This page was last updated : 171119.
File size is: 64 k.
Fragment Genealogie Driemont
Generatie 1
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Driemont,
version 1.1,
Muiden, 2013.
© Copyright 2017 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Driemont Gen. nr. 1


Inleiding

Hoe de drie hieronder beschreven gebroeders Jacobsz Driemont aan hun achternaam komen is nog onopgehelderd. Ze geven op uit Weesp te komen dus ligt een verband voor de hand met de buitenplaats Driemond, zo genoemd vanwege het samenvloeien aldaar van Gaasp, Gein en Smal Weep, ligt. De buitenplaats werd ontworpen (1642) en gebouwd (1642-1643) door architect Philip Vingboons en Driemond genoemd door de opdrachtgever Gerbrand Anslo. De vader Jacob Huijbertsz van de onderstaande drie gebroeders, die vóór ca. 1650 geboren moet zijn, kan daar mogelijk gewerkt hebben of was wellicht boer in de omgeving.


Vooraanzicht van de buitenplaats Driemond uit "Afbeeldsels der voornaamste Gebouwen uit alle die Philips Vingboons geordineert heeft" (Amsterdam, 1648)"
Bron: Ref. [1]
Boven: reeks van vier schilderijen door Melchior d'Hondecoeter (1636-1695) die tot 1791 als wanddecoratie in een zaal in Huis Driemond hingen.
Datering: ca. 1672/73.
Onder: derde paneel: "Portret van Johannes (1668), Anna Maria (1669-1750) en Elisabeth Visscher (1672) in een landschap". Zij waren de kinderen van de eigenaar Adolf Visscher, suikerbakker en kunstverzamelaar uit Amsterdam.
Locatie en Bron Alte Pinakothek München

klik op plaatje(s) om te vergroten


O
Huijbert NN, verm. identiek met Huijbert Jansz (Ham), vermeld als landschepen van Weesp (Huijbert Jansz Ham 1625), schepen van Hoogbijlmer (1636), en schepen van de Bijlmer, overleden (in of voor?) 1664.[2]
Charters Weesp:
5-5-1627: Akte van verkoop van vier en een halve morgen stuk land in het Overaetsveld, door Huijbert Jansz aan de gasthuismeesters van het Bartholomeusgasthuis. [3]


I

Ia. Jacop Huijbertsz, geb. vóór ca. 1650, ovl. na 1681, vermoedelijk wonend te Weesp of Driemond, van wie drie zoons uiteindelijk in Ceylon terechtkomen, tr. vóór 1672 Aefien Jans, ovl. na 1708, huw. get. (1708).

COMMENTAAR(¥) Een mogelijk eerder huwelijk van hem is: Jacob Huijbertsen, afkomstig van Weesp (1660), tr. Weesp gerecht 18-1-1660 Jannitje Elberts, afkomstig van Weesp (1660).

Claes Jacobse Drimont is volgens registratie van de VOC op 17-5-1694 (bij zijn vertrek naar Azie dus) schuldig aen de VOC ƒ 100,-- voor een obligatie die aan Aefje Jacobs (ongetwijfeld zijn moeder Aefje Jans (x Jacob Huijbertsz)) is verstrekt. Dit bedrag is in 1701 uitbetaald aan Johannes van der Poort diacon. Nader onderzoek wijst uit dat een Johannis van der Poort in die tijd leeft te Weesp. Of hij diaken is geweest is nog onbekend.

Ib. Jan Huijbertsen Driemont, geb. ca. 1628, schipper en wednr. van Teuntje Roelofs wonend te Weesp out ontrent 50 jaren (1678), tr. 1o Teuntje Roelofs, ovl. 1677/78, doopget. (1677), otr. 2o Amsterdam pui 26-11-1678 (in margine: mans doot goet ingebracht den 7-12-1678) en otr./tr. 2o Weesp gerecht 26-11/11-12-1678 (bruid tekent met een merck) Trijntie Fransen, geb. ca. 1638, wed. van Jacob Hendrikx wonend in de Princestraat te Amsterdam out ontrent 40 jaren (1678).

Ic. Gijsbert Huijbertsz, geb. vóór ca. 1650, ovl. na 1697, vermeld als "Gijsbert Huijberts aant Gein" op de lijst van geref. lidmaten te Weesp opgemaakt in 1672,[7] wordt 30-4-1679 verkozen tot ouderling van de geref. gemeente te Weesp,[8] wordt op 23-5-1683 verkozen tot ouderling als Gijsbert Huijberden regerent schepen van Weespercarspel,[9] vermeld als schepen van Weespercarspel (1675, 1677, 1679, 1681, 1683, 1685, 1689, 1691, 1693, 1695, 1697),[10] huw. get. (1684, 1692), tr. 1o NN, ovl. vóór 1679, wednr. van t'Geijn (1679), otr. Weesp huw. comm. 18-2-1679 (get. haer swaeger Heijndrick Vredricksz (tekent Fredricksz)) Hilletie Jans (Visser), ovl. na 1696, j.d. van de Loosdrecht woonende aent Gein (1679), wordt op 21-7-1679 geref. lidmaat te Weesp op belijdenis als "Hilletje Jans d'huisvr. van Gijsbert Huijberde, ouderling",[11] doopget. (1677, 1681), huw. get. (1689). Zij worden vermeld als "Gijsbert Huijberden en Hilletje Jans buijten de Gijnpoort" op de lijst van geref. lidmaten te Weesp opgemaakt op 22-4-1696.[12]

Id. Claas Huijbertsz, geb. vóór ca. 1650, ovl. na 1696, wordt geref. lidmaat te Weesp op belijdenis 28-3-1684,[13] tr. vóór 1675 Neeltie Bruijne(n), ovl. na 1692, wordt geref. idmaat te Weesp opl belijdenis 16-4-1677 als Neeltje Bruinen d'huisfr. van Klaas Huiberden.[14] doopget. (1672, 1682, 1683, 1689, 1692). Op de lijst van geref. lidmaten te Weesp opgemaakt op 22-4-1696[15] staan "Claas Huijberde en Dieuwertje Claas buijten de Gijnpoort". Zijn tweede vrouw?

Ie. Heijndrick Huijbertsz, geb. vóór ca. 1650, tr. vóór 1671 Annetien Egberts.

If. T(h)ijmen Huijberts, geb. vóór ca. 1635, ovl. 1668-1672, landschepen van Weesp (1659, 1661),[16] ouderling (1683, 1684), tr. vóór 1661 Gerbrecht Claes, geb. vóór ca. 1640, ovl. na 1684, vermeld als "Tijmen Huijberts wed. Gerbrecht Claes aant Gein" op de lijst van geref. lidmaten te Weesp opgemaakt in 1672,[17] doopget. (1671, 1675, 1684).

COMMENTAAR(¥) Een Gerbrecht Claes is busbewaarder van het Weversgilde (1638), buitenmoeder (1634-1637, 1639, 1641, 1643) en weesmoeder (1640, 1642), van het Weeshuis te Weesp.[18] Zij moet dus geboren zijn vóór ca. 1615 en het is derhalve zeer onwaarschijnlijk dat zij de moeder is van de onderstaande ca. 1660 en 1668 geboren kinderen.

Ig. Kornelis Huijbertsz, ovl. vóór 1676, tr. vóór 1676 Grietje Bruinen, wordt geref. lidmaat te Weesp op belijdenis 6-11-1676 als Grietje Bruinen, wed. van Kornelis Huijbertsz, doopget. (1675, 1681),


II

Kaart van Nederlandse forten en bezittingen op Ceylon in de koloniale tijd.
Bron: Rodney Ferdinands, Proud & Prejudiced, The story of the Burghers of Sri Lanka, Melbourne 1995.

klik op plaatje(s) om te vergroten

IIa. Hubert Jacobsz Driemont, ovl. na 1724, afkomstig van Wezop (=Weesp), plaatsvervangend opperhoofd van Madura (1711), secunde (1712) en (provisioneel) opperhoofd (1712) te Tuticorin,[20] wordt in 1712 beschuldigd van wanbeleid en te Colombo veroordeeld, gaat in Batavia in appèl, en wordt in april 1715 grotendeels vrijgesproken, ondercoopman (1724), tr. 1o (vóór ca. 1700) NN, ovl. vóór 1707, tr. 2o Colombo 29-5-1707[21] Anna Gerrits Scherp, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 7-1-1667, ovl. 1707-1717, wed. van Ds. Joannes Ruell, predikant te Ceylon, dr. van Gerrit Hendricxse (Scherp) en Sara Oeges (Ootgers) (zie Fragment Genealogie Ruell voor verdere gegevens over het echtpaar Ruell-Scherp en hun voor- en nageslacht), tr. 3o Colombo Wolvendaalkerk 14-11-1717[22] Susanna Fransz, wed. van Thomas van Kessel, dr. van Michael Fransz, opperchirurgijn der VOC en van Maria Hoepels.

Database van VOC documenten:
1712: Sententie van den raad van justitie tot Colombo gevelt tegens het gewese opperhooft van Tutucorijn Huijbert Driemont in dato 14-10-1712 (den primo Februarij 1713 per Oosterstijn).[23]
1724 Copia translaat Mallabaarse brief door den Ceijlonse gouverneur Hertenberg aan den vrijheer Wijeje Regoenade Sedoe Pattij Catta Theuver in dato 15 Februarij 1724 geschreven over en ter sake van seeker dispuijt, ontstaan nopens een nieuw ingevoerde tholheffinge tot Kilkare mitsgaders ter bestellinge medegegeven aan den onderkoopman Huijbert Driemond en boekhouder Rijnier Helmond die volgens extract missive in dato 16 Februarij voormelt van Colombo na Tutucorijn aan 't opperhooft Jan Driemond en raad aldaar geschreven en aan voorszegde copia Mallabaarse brief geannexeert verkooren en aangesteld zijn om opgemelte verschil aan 't hoff van voorzegde vrijheer te gaan aff doen 't welk ook komt in te houden 't geen aan gedachte twee persoonen om in gemelte commissie tot hun narigt te dienen is voorzegd geworden (den 10 Julij 1724 per het schip Borselen, over Galen in een aparte kas). [24]
1724 Copia missive in dato 4-4-1724 door evengemelte onderkoopman Driemond en boekhouder Helmond uijt Arentaanje aan voorzegde Tutucorijns opperhooft gecarteerd contineerende haar optogt en verscheijninge van Kilkaare na en op Arentaanje mitsgaders hunne erlangde eerste audientie voor den heer Theuver aldaar, met 't geen zij van gemelte commissie waren hopende (den 10 Julij 1724 per het schip Borselen, over Galen in een aparte kas). [25]
1724 Copia brief door den ondercoopman Driemond en boekhouder Helmond uijt Kilkare in dato 3 Maij 1724 aan 't Madurees opperhoofd Jan Driemond geschreven tot provisionele bekentmakinge van den goeden uijtval hunner commissie aan het Theuvers hoff (den 10 Julij 1724 per het schip Borselen, over Galen in een aparte kas). [26]
1724 Copia rapport door ondercoopman Huijbert Driemond en den boekhouder en hooft van 's Comps. Kilkarese negotie Reijnier Helmond aan den Ceijlonse gouverneur Hertenberg in dato 4 Maij 1724 gedaan concerneerende hunne verrigtinge en wedervaaren bij den Theuverheer in sijne sterkte Arantangie waarheenen gemelte bediendens zijn gecommitteerd en opgezonden tot het beslissen der verschillen wegens een nieuw in gevoerde tholheffing tot Kilkare gereesen verseld van een dagregister bij gedachte bedientens geduurende haar voijagie na en van gemelte vrijheers sterkte van alle 't voorgevallene gehouden neevens een specificatie wegens 't verschonkene aan gemelte vorst en zijne grooten met het geen noodwendig is veronkost (den 9-10-1724 per het schip Hogenes over Nagapatnam). [27]
Generale missiven van gouverneurs-generaal en raden aan heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie
  • Brief van 30-1-1711: Huybert Driemont verving het zieke opperhoofd van Madura Joan Bierens.

    Brief van 25-11-1712: De secunde te Tuticorin Hubert Driemont volgde voorlopig den gestorven Jan Bierens als opperhoofd op, Barend Oost werd secunde, maar men verving later Driemont door Jacob de Jong, die met 2 anderen Driemont's optreden moet onderzoeken, vnl. wat betreft de levering van dure en slechte textiel.

    Brief van 11-2-1713: (De Gouverneur) Becker beschuldigde hierover ook Hubert Driemont, opperhoofd van Tuticorin, en de betrokken schippers gelanterfant, playsier genomen en particidiere handel gedreven" te hebben.

    Brief van 20-11-1713: (Er bestaat) vermoeden van ontrouwe handelingen door de residenten van de kleinere kantoren in Madura: het provisionele opperhoofd van Tuticorin Huybert Driemont is naar Batavia opgezonden, hij wil bij de Raad van Justitie in appèl gaan wegens zijn veroordeling te Colombo.

    Brief van 28-11-1715: Philip David van Uchelen en Willem de Bevere werden vrijgesproken door de Raad van Justitie te Batavia van de beschuldigingen van Becker, zo ook grotendeels het oud-opperhoofd van Madura Huybert Driemont in april in appèl tegen de Raad te Colombo.

    Brief van 30-11-1724: Huybert Driemond en Reynier Helmondt kwamen terug van hun commissiereis naar den Teuver (=heer van het eiland Rammanakoyel, en een een vazal van den Neik van Madura), zij hadden vele "hacquetten" ondergaan, o.a. over de geringheid der geschenken en de slechte ontvangst van zijn gezant in 1721 te Colombo.

  • IIb. Jan Jacobsz Driemont, geb. vóór ca. 1680, ovl. 1728, afkomstig van Weesp (1694), vaart op 17-5-1694 als Jan Jacobsz Driemont, afkomstig van Weesp in de rang bootsgezel voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Nederland via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 9-9-1694 en vertrek 14-10-1694) naar Batavia alwaar aankomst 12-12-1694, (hij heeft een schuldbrief, ),[29] wordt reeds in 1709 als assistent in het land van den Teuver (=heer van het eiland Rammanakoyel, en een een vazal van den Neik van Madura) vermeld, boekhouder der VOC (1717), opperhoofd van Tuticorin (1721-1727), wordt in 1727 wegens knoeierij afgezet, doopget. (1725, 1726).

    Archieven van het Nederlands Centraal Gezag op de kust van Ceylon:[30]
    Nr. 2684: 20-10-1721: Memoir by the "opperhoofd" of Madura Johannes Jenner for his successor Jan Driemondt. With annexes.

    Nr. 2866 Report by the commissioners Jodocus Wilhelmi Hiltebrand, Dirk ten Pezel and Daniel van den Henghel, who were appointed to inquire into the misconduct of the dismissed chief of Tuticorin, Jan Driemondt, the "administrateur" Jacobus van Meeuwen and the "pakhuis-meester" Barent van Medeler, on the Madura coast. 1727 July 1.

    Generale missiven van gouverneurs-generaal en raden aan heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie

    Brief van 31-3-1722: Jan Jenner werd als hoofd van Tuticorin vervangen door Jan Driemond

    Brief van 30-11-1725: Den gevaarlijken opstand en revolte der armaneese volkeren enkel en alleen is ontstaan door de al te haastigen onbedagtsaamheyd van het Tutucoryns opperhoofd Jan Driemond.

    Brief van 31-3-1727: Het opperhoofd te Tuticorin Jan Driemond moet zich wachten voor eigenmachtige aanbesteding van textiel, ze dient steeds in volle rade te geschieden.

    Brief van 27-10-1727: (Het schip) de Vaderland Getrouw bracht 24-7-1977 balen kaneel aan en een brief van Vuyst en raad van 7 juni, wegens knoeierij zette deze Jan Driemond en Jacobus van Meeuwen af als opperhoofd en secunde van Madura, Jodocus Wilhelmi Hiltebrand werd er opperhoofd.

    Brief van 8-12-1728: Jan Driemond, gewezen opperhoofd te Tuticorin, stierf.

    Database van VOC documenten:
    1722: Briefje van het opperhooft Driemond en den raed tot Tutucorijn aen haer hoog Eds. tot Batavia gedateert primo Junij 1722 (den 13 Julij 1722 per het schip Cockenge over Tutucorijn). [31]
    1723: Originelen brief van het opperhooft Driemont en raad tot Tutucorijn aen haer Eds. tot Batavia (den 20 Julij 1723 per het schip Nepthunus). [32]
    1723 Extract van een brief geschreven door het opperhoofd Jan Driemond en raad tot Tutucorijn in dato 10-11-1723 na Colombo behelsende de uithuijsigheid van den Theuverheer dewelke sig nog in het veld was onthoudende (ontvangen den 22 Januarij 1724). [33]
    1724 Copia translaat Mallabaarse brief door den Ceijlonse gouverneur Hertenberg aan den vrijheer Wijeje Regoenade Sedoe Pattij Catta Theuver in dato 15 Februarij 1724 geschreven over en ter sake van seeker dispuijt, ontstaan nopens een nieuw ingevoerde tholheffinge tot Kilkare mitsgaders ter bestellinge medegegeven aan den onderkoopman Huijbert Driemond en boekhouder Rijnier Helmond die volgens extract missive in dato 16 Februarij voormelt van Colombo na Tutucorijn aan 't opperhooft Jan Driemond en raad aldaar geschreven en aan voorszegde copia Mallabaarse brief geannexeert verkooren en aangesteld zijn om opgemelte verschil aan 't hoff van voorzegde vrijheer te gaan aff doen 't welk ook komt in te houden 't geen aan gedachte twee persoonen om in gemelte commissie tot hun narigt te dienen is voorzegd geworden (den 10 Julij 1724 per het schip Borselen, over Galen in een aparte kas). [34]
    1724 Copia missive in dato 4-4-1724 door evengemelte onderkoopman Driemond en boekhouder Helmond uijt Arentaanje aan voorzegde Tutucorijns opperhooft gecarteerd contineerende haar optogt en verscheijninge van Kilkaare na en op Arentaanje mitsgaders hunne erlangde eerste audientie voor den heer Theuver aldaar, met 't geen zij van gemelte commissie waren hopende (den 10 Julij 1724 per het schip Borselen, over Galen in een aparte kas). [35]
    1724 Copia brief door den ondercoopman Driemond en boekhouder Helmond uijt Kilkare in dato 3 Maij 1724 aan 't Madurees opperhoofd Jan Driemond geschreven tot provisionele bekentmakinge van den goeden uijtval hunner commissie aan het Theuvers hoff (den 10 Julij 1724 per het schip Borselen, over Galen in een aparte kas). [36]
    1724 Copia rapport door ondercoopman Huijbert Driemond en den boekhouder en hooft van 's Comps. Kilkarese negotie Reijnier Helmond aan den Ceijlonse gouverneur Hertenberg in dato 4 Maij 1724 gedaan concerneerende hunne verrigtinge en wedervaaren bij den Theuverheer in sijne sterkte Arantangie waarheenen gemelte bediendens zijn gecommitteerd en opgezonden tot het beslissen der verschillen wegens een nieuw in gevoerde tholheffing tot Kilkare gereesen verseld van een dagregister bij gedachte bedientens geduurende haar voijagie na en van gemelte vrijheers sterkte van alle 't voorgevallene gehouden neevens een specificatie wegens 't verschonkene aan gemelte vorst en zijne grooten met het geen noodwendig is veronkost (den 9-10-1724 per het schip Hogenes over Nagapatnam). [37]
    1724 Copia missive van Colombo na Tutucorijn geschreven in dato 14-10-1724 concerneerende de voormelte onlusten en inhoudende eenige ordres ter narigt van 't Madurees opperhooft Driemondt en den voormelte gecommitteerdens Dirk ten Pezel en Adriaan Maten (den 26 Januarij 1725 per het schip den Arend ontfangen). [38]
    1725 Extract missive sub dato 15 Februarij 1725 van Colombo geschreven aan 't opperhooft Jan Driemond en raad tot Tutucorijn, wegens de slegte gesteltheijt der Madurese doeken (den 28 Julij 1725 per het schip Theodora ontfangen). [39]
    1725 Copia missive van Colombo na Tutucorijn geschreven in dato 14-10-1724 concerneerende de voormelte onlusten en inhoudende eenige ordres ter narigt van 't Madurees opperhooft Driemondt en den voormelte gecommitteerdens Dirk ten Pezel en Adriaan Maten (den 26 Januarij 1725 per het schip den Arend ontfangen). [40]
    1725 Twee extracten der brieven sub datis 23 Maij en 17 Junij 1725 door 't Madurees opperhoofd Jan Driemond en raad tot Tutucorijn naar Ceijlon geschreven annex een copia brief aan gedachte opperhooft in dato 16-4-1725 door den Kilkaresen resident Reinier Helmondt na de bogt van Condaatje gecarteerd alle continerende het overleijden van den Theuver mitsgaders 't optreden van des overleedens voorsaats zoon in die waardigheijt (den 4 Zeptember 1725 per 't schip Purmerlust). [41]
    1725 Brief van het opperhoofd Jan Driemond en raad tot Tutucorijn aan haar Eds. den gouverneur generaal en raden van India tot Batavia sub dato 20 Julij 1725 (den 13-8-1725 per het schip Neptunus). [42]
    1725 Briefje door 't opperhooft Jan Driemond en raad tot Tutucorijn aan haar Eds. den gouverneur generaal en raden van India tot Batavia gedateerd 30 Julij 1725 (den 2-9-1725 per de boekhouder van Sleewijk). [43]
    1726: Extract uijt de missive in dato 15 Februarij 1726 door het opperhooft Jan Driemont en raad tot Tutucorijn aen de Colombose politiquen raad gerigt behelsende de goede apparentie tot het bekomen der gerequireerde lijwaten voor het vaderlant (den 21 Maij 1726 per 't schip Stabroek in een ander paquet). [44]
    1726 Extract uijt een brief door het Tutucorijns opperhooft Jan Driemond aen de Colombose ministers geschreven onder dato 23 Junij 1726 (den 17-9-1726 per 't schip Wassenaer, Tutucorijn). [45]
    1726: Missive van het opperhoofd Jan Driemont en raad tot Tutucorijn aen haer Eds. de hooge regeering tot Batavia in dato 11 Julij 1726 (den 17-9-1726 per 't schip Wassenaer, Tutucorijn, in een ander paquet).[46]
    1726 Extract Tutucorijnse missive door het opperhoofd den koopman Jan Driemond en den raad in dato 4-11-1726 na Colombo afgesonden, spreekende van het retour van den chialoup de Goe de Hoop uijt Nagapatnam waar heenen dat bodempje met een specerije lading was afgesonden (ontfangen den 12-3-1727 per het schip Midloo). [47]
    1728 Rapport van gecommiteerdens wegens hunne verrigtinge tot Tutucorijn over diverse ongehoorloofde en quade behandelingen door het opperhoofd van dier plaatse J. Driemond gepleegd (den 27 Januarij 1728 per 't schip Doornick).

    IIc. Claes Jacobse Driemont, geb. vóór ca. 1680, ovl. (in Azie?) na 1752, vaart op 17-5-1694 als Claes Jacobse Drimont, afkomstig van Weesp in de rang matroos voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Hof van Ilpendam via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 25-9-1694 en vertrek 27-10-1694) naar Ceylon alwaar aankomst 23-1-1695 (hij heeft geen maandbrief, wel een schuldbrief). Hij wordt in de VOC Archieven voor het laatst vermeld op 31-8-1752 in Azie.[48] Uit zijn inschrijving in de soldijboeken van de VOC[49] valt op te maken dat hij na aankomst op Ceylon achtereenvolgens in dienst van de VOC blijft in Colombo (1695-1696), Tutucorin (1696-1710), Colombo (1710-1712), Tutucorin (1712-1737) en Colombo (1737-1752) in welk jaar de inschrijvingen eindigen zonder dat vermeld wordt waarom (overleden, gerepatrieerd?). Hij moet dan ca. 70 jaar oud zijn. Op de VOC post Tutucorin (op de kust van Madura tegenover Ceylon) zal hij ongetwijfeld zijn beide broers hebben ontmoet: Hubert Jacobsz Driemont (IIa), opperhoofd aldaar (1712), en Jan Jacobsz Driemont (IIb), boekhouder (1717) en opperhoofd (1721-1727) aldaar. Beide broers werden overigens ontslagen wegens knoeirijen en ongeooloofde particuliere handel.

    IId. Frans Jacobsz Driemond, ged. geref. Weesp 12-1-1681 (get. Hilletie Jans ), j.m. van Weesp out 27 jaeren (1708), otr. Weesp huw. comm. 18-10-1708 (hij onder patroniem, get. sijn moeder Aefie Jans, en haer moeder Mareijtie Barens, bruidspaar en getuigen tekenen alle vier met een merk), tr. Weesp "ten huysen van Otto Hesthoff" voor schepenen 8-11-1708 (hij als Frans Claesz !)[50] Annetje Otten Heshof (Hestoff), geb. 1680/81, huw. get. (1735), j.d. van Weesp oud 27 jaer (1708), dr. van Otto Hesthoff en van Mareijtie Barens.

    IIe. Jan Jansen Driemont, geb. vóór ca. 1660, beg. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 16-9-1714 ("Jan Jansz Driemont"), doopget. (1687), huw. get. (1708), tr. vóór 1683 Jakemijntje Rutte (Koppers=Rutgers?), beg. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 12-2-1719 ("Jackomijntije Rutgers , wed. van Jan Jansz Driemont").



    III

    IIIa. Paulus Driemont, geb. vóór ca. 1700, ovl. 1729-1731, opperhoofd te Manapoer (1728), doopget. (1725..1729), tr. vóór 1722[51] Dorothea Maria Sonderburg, ovl. 1727/28, doopget. (1725-1727).

    Archieven van het Nederlands Centraal Gezag op de kust van Ceylon:[52] In 1745 procederen Hermanus van Bern en Christiaan van Dam contra Albert Quaade. Het betreft de goederen van wijlen Paulus Driemond en Pieter Engelbert Beekman.


    IV

    IVa. Jacob Hubert Driemont, geb./ged. Manapoer/Tutucorin 27-10-1722/27-9-1723, vermeld op de lijst d.d. 31-8-1731 van kinderen die in de VOC-vestiging in Cochin op school zitten bij koster/schoolmeester Abraham van der Sloot: "Jacobus Driemond, 8 jaar oud, beide ouders overleden, leert spellen", [87] tr. Colombo 8-10-1747[88] Susanna de Ruyter, geb./ged. Tutucorin 7-8/22-11-1726, dr. van Evert Jacobsz de Ruyter, stadsherbergier te Tutucorijn, en van Louisa Fransz (ex patre Michael Fransz).

    Uit deze kinderen mogelijk verder nageslacht Driemont, maar nog niet gevonden.
    Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook
    hier
    Referenties Fragment Genealogie Driemont --- Generatie 1 ( 93 refs.)
    Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
    Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
    1. ⇒ driemond-ah-gein.html
    2. Officianten-Weesp
    3. RHC Vecht en Venen, GAW028-13 Stad Weesp, charters, 1349-1793, Doos 38, nr. 132
    4. Nav. 53(1903)418
    5. Nav. 53(1903)305
    6. GA Leiden, Memoriaalboek, inv.nr. 210+4, blad 158, aktenummer 1776
    7. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 9
    8. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 9
    9. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 11
    10. Officianten-Weesp
    11. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 9
    12. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 9
    13. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 11
    14. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 10
    15. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 9
    16. Officianten-Weesp
    17. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 9
    18. Officianten-Weesp
    19. RHC Vecht en Venen, GAW135, DTB Weesp, 1627-1824, inv.nr. 9
    20. zie ook Nav. 51(1901)305
    21. Nav. 53(1903)418
    22. Nav. 53(1903)418
    23. NA 1.04.02, 8927, Ceylon 2, 96 - 99
    24. NA 1.04.02 8939 Ceylon 411 - 418
    25. NA 1.04.02 8939 Ceylon 419 - 421
    26. NA 1.04.02 8939 Ceylon 460 - 462
    27. NA 1.04.02 8939 Ceylon 547 - 697
    28. Nav. 53(1903)418
    29. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
    30. M.W. Jurriaanse, Catalogue of the Archives of the Dutch Central Government of Coastal Ceylon, 1640-1796, Colombo, 1943
    31. NA 1.04.02 8936 Ceylon 1 805 - 807
    32. NA 1.04.02, 8937, Ceylon 685 - 686
    1. NA 1.04.02 8938 Ceylon 2 147 - 148
    2. NA 1.04.02 8939 Ceylon 411 - 418
    3. NA 1.04.02 8939 Ceylon 419 - 421
    4. NA 1.04.02 8939 Ceylon 460 - 462
    5. NA 1.04.02 8939 Ceylon 547 - 697
    6. NA 1.04.02 8941 Ceylon 134 - 144
    7. NA 1.04.02 8940 Ceylon 364 - 370
    8. NA 1.04.02 8941 Ceylon 134 - 144
    9. NA 1.04.02 8942 Ceylon 1062 - 1063
    10. NA 1.04.02 8942 Ceylon 920 - 921
    11. NA 1.04.02 8942 Ceylon 951 - 953
    12. NA 1.04.02, 8944, Ceylon 289 - 290
    13. NA 1.04.02 8944 Ceylon 618 - 620
    14. NA 1.04.02, 8944, Ceylon 671 - 672
    15. NA 1.04.02 8945 Ceylon 871 - 872
    16. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
    17. NL-HaNA_1.04.02_5405_0145.jpg
    18. Mededeling Hans van Veen, 2017
    19. Nav. 53(1903)418
    20. M.W. Jurriaanse, Catalogue of the Archives of the Dutch Central Government of Coastal Ceylon, 1640-1796, Colombo, 1943
    21. Nav. 53(1903)418
    22. Censura Morum of 27th September 1739, Handelingen van de kerkenraad te Colombo 1735-1744,
    23. ⇒ www.aecg.evtheol.lmu.de
    24. Nav. 56(1906)67
    25. Wap. 2(1898)7
    26. Wap. 2(1898)7
    27. ⇒ www.aecg.evtheol.lmu.de
    28. M.W. Jurriaanse, Catalogue of the Archives of the Dutch Central Government of Coastal Ceylon, 1640-1796, Colombo, 1943
    29. NA 1.04.02, 2559, Ceylon 1304 - 1306
    30. Sibbe 3(1943)231
    31. Ind. Nav. 3(1990)14
    32. ORA Bellingwolde en Blijham, f182
    1. ORA Bellingwolde en Blijham, f109
    2. Censura Morum of 27th September 1739, Handelingen van de kerkenraad te Colombo 1735-1744,
    3. ⇒ www.aecg.evtheol.lmu.de
    4. Nav. 53(1903)417
    5. ANF 2(1898)90
    6. Nav. 53(1903)417
    7. Nav. 53(1903)417
    8. ANF 2(1898)259
    9. Ind. Nav. 3(1990)11
    10. JDBU 5(1912)20
    11. zie ook Nav. 48(1898)645
    12. Nav. 53(1903)187
    13. Ind. Nav. 7(1994)146
    14. D.G. van Epen, Album Studiosorum Academiae Gelro-Zutphanicae 1648-1818, 's-Gravenhage, 1904
    15. O. Schutte, Het Album Promotorum van de Academie te Harderwijk, Arnhem. 1980
    16. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
    17. Ind. Nav. 7(1994)146
    18. NL 71(1954)102
    19. Ind. Nav. 7(1994)146
    20. Nav. 52(1902)380
    21. Ind. Nav. 7 (1994)148
    22. Nav. 53(1903)187
    23. Nav. 53(1903)187
    24. Nav. 53(1903)187
    25. NA, Nederlandse bezittingen in India: duplicaten van archieven aanwezig in de Tamil Nadu Archives te Chennai, Toegang nr. 1.11.06.11, inv.nr. 165, scans 166-­167, ⇒ gahetna.nl
    26. Nav. 53(1903)418
    27. Nav. 53(1903)418
    28. JDBU 1(1908)#2 p92
    29. JDBU 14)1925)#4 p 136

    Back to the
    genealogy page
    Back to the
    contents
    Go to the
    index
    Forward to next
    generation 2
    Back to previous
    generation 0
    Directly go to generation :
    1