Zondags Voor de Hoogmis.

Aspérges me, Dómine, hyssópo, et mundábor:	Besproei mij, Heer, met hysop, en ik zal gereinigd worden:
lavábis me, et super nivem dealbábor.	was mij, en ik zal witter worden dan sneeuw.
Ps.: Miserére mei Deus, secúndum magnam misericórdiam tuam.	Ps.: Ontferm U over mij, o God, volgens uw grote barmhartigheid.
Glória Patri.	Eer aan de Vader.
Aspérges me.	Besproei mij.
Pr.: Osténde nobis, Dómine, misericórdiam tuam.	Pr.: Toon ons, Heer, uw barmhartigheid.
M.: Et salutáre tuum da nobis.	M.: En schenk ons uw heil.
Pr.: Dómine, exáudi oratiónem meam.	Pr.: Heer, verhoor mijn gebed.
M.: Et clamor meus ad te véniat.	M.: En mijn hulp geroep dringe tot U door.
Pr.: Dóminus vobíscum.	Pr.: De Heer moge met u zijn!
M.: Et cum spíritu tuo.	M.: En ook met u!
Pr.: Orémus.	Pr.: Laten wij bidden.
Exáudi nos, Dómine, sancte Pater, omnípotens aetérne Deus:	Verhoor ons, Heer, heilige Vader, almachtige, eeuwige God;
et míttere dignéris sanctum Angelum tuum de caelis, qui custódiat, fóveat, prótegat, vísitet, atque deféndat omnes habitántes in hoc habitáculo.	en zend genadig vanuit de hemel uw heilige engel, opdat hij allen, die in dit huis verblijven, bewake, helpe, bescherme, bezoeke en verdedige.
Per Christum Dóminum nostrum.	Door Christus onze Heer.
M.: Amen.	M.: Amen.

Vidi aquam egrediéntem de templo a látere dextro, allelúja; et omnes, ad quos pervénit aqua ista, salvi facti sunt, et dicent:	Ik heb water zien vloeien uit de tempel aan de rechterzijde, alleluja, en allen, tot wie dat water kwam, zijn gered en zeggen:
allelúja, allelúja.	alleluja, alleluja.
Ps.: Confitémini Dómino, quóniam bonus, quóniam in sáeculum misericórdia ejus.	Ps.: Prijst de Heer, want Hij is goed, want eeuwig duurt zijn barmhartigheid.
Glória Patri.	Eer aan de Vader.
Vidi aquam.	Ik heb water zien vloeien.
Pr.: Osténde nobis, Dómine, misericórdiam tuam, allelúja.	Pr.: Toon ons, Heer, uw barmhartigheid, alleluja.
M.: Et salutáre tuum da nobis, allelúja.	M.: En schenk ons uw heil, alleluja.

Verder als na "Asperges me".