende Pieter Deneut de Jonge als getuijgen van goeden gelove neffens mij nots. ten desen versocht ende gebeeden". W.g. 't merc van Barbertgen van Heule, Petrus Leupenius, get. en nots. [3]
Getuigenisboeken Leiden:[4]
Pieter Leupe, baeywerker, 42 jaar, L 161v, d.d. 1611-1615
Pieter Leupe, saeywerker, 48 jaar M 228 d.d. 1615-1619
COMMENTAAR(¥) Uit deze gegevens kan men concluderen dat deze Pieter Leupe 1568-1571 geboren is. Of hij identiek is met nr. Ia. kan pas blijken uit opzoeken van de tekst van bovenstaande getuigenissen.
Bonboeken Leiden (tekst nog opzoeken):
Pieter Jansz. Leupen saaiwerker, Zuidsingel bon Waardbon [5] woont buiten de Sijlpoort tr 1628 Belytgen Muliers
ONA Leiden (tekst nog opzoeken)
11-1-1638: Christiaen Dezeun saijdrapier, en Gillis Tornaer fusteijndrapier ... [8]
19-4-1638 Gillis Tornaer fusteijndrapier ... [9]
4-5-1645 Gillis Tornaer als principael ... [10]
II |
IIa. Ds. Petrus L(e)upenius, geb. Colchester (Engeland) tussen 15 jan. en 18-5-1607, ovl. Amsterdam 15-1-1670,[11] beg. Amsterdam Oude Zijdskapel 21-1-1670 (graf nr. 142, ƒ 8,--), predikant en taalkundige, ingeschreven als student artes liberales aan de Universiteit van Leiden 16-11-1622 ("Petrus Lupe, Leydensis. An. 15 stud. bon. Artium. Apud Matrem in de Heerensteeg"),[12] [13] woont bij zijn moeder in de Herensteeg (1622), verkrijgt als Petrus Leupen, geboren te Colchester in Engeland als zn. van Pieter Leupen en Barabara Leupen, oud 23 jaren, op 18-5-1630 te Leiden de (studie)Beurs van Roon (opgerigt door Mr. Pieter van Duvelant en van Roon, ruwaard en bailluw van den lande van Putten, volgens diens testament van 1539), werd in 1633 als proponent beroepen te 's-Hertogenrade (Classis Maastricht), wordt de eerste predikant aldaar (1634-1635), wordt vandaar in 1635 door de Spanjaarden verjaagd, en richt zich op 7 en 28 dec. 1635 tot de Kerkeraad van Leiden met het verzoek om ergens bevorderd te worden,[14] [15] probeert in 1636 de vacante predikantsplaats in Lisse te krijgen maar wordt uiteindelijk in 1637 geref. predikant te Hattem, woont in het College van de Ed. Mo. HH Staten (1634), op de Middelwech (1636), doopget. (1634), huw. get. (1636), ingeschreven als student aan de Universiteit van Leiden 10-1-1639 ("Petrus Leupenius, Leidensis. Pastor Ecclesiae. 29 (jaar)"),[16] wordt op 2-5-1642 beroepen naar Amsterdam, "moest voor de Approbatie eerst prediken", en werd op 30-1-1642 in de Oude Kerk bevestigd door Ds. P. Wittewrongel, predikant aldaar, is vervolgens geref. predikant te Amsterdam (1642-1670) tot zijn overlijden in 1670,[17] [18] woont aldaar In de Witte Gans op de Prinsegracht tegenover de Noorder Kerk (1651),[19] keert zich tegen het gebruik van leenwoorden in het Nederlands (1651), levert kanttekeningen bij grammaticale geschriften van andere taalkundigen en geeft spellingregels (1653), waartegen Joost van den Vondel in het geweer kwam met een Noodigh berecht over de Nederduitsche misspellinge achter de uitgave van Lucifer, waarna Leupenius via de kerkenraad de verdere opvoering en de uitgave van Lucifer weet te verbieden, en in Naaberecht gedaan op J. v. Vondelens Noodigh berecht (1654) fel uithaalt naar Vondels spellinginzichten.[20] otr. Leiden geref. 11-1-1634 (get. voor hem: Barbertgen Leupen wonend op het Hogelandse Kerckhoff, voor haar: Maeycken Becouw, haar moeder wonend op de Middelwech, mede wed.) Sara Becouw, geb. vóór ca. 1615, beg. Amsterdam Oude Zijds Kapel 29-9-1678 (Sara Bekau, wed. van Luepenius), afkomstig van Leiden, wonend op de Middelwech (1634), doopget. (1634..1637, 1668 te Nijmegen), huw. get. (1654, 1670), woont te Amsterdam (1654), dr. van Pauwels (Paulus) Be(c)kau(d) (Be(c)kou) en van Mayke Van Overbee(c)k (zie ⇒ Kwartierstaat Lapikás nr. 12840 en 12841 voor haar voorgeslacht en verder familie).
Op 17-7-1637 legt Isaack Loot wonende te Aken, ca. 48 jaar, een verklaring af op verzoek van Jan de Grande, coopman te Rotterdam. Op 2-10-1634 heeft hij met Petrus Leupenius, dienaar des Goddelijcken Woorts binnen Ceulen (sic!) gezien dat de waert in de Harde Vuyst te Ceulen een zak met 125 rijksdaalders aan de Grande heeft gegeven, die deze hem in bewaring had gegeven. De Grande betaalde de waard 10 rijksdaalders en nam er nog 5 uit, zodat er 110 rijksdaalders overbleven. De Grande heeft deze zak in bewaring gegeven aan de vrouw van Aernout Hack, schipper van Ceulen op Hollant. [21]
Na het het afzetten in 1633-1635 van Ds. Samuel Baselius, geref. predikant te Lisse, wordt een opvolger gezocht. In het Archief Heereman van Zuydtwijck[22] zijn daarover een flink aantal akten te vinden. In 1636 bevindt zich onder de kandidaten o.a. Petrus Leupenius met een aanbeveling van Nijclaes Dehondt. Er ontstaat kennelijk onenigheid over het beroep van Petrus Leupenius als predikant van Lisse tussen de kerkeraad, de heer van Lisse Hendrick Valckenaer, de baljuw van Noordwijkerhout, de Grafelijkheidsrekenkamer van Holland, de schout van Lisse, de Staten van Holland en West-Friesland en de classis Rijnland. Ook Festus Hommius schrijft een brief. In 1637 volgt een brief van Petrus Leupenius aan de heer van Lisse Hendrick Valckenaer over zijn beroep naar Hattem. De benoeming in Lisse gaat blijkbaar niet door want Petrus wordt in 1637 predikant te Hattem. In Lisse volgt de benoeming van Ds. Johannes Romswinckel in 1638.
Op 10-6-1666 rapoporteert Ds. Petrus Leupenius aan de Amsterdamse kerkenraad over zijn bezoek aan de gebroeders Johannes en Adriaan Koerbagh die onder veel meer werden beschuldigd van ketterse en ongezonde opvattingen en overspelig gedrag. Zie voor een uitvoerige bespreking Adriaan Koerbagh, Een ligt schijnende in duystere plaatsen, 1668. [23]
Publicaties van Petrus Leupenius:
- Resp. Theses physicæ de natura. Praes. D. Sinapio, Lugduni Batavorum J. Marci, 1627[24]
- De geessel der sonden, vertoonende het wesen, oorsaken, eigenschappen en werkingen der sonden, als ook middelen tegen deselve. uitg. Hendryk Donker, Amsterdam, 1651.
- Petrus Leupenius. Aanmerkingen op de Neederduitsche taale. uitg. Hendryk Donker, Amsterdam, 1653.
- Petrus Leupenius. Naaberecht gedaan op J. v. Vondelens Noodigh berecht over de nieuwe Nederduitsche misspellinge. uitg. Hendryk Donker, Amsterdam, 1654
Advertentie in de Oprechte Haerlemse Courant d.d. 21-6-1670:[25]
Tot Amsterdam sal op Dinghsdagh den 8 Iuly verkocht werden een seer curieuse Bibliotheeck, bestaende in schoone, soo Latijnsse, Engelsse als Nederduytse Boecken, fraey gebonden, naergelaten by zal: Do. Petrus Leupenius, in sijn leven getrouw Dienaer Iesu Christi in sijn Gemeynte aldaer: waer van de Catalogi te bekomen zijn by de Weduwe van zal: Abraham vanden Burgh en by Hendrick Doncker, by de Nieubrugh, tot Amsterdam.
![]() |
Titelblad van het boek "Aanmerkingen op de Neederduitsche taale" door Petrus Leupenius (1607-1670).
Bron: Ref. [26]. | ![]()
Bijdrage d.d. 5-5-1667 van Petrus Leupenius (1607-1670) aan het Album Amicorum van Jacob Heyblocq, praeceptor en rector, aan de Latijnsche school te Amsterdam.
| Bron: ⇒ KB Den Haag klik op plaatje(s) om te vergroten |
Hij hertr. Rotterdam gerecht 18-3/04-4-1683 Elisabeth van der Staff, geb. 1648/49, beg. Rotterdam Prinsenkerk 15-11-1712 ("Elijsabet van der Staf, wed. van Wouter van Hijmans, eigen graf"), j.d. wonende te Rotterdam (1669), wed. van Wouter de Graeff (huw. 1669), wonend In 't Hangh (1683), wed. van Johannis van Leeuwen (1693), woont aan de Nieuwe Haven (1697), wed. van Wouter van Hijmans wonend op 't Quakernaat (1712).
Zij hertr. Rotterdam gerecht 2/20-4-1693 Wouter Adriaense Heijmont, ged. verm. Rotterdam 30-11-1642, ovl. 1697-1712, beg. Rotterdam Prinsenkerk 12-7-1701 (Oude pand no. 20), meesterhuistimmerman van het College van de Admiraliteit op de Maze vermeld in het kohier van het klein familiegeld (1674) als Wouter Ariens huistimmerman wonend op de Kipstraat, waar zijn vrouw een linnenwinkel houdt, koopt op 15-4-1680 het huis Swol aan de zuidzijde van de Nieuwehaven naast het West-Indisch huis, dat zijn weduwe Elisabeth van der Staf op 9-5-1702 verkoopt, wednr. van Maria Lacham (Mary Laugham) (huw. 1663) wonend te Rotterdam (1693), krijgt van bewindhebberen der VOC kamer Rotterdam in 1695 opdracht tot het bouwen van vier pakhuizen aan en wordt door hen benoemd tot bouwmeester, ontwerpt het Oost-Indisch huis aan de Boompjes waarvan de bouw begint in 1696, verm. zn. van Ary Ariens en Annetje Wouters.[28]
Op 26-4-1697 testeren Wouter Ariense Heijmont en zijn vrouw Elisabeth van der Staff, wonende aan de Nieuwe Have. Zij maken een langstlevende testament. Na de dood van de langstlevende zullen de goederen gaan naar:
- Pieter Adriaense en Maertje Ariaense Heijmont, testateurs broer en zuster.
- Barent, Ritsaert, Isaeck, Willem, Maria en Neeltje van der Werff, allen kinderen van Jan Roeloffse van der Werff en Debora Laham. De laatste was een zuster van testateurs vrouw uit zijn eerste huwelijk.
- De weduwe Elisabeth Pouwels, nichtje van testatrice.
Bepalingen worden gemaakt over rente van 3.000 gulden kapitaal na overlijden van de langstlevende. Die zal gaan naar bovengenoemde Maertje Adriaense van der Werff of naar de kleindochter van Maertjes broer Maria van Lis en naar Neeltje van der Werff. Legaten aan: Claesje en Maertje Harmense van der Swaen en Elisabeth Claese, weduwe van Claes Cornelisse Voerman, elk 200 gulden. [29]
III |
Op 26-4-1651 verkoopt Jacob Jansz Lock aan Hendrick Doncker, een huis en erf genaamd De Zwarte Raaf in de Nieuwebrugsteeg. [31]
Op 31-7-1682 verkoopt Hendrick Doncker aan Wouter Venenburg en Harmen van der Laen, een huis en erf in de Nieuwebrugsteeg (ZZ). [32]
![]() |
Links: Frontpagina van
"De zee-atlas ofte water-waereld: vertoonende alle de zee-kusten van het bekende deel des aerd-bodems seer dienstigh voor alle schippers en stuurlieden, mitsgaders koop-lieden om op 't kantoor gebruyckt te werden. Nieuwelijcks aldus uytgegeven."
| ![]()
t'Amsterdam. By Hendrick Doncker Boeckverkooper en Graet-boogh-maecker, in de
Nieuwe-brug-Steegh, in't Stuurmans Gereetschap. Anno 1659
|
Rechts: het voorwoord van Hendrick Doncker (1625/26-1699) op deze zeeatlas.
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Doncker - Rensingh |
Hendri(c)k Doncker, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 22-4-1627, beg. Amsterdam Oude Zijds Kapel 2-6-1699 ("in de Nieuwenbrughsteegh"), boekvercoper van Amsterdam, out 22 jaer, wonende in de Nieuwe Brughsteeg (1648),
zn. van Heindrick Doncker en Giert Heinrix,
otr. 1o Amsterdam 16-10-1648 (get. Jacob Dercksz zijn voocht, zijn ouders dood, en haer vader Abraham Jansz Rensing)
Elizabeth (Lijsbet) Abrahams van Rensing(h), ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 11-6-1626, beg. Amsterdam Oude Zijds Kapel 30-7-1675, afkomstig van Amsterdam, out 22 Jaer wonende in de Nieuwe Brughsteeg (1648),
dr. van Abraham Jansz (Rensing), koster, en Anna Hermans.
|
IIIb. Ds. Paulus (Pauwels) Leupen(ius), ged. geref. Leiden Pieterskerk 10-9-1636 (get. Pauwels Becou, Janneken Verschoten), ovl. Kuik 1679, krijgt in afwachting van een plaats in het Staten College te Leiden in 1652 een beurs van ƒ 80,-- toegekend voor een jaar studie aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam,[39]
ingeschreven als student aan de Universiteit van Leiden 28-1-1654 ("Paulus Leupenius. Coll(egii Ordiuum) al(umnus)"),[40]
studeerde af op 2-4-1659 op een Dissertatio theologica Anti-Sociana in Col. I vs. 15, 16, 17,[41]
als proponent beroepen te Kuik (166l),[42] en geref. predikant aldaar (1661-1679),
j.m. van Leijden en predicant tot Kuijk (1662),
dingt mee voor de vacatures Schulerus en Heidanus (1670) en Knibbe (1671) als predikant te Amsterdam, maar wordt niet verkozen,[43]
doopget. te Rotterdam (1670),
otr. Amsterdam 30-7-1662[44] en
otr./tr. Cuijk geref. 4/30-7-1662 (met consent van zijn ouders Petrus Leupenius en Sara Becau, get. haar ouders de E. Berend Verhaer, capiteijn op den Uijtlegger voor Moocq, en Meijntje Hamsaarde)
Maria Verhaer, ged. geref. Amsterdam Oude K. 2-2-1640 (get. Judit Verhaer in plaats van Captyn Commandeur Duijmaff), ovl. 1703-1711, j.d. van Amsterdam (1662),
wordt geref. lidmaat van de St. Stevenskerk te Nijmegen 21-12-1703 komende van Cuijck,
dr. van Barent Verhaer, kapitein op den Uitlegger voor Mook, later burgemeester van Schoonhoven, en Maijnsge (Meijntge, Clementia) Jans Hamseerden (Hamsaarde).[45]
Zij hertr. Cuijk/Beugen 24-10/23-11-1687
Anthony Verspreet, lantschrijver en vendumeester van het Land van Cuijck.[46]
IIIc. Maria L(e)upenius, ged. geref. Hattem 14-3-1641 (hier heet de vader Petrus Lippenius, geen moedersnaam vemeld), ovl. 1678-1687, j.d. wonende tot Amsterdam (1670),
afkomstig van Amsterdam, oud 25 jaren (sic!), wonend op de Princegracht (1670),
otr. Amsterdam geref. 31-10-1670 (get. Hend. Panser, zijn ouders doot, en haer moeder Sara Boucau) en
otr. Brielle geref. 2-11-1670 (in margine: "hebben attestatie om te Amsteldam te trouwen den 16-11-1670"
Wil(le)m (Wilhem) Verniel, ged. geref. Rockanje 2-10-1644 (get. Soetie Barents, Neeltie Cornelis), ovl. 1681-1687, j.m. wonende in Brielle (1670),
chirurgijn uit Den Briel en wonende aldaar, oud 26 jaren (1670),
chirurgijn te Rotterdam (1679),
belender met een boomgaard aan het Maarlandse kerkhof in Brielle (1681),[50]
zn. van Cornelis Pietersz Verniel (Vernyel) en van Lijsbeth Barends (zie
Verniel - Barends
voor dit jong overleden echtpaar en hun twee weeskinderen Jannetje en Willem)
Op 29-1-1711 zijn Schepenen van Cuijk verzocht ten huize van Anthony Verspreet en Maria Verlaan, de eerste ziek en bedlegerig, de tweede gezond. Zij maken een testament op de langstlevende. Na hun beider dood erft hun schoondochter Maria Crebber weduwe van procureur en notaris Peter Leupenius.
[47]
Boven: Bevestiging van Ds. Paulus Leupenius als geref. predikant te Cuijck op 20-3-1661, ingeschreven in het Doopboek van Cuijk.
Onder: Inschrijving van diens huwelijk te Cuijk met Maria Verhaer.
klik op plaatje(s) om te vergroten
Uit dit huwelijk (o.a.?):[48]
Verniel - Barends |
Cornelis Pie(te)rsz Verniel (Vernyel), ovl. Rockanje 14-5-1646[51], wordt geref. lidmaat op belijdenis te Rockanje 7-5-1634 als Cornelis Piersen, j.m.,
wordt te Rockanje op 27-5-1640 (pinksterdag) tot diaken bevestigd,
en op 7-6-1643 tot ouderling,
veelvuldig genoemd in transporten te Rockanje en Brielle (1633..1645),
woont te Rockanje (1638),
diaken (1640) en schepen (1642, 1644) te Rockanje,
verm. zn. van Pieter Cruynesz Verniel en van Griette Jacobs,
tr. Rockanje geref. 21-11-1638[52]
Lijsbeth Barends, geb. 1615/16, ovl. 2-9-1644 (oud 28 jaar[53])
j.d. wonend te Rockanje (1638),
wordt geref. lidmaat op belijdenis te Rockanje 13-5-1640 als Lijsbet Barents, h.v. van Cornelis Verniel,
dr. van Barend NN en Maertge Cornelisdr Jongejan.[54]
Op 8-4-1679 transporteert Willem Verniel, chirurgijn te Rotterdam, aan Jacob Arensz Kleyburch 3 gem. 35½ r. land in Outjaer nr. 36 voor 450 gulden contant. [55] Op 29-10-1642 testeren Kornelis Pieters Verniel, schepen van Rockanje, en Lijsbeth Barends, echtelieden te Rockanje. Het erfdeel van hun dochter Jannetje Kornelis Verniel en eventuele verdere kinderen samen is ƒ 1400. Seclusie van de weeskamer. Getuigen: Leendert Mantels en Aart Thomas Limburch, beiden te Brielle. [56] Op 30-7-1646 transporteren Barent Jopsz, schepen van Rockanje, en Cornelis de Jongh, secretaris aldaar, als voogden over de twee nagelaten kinderen van Cornelis Pietersz Verniel en Lijsbeth Barents, beiden overleden, aan Jan Pietersz van der Burch een landstede op 4 G erfpacht op de Moordijk in Strype, belast met ƒ 2 tbv. de rentmr. Johan Stoop en 7½ stv. t.b.v. de armen van Oostvoorne. Volgt schuldbrief ad ƒ 1000. Afgelost 15-6-1648. [57] Op 1-4-1647 bekent Pieter Bouwensz Quacq, wonend onder Helvoet, aan de nagelaten weeskinderen van Cornelis Pietersz Verniel een schuld van 340 car. g. wegens doding en tenietdoening voor een vierdepart van een notariële akte, gepasseerd voor notaris Johan van Aelmonde. Hij belooft een jaar na dato met rente te betalen. Zijn broers Aren Bouwensz, dijkgraaf van de Quacq, en Jan Bouwensz stellen zich borg. [58] Op 19-4-1647 verzekert Barent Jopsz, capiteijn en schepen van Rockanje, t.b.v. de kinderen van Cornelis Pietersz Verniel en Lijsbeth Barents , beiden overleden, een schuld van ƒ 305 op en wegens koop van een huis in Oud-Rockanje in het achterdorp, belend: n. het predikantshuis, z. de tuin van Cornelis Jooste Luche. Volgt transport door Cornelis de Jongh als mede-voogd. [59] Op 2-5-1649 verzekert Jan Jacobsz Poel t.b.v. de kinderen van wijlen Cornelis Pietersz Verniel een schuld van ƒ 600 wegens overname van de beternis van diverse landerijen bruikwaar volgende zijn landstede op de Vleerdamsedijk bij het Stuifakkerse Sluijsge en op 2½ G aldaar belend: o. de Langeweg, w. Barent Jopsz, n. Witte Palinck met bruikwaar, z. de weg van Job Haddensz. Nog op de beternis van 16 G 100 R in Stuifakker, 3 G in Oud-Rockanje genaamd De Muncke drie gemeten, 3 G in de Ommeloop voor het huis van de wed. van Vincent de Graeff en 2 G aan de Groeneweg. [60] Op 12-6-1651 transporteert Cruijne Arens Verniel aan de twee weeskinderen van Cornelis Pietersz Verniel en Elisabeth Barents 7 G 51 R in Stuifakker in de hoek genaamd Slickland nr. 15, belend: o. en z. de Vleerdamsedijk, w. de voornoemde kinderen en Pieter de Jongh, n. Jacob van Couwenhoven, ambachtsheer van de Oude en Nw. Struijten. [61] Op 19-6-1654 verzekert Jacob Cornelisz Care, armmeester van Rockanje, t.b.v. de onmondige kinderen van wijlen Cornelis Pietersz Verniel en t.b.v. Leendert Arens Boelhouwer, beiden als beschadigde borgen van Arentie Arens, wed. van Bouwen Sents een schuld van ƒ 460 op en wegens koop van een huis op de Meuldijk onder Rockanje met 3 lijnen bruikwaar genaamd Het Hoffsteetie, aankomend de erfgenamen van Jan Claesz Boutcanne. Borgen: Leendert Cornelisz Care, comparants broer, en Witte Cornelisz Palingh. [62] Op 23-10-1654 transporteren Job Barentsz voor zich, Aren Leendertsz 't Mannetge nom. ux. en schout Willem Pootael voor de kinderen van wijlen Cornelis Pietersz Verniel aan Gerrit Willemsz Buyre als in huw. hebb. Pietertje Pieters, eerder wed. v. Eeuwout Jacobsz Meuldijck de landstede van wijlen kapitein Barent Jobsz, in leven schepen van Rockanje, met ca. 12 G eigen land (waaronder in het Slachtvelt) en met gevolg van 66 G bruikwaar. [63] Op 20-2-1655 bekent Hallinck Cornelisz Colvert als getr. met Trijntge Arens, wed. van Cornelis Arensz Quacq, aan de twee weeskinderen van Cornelis Pietersz Verniel een schuld van 500 car. g. wegens geleende en door de adm. voogd Willem Potael, schout van Rockanje, aangetelde penningen, die hij belooft 1-3-1656 met rente te restitueren onder verband van 3 gem. 36 r. land in OUt Jaer nr. 36 genaamd het Potlant. [64] Op 25-5-1657 Cornelis Jacobsz Quack als in huw.hebb. Pietertge Pieters Arkenbout transporteert aan Job Barentsz als oom van de onmondige kinderen van Cornelis Pietersz Verniel 8 G in Oud-Rockanje in de Kerkhoek nr. 23. [65] Op 14-6-1657 transporteert Job Barentsz mede namens Aren Leendertsz 't Mannetge als ooms van de onmondige kinderen van wijlen Cornmelis Pietersz Verniel, aan Aldert van Dryel, leenman v. Voorne, 10 G 272 R onder Rockanje in de Moorhoek nrs. 17 t/m 21. [66] Op 22-5-1659 transporteert Job Barentsz v.der Duijn als oom en voogd van de kinderen van wijlen Cornelis Pietersz Verniel aan Aldert v. Driele, leenman v. Voorne, 2 G 144 R in Stuifakker in Nw. Olaertsduinen nr. 3. [67] Op 25-10-1660 transporteert Cornelis Jacobsz Quack aan Job Barentsz van der Duijn als oom v.d.kinderen van Cornelis Pietersz Verniel 3 G in Oud-Rockanje aan de Achterweg. [68] Rekening van den 200sten penning voor 1665 te Amsterdam:[69]
|
IIId. Jo(h)annes Leupen(ius), geb. Leiden 1647, beg. Amsterdam Oude Zijds Kapel 24-12-1693 (Johannis Leupenius), schilder, tekenaar, graveur en vervaardiger van landkaarten, leerling van Rembrandt, gezworen landmeter, geadmitteerd in Holland op 29-1-1688,[71]
[72]
doopget. (1675 te Brielle) en te Rotterdam (1678),
otr. Sloten 19-4-1677[73]
Maria Min(n)ui(c)t, ged. verm. geref. Amsterdam ZuiderK. 29-8-1655, beg. Amsterdam Oude Zijds Kapel 13-3-1750 (op het Rokin, graf nr. 142), doopget. te Rotterdam (1678),
doopget. te Amsterdam (1710..1719),
huw. get. (1709),
dr. van Esaijes Minuict en Eva Bodeus.
IVa. Petrus (Peter) Leupenius, ged. 16-3-1670[81] (niet gevonden RK te Cuijck, geref. te Nijmegen), ovl. 1704-1711, landschrijver (1694-1696),[82]
diaken te Kuik (1695),[83]
notaris te Cuijk (1704) en Mill (1706),[84],
procureur en notaris (voor 1711),
tr. vóór 1701[85]
Maria Margareta Crebber(s) (Crabbers), ged. RK Cuijk 27-9-1677 (get. Henricus Crebbers en Margareta de Bont), ovl./beg. Ravenstein RK Kerk 24/27-8-1749 ("24ta Aug. obiit Maria Margarita Crebber vidua Lupenius extrema unctione munita et 27ma ejusdem sepulta in templo), wed. van Lupenius voorzien van de laatste zalving (1749),
dr. van Joannes Crebbers, burgemeester van Ravenstein (1675), en van Gertrudis Antonii.
Op 28-7-1687 machtigt Joris van Ekeren 'de eerste notaris' (Paulus van Brakel) om namens hem Hendrik Donker, koopman te Amsterdam, en diens zwager Johannes Lepinius aldaar, samen voogden over Sara Elisabeth Verniel te verzoeken zijn gedane rekening over de goederen van dit weeskind te sluiten en hem te kwiteren. Paulus van Brakel doet deze aanzegging en krijgt als antwoord : 'Ik hoor en zie".
[74]
Werken van Jo(h)annes Leupen(ius):[75]
[76]
Kaarten: delen van de Afrikaanse kust, ca. 1670, hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard, 1681-1682, Purmer, 1683
heerlijkheid Jaarsveld, 1685, hofstede en landerijen in 's-Graveland, 1692-1693. Prenten: kasteel Nijenrode, Hooge Sluis te Amsterdam bij den Buiten-Amstel, landkaart van Cales tot Cadix.
Op 28-9-1688 leggen
monsr. Johannes Leupenius, gezwore lantmeter te Amsterdam, en monsr. Francois van der Voort maeckelaar te Amsterdam een verklaring af ten verzoeke van Jacob Gorter van Amsterdam residerende in de Halsteeg in de Franse Braderij. Zij verklaren te hebben gekend Jan Gorter j.m. van Amsterdam in 1675 voor adelborst in dienst van de WIC ter camere Amsterdam, met het schip 't Huijs ter Laen naar Guinea gevaren en aldaar overleden. Hij heeft geen erfgenamen ab intestato nagelaten. De attestanten zijn lange jaren herwaerts familiarelijck met hem omgegaen als hier ter stede in eene buijrte seijnde opgebracht en grootgemaeckt, daeruijt 't geene voorsz. seer wel weten. W.g. Joannes Leupenius, Francois van der Voort en getuigen.
[77]
In 1698 koopt Maria Minuit een huis op de Binnen Amstel te Amsterdam.
In 1717 koopt Maria Minuit een huis op het Rokin te Amsterdam.
[78]
Schets van een Boerderij op de noordhoek van de Amstelveense weg en de Kalfjeslaan door Johannes Leupenius (1647-1693).
Datering: 10-4-1684.
Locatie: Gedeelte van schetsblad van terreinmeting uit het Scbetsboek van J. Leupenius.
Archief Hoogheemraadschap van Zeeburg en Diemerdijk.
Bron: Ref. [79]
Gravure (tekening?) van huize Goudesteyn te Maarssenveen aan de Vecht door Johannes Leupenius (1647-1693).
Datering: ca. 1690.
Goudesteyn was in het bezit van de rijke Amsterdamse koopmansfamilie Huydecoper.
Bron: Ref. [80].
klik op plaatje(s) om te vergroten
Bijdrage d.d. 5-5-1667 van Joannes Leupenius (1647-1693) aan het Album Amicorum van Jacob Heyblocq, praeceptor en rector, aan de Latijnsche school te Amsterdam.
Bron:
⇒ KB Den Haag
Het Valkhof te Nijmegen door Joannes Leupenius (1647-1693).
Gewassen penseeltekening.
Datering: 1647-1693
Locatie: Fotocollectie Regionaal Archief Nijmegen
klik op plaatje(s) om te vergroten
Uit dit huwelijk:
IV
Op 26-1-1704 machtigt Petrus Lupenius, notaris, Libertus Loeff, procureur voor de Raad van Babant, namens hem op te treden tegen Mr. Cornelius Heijnsius landschrijver van het Land van Cuijk.
[86]
Uit dit huwelijk (o.a.?):[87]
COMMENTAAR(¥)
Volgens Refs. [89]
[90]
ged. geref? Cuijck 16-10-1701 (get. Antonie Verspreet en Jan (Johannes) van Diependaal).
COMMENTAAR(¥) Dat Jacob Torion een zn. is van Jacobus Torion en Annetie Bartels is wel zeker. Elisabeth Torion, die als doopgetuige optreedt in 1714 moet zijn in 1683 gedoopte zuster van deze ouders zijn. De Marretje Andries die in 1709 als getuige bij zijn huwelijk zijn moeder wordt genoemd is mogelijke zijn stiefmoeder. Een tweede huwelijk van zijn vader Jacob Torion met deze Marretje kon echter niet gevonden worden. |
National Archives, Kew (UK) Prerogative Court of Canterbury[126]
Testamenten van diverse leden van de familie Torion in Canterbury (GB), de data zijn blijkbaar meestal die van opening of openbaarmaking (een paar weken na de begrafenis in Amsterdam). De inhoud van de akten is (nog) niet beschikbaar.
13-10-1748: Will of Jacob Torion of Amsterdam,[127]
19-3-1752: Will of Sara Lupenius, Widow of Amsterdam, Holland,[128]
10-7-1766: Will of Maria Torion of Amsterdam,[129]
10-7-1766: Will of Johannes Torion, Gentleman of Amsterdam,[130]
23-11-1767: Will of Johannes Torion of Amsterdam, Holland,[131]Het lijkt er op dat Jacob Torion en Sara Leupenius met hun kinderen Maria en Johannes tussen 1719 en 1748 naar Engeland zijn vertrokken. Zij zijn allen in de periode 1748-1767 in Amsterdam begraven, of zij aldaar zijn overleden of in Engeland is onduidelijk.
Op 16-1-1751 verkoopt en transporteert Jacob van Dam, ontfanger van 't ene deel der generale middelen der provincie Utrecht, wonende te Utrecht, aan Mej. Sara Leupenius, wed. van Jacob Torion, een ordinaris kleine prijs obligatie groot 400 pond ten laste van Holland en West Friesland, gesproten uit een loterij van tien millioenen gearresteerd 4-3-1746, houdende ten behoeve van Lidia Adriana van Dam d.d. 1-4-1746, die hem deze obligatie heeft gelegateerd d.d. 18-10-1747 voor notaris J. Ardinois te Amsterdam. [132]
Op 19-10-1751 verkopen de erven van Jan van der Burgh, echtgenoot van Clara Sara Braams, aan Sara Leupenius, wed. van Jacob Torion, een huis, achtertuin en erf op de Keizersgracht (ZWZ) het vierde huis benoordwesten de Nieuwe Spiegelstraat te Amsterdam. [133]
Op 23-2-1773 verkopen de erven van Johannes Torion en de erven van Maria Torion,
1. aan Adrianus Jacobus Langenberg, een huis en erf in de Lange Leidsedwarsstraat bij de Leidsekruisstraat (Kruisstraat) te Amsterdam,[134]
2. aan Adrianus Jacobus Langenberg, een huis en erf in de Lange Leidsedwarsstraat bij de Leidsekruisstraat (Kruisstraat) te Amsterdam,[135]
3. aan Arend Harking, een huis en erf in de Lange Leidsedwarsstraat bij de Leidsekruisstraat te Amsterdam. [136]
Referenties Fragment Genealogie Leupenius --- Generatie 1 ( 136 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 2 |
generation 0 |
Directly go to generation : 1 |