This page was last updated : 180421.
File size is: 164 k.
Fragment Genealogie Hopcoper
Generatie 1
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Hopcoper,
version 1.1,
Muiden, 2018.
© Copyright 2018 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Hopcoper Gen. nr. 1


Inleiding

Op zoek naar (de familie en afkomst van) Huijg Claessen Hopcooper en diens zoon Claes Huijgens Hopcooper, uurwerkmakers te Gouda ca. 1600 werd een flinke hoeveelheid gegevens over (vermoedelijk verwante) families Hopcoper in die stad gevonden. In sectie A wat bekend is geworden over de uurwerkmakers, in sectie B en C volgen twee fragmenten van families Hopcoper eveneens te Gouda, waarmee aansluiting wel waarschijnlijk maar niet bewezen is. Praktisch alle gevonden leden van de hieronder beschreven families Hopcoper zijn katholiek.


A. Claes Tak: De uurwerkmakers

Ia. Claes (Hopcooper?), geb. vóór ca. 1540, alleen bekend uit het patroniem van zijn zoon:

IIa. Mr. Huijg Claessen Hopcooper, geb. vóór ca. 1565, ovl. na 1620, uurwerkmaker te Gouda (1589, 1594, 1597, 1607, 1609 , 1610, 1620),[1] vermeld bij een registratie in de weeskamer Gouda (1588, 1610), herstelt het uurwerk in de toren van de geref. kerk te Bodegraven (1589), verkoopt een uurwerk voor de Hillegonda-Kerk te Hillegersberg (1594),[2] maakt in 1597 contract om het uurwerk te Wassenaar te hermaken,[3] burger van Gouda 1599, sluit een overeenkomst betreffende het uurwerk in de Sint Pancrastoren te Leiden (1607),[4] bouwt het uurwerk in de Hooglandse Kerk te Leiden (1609),[5] maakt het horloge opt clooster int Voorhout (1610), en op 't toornken van het Binnenhof te vervaardigt het uurwerk in de Kloosterkerk te Den Haag (1620).[6]

Archief van de Hervormde Gemeente Bodegraven:[7]
n° 232. 1589: Akte van schuldbekentenis van de kerkmeesters van Bodegraven groot 68 carolus guidens voor Huych Claesz Hopcooper te Gouda, zijnde het restant van het hem toebehorende bedrag voor het herstel van het uurwerk in de toren.
NB Midden in de akte is een gat aangebracht, kennelijk als teken, dat de schuld is af- gelost en vervallen.
Archief van de kerkvoogdij te Hillegersberg:[8]
n° 668. 17-12-1594: Akte van overeenkomst, gesloten tussen Huych Hopcooper, wonende te Gouda en de kerkmeesters te Hillegersberg om een uurwerk te maken
n° 669. 1595: Akte van de overeenkomst, gesloten tussen de kerkmeesters en Huych Hopcooper, uurwerkmaker te Gouda, tot levering van een uurwerk in de toren.
Op 19-7-1599 krijgt Huych Claesz Hopcoper, burger te Gouda, toestemming tot verkoop aan Willem Sas, procureur bij het Hof van Holland, van een tuin aan de Singel te Gouda, strekkend van de Singel tot achter aan de Raamkade. [9]
Privilegeboek C te Leiden:[10]
Overeenkomst met mr. Huych Hopcoper, baljuw van Calvarenbrouck, uurwerkmaker te Gouda, betreffende het uurwerk in de Sint Pancrastoren, 1607.
Oude Thesauriers-rekeningen f 291:[11]
1610. Beteelt mr. Huych Claesz Hopcooper, de somme van twee hondert ponden ter goeder rekeninge, vuyt saeeke vent horloge by hem gemaect opt clooster int Voorhout, blyckende by ordonn. ende quitantie dus hyer..... 200 £.
Catalogus van de Historisch-Topografische Bibliotheek 's-Gravenhage:[12]
Condition en voorwaerden daerop Mr. Huych Claesz Hopcooper te Ter Goude aengenomen heeft te maecken een horlogie met zijn toebehooren op 't toornken van het Binnenhof van den Hage, h.s. 1610.

IIIa. Mr. Claes (Nicolaes) Huijgens Hopcooper, geb. vóór ca. 1600, ovl. na 1639, uurwerkmaker te Gouda (1630, 1636, 1637, 1639), vermeld bij een registratie in de weeskamer Gouda (1610), smid en slotemaker, was in 1627, 1633, 1639[17] deken van het smitsgilde te Gouda, dat bij gildebrief d.d. 5-12-1614 in zich verenigde "Ysersmeden, Slotemakers, Messemakers ende Koperslagers",[18] sluit als Mr Claes Huygenssen Hopcooper borger en oerlogimaker ter Goude een overeenkomst over het "maecken van een nieuwe uyrwerck met 4 wijzers" te Montfoort (1630), horlogemaker wonend te Gouda, betrokken bij het horloge in de toren van Krimpen aan de Lek (1635) horologiemaker, treedt op als voogd te Gouda (1637),[19] verkoopt in september 1639 als Claas Hopkoper orologiemaker te Gouda aan de herbouwers van de kerk te Sommelsdijk een nieuwe grote klok die de hele uren sloeg en een kleine die de halve uren aangaf.[20] tr. vóór 1622 Susanna Jans.

Kohier Hoofdgeld Gouda 1622:
Claes Huygen Hopcoper en zijn vrouw Susanna Jans. [21]
Op 12-2-1630 wordt er tusschen "den Officier van 's Heeren wegen, de Magistraet van Montfoort en Mr Claes Huygenssen Hopcooper borger en Oerlogimaker ter Goude" eene overeenkomst getroffen om ten behoeve van "dese stede Montfoort te maecken een nieuwe uyrwerck met 4 wijzers, welcke uyrwerck sal slaen heel en oock half, ende dat op de hochte, zwaerte ... [22]
Kamerboek politiemeesters te Gouda:
Op 12-1-1626 eist Willem Joosten Boschman van Claes Huygen betaling van ƒ 33.6.5 over een kustingpaey. [23]

Op 12-1-1635 verzoekt Joost Jansz Sarafijn, eiser, dat de oud-deken Claes Huygen Hopcoper, gedaagde, zal zeggen waarom hij hem -met consent van de andere dekens- voor de burgemeesters ontboden heeft. Vonnis: Akkoord met het verzoek van gedaagde tot uitstel. [24]

Op 15-1-1635 eist Claes Huygen Hocoper, oud-deken, van Joost Zarafijn (smit) betaling van ƒ 3 van een bekeuring die Joost is opgelegd volgens het 35e artikel van het Gilde. Vonnis: Veroordelen Joost te betalen ƒ 1 in de bosche. [25]

Hof van Holland: Rekesten om mandement
In 1635 wordt een rekesten om mandement behandeld ingediend door Claes Huijgen Hopcooper, horlogemaker te Gouda voor hem zelf en als vader en voogd voor zijn minderjarige kinderen. De tegenpartij is de Schout en het gerecht van Krimpen aan de Lek. Het betreft de achterstallige betaling van de door suppliant geleverde torenklok van Krimpen aan de Lek. er wordt geen beslissing van het Hof vermeld. [26]
Archieven van Ouderkerk aan den IJssel:[27]
Klaas Huigen Hopcooper horlogemaker wonend te Gouda, eiser ivm horloge (toren) van Krimpen aan de Lek, 1635 [28]
Archief van het Stadsbestuur van IJsselstein, als uitmakende het College van Opperkerkmeesters der St-Nicolaaskerk:[29]
n° 406. 1636: Overeenkomst van opperkerkmeesters en kerkmeesters met Claes Huyghen Hopcoper te Gouda over het stellen van een uurwerk op den toren der St-Nicolaaskerk. Met de quitantie van Hopcoper.


B. Gerrit Tak: 16de- en 17de-eeuwse Hopcopers te Gouda

Wapen Hopcoper: In goud 3 groene hopbellen 2,1 met de steel omhoog. Dit wapen komt voor op een gebrandschilderd raam in de Grafkapel van Aemilius Cool in de St. Janskerk te Gouda. Het wordt verondersteld het wapen van een van Aemilius' betovergrootouders te zijn, maar is feitelijk dat van Jannetje Huigensdr Hopcoper (zie n° IIb sub 2 hieronder.[33]


I

Ib. Gerrit (Hopcoper), geb. vóór ca. 1475, alleen bekend uit het patroniem van zijn mogelijke zoons:(¥)

COMMENTAAR(¥) Ref. [34] vermeldt hier een moeder Jannetje Dircks zonder enig bewijs of referentie.



II

IIb. Huych Geritsz Hopcoper, geb. vóór ca. 1500, ovl. 1551, betaalt lakenaccijns te Gouda (1535), leenman van Hontshol (1537-1551), schepen (1541) en burgemeester (1542-1546, 1550-1551) van Gouda,[36] gedeputeerde van Haarlem naar Brugge (1541),[37] vermeld als Huych Hopcoper met een huis op de Markt WZ te Gouda (1545),[38] tr. vóór 1529 Elisabeth Jansdr (Pauw?), ovl. na 1547, waarschijnlijk Pauw, doch ook wel vermeld als Lysbet Coomen Jansdr.

Op 4-1-1535 verkoopt Huych Gerritsz Hopkoper, als voogd van zijn kinderen, een huis op de Hoge Gouwe te Gouda aan Lourens Gerritsz. [39]
Op 5-4-1547 verkoopt Huych Gerritsz Hopcoper, als voogd van zijn vrouw, een huis op de Markt WZ te Gouda, aan Dieuwer Melis.[40]
BELENINGEN
Lenen van de Hofstad te Hontshol:[41]
n° 179: 7 morgen land in het Zuyteynde te Waddingsveen, belend ten noorden: de papelijke proven en het godshuis van Waddincxveen, (1537: Nee1 Jansz alias Nitenz.), ten zuiden: Dirc Ghijsbrechtsz, (1537: Jacob Worboutz.) , strekke.de van de Waddincxveenseweg tot aan de Alfenre kade.
7-8-1537: Huych Geritsz alias Hopcoper na overdracht door Jacob Worboutsz.
2-12-1551: Gerijt Huygenz. Hopcoeper bij dode van zijn vader Huych Hopcoeper.
9-8-1555: Louris Andriesz. te Goude, onmondig, vader: Andries Lourisz, na overdracht door Gerijt Hugez.

Gebrandschilderd raam in de Grafkapel van Aemilius Cool in de St. Janskerk te Gouda. Rechtsonder het wapen Hopcoper.
Foto: Louk Lapikas, 2013

klik op plaatje(s) om te vergroten

Door anonieme kunstenaar geschilderd portret van Margaretha Hopcoper (1528/29 - 1573)
Olieverf op paneel, 93 x 71 cm
Datering: 1552?
Locatie: geveild te Parijs 2013
Bron: RKD

klik op plaatje(s) om te vergroten
Schilderij van Hopcooper, Margaretha Huygendr., gedateerd 1552 is zij 23 jaar. "Vrouwe Margareta huyg Hopcooper Huyvrouw von D Heer De Joost De Biye Burgen Der Stadt Leyden Dogter van Der Heer Huyg Gerrits Hopkooper Burgerr Der Stadt Gouda." [48]


III

IIIb. Gerijt Huygenz Hopco(e)per, geb. vóór ca. 1525, ovl. na 1595, leenman van Hontshol (1551-1555), vermeld als belender op de Markt WZ te Gouda (1560, 1583, 1586),[51] schepen te Gouda (1563),[52] doet verslag van zijn dachvaert als gedeputeerde vanwege Gouda in den Haeghe 29-4-1569,[53] vermeld als burgemeester (1569, 1570, 1572, 1574, 1584) te Gouda, gedeputeerde vanwege Gouda naar de "Dachvairt bij den Staten 's lants van Hollant gehouden in den Haghe opten 13-5-1572 (Mr. Jan Jacobss ende Gerrit Hugenss Hopcoper, burgemeesteren"),[54] rapporteert over zijn dagvaert naar Dordrecht (1574),[55] gedeputeerde vanwege Gouda naar de vergadering van de Staaten van Holland en West-Friesland 5-2-1575,[56] vermeld als Gerrit Hugen Hopcoper / de Smit belender op de Markt WZ (1579, 1586), gedeputeerde naar Den Haag 1582,[57] vermeld in een registratie voor de weeskamer Gouda (1588), door de Staten van Holland als tollenaar van Wassenaar , ter Goude ontslaagen, en zijn soon Cornelis Gerrits in zijn plaats met commissie voor den selves (8-7-1595).[58]

Op 19-2-1566 verkoopt Aeltgen Robbrecht Janszdr, wed. van Jacob Zas een huis op de Hoge Gouwe te Gouda aan Gerrit Huygesz Hopkoper, belast met 7 stv. aan het gasthuis en 4½ stv. aan het Mariaklooster.

In 1622 (hoofdgeld) wordt het huis bewoond door Annetgen Dirck Hopkopers met 5 kinderen.

In 1640 verkopen Huych Hopkoper en familie dit huis aan Jhr. De Loup de Servus de la Tarrière, kapitein. [59]

Op 12-6-1587 verklaren Gerrit Huijgensz Hopkoper en Cornelis Jansz Rosch, burgemeester van Gouda, schuldig te zijn aan Pieter Heijnricxsz een losrente van 10 gulden per jaar, hoofdgeld 166 gulden 7 stuivers 1 oort. Gesteld onderpand 2 morgen land in Alphen over de Toegang tot de Groeneweg, belend ten oosten de comparant, ten westen Cornelis Jan Govertsz. [60]


IV

IVb. Cornelis Gerritzn (Gerardsz) Hopcooper, geb. vóór ca. 1570, ovl. 1610-1615, volgt zijn vader op als tollenaar van Wassenaar (1595), krijgt als zodaning verhoging van gage 7-7-1596[69] raad (1602) en thesaurier der stad Gouda,[70] oud-schepen, tereedt op als voogd (1608, 1609, 1610), tr. Gouda 3-11-1596[71] Anna (Adriantje!) Dircks Loncq, beg. Gouda 22-12-1624, dr. van Dirck Jansz Loncq raad, schepen en burgemeester der stad Gouda, raad van den Prins en gecommitteerde ter Finantien, lid van den landraad te Delft, en thesaurier-generaal van Holland, en van diens eerste vrouw Agneta Melchiorsdochter of van diens tweede vrouw Agnes Van Der Staal.[72]

Op 9-5-1600 verkopen Corn. Gerritsz Hopcooper en Marritgen Gerritsdr, wed. van Gerrit Willemsz Tromper, een huis op de Markt WZ te Gouda, aan Pieter Fransz Dou. [73]
Op 2-5-1603 compareert Cornelis Gerritszn Hopcooper ende Dirck Dirckzn. Loncq als lasthebbende van zijn Dirck Janzn Loncq mitsgaders Judith van den Bergh wed. van Henrik Dircxzn Loncq zaliger.[74]
Notaris Evert Puttershouck. n° 36.
Op 28-7-1606 compareerde Cornelis Jacobzn Schout poorter der stede van Haerlem uyt ten naeme ende weghen Clara Dircxsdr zijne huisvrouwe erfgenamen van wijlen Dirck Janszn Loncq en de Agnies Melchiorsdr zijn schoonvader ende schoonmoeder respective, geeft volmacht aan Cornelis Gerritzn Hopcooper alhier zijne mede erfgenaam om uit hun naam met justitie of te gemoede boedelscheydinge te compelleren uit hande van Dirck van Losecat heuren zwager uxoris nomine mede erfgenamen.[75]
Procuratieboek. R A 1067:[76]
Op 9-12-1615. compareerde Annitge Dircxsdr wed. wijlen Cornelis Gerritszn. Hopcooper.
Weeskamer archief Xe Weesboek. fol. 207.:[77]
Op 20-8-1616.
compareerde Anna Dirck Loncquendr wed. van wijlen Cornelis Gerrits Hopcooper zal. geassisteert met Melchior Beverningh haer neef ende voocht, Gherrit Willemzn. Tromper ende Mr. Pieter Hensbeeck als voochden van Huich, Gerrit ende Dirck Corneliszonen, ende Clara Cornelisdr, naerghelaten weeskinderen van Cornelis Gerritzn Hopcooper voorz. bij de voorn. Anna Dircx Loncquendr. geprocreert.
Procuratieboek. R A 1068.[78]
22-8-1625. Procuratie van Hugo en Gerardt Hopcooper gebroeders voor heur selven ende als testamentaire voogden van heur broeder en de zuster nagelaten kinderen en de erfgenamen van Cornelis Gerritzn. Hopcooper ende Annitge Dirck Loncqendr zijn huisvrouw beide zaliger.
Notaris Gerrit Quiryn Hola. n° 105.[79]
16-11-1626. Hugo en Gerard Hopcooper, gebroeders voogden over Dirck en Clara Hopcooper, nagelaten kinderen van Cornelis Gerritszn. Hopcooper en Annitge Dirck Loncqendr, beide zaliger.

Schuttersstuk voorstellende Kolonel Harmanus Herberts (midden) met zijn manschappen te Gouda, geschilderd door Wouter Pietersz Crabeth. Dirck Cornelisz Hopcoper (nr. 3 hierboven) moet een van de vier luitenants zijn, die paarsgewijs staan opgesteld naast de vaandeldragers uiterst links en rechts.
Datering: 1642
Locatie: Stedelijk Museum Gouda
Bron: Catalogus van het Stedelijk Museum te Gouda, Gouda, 1885
Foto: Wikimedia

klik op plaatje(s) om te vergroten
Catalogus van het Stedelijk Museum te Gouda, Gouda, 1885:[82]
n° 221 Schuttersstuk voorstellende den Kolonel Harmanus Herberts met zijne onderhebbende officieren uit den jare 1642, geschilderd door Wouter Pietersz Crabeth ( kort voor 16-7-1644), kleinzoon van den glasschrijver van dien naam.
Veertien figuren ten voeten uit.
De officieren onder genoemden Colonel waren de capiteynen Dammis van Swaenswijck, Harmen Cincq (wantslager), Jan Wouters Doen, Alewijn Jansse van Hoven -- de lieutenants Dirck Cornelisse Hopcoper, Hendrick Herberts -- Harmen de Vrije, Adriaen Cornelisz Vereyck -- de vendrigs Willem van der Houven, Nicolaes Verwindt, Dirck Cant, Abraham Daesdonck -- de secretaris Pieter van Teylingen.
Indien het waar is dat de schilder, in 1628, 36-38, 40, 41 en 44, doch niet in 1642, Capiteyn bij de Schutterije, zich zelven op deze schilderij heeft afgebeeld, zooals gezegd wordt, dan neemt hij wellicht de plaats in van een der voormelde officieren.
Onderaan de schilderij leest men de volgende inscriptie : "Krabeth syn laeste kunst hier toont, Wiens naem de Faem met eer bekroont." Morir pour vivre. No.(A°) 1644

IVx. Dirck (Theodorus) Gerritzn (Gerardi) Hopcooper, geb. vóór ca. 1550, ovl. na 1649, belender met een huis op de oostzijde van de Haven te Gouda (1574),[87] neemt namens Gouda deel aan vergaderingen van de Staten van Holland in 1575,[88] gedeputeerde naar Den Haag 1582,[89] wordt rentmeester van de St. Janskerk 1605 en bemoeit zich sindien intensief met de stadslibrije,[90] aangesteld als rentmeester van het Tuchthuis te Gouda voor ƒ 300,-- (1613),[91] vermeld in notariële akte in 1614 te Leiden, betaalt hoofdgeld kwartier Gouda (1622), curator over de boedel van wijlen Aechgen Jansdr en Trijntgen Jansdr beiden wonende ter Goude (1625), noteert in 1639 bijzonderheden over de gebrandschilderde glazen in de Sint Janskerk, welke handgeschreven aantekeningen in 1681 worden gepubliceerd met op rijm gestelde loftuitingen door de Goudse schoolmeester Dirk Vermij als Beschrijvinge en vytlegginge der Konstrijcke glasen, binnen de Groote en Heerlijcke St. Jans Kerk tot Gouda. [92] [93] [94]

Op 1-7-1625 verleent Willem Pietersz, vettewarier te Rotterdam machtiging aan Jan Heynricksz, lijndrayer te Gouda, om 50 carolusgulden te innen van Dirck Gerritsz Hopkooper, als curator over de boedel van wijlen Aechgen Jansdr wonende ter Goude, en Trijntgen Jansdr wonende ter Goude, uit de erfelijke portie van Dirck Evertsz schoenmaecker, waar comparant nog gelden uit tegoed had. [95]

Titelpagina van de heruitgave in 1681 door Dirk Vermy van de "Beschrijvinge en uytlegginge der Konstrijcke glasen, binnen de Groote en Heerlijcke St. Jans Kerk tot Gouda, eertijds in 't kort by een vergaderd door Theodorus Gerardi Hopkooper".
Bron: Google Books

klik op plaatje(s) om te vergroten

IVd. Borrewijn (Barrewijn, Berwijn, Boudewijn) Gerritsz Hopcooper, geb. vóór ca. 1565, ovl. na 1624, wordt als Borrewijn Gerytsz van Goude poorter van Leiden 23-10-1588 met borg Geryt Jacobsz. van der Graft, afkomstig van Gouda (1600), vermeld te Wassenaar ca. 1600,[98] hopkoper (!) te Leiden, tr. vóór 6-4-1588[99] [100] Marritje Cornelisdr Tromper, ovl. na 1624, wed. van Cornelis de Hoge(¥) (geb. Breda, huw. 8-4-1576),[101] dr. van Cornelis Jacobs Tromper, rentmeester, schepen en getijdemeester van Rotterdam, en van NN Dirck Barentszdr Groenhout.[102] [103]

COMMENTAAR(¥) Volgens de meeste bronnen [104] is hij Cornelis de Hooghe (Den Haag 1541- Den Haag 1583) graveur en kartograaf, vrijwel zeker een zoon van keizer Karel V bij een dochter van de Delftse burgemeester Cornelis Aerts van der Hooch, graveur. Cornelis wordt in 1583 onthoofd en gevierendeeld wegens verraad. Veel meer hierover in Ref. [105]

Op 6-4-1588 stelt Capitein Eeuwit den Bout zich borg voor Borrewijn Gerritsz uit Leijden, man van Maritgen Cornelisdr Tromper, vanwege voldoening van een bedrag van 220 gulden, genoemd in de eis van Henrick Danielsz en Dirck Jansz, caescoepers. [106]
Op 6-4-1588 wenden Adriaen Pietersz van Hedichuysen en Dirck Jansz, glaesmaecker, zich op op verzoek van notaris Gerrit Hoscopius, gemachtigd door Barrewijn Gerritsz uit Leijden, gehuwd met Maritgen Cornelisdr Tromper tot Dirck Jansz en Henrick Danielsz van Neck, caescoopers, of zij vanwege de borgtocht door capiteijn Eeuwit den Bout voor Borrewijn gedaan, voor een betaling van 220 gulden, bereid zijn om in beslag genomen renten en goederen uit hun arrest te ontslaan. [107]
Op 26-11-1588 oorkonden Wouter Cornelisz Bijl, schout-, meester Heynderick Antonisz en Gerrit Gabriëlsz schepenen te Segwaert, dat Berrewijn Gerritsz, gehuwd met Maritien Cornelis Trompersdochter te Leyden, verkoopt aan Simon Pietersz Kouwaell, burger te Rotterdam, een in een eerdere acte vermelde rente (inv.nr. 22, fo. 2lv-22). [108]
Op 21-4-1589 verlenen Berwijn Gerijtsz Hopcoper en Maria Cornelis Trompersdochter geechte luijden wonende binnen Leiden machtiging aan "Joost van Rijn procureur postulerende voor den hove van Hollandt omme haer comparanten bij den voorsz hove te laten condempneren in de somme van ƒ 315,-- van 40 grooten 't stuck de welcke mr. Geryt Hoscopius? notaris tot Rotterdam van haer is eijsschende omme deselve penningen te betalen op zoedanige dagen ende te ruijmen als haer comparanten bij de voorsz hove vergunt zullen mogen werden. Get. Sebastiaen Dircxsz Vinck en Cornelis Corneliszoon Rek. [109]
Op 2-12-1595 transporteert Dominicus de Castel tafelhouder te Schiedam aan Grietgen Hubrechtsdr van der Meer wonende te Rotterdam, 2 bezegelde koopbrieven, elk van 5 morgen 3 hond land in de ambacht van Schoonderloo, verleden voor schout en schepenen aldaar, de ene gedateerd 24-3-1524 en de andere 11-5-1523. De koopbrieven waren hem aangekomen bij transport van Borrewijn Gerritsz Hopkoper als gehuwd hebbende Maertgen Cornelisdr Trompers. Alles nader blijkende bij de voorn. koopbrieven waardoor deze brief is getransfigeerd. [110]
Op 3-6-1596 verleent Dirck Adriaensz alias Dirck Barentsz- als voogd van de kinderen van wijlen (!) Maritgen Cornelisdr Tromper en namens medevoogd Adriaen Pietersz Tromper machtiging aan Maerten Rosa, procureur, voor verweer tegen eis van Boudewijn Gerritsz, man van Marie Cornelis Trompersdr versus Jacob Claesz Jongman. Betreft betaling van obligatie op naam Margriete Adriaensdr, weduwe van Dirck Barentsz. [111]
Op 14-6-1596 verleent Dirck Adriaensz, alias Dirck Barentsz, en Adriaen Pietersz Tromper, (voogden van de kinderen van Marytgen Cornelis Trompersdr machtiging aan procureur Maerten Rosa inz. eis van Boudewijn Gerritsz, man van Maritgen Cornelis Trompersdr, versus Jacob Claesz Jongman. Betreft betaling van obligatie op naam Margareta Adriaensdr, weduwe van Dirck Barentsz. [112]
Hof van Holland: Decreten
Op 6-10-1597 wordt een onwillig decreet uitgegeven door het Hof van Holland, op verzoek van Jeronimus de Backere, te Dordrecht. Het betreft de verkoop van huis en erf genaamd de Vergulden Eenhoorn te Rotterdam, Oppert, gelegen naast het huis van Heynrick Morenberch genaamd de Drie Groene Scharen door de eigenaar Borrewijn Gerritsz Hopkoper, namens zijn vrouw Marritje Cornelisdr Tromper, de wed.van Cornelis de Hoge, aan Adriaen Pietersz Tromper te Rotterdam. [113]
slecht leesbare akte:
Op 20-4-1600 verleent Borrewijn Gerritsz Hopcooper van der Goude machtiging aan d'eersame Thomas (...rts) Puttershoeck secretaris publice? residerende te(r Goude?) omme .. te vercoopen zeckere lijfrente ... staaende op zijn comparants .. ende hem aengecomen bij loting (van de ) legittime portie in sijn vaders erffenisse .. ende gehypothequeert op zeckere huijs tot Nieucoop? jegenwoordich (ter woning diende?) Dierc? Fransz vander Houve brouwer tot Delff .. etc. [114]
Op 28-5-1601 stemt Maritgen Cornelisdr Tromper vrouw van Borrewijn Gerritsz Hopcoeper, stemt toe met een verzoek van onder curatelestelling. [115]
Op 13-5-1613 testeert Cornelis Dircxsz Groenhout. Hij herroept de huwelijksvoorwaarden die hij met zijn huidige vrouw Margareta van Nes heeft gepasseerd, en het testament gepasseerd op 4-7-1607, en benoemt haar nu tot erfgenaam. Zij dient een lijfrente en gelden te vermaken aan zijn natuurlijke zoon Esaijas Cornelisz, aan Lucretia Cornelis en Niesken Cornelis, zijn natuurlijke dochters, en hun zoons en dochter. Zijn vrouw is gehouden aan zijn naaste familie zijn huis en erf te vermaken, gelegen aan de noordzijde van de Nieuwehaeven. Tenslotte legateert zij aan Huijch Borrewijns en Dirck Borrewijns, en aan hun moeder en zijn nicht Marie Cornelisdr Tromper. [116]


V

Vb. Gerrit (Gerard) Cornelisz Hopcoper, geb. 1599, ovl. Gouda 28 april, beg St. Janskerk 5-5-1653, raad (1637-1653) en secretaris (1637-1653) van Gouda, doopget. (1652), tr. 1627[129] Gooltjen van Someren van Vrijenes, mogelijk dr. van Mr. Pieter van Someren, heer van Vrijenes, en van Agnes van Beverningk (Beverdingh),[130] of van Mr. Pieter "Zomer" van Vrijenes, en van Willemtje van der Moelen.[131] Mr. Pieter „Zomer" van Vrijenes, tr. Willemtje van der Moeien,

Hof van Holland, Proceszaken:[132]
1644-1646: Gerrit van Beest, eiser contra Gerrit Hopcooper, gedaagde, betreffende: Verantwoording van de opbrengsten van het ambt van secretaris van de secretarie van Gouda. (appel).
Op 2-11-1654 verzoekt Gooltje van Vrijenes borgtocht te betalen voor benoeming van een opvolger van haar man. [133]

Overblijselen der Kruijtmakerije Sollenburg aan de Overtoomse Weg bij Amsterdam gesprongen den 14-8-1758.
Ets door Paul van Liender
Datering: 1758
Bron: Wikipedia en Noord-Hollands Archief

klik op plaatje(s) om te vergroten

Vx. Gherrit Dircksz Hopcooper, geb. vóór ca. 1565, ovl. vóór 1606, tr. vóór ca. 1590[149] Lijsbeth Jan Bonsersdr, verm. dr. van Jan Aertsz (den) Bonser, pottebakker op de Nieuwehaven ZZ te Gouda, en van Niesgen Gerrits.

Op 11-10-1606 compareert Lijsbeth Jan Bonsersdr de weduwe van Gherrit Dircksz Hopcooper voor de weeskamer van Gouda. Mede compareren Dirk Gherritsz Hopcooper, Adriaen Pietersz Beest, Jan Dircksz de Bruijn burghemeester ende Ghijsbert Aertsz Sloos, als voogden over haar zonen Leendert en Thomas Hopcooper en haar dochter Barbara Hopcooper, nagelaten ommondige kinderen Gherrit Dircksz Hopcooper en de comparante. Zij bewijst deze kinderen elk ƒ 1200,--- voor hun vaders deel, welk bedrag gedekt is in waardepapieren en lijfrentes waarvan een opsomming volgt. [150]


VI

VIx. Leenart Gerritsz Hopcooper, geb. vóór ca. 1595, ovl. vóór 1649, wordt poorter te Oudewater 1-5-1617,[161] afkomstig van Oudewater (1620), gerechtsman van en wonende te Leusden (1620), otr. Amersfoort schepenen 8-8-1620 (zijn get. Mr. Joost van Vanevelt, haar get. Gerrit Verhaer) Jonckfrouw Barteraet Verhaer, geb. vóór ca. 1600, ovl. vóór 1669, woont met haar man in Oudewater bij de Visbrugge, te Utrecht (1649), verm. dr. van Gerrit (Gerard) Verhaer rentmeester van de goederen van Johan van Oldenbarnevelt,[162] schout van Stoutenburgh[163] en Leusden,[164] en van Nellitgen Eliasdr van Vanevelt.

Op 27-9-1620 verkoopt Frederick Jansz van Velsen voor het gerecht van Leusden, namens zijn vrouw Gerritge Verhaer, wonend te Oudewater, aan Gerard Verhaer, schout van Leusden en wonend aldaar, twee kampen land onder Leusden:
1. Een kamp land gelegen te Leusden, van de Leusderweg tot aan de karrenweg, belend aan de ene zijde de koper, aan de andere zijde: de Onze Lieve Vrouwe Kapel te Amersfoort.
2. Een kamp land gelegen te Leusden, van de karrenweg tot aan de berg, belend aan de ene zijde de koper, aan de andere zijde Simon Maesz.
Gerechtsmannen zijn Mr. Joost van Vanevelt en Leendert Hopcoper beiden wonend te Leusden, de vervangende schout is Joost Verhaer. [165]
Op 9-1-1649 verleent Barthraet Verhaer, wed. van Lenaert Gerritsz Hopcoper wonende te Utrecht, machtiging aan Dirck Gerritsz Hopcoper, haar zwager wonende in der Goude, Gerrit Jansz Schade, haar zwager wonende in der Goude, en Gerrit Hopcoper, haar zoon, om haar huis en erf in Oudewater bij de Visbrugge te verkopen. TEKST nog detailleren. [166]


VII

VIIx. Gerrit Leenartsz Hopcooper, geb. 1631/32, beg. Amsterdam Engelse Kerk 6-6-1690 ("Gerrit Hopcooper, wednr. van Elsje Sael in de Bagijnesteeg, ƒ 15,--,--), doopget. (1652), goutsmit van Uijtregt out 37 jaar wonende op de NZ Agterburgwal (1669), heeft een zeventiende eeuws huisaltaar,[179] otr. Amsterdam pui 5-4-1669 (get. Willem de Swart sijn neef?, sijn ouders doot, en Engeltje Goverts(¥) haar moeder) Elisabeth (Lijsbeth) Saal (Sael, Zaele, Zaal), geb. 1646/47, ovl. 1678-1690 (beg. niet gevonden te Amsterdam), afkomstig van Amsterdam out 22 jaar wonend in de Folijstraat (1669), verm. dr. van Cornelis Dirckss Zaal x (pui 1628) Engeltje Gov(a)erts(¥). Zij wonen in de Bagijnensteeg (1661..1690) te Amsterdam.

COMMENTAAR(¥) Hierover valt nog het een en ander uit te zoeken.

Uit de boedelbeschrijving van Gerrit Hopcoper, d.d. juni 1690 door Nots. Jacob de Winter[180] blijkt dat er in zijn huis in de Begijnensteeg veel schilderijen, goud en juwelen waren, maar het interessantste stond in de zijkamer:
"Een eijcke kas staende op een eijcke voet. Daerin: Een autair met gemarmelde geschilderde pilasters met drie schilderijtjens, uytbeeldende de geboorte, de drie koningen en de besnijdenisse Christi. Sijnde boven in 't verwulfsel geschildert de hemelvaert van Maria, daer voor hangende een silvert kroontje met achtien pijpjens, alle draetwerck. Item een silver voetje met een ditto pellicaentje. Een swart hout kruyske, daer aen hangende een silvert beeltje van Christus. Twaelff kleijne en ses een slagh grooter alle silveren kandelaertjens en twee kleijne ende een slagh groter silvere draetwerck armtjens. Een silver dompertje, drie silvere uytgesneden ramen: een van Jesus ende twee van Maria met een gout plaetje daer in uytgebeelt Sinter Claes ende een palmhoutje communiebanckje. Staende op de voorsz. eijcke kas een L. Vrouwbeeltje van steen."

Handtekeningen onder hun akte van huwelijks-voorwaarden d.d. 17-6-1692 tussen Willem van Bloemen en Barteraet Hopcooper, alsmede die van haar voogd Herman Scheper, de getuigen Cornelis van Beest en Jacobus van Wesel, en de notaris S. van den Aelpoel.
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 17-6-1692 worden te Utrecht huwelijkse voorwaarden gemaakt tussen Willem van Bloemen, bruidegom j.m out, soo hij verclaerde, 25 jaar wonende te Amsterdam, en Barthera Hopcoper, bruid wonende te Utrecht, geassisteerd met haar voogd Herman Scheper wonende te Amsterdam. Zij trouwen buiten gemeenschap van goederen. Getuigen zijn Cornelis van Beest en Jacobus van Wesel, beiden burgers van Utrecht. [188]
Notulen van het Boekverkopersgilde te Amsterdam:[189]
December 1699: Willem van Bloemen vraagt aan Borgem. v. Amsterdam om consent tot een Nieuwe Wagt-almanak. Overlieden adviseeren niet te consenteeren, omdat al voor lange aan Gilles Joosten Zaagman, burger en boekverkoper in dese stad, door haar Edle Groot-Moogende privilegie is verleent, om alleen den Almanach te moogen drucken in een groote en kleijne form, en dat desgelijcks is geobtineert door Johannes Stigter om te mogen drucken de Burgerwagt-Almanach, en daarenbooven nog Jacob van Roijen, mede burger en boekverkooper deser stad is begunstigt van U Edl. Groot Agtb. met consent om te drucken de lijste van de manhafte krijgsraadt, en het waken der burgeren deser stadt. Dog nadien den requirant ontrent dese kleijne Wacht-Almanach een weijnig nieuws heeft uijtgevonden, weegens het stellen der namen van de officieren op ijder dagh, en dat wel in dusdanigen kleijnen form, waar omtrent bij aldien U Edl. Groot Agtbaarheeden geneegen mogten zijn den suppliant te begunstigen, soude het onder reverentie geraden zijn het consent niet verder uijt te breijden, als tot dese kleijne Almanach bij hem geinventeert, ofte dat anders de bovengemelde geintresseerdens daarover mogten werden gehoort. (Was geteekent: J. Borstius en J. Wolters.)
In 1710 is Willem van Bloemen 336 gulden schuldig over 'geleverde coopmanschap van beldekens' aan de uitgever en prentkunstenaar Joannnes Baptist van den Sande in Antwerpen, met wie hij samenwerkte.[190]

Devotieprent, "Afbeldinge vande capelle van ons lie vrouw te Runcx putten anders genae(m)t ter noot tot Heylo in Oesdun. Dit pulic is weder ontspronge op de nagt van ons lieve vrouwe ontfanckenis int jaer 1713. Is te coope bij Willem van Bloemen in de Neuf Berg Kealvarien in Calf Straet tot Amsterdam", door Paulus van der Sande.
Datering : 1713
Bron: Le Monde Ravissant des Images Pieuses
Frontpagina van "De nieuwe hymnussen" gedrukt in 1707 door Willem van Bloemen (1666-na 1722) boekverkoper in de "Nieuwe Gekroonde Berg Calvarie" Kalverstraat te Amsterdam.
Bron: Google Books.[191]

klik op plaatje(s) om te vergroten


C. Herman Tak: 16de- en 17de-eeuwse Hopcopers te Gouda

In een akte van 1599 blijken Neeltje Adriaensdr (Hopcooper) en Lysbeth IJsbrandtdr (Hopcooper) halve zusters te zijn. Kennelijk moet er dus een vooralsnog onbekende vrouw zijn die met twee personen Hopcoper getrouwd is geweest. Een Adriaen en een IJsbrand, die mogelijk, maar niet noodzakelijk broers waren. Hieronder treffen we hen aan met het patroniem Hermansz. De onbekende vrouw moet Elisabeth Hendricks zijn.

Ic. Harmen Hopcoper, vermeld met een aanslag van ƒ 2,-- in het kohier van de gedwongen geldlening 1517.[193]

IIc. IJsbrant Hermansz (Hopcoper), geb. vóór ca. 1515, ovl. kort voor 1544, koopt een huis in de Wijdstraat WZ te Gouda (1540) huurt een huis op de Markt ZZ te Gouda (1542), tr. vóór ca. 1540 NN (Lijsbeth Heyndrix?). Zij hertr. kennelijk voor 1544 Adriaen Hermansz (nr. IId).

Op 24-4-1540 verkoopt Jacob Joosten Alberts een huis in de Wijdstraat WZ te Gouda, belast met 28 schell. en hofstedegeld, aan IJsbrant Hermansz.

Op 9-12-1544 verkopen Adriaen Harmansz, man van Lijsbeth Henrixdr en de weeskinderen van IJsbrant Harmans dit huis aan Jacob Joosten. [202]

IId. Adriaen Hermansz (Hopcooper), geb. vóór ca. 1530, ovl. vóór 1583, betaalt belasting (1553), tr. vóór ca. 1575 (vóór ca. 1565?) Lijsbeth Heyndrix, ovl. na 1586, verkoopt haar (deel van een) huis aan haar (latere?) schoonzoon Govert Jansz Vermey (1586).



Tweemaal Gijsbert Hopcooper

In de eerste helft van de 17de eeuw werden gegevens gevonden over een Mr. Gijsbert Hopcoper te Gouda, die niet viel te plaatsen in de bovenstaande staken A, B, of C. Uit meer gedetailleerd onderzoek bleek het om twee verschillende personen Gijsbert Hopcoper te gaan, van wie hieronder de gegevens worden gepresenteerd.


Gijsbert Gerrits Hertoch alias Mr. Gijsbert Hopcooper, advocaat.

Ia. Gerrit Jansz Hertoch, geb. vóór ca. 1595, beg. Gouda 10-2-1648, kaaskoper (1618), testeert in 1642 en 1648, zn. van Jan Hubertsz Hertogh, kaaskoper, en van Marietje (Marijke) Michiels,[248] otr./tr. 1o Gouda schepenen 21-1/4-2-1618[249] Maria Jans de Bempen (?), ovl. Gouda voor 1637), otr. 2o Gouda schepenen 23-8-1637[250] Mechtelt Maertens Verwerff, ovl. na 1642, dr. van Maerten Pieters Verwerff en weduwe van Adriaen Cornelis Vos.

IIf. Mr. Gijsbert (Gijsbrecht) Gerritsz Hopcooper, geb. 1623, ovl. 1670-1674), ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden op 22-9-1643 ("Gisbertus Hopkooper", Goudanus, 20 (jaar)"), en idem op 25-9-1647 ("Gisbertus Hopkooper", Gaudanus, 23 (jaar)") [252] woont in Gouda (1647..1670), verhuurt een huis in de Hoochstraet te Rotterdam (1647), is als Gijsbertus Gerardi Hopcooper getuige bij de doop van een achterneefje (1648), advocaat te Gouda (1649, 1651), advocaat aan het Hof van Holland (1651), koopt in 1651 voor ƒ 6000,-- een huis, tuin, erf en boomgaard aan de Rotte in het Swaenhals genaamd Wo(e)lwijck en verkoopt het weer in 1652, is belender met land in de Bodegraver Kampen (1657),[253] bezit een huis in Bodegraven (1670), tr. 1645[254] [255] Agniesgen Schoonhoven, ovl. 1648, dr. van Mr. Floris Dircksz Schoonhoven, student te Leiden, Orléans, Angers, dichter, dijkgraaf van de Krimpenerwaard en remonstrant, die overgaat tot het katholicisme, en van Anna Thomasdr(van Haestrecht).[256]

Tekening van het huis Woelwijk (rechts) in het Zwaanshals aan de Rotte door P. van Liender. Het is onzeker of dit het huis Wo(e)lwijck is dat een eeuw eerder door Mr. Gijsbert Hopcooper werd gekocht.
Datering: 1751
Bron: Rotterdams Jaarboekje 1997

klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 8-2-1647 bekent Johannes de Goij 500 Car.gld. schuldig te zijn aan Gijsbrecht Hopcooper, wonend ter Goude. Deze schuld wordt mei 1648 betaald van de huuropbrengst van zijn huis in de Hoochstraet te Rotterdam door de huurder Willem Bastiaensz Cooman die deze overname van de huur door Hopcooper aanvaardt. [257]
Op 17-1-1648 voegt Gerrit Jansz Hertoch een clausule toe aan zijn testament van 9-6-1642 en codicil van 2-7-1642. Zijn zoon Jan had ƒ 4500 van zijn moeder tegoed, plus van zijn zoon Gijsbert Hopcooper ƒ 500. Gijsbert (junior?) wordt verder enig erfgenaam. Hij herroept ook de clausule waarin hij Jans vrouw Machteltgen Martens zijn huisraad nalaat omdat Gijsbert (junior?) in 1642 nog ongetrouwd was en er nu meer aan heeft. Gijsbert moet die, evenals reparatie van het huis van Gerrits huisvrouw, delen half om half met Gerrits huisvrouw, die zich voor ƒ 1000 kan uitkopen. [258]
Archieven van Ouderkerk aan den IJssel:[259]
14-8-1649: Gijsbert Hertoch, ordonnarie genaamd 'Hopcooper' advocaat te Gouda
Op 15-10-1649 transporteert Pietertgen Gerrits van Dobben, ongehuwde meerderjarige dochter en winckelhoutster te Rotterdam, op Gijsbrecht Hopcooper te Gouda een obligatie van 800 gulden. De obligatie is verleden door Elssie Doenen, vrouw van Pieter Fransz, scheepstimmerman, op 12-6-1647 voor notaris Pieter van Leeuwen. [260]
Op 27-2-1651 bekent Frederick Hartoch, Koopman te Dordrecht, schuldig te zijn aan Mr Gijsbert Hopcooper, advocaat aan het Hof van Holland, ƒ 5000.-.- voor geleend geld. Zijn vader Huijbert Jansz Hertoch staat borg. [261]
Op 13-3-1651 verklaart Gijsbert Hopcooper, wonend te Goude, dat hij, wegens de coopcedule die hij met Vincent Bouwensz heden gemaakt heeft voor de koop van het huis, tuin en erf genaamd Wolwijck, bij het verkopen van Wolwijck het voorbod zal doen, ten eerste aan Pietertge Gerrits van Dobben, coopvrou te Rotterdam, en ten tweede aan de voorn. Vincent Boudewijnsz en zijn vrouw. [262]
Op 13-3-1651 verkoopt Vincent Bouwens, brouwer in de brouwerie van De Twee Climmende Leeuwen, een huis, tuin en erf of boomgaard aan de Rotte in het Swaenhals aan Gijsbert Hopcooper te Gouda. Het huis wordt belend door Jan van Beveren en Betken Anthonis, weduwe van Jacob Cornelisz Rotshouck ten westen en de Rotte ten oosten. De koopsom bedraagt 6000 gulden. De verkoper of de weduwe en erfgenamen van Jacob Moliers zullen de oude gifte overdragen aan de koper. [263]
Op 15-3-1651 verleent Gijsbert Hopcooper uit Gouda, advocaat, machtiging aan Jan Ariensz Verduijn uit Gouda, om namens hem voor schepenen te Rotterdam een huis en schuur over te dragen, ten behoeve van Jop Ariensz Gansenberch aldaar, en de koopakte te accepteren. [264]
Op 3-5-1651 verklaart Vincent Bouwensz met 6000 gulden voldaan te zijn voor de verkoop van huis, tuin, erf en boomgaard aan de Rotte in het Swaenhals door Gijsbert Hopcooper. [265]
Op 18-11-1651 testeert Mr Gijsbert Hartoch ordinarie genaemt Hopcooper(¥), ziek. Universele erfgenaam is zijn moeye Dieuwertje Jans Hertoch. Legaten voor Huibert Jansz Hartoch of diens kinderen: ƒ 4000.-.-, zijn nicht Francyna Rottevael of haar kinderen ƒ 2000.-.-, aan Cornelia Gijsberts Goudewagen de rente over ƒ 4000.-.-, welk kapitaal naar Dieuwertje Jans gaat als Cornelia haar tantes advies niet volgt, en mocht Dieuwertyje vooroverlijden, dan krijgt Cornelia het geld bij huwelijk, aan zijn nicht Emmerentia Gijsberts huisvrouw van Dirck Doncker of haar kinderen ƒ 2000.-.-, aan Mr Thomas Hopcooper, Dirck Gerrits en Emmerensgen Gerrits Hopcooper elk een levenslange lijfrente van ƒ 50 jaarlijks, aan Annichien Huijberts huisvrouw van Maerten Cools een levenslange lijfrente van ƒ 25 jaarlijks, alles op een kapitaal van ƒ 4000.-.-, na hun dood over te geven aan door de erfgenamen aan te wijzen armen. Zijn huisraad te verdelen tussen Huibert en Dieuwertje Jans Hertog, Francyntgen Rottevael en Cornelia Gijsberts. [266]

COMMENTAAR(¥) De relaties van de in dit testament genoemde personen met de testateur zijn als volgt:

Dieuwertje Jans Hertoch: zuster van zijn vader,
Huibert Jansz Hartoch: broer van zijn vader,
Francyna Rottevael (x Job Gansenburg): dochter van Marrighie Jansz Hartoch zuster van zijn vader,
Cornelia Gijsberts Goudewagen" dochter van Lijsbeth Jansz Hartoch zuster van zijn vader
Emmerentia Gijsberts (Goudewagen): dochter van Lijsbeth Jansz Hartoch zuster van zijn vader,
Mr Thomas Hopcooper = Mr. Thomas Gerritsz Hopcoper, barbier en chirurgijn, zn. van Gerijt Huygenz Hopcoeper en onbekende moeder, zie nr. IIIb,
Dirck Gerrits Hopcooper en Emmerensgen Gerrits Hopcooper: blijkbaar kinderen van ene Gerrit Hopcooper (mogelijk nr. IIIb sub 4)
of van Gerrit Jansz Hertoch maar zijn zich dan net als hun (half)broer, de testateur, ook Hopcoper gaan noemen?
Op 22-4-1652 transporteert Gijsbrecht Hopcooper te Gouda, aan Arnoldus Sloos de koopcedulle van 13-3-1651 en de kwitantie van het huis Woelwijck in het Swaenshals, buiten de stad Rotterdam, ten laste van Vincent Bouwens, brouwer in de Twee climmende Leeuwen, als verkoper. [267]
Op 5-4-1653 verleent Gijsbrecht (Gijsbert) Hopcooper uit Gouda, voor de ene helft erfgenaam van wijlen zijn vader Gerrit Jansz Hartoch, man van Machtelt Maertens, mede namens Jan Gansenburch, man van Maria Pouwels, erfgenaam van genoemde Machtelt, machtiging aan Leonard van Zijl, procureur, om hun zaken te behartigen. [268]
Op 9-5-1653 verleent Jan Ariens Gansenburch te Gouda, man van Maria Pauls Clocke, en erfgenaam van Machteltge Maertens Verwerff, die getrouwd was met Gerrit Jansz Hartich, machtiging aan Leonard van Zijll, notaris en procureur, om zijn, en Gijsbert Hopcoopers, zaak te behartigen tegen Jan Goverts, boormaker, en Gerritgen Pieters. [269]
Op 13-5-1659 maken Huijbert Jans Hertogh, Mr Gijsbert Hopcooper en Job Gansenburg man van Francina Rottevaal, erfgenamen van Dieuwertje Jans Hertogh, zuster van Hubert, moeije van de beide anderen, een boedelscheiding. [270]
Op 6-7-1660 is Cornelis Pietersz van Diemen, welgeboren man van Voshol, wonend te Zwammerdam, schuldig aan Gijsberz Hopcooper, burger van Gouda, een losrente, hoofdsom van 3000 gulden. Gesteld onderpand: een hofstede met huis, berg en schuren, groot 8 morgen land te Zwammerdam, hem onlangs ten deel gevallen uit de ouderlijke nalatenschap, strekkend uit de Rijn tot over de Dammekade tot in de Warmoeswetering, belend ten oosten Huijch Gerritsz Cooren, paardenkoper en ten westen Adriaen Cornelisz Verhoef c.s. Als borgen stellen zich Adriaen Cornelisz van Diemen en Jan Jansz Nerijsel, wonend te Bodegraven, als executeurs van het testament van zijn vader Pieter Cornelisz van Diemenen ook als voogden van zijn broer Huijch Pietersz van Diemen. [271]
Op 10-5-1670 neemt Gijsbert Hopcooper, wonend te Gouda, een hypotheek op een huis en erf in het dorp Bodegraven. De hypotheek wordt aangegaan ter aflossing van een custingbrief d.d. 3-8-1640. [272]
Op 2-1-1674 sluiten Hubert Hertogh en Dirck Gerritsz Sevenhoven uit Warmond een overeenkomst. Dirck gaat het huis van Mr Gijsbert Hopcooper in Bodegraven huren voor een jaar voor een nader te bepalen bedrag. [273]
Op 27-5-1674 verkoopt Huybert Hartogh als erfgenaam van Ghysbert Hopcooper aan Hendrick Ryckaert een hoftuin in de Cluysenaers Cade buiten Gouda (Voor: Kade, achter: gemene wetering, N: Adriaen de Kets, Z: Pieter Carels Koster) voor ƒ 240, waarvan ƒ 50 nu en ƒ 30 elke St. Jacobsdag. [274]
Op 8-6-1674 verkoopt Huybert Hartoch, erfgenaam van Gijsbert Hopcooper, aan Hendrick Rijckaert voor ƒ 240, waarvan ƒ 50 contant, de rest af te lossen met ƒ 30 per jaar à 4% rente (lasten: erfpacht ƒ 1:1:0 t.g.v. Aelbrecht van der Burch) aan de Kluizenaarskade te Gouda, een oofttuin strekkende tot de gemeenschappelijke wetering, belend N mr. Adriaen Kets, Z Pieter Carelsz Coster) [275]
Op 11-2-1677 verklaart Hubert Hertogh, koopman in granen en poorter, als erfgenaam van Mr Gijsbert Hopcooper, in leven advocaat, dat het hem niet uitkomt de nagelaten schuld op de 19e dezer maand te voldoen (kapitale som ƒ 1620.-.- dd 6-6-1661 t.b.v. de nagelaten kinderen van Witte en Gerard Souburgh). Volgt overzicht van reeds betaalde gelden en een betaalschema. Marge (17-12-1678) De erven Souburgh verklaren dat de obligatie volledig is afbetaald op 19-8-1678. [276]
Op 21-5-1691 verleent Huijbert Hertogh, voor Mr Gijsbert Hopcooper die een zoon was van Gerrit Jansz Hartogh, machtiging aan Mr Laurens de Lange te Rotterdam een losrente te verkopen van de weeskinderen van (niet ingevuld) [277]


Mr. Gijsbert Hopcooper, jong overleden advocaat te 's-Gravenhage

NN (onbekende vrouw), geb. vóór ca. 1575.
- tr. 1o vóór ca. 1595 Gijsbert NN, geb. vóór ca. 1570.
- tr. 2o voor 1599 NN Hopcoper, geb. vóór ca. 1575; NB het is nog onduidelijk wie deze NN Hopcoper is

Op 6-12-1614 verkoopt (verhuurt?) Andries Ariens, waard in het huis Boscoop op de Markt OZ te Gouda aan Gijsbert Jansz Hopcoper. Is hij een van bovenstaande echtgenoten van de onbekende vrouw?

Titelpagina van de disputatie "De Pactis" (Over Verdragen) waarover Giisbertus Hopcooper op 20-3-1619 voor de Universiteit van Leiden geexamineerd werd. Het stuk lijkt (de voorbereiding van) zijn dissertatie te zijn.
Bron : Ref. [285]

klik op plaatje(s) om te vergroten

Vertaling (LL) van de bovenstaande titelpagina

Eerste (deel) van de juridische disputaties over VERDRAGEN dat met steun van de allerbeste, allergrootste God, onder voorzitterschap van de zeer voortreffelijke en raadgevende man Hr. Cornelis Swanenburgius Doctor in de beide rechten en gewoon hoogleraar in de zeer vermaarde Academie van Leiden, met toestemming van de Hr. Rector Magnificus Reynerus Bontius Medicinae Doctor en eveneens met goedkeuring van de Faculteit Rechten Giisbertus Hopcooper uit Gouda onderwerpt aan de gunst van oefening voor een openbaar examen op 20 maart, op de gewone tijd en plaats Leiden Uit de drukkerij van Jacobus Marcus 1619
Uit: Boeken in de hofstad: Haagse boekcultuur in de Gouden Eeuw:[286]
"In juli 1633 vond de veiling plaats van de bibliotheek van Gijsbert Hopcoper, tijdens zijn leven advocaat in Den Haag . ., In de catalogus(¥) stonden 421 titels genoemd, waarvan 29 stichtelijke werken, 201 juridische boeken, 22 medische en 76 historische en literaire boeken. Net als in de catalogus van Girard volgde ook hier een korte appendix, met daarin 93 ongeordende titels. Opnieuw werd een klok als sluitstuk aangeboden. Vakliteratuur, dat wil zeggen de juridische titels, nam meer dan driekwart van de bibliotheek in. Op enkele Franse en één à twee Nederlandstalige boeken na betrof het uitsluitend Latijnse werken. Hopcoper bezat volgens de catalogus veel klassieke auteurs in kleine formaten: een interesse die hij met Girard deelde. Of was dit opnieuw een poging van de veilingmeester om werken uit het Leidse fonds van de Elseviers kwijt te raken?"

COMMENTAAR(¥) Blijkbaar: Catalogus librorum D. Gysberti Hopcoper, P.M. Advocati. Quorum omnium Auctio habebitur Apud Jacobum Elsevirum (12).7.1633, Hagae-Comitis 1633: I. Burchorn, 7.1633.[287]


Niet geplaatst
Grafschriften in de St.Janskerk te Gouda[288]
n° 118. I.C. HOPCOOPER (wapen 3 gebladerde en gesteelde vruchten 2 en 1 en aan weerszijden IC).
NB IC = Iacob Cornelisz ??
Vermeld in een verkoopakte te Alphen:[289]
"Emmetje en Clara Cornelisdr Hopkooper, beiden bejaard en ongetrouwd, wonende te Randenburg onder Reeuwijk, onder de ooms- en tanteskinderen en erfgenamen van Elisabet Huijgensdr van der Burg, overleden te Alphen, weduwe van Jan Pietersz van Oosten, Emmetje en Clare Cornelisdr met Pieter Cornelisz Swanenburg te Hazerwoude als hun voogd"

Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook
hier
Referenties Fragment Genealogie Hopcoper --- Generatie 1 ( 290 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. RHC, Inventaris van de Archieven van de Hervormde Gemeente te Bodegraven 1513-1952, ARA, 1969, beh.nr. B058
  2. Rotterdams Jaarboekje 1935, rjb.x-cago.com/GARJB/1935/12/19351231/GARJB-19351231-0238/story.pdf
  3. Uit de historie van de dorpskerk te Wassenaar, GB
  4. ⇒ 1917_07.pdf
  5. ⇒ uurwerk
  6. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland(1915)
  7. Inventaris van de Archieven van de Hervormde Gemeente te Bodegraven 1513-1952, ARA, 1969
  8. Stadsarchief Rotterdam, toeg.nr. 156.01 Hervormde Gemeente Hillegersberg, inv. nr. 668 en 669
  9. NA, Decreten, Nummer toegang: 3.03.01.01, inventarisnummer: 3292
  10. Hogenda, Privlegeboekenna1574DlnC-HindexELOSAI83
  11. Nav. 23(1873)515
  12. Oud-Archief der Gemeente 's-Gravenhage, W.Moll, Catalogus van de Historisch-Topografische Bibliotheek 's-Gravenhage
  13. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  14. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  15. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  16. SAMH, ORA: kamerboek politiemeesters, toeg.nr. ac2, inv. nr. 280, p50v
  17. SAMH, Gouda gildebesturen , toeg.nr. ac1, inv. nr. 91-134
  18. Johannes Endenburg, Gildebrieven van alle de gildens binnen de stad Gouda, Gouda, 1713
  19. NL 76(1958)37
  20. Eilandennieuws d.d. 21-12-1973 p6
  21. SAMH, kohier hoofdgeld 1622 , toeg.nr. ac1, inv. nr. 2292, p005
  22. Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht, Volume 5, 1878, GB
  23. SAMH, ORA: kamerboek politiemeesters, toeg.nr. ac2, inv. nr. 278, p57
  24. SAMH, ORA: kamerboek politiemeesters, toeg.nr. ac2, inv. nr. 280, p70
  25. SAMH, ORA: kamerboek politiemeesters, toeg.nr. ac2, inv. nr. 281, p1
  26. NA, toeg.nr. 3.03.01.01, Hof van Holland: Rekesten om mandement, inv.nr: 2997, folionummer: 233
  27. C.C.J. Lans, Toegang op de archieven van Ouderkerk aan den IJssel tot 1700
  28. hof 2997 div i bl 39
  29. RHC, Inventaris van het Archief der Gemeente IJselstein, beh. nr. Y001
  30. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  31. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  32. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  33. GN 29(1976)328
  34. ⇒ Kwartierstaat_Willem_de_Clercq.pdf
  35. Bijdragen gesch. bisdom Haarlem dl. 35, Leiden 1913
  36. Nav. 41(1891)596
  37. Register gehouden by meester Aert vander Goes, GB
  38. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  39. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  40. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  41. OV 27(1972)289
  42. ⇒ swaenswijck.htm
  43. ⇒ Kwartierstaat_Willem_de_Clercq.pdf
  44. Nav. 41(1891)596
  45. Wap. 3(1899)263
  46. Nav. 20(1870)55
  47. Wap. 3(1899)263
  48. ⇒ 200183
  49. Jb. CBG 24(1970)59
  50. Jb. CBG 33(1979)70
  51. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  52. Utrechts Archief, C.C.J. Lans, De Krimpenerwaard in Utrecht, 1300-1800
  53. Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 39(1918)
  54. Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 61(1940)
  55. Byvoegsels en aanmerkingen voor het zevende deel der Vaderlandsche ..., Deel 7, GB
  56. Memorie tot betoog van het regt etc. 1767, GB
  57. Verantwoording van mr. Alexander Hendrik Metelerkamp, raad in de ..., Volume 2
  58. Generaale index op de register van de heeren Staaten van Holland, Volume 3
  59. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  60. GA Alphen a/d Rijn, ORA Alphen a/d Rijn toeg.nr. 112.1.02, inv. nr. 3, blz. 77
  61. GN 60(2005)673
  62. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  63. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  64. NA, toeg.nr. 3.03.01.01, Hof van Holland: Decreten, inv.nr: 3317, 1597/243 d.d. 28-07-1617, 3317/1617/043
  65. Lijsten van de heeren van de regeeringe der stad Gouda
  66. ...
  67. SAMH, toeg.nr. ac1, inv.nr. OA199, nr. 1002, p207
  68. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  69. SAMH, ORA toegnr. ac3, inv.nr. 284 p30
  70. Generaale index op de register van de heeren Staaten van Holland, Volume 3
  71. Lijsten van de heeren van de regeeringe der stad Gouda, GB
  72. Wap. 22(1918)211
  73. Wap. 22(1918)210
  74. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  75. Wap 22(1918)267
  76. Wap. 22(1918)270
  77. Wap. 22(1918)310
  78. Wap. 22(1918)310
  79. Wap. 22(1918)353
  80. Wap. 22(1918)353
  81. Wap. 22(1918)211
  82. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  83. ⇒ archive.org
  84. ANF 11(1894)79
  85. ⇒ LidmatenSluis3.html
  86. ANF 4(1887)182
  87. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  88. Wap. (1915)466
  89. Resolutien van Holland, GB
  90. Verantwoording van mr. Alexander Hendrik Metelerkamp, raad in de ..., Volume 2
  91. P.H.A.M. Abels (red.), Duizend jaar Gouda: een stadsgeschiedenis, Hilversum, 2002
  92. Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 63(1942)
  93. Gouda(2001)–Wim Denslagen
  94. Van der Aa dl. 8, sub voce Hopkoper
  95. www.diegoude.nl/goudana-goudse-glazenuitleggers-van-papier-2007-1
  96. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 78, aktenr./blz. 308 / 588
  97. NA 3.20.35 Inventaris van het archief van de familie De Lange van Wijngaarden en het familiefonds De Lange, (1290) 1564-1947, akte nr. 73
  1. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  2. Ref...
  3. Gen.Her. Bl. 5(1910)446
  4. zie ook E.A. Engelbrecht, De Vroedschap van Rotterdam 1572-1795, blz 42 e.v., Rotterdam 1897, Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam, deel V
  5. E.A. Engelbrecht, De Vroedschap van Rotterdam 1572-1795, blz 42 e.v., Rotterdam 1897, Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam, deel V
  6. Gen.Her. Bl. 5(1910)446
  7. Van Zeeuwse Stam nr. 89(1995)109
  8. ⇒ www.cornelisdehooghe.com
  9. ⇒ www.cornelisdehooghe.com
  10. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 2, aktenr./blz. 30 / 49
  11. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 2, aktenr./blz. 31 / 50
  12. OV 42(1987)658
  13. ELO, ONA Leiden, archiefnummer 506, Nots. Salomon Lenaertsz. van der Wuert, inv.nr. 18, bl 092, d.d. 21-04-1589
  14. GA Schiedam,ORA Schiedam, inv.nr. 331, Giftboek, Transportakten, Nr. 43 folio 35 d.d. 02-12-1595
  15. GA Rotterdam, Toeg.nr zie, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 5, aktenr./blz. 30 / 63
  16. GA Rotterdam, Toeg.nr zie, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 5, aktenr./blz. 34 / 69
  17. NA, toeg.nr. 3.03.01.01, Hof van Holland: Decreten, inv.nr: 3290, 1597/243 d.d. 1597-10-06
  18. GA Den Haag, Toegang 0373-01, ONA, Nots. Dirk Boot, inv.nr. 1b, f1, 20-4-1600
  19. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 7, aktenr./blz. 93 / 292
  20. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 18, aktenr./blz. 32 / 107
  21. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Nicolaas Vogel Adriaansz, inv. nr. 156, aktenr./blz. 21 / 39
  22. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Adriaan Kieboom, inv. nr. 150, aktenr./blz. 463 / 732
  23. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Adriaan Kieboom, inv. nr. 152, aktenr./blz. 418 / 621
  24. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Arnout Hofflant, inv. nr. 264, aktenr./blz. 424 / 596
  25. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen jr, inv. nr. 205, aktenr./blz. 26 / 29
  26. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Johan Cooll, inv. nr. 422, aktenr./blz. 196 / 263
  27. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen jr, inv. nr. 242, aktenr./blz. 6 / 11
  28. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Adriaan Kieboom, inv. nr. 154, aktenr./blz. 331 / 524
  29. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 316, aktenr./blz. 288 / 415
  30. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Christiaan van Vliet, inv. nr. 3839, aktenr./blz. 240 / 701
  31. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Christiaan van Vliet, inv. nr. 3846, aktenr./blz. 28 / 117
  32. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Christiaan van Vliet, inv. nr. 3846, aktenr./blz. 197 / 793
  33. NL 94(1977)216
  34. Jb. CBG 48(1994)100
  35. NL 94(1977)215
  36. NA, 3.03.01.01 Hof van Holland, 10242-10243, 13069,
  37. Gouda, Kamerboek burgemeesters, gecit. in NL 94(1977)216
  38. zie ook Jb.CBG 15(1961)161
  39. zie ook NL 19(1901)191
  40. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21623048
  41. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21632132
  42. NHA, inv. nr. 3233 Familie Beels te Haarlem, nr. 122
  43. ORA Schiedam, inv.nr. 308, Nr. 338, d.d. 07-02-1699
  44. zie ook Jb. CBG (1961)161
  45. zie ook Jb. CBG (1961)161
  46. Jb. CBG (1961)161
  47. OV 60(2005)321
  48. Jb. CBG (1961)161
  49. OV 60(2005)321
  50. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  51. NL 19(1901)159
  52. Jb. CBG (1961)161
  53. ⇒ alawxjkx-CI
  54. ⇒ alawxjkx-CI
  55. Heemtijdinghen 19(1983#1 p22
  56. Nav. 72(1923)8
  57. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  58. NL 19(1901)96
  59. NL 93(1976)353
  60. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  61. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  62. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  63. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  64. Wap. 21(1917)53
  65. Heemtijdinghen 19(1983#1 p23
  66. NL 34(1916)86
  67. NL 34(1916)83
  68. GN 57(2002)29
  69. Archief Eemland, Toeg.nr. 0602 Gerecht Leusden, Leusderbroek, Hamersveld, Snorrenhoef en Donkelaar, 1536-1811, inv.nr. 1049, Fol. 12vo
  70. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Van Waey , inv.nr. U019a018, akte nr. 6
  71. ONA Utrecht, passim
  72. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Zuylen , inv.nr. U048a004, akte nr. 349
  73. GA Utrecht, ONA, Nots. N. Van Vechten , inv.nr. U064a005, akte nr. 157
  74. GA Utrecht, ONA, Nots. S. Van Den Aelpoel , inv.nr. U054a006, akte nr. 3
  75. GA Utrecht, ONA, Nots. S. Van Den Aelpoel , inv.nr. U054a006, akte nr. 19
  76. GA Utrecht, ONA, Nots. S. Van Den Aelpoel , inv.nr. U054a006, akte nr. 43
  77. GA Utrecht, ONA, Nots. S. Van Den Aelpoel , inv.nr. U054a006, akte nr. 65
  78. GA Utrecht, ONA, Nots. S. van den Aelpoel, inv.nr. U054a006, akte nr. 96
  79. GA Utrecht, ONA, Nots. S. Van Den Aelpoel , inv.nr. U054a006, akte nr. 131
  80. GA Utrecht, ONA, Nots. S. Van Den Aelpoel , inv.nr. U054a006, akte nr. 132
  81. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Boschman , inv.nr. U068a003, akte nr. 160
  82. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Boschman , inv.nr. U068a003, akte nr. 168
  83. Amstelodamum 63(1976)109
  84. Amstelodamum 63(1976)109
  85. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Boschman , inv.nr. U068a003, akte nr. 168
  86. De boekhandel te Amsterdam voornamelijk in de 17e eeuw, Volume 10,Deel 5 M. Nijhoff, 1916
  87. Jb. Amstelodamum 75(1983)38
  88. J.A. Gruys en J. Bos, Adresboek. Nederlandse drukkers en boekverkopers tot 1700, Den Haag,1999
  89. ⇒ PPN?PPN=101257430
  90. ⇒ 351652
  91. De zeventiende eeuw. Jaargang 14(1998)135, DBNL
  92. GA Utrecht, ONA, Nots. Woonplaats: Amsterdam , inv.nr. U054a006, akte nr. 29
  93. M.M. Kleerkooper, De boekhandel te Amsterdam voornamelijk in de 17e eeuw, deel 1, Nijhoff, Den Haag, 1914
  94. ⇒ 351652
  95. ⇒ books?id=wttWAAAAcAAJ&pg=PP3&lpg=PP3&dq=willem+van+bloemen+berg+calvarie&source=bl&ots=KluI-qKQfp&sig=UkfjnN8309tgGxxjFzTmaICr6Bk&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiRl7Oi86XaAhXIesAKHUiWC8cQ6AEIQzAI#v=onepage&q=willem%20van%20bloemen%20berg%20calvarie&f=false
  96. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  97. SAMH, toeg.nr. ac1, inv.nr. 1000, p13
  1. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  2. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  3. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  4. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  5. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  6. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  7. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  8. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  9. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  10. Wap. 22(1918)212
  11. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  12. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  13. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  14. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  15. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  16. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  17. Wap. 22(1918)213
  18. Wap. 22(1918)213
  19. Wap. 22(1918)213
  20. Wap. 19(1915)184
  21. NL 41(1923)207
  22. NL 41(1923)207
  23. NA 24(1926)468, 43(1950)368
  24. Wap. 19(1915)466
  25. Wap. 19(1915)467
  26. Wap. 19(1915)467
  27. NA 43(1950)368
  28. Wap. 19(1915)175
  29. Wap. 19(1915)176
  30. ⇒ gen15.htm
  31. Wap. 19(1915)176
  32. Wap. 19(1915)176
  33. Wap. 19(1915)176
  34. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Pieter van Leeuwen, inv. nr. 468, aktenr./blz. 187 / 325
  35. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda) ac 2 inv.nr. 355 blz. 015
  36. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda) ac 2 inv.nr. 356 blz. 223vo
  37. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda) ac 2 inv.nr. 357 blz. 070
  38. NA 24(1926)468
  39. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  40. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  41. ANF 2(1884)#97 p5
  42. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  43. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  44. huisnaam: Struis
  45. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  46. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  47. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  48. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  49. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  50. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  51. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  52. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  53. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda)
  54. Wap. 22(1818)266
  55. ⇒ gen15.htm
  56. ⇒ gen15.htm
  57. ⇒ gen15.htm
  58. ⇒ gen15.htm
  59. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  60. GA Alphen a/d Rijn, ORA Zwammerdam, toeg.nr 114.1.02, inv.nr. 21, pag. 40v
  61. GN 18(1965)362
  62. CHECK klopt dat wel?
  63. Jb. CBG 44(1990)134
  64. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Adriaan Kieboom, inv. nr. 153, aktenr./blz. 519 / 754
  65. SAMH, ONA Gouda inv.nr. 228 fol 15 dd 17-1-1648, gecit. in ⇒ gen15.htm
  66. C.C.J. Lans, Toegang op de archieven van Ouderkerk aan den IJssel tot 1700, ONA Gouda 229 fo 480 14-8-1649
  67. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacobus Delphius, inv. nr. 403, aktenr./blz. 391 / 916
  68. SAMH, ONA Gouda inv.nr. 231 fol 56 dd 27-2-1651, gecit. in ⇒ gen14.htm
  69. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacobus Delphius, inv. nr. 367, aktenr./blz. 282 / 696
  70. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacobus Delphius, inv. nr. 367, aktenr./blz. 283 / 697
  71. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Pieter van Leeuwen, inv. nr. 468, aktenr./blz. 187 / 325
  72. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacobus Delphius, inv. nr. 367, aktenr./blz. 294 / 724
  73. SAMH, ONA Gouda inv no 231 fol 349 dd 18-11-1651, gecit. in ⇒ gen15.htm
  74. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jacobus Delphius, inv. nr. 404, aktenr./blz. 255 / 574
  75. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Johan van Weel de Oude, inv. nr. 485, aktenr./blz. 93 / 138
  76. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Balthasar Bazius, inv. nr. 443, aktenr./blz. 12 / 13
  77. SAMH, ONA Gouda 208 f. 39 dd 13-5-1659, gecit. in ⇒ gen15.htm
  78. GA Alphen a/d Rijn, ORA Zwammerdam, toeg.nr 114.1.02, inv.nr. 21, pag. 40v
  79. RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, ORA Ambacht Bodegraven, beh.nr. B065, inv.nr. 1, aktenr. 46, f34v
  80. SAMH, ONA Gouda inv.nr. 387 fol 1v dd 2-1-1674, gecit. in ⇒ gen13.htm
  81. SAMH, ONA Gouda inv.nr. 412c fol 408 dd 27-5-1674, gecit. in ⇒ gen13.htm
  82. SAMH, Eigenboek Gouda 1674 toeg.nr. ac2, inv nr. 360 fol 24v-25r dd 8-6-1674), gecit. in ⇒ gen15.htm
  83. SAMH, ONA Gouda inv.nr. 254 fol 21 dd 11-2-1677, gecit. in ⇒ gen13.htm
  84. SAMH, ONA Gouda inv.nr. 514 fol 18 dd 21-5-1691, gecit. in ⇒ gen13.htm
  85. GN 6(2005)675
  86. SAMH, ORA: kamerboek politiemeesters, toeg.nr. ac2, inv. nr. 275, p27v
  87. Apparaat Matthijs ("oud kadaster" Gouda), ac 1 inv.nr. 2292
  88. SAMH, Verzoekschriften stadsbestuur stadsbestuur Gouda, toeg.nr. ac1, inv. nr. OA197, p105v
  89. SAMH, ORA: kamerboek politiemeesters, toeg.nr. ac2, inv. nr. 278, p16v
  90. SAMH, ORA: kamerboek politiemeesters, toeg.nr. ac2, inv. nr. 280, p50v
  91. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  92. ⇒ gview?query=hopcooper&coll=boeken1&identifier=ZX6V9wuvOPsC
  93. Marika Keblusek, Boeken in de hofstad: Haagse boekcultuur in de Gouden Eeuw, Uitg Verloren, 1997
  94. Gerhard Loh, Die europäischen Privatbibliotheken und Buchauktionen, Vol. 1, 1997
  95. Wap. 21(1917)51
  96. GA Alphen a/d Rijn, ORA Alphen a/d Rijn, toeg.nr. 112.1.02, inv.nr. 28, f103v

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 2
Back to previous
generation 0
Directly go to generation :
1