DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID Mis ter Ere van de Heilige Drievuldigheid.

LIJN

Gebeden aan de Voet van het Altaar.

Pr. In nómine Patris et Fílii, et Spíritus Sancti. Amen. Pr. In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Introíbo ad altáre Dei. Ik zal opgaan tot het altaar van God.
M. Ad Deum, qui laetíficat juventútem meam. M. Tot God, die mij jong maakt en blij.
Pr. Júdica me, Deus, et discérne causam meam de gente non sancta: ab hómine iníquo et dolóso érue me. Pr. Oordeel mij, o God, en behandel mij niet als een heiden, die U niet eert: bescherm mij tegen de boze met zijn laaghartige listen.
M. Quia tu es, Deus, fortitúdo mea: quare me repulísti, et quare tristis incédo, dum afflígit me inimícus? M. Want Gij, o God, zijt mijn sterkte, waarom vergeet Gij mij? Ik ben in droefheid, omdat de vijand mij kwelt.
Pr. Emítte lucem tuam et veritátem tuam; ipsa me deduxérunt, et adduxérunt in montem sanctum tuem et in tabernácula tua. Pr. Zend mij uw licht en uw waarheid; die zullen mij geleiden en brengen naar uw heilige berg en uw woning.
M. Et introíbo ad altáre Dei: ad Deum, qui laetíficat juventútem meam. M. Dan zal ik opgaan tot het altaar van God: tot God, die mij jong maakt en blij.
Pr. Confitébor tibi in cíthara, Deus, Deus meus: quare tristis es ánima mea, et quare contúrbas me? Pr. En loven zal ik U, God, mijn God, met zang en snarenspel. - "Mijn ziel, waarom zijt gij nog bedroefd en waarom doet gij mij ontstellen?
M. Spera in Deo, quóniam adhuc confitébor illi: salutáre vultus mei, et Deus meus. M. Vertrouw toch op God." - En ik zal Hem weer prijzen; want Hij blijft mijn Helper en God.
Pr. Glória Patri, et Fílio, et Spirítui Sancto. Pr. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
M. Sicut erat in princípio, et nunc, et semper: et in sáecula saeculórum. Amen. M. Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Pr. Introíbo ad altáre Dei. Pr. Ik zal opgaan tot het altaar van God.
M. Ad Deum, qui laetíficat juventútem meam. M. Tot God, die mij jong maakt en blij.
Pr. Adjutórium nostrum in nómine Dómini. Pr. Onze hulp is in de naam des Heren.
M. Qui fecit caelum et terram. M. Die hemel en aarde gemaakt heeft.

Diep gebogen legt de priester zijn schuldbekentenis af:
Pr. Confitéor ... Pr. Ik beken enz.

Wij bidden voor de priester:
M. Misereátur tui omnípotens Deus, et dimíssis peccátis tuis, perdúcat te ad vitam aetérnam. M. God, die almachtig is zij u genadig. Hij vergeve u de zonden en geleide u tot het eeuwig leven.
Pr. Amen. Pr. Amen.

In de naam van het volk bekennen de misdienaren hun schuld:
M. Confíteor Deo omnipoténti, beátae Maríae semper Vírgini, beáto Michaéli Archángelo, beáto Joánni Baptístae, sanctis Apóstolis Petro et Paulo, ómnibus Sanctis, et tibi, pater: quia peccávi nimis cogitatióne, verbo et ópere: M. Ik beken aan de almachtige God, aan de heilige Maria, altijd Maagd, aan de heilige aartsengel Michaël, aan de heilige Joannes de Doper, aan de heilige Apostelen Petrus en Paulus, aan alle Heiligen en aan u, vader, dat ik heel veel gezondigd heb, door gedachten, woorden en daden;
mea culpa, mea culpa, mea máxima culpa. het is mijn schuld, het is mijn schuld, het is mijn zeer grote schuld.
Ideo precor beátam Maríam semper Vírginem, beátum Michaélem Archángelum, beátum Joánnem Baptístam, sanctos Apóstolos Petrum et Paulum, omnes Sanctos, et te, pater, oráre pro me ad Dóminum, Deum nostrum. Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd Maagd, de heilige aartsengel Michaël, de heilige Joannes de Doper, de heilige Apostelen Petrus en Paulus, alle Heiligen en u, vader, voor mij te bidden tot de Heer onze God.
Pr. Misereátur vestri omnípotens Deus, et dimíssis peccátis vestris, perdúcat vos ad vitam aetérnam. Pr. God, die almachtig is, zij u genadig; Hij vergeve u de zonden en geleide u tot het eeuwig leven.
M. Amen. M. Amen.
Pr. Indulgéntiam, absolutiónem et remissiónem, peccatórum nostrórum tríbuat nobis omnípotens et miséricors Dóminus. Pr. Algehele kwijtschelding en vergiffenis van zonden verlene ons de almachtige en barmhartige Heer.
M. Amen. M. Amen.
Pr. Deus, tu convérsus vivificábis nos. Pr. God, keer U tot ons en Gij zult ons doen leven.
M. Et plebs tua laetábitur in te. M. En uw volk zal zich in U verheugen.
Pr. Osténde nobis, Dómine, misericórdiam tuam. Pr. Heer, toon ons uw barmhartigheid.
M. Et salutáre tuum da nobis. M. En schenk ons uw heil.
Pr. Dómine, exáudi oratiónem meam. Pr. Heer, verhoor mijn gebed.
M. Et clamor meus ad te véniat. M. En mijn hulpgeroep dringe tot U door.
Pr. Dóminus vobíscum. Pr. De Heer moge met u zijn!
M. Et cum spíritu tuo. M. En ook met u!

De priester gaat het altaar op, terwijl hij in stielt bidt:
Orémus. Laten wij bidden.
Aufer a nobis, quáesumus, Dómine, iniquitátes nostras: ut ad Sancta sanctórum puris mereámur méntibus introíre. Heer, wij vragen U: neem onze zonden van ons weg; mogen wij met een zuiver hart tot het Heilige der Heiligen opgaan.
Per Christum, Dóminum nostrum. Door Christus onze Heer.
Amen. Amen.

De priester kust het altaar en bidt:
Orámus te, Dómine, per mérita Sanctórum tuórum, quorum relíquiae hic sunt, et ómnium Sanctórum: ut indulgére dignéris ómnia peccáta mea. Wij bidden U, Heer: om de verdiensten van uw Heiligen, wier relikwieën hier rusten, en van alle heiligen, vergeef mij genadig al mijn zonden.
Amen. Amen.

In een plechtige Mis wordt nu het altaar bewierookt. Eerst zegent de priester de wierook en zegt: Moogt gij worden gezegend door Hem, tot wiens eer gij zult branden. Amen.

LIJN

Introitus

Gezegend weze de heilige Drievuldigheid. Wij loven en danken Haar, omdat Zij ons barmhartigheid heeft bewezen.
Heer God, hoe wonderbaar is uw Naam over heel de aarde.
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest; zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

LIJN

Kyrie

Pr. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U over ons.
M. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U over ons.
Pr. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U over ons.
M. Christe, eléison. Christus, ontferm U over ons.
Pr. Christe, eléison. Christus, ontferm U over ons.
M. Christe, eléison. Christus, ontferm U over ons.
Pr. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U over ons.
M. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U over ons.
Pr. Kyrie, eléison. Heer, ontferm U over ons.

LIJN

Gloria

Glória in excélsis Deo. Eer aan God in de hemel,
Et in terra pax homínibus bonae voluntátis. en vrede op aarde aan de mensen van goede wil.
Laudámus te. Wij loven U.
Benedícimus te. Wij prijzen U.
Adorámus te. Wij aanbidden U.
Glorificámus te. Wij verheerlijken U.
Grátias ágimus tibi propter magnam glóriam tuam. Wij zeggen U dank voor uw grote heerlijkheid;
Dómine Deus, Rex caeléstis, Deus Pater omnípotens. Heer God, Koning van de hemel, God, almachtige Vader.
Dómine Fili unigénite, Jesu Christe. Heer eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Dómine Deus, Agnus Dei, Fílius Patris. Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader.
Qui tollis peccáta mundi, miserére nobis. Gij neemt de zonden van de wereld weg:
Qui tollis peccáta mundi, súscipe deprecatiónem nostram. aanvaard onze smeekbede.
Qui sedes ad déxteram Patris, miserére nobis. Gij zit aan de rechterhand van de Vader:
ontferm U over ons.
Quóniam tu solus Sanctus. Want Gij alleen zijt heilig.
Tu solus Dóminus. Gij alleen de Heer.
Tu solus Altíssimus, Jesu Christe. Gij alleen de Allerhoogste, Jezus Christus.
Cum Sancto Spíritu in glória Dei Patris. Met de Heilige Geest in de heerlijkheid van God de Vader.
Amen. Amen.

De priester kust het altaar en wendt zich tot het volk met de woorden:
Pr. Dóminus vobiscum. Pr. De Heer moge met u zijn!
M. Et cum spíritu tuo. M. En ook met u!
Pr. Orémus. Pr. Laten wij bidden.

Almachtige eeuwige God, Gij hebt uw dienaren in de belijdenis van het ware geloof de glorie van de eeuwige Drieëenheid doen kennen. Gij hebt in de macht van uw majesteit ons die Eenheid leren aanbidden. Wij vragen U: laat ons, door de onwankelbaarheid van dit geloof sterk zijn in alle tegenspoed. Door onze Heer Jezus Christus uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God in alle eeuwen der eeuwen.
Wij: Amen.

LIJN

Epistel

De heilige Paulus schrijft:

O diepte van de rijkdommen van Gods wijsheid en kennis! Niemand kan zijn oordelen doorgronden. Niemand kan zijn wegen naspeuren. Wie heeft ooit de gedachten van God gekend? Wie is ooit zijn raadsman geweest? Of wie gaf er eerst aan Hem zodat hij recht kreeg op vergelding? Niemand! Want alles is uit God en door Hem en voor Hem. Aan Hem de glorie in eeuwigheid. Amen.
Wij: Deo gratias! God zij dank!

LIJN

Graduale

Gezegend zijt Gij, Heer. Gij doorziet de afgronden. Gij troont op cherubijnen. Gezegend zijt Gij Heer in het uitspansel en lofwaardig in eeuwigheid. Alleluja! Alleluja! Alleluja! Gezegend zijt Gij, Heer, God van onze vaderen. Lofwaardig zijt Gij in eeuwigheid. Alleluja!

Terwijl de misdienaar het boek omdraagt, bidt de priester diepgebogen:
Munda cor meum ac lábiamea, omnípotens Deus, Reinig mijn hart en mijn lippen, almachtige God.
qui lábia Isaíae Prophétae cálculo mundásti igníto: Gij hebt de lippen van de profeet Isaias met een gloeiende kool gezuiverd;
ita me tua grata miseratione dignáre mundáre, ut sanctum Evangélium tuum digne váleam nuntiáre. reinig ook mij in uw barmhartige ontferming, opdat ik uw heilig Evangelie op waardige wijze kan verkondigen.
Per Christum Dóminum nostrum. Door Christus onze Heer.
Amen. Amen.
Jube, Dómine, benedícere. Heer, geef mij uw zegen.
Dóminus sit in corde meo et in lábiis meis: ut digne et competénter annúntiem Evangélium suum. De Heer zij in mijn hart en op mijn lippen, opdat ik op waardige en passende wijze zijn Evangelie verkondige.
Amen. Amen.

LIJN

Evangelie

Bij het begin staan allen op uit eerbied voor het woord des Heren; Zij maken met de duim een kruisje op voorhoofd, mond en borst, om aan te geven, dat zij het Evangelie met het verstand willen aanvaarden, met de mond belijden en met het hart beminnen.

Pr. Dóminus vobiscum. Pr. De Heer moge met u zijn!
M. Et cum spíritu tuo. M. En ook met u!
Pr. Sequéntia sancti Evangélii secúndum Mattháeum. Pr. Vervolg van het Evangelie volgens Mattheus.
M. Glória tibi, Dómine. M. Eer aan U, o Heer.

In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen:
Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dan en onderwijst alle volkeren en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest; en leert hun onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. En ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan het einde van de wereld.

Na het einde van het Evangelie zegt de misdienaar:
Laus tibi, Christe. Lof zij U, Christus

De priester kust het Evangelieboek en zegt in stilte:
Pr. Per evangélica dicta deleántur nostra delícta. Pr. Mogen door de woorden van het Evangelie onze zonden worden uitgewist.

Is er preek, dan volgt deze nu.

LIJN

Credo

Credo in unum Deum. Patrem omnipoténtem, factórem caeli et terrae, visibílium ómnium et in visibílium. Ik geloof in één God, de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.
Et in unum Dóminum Jesum Christum, Fílium Dei unigéntum. Et ex Patre natum ante ómnia sáecula. Deum de Deo, lumen de lúmine, Deum verum de Deo vero. Génitum, non factum, consubstantiálem Patri: per quem ómnia facta sunt. Qui propter nos hómines, et propter nostram salútem descéndit de caelis. En in één Heer Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon. Hij is uit de Vader geboren vóór alle tijden; God van God, Licht van Licht, ware God van de ware God; geboren niet gemaakt, één in wezen met de Vader; door Hem is alles geschapen. Voor ons mensen, om ons te verlossen, is Hij uit de hemel neergedaald.
Hic genuflectitur. Hier knielt men.
Et incarnátus est de Spíritu Sancto ex María Vírgine: Et homo factus est. En Hij heeft het vlees aangenomen, door de Heilige Geest, uit de Maagd Maria, en is mens geworden.
Crucifíxus étiam pro nobis: sub Póntio Piláto passus, et sepúltus est. Voor ons ook is Hij gekruisigd onder Pontius Pilatus, heeft Hij geleden en is Hij begraven.
Et resurréxit tértia die, secúndum Scriptúras. Hij is de derde dag verrezen volgens de Schriften.
Et ascéndit in caelum: sedet ad déxteram Patris: En Hij is ten hemel opgestegen en zit aan de rechterhand van de Vader.
Et íterum ventúrus est cum glória judicáre vivos et mórtuos, cujus regni non erit finis. En Hij zal terugkomen in heerlijkheid, om te oordelen over levenden en doden: en aan zijn rijk zal geen einde komen.
Et in Spíritum Sanctum, Dóminum et vivificántem: qui ex Patre Filióque procédit. Qui cum Patre et Fílio simul adorátur et conglorificátur: qui locútus est per Prophétas. Ik geloof in de Heilige Geest, de Heer die levend maakt en die voorkomt uit de Vader en de Zoon; tezamen met de Vader en de Zoon wordt Hij aanbeden en verheerlijkt; en Hij heeft gesproken door de profeten.
Et unam sanctam cathólicam et apostólicam Ecclésiam. Ik geloof in de éne heilige, katholieke en apostolische Kerk.
Confíteor unum baptísma in remissiónem peccatórum. Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
Et exspécto resurrectiónem mortuórum. En ik verwacht de verrijzenis van de doden
Et vitam ventúri sáeculi. en het leven van de komende eeuwigheid.
Amen. Amen.

LIJN

Het Eucharistisch Offer.

Pr. Dóminus vobiscum. Pr. De Heer moge met u zijn!
M. Et cum spíritu tuo. M. En ook met u!
Pr. Orémus. Pr. Laten wij bidden.

LIJN

Offertorium

Gezegend zij God de Vader, gezegend zij zijn eniggeboren Zoon, gezegend de Heilige Geest.
Gezegend de heilige Drieëne God, want Hij is barmhartig voor ons geweest.

LIJN

Aanbieding van de Offergaven.


De priester ontdekt daarna de kelk, neemt de pateen waarop het hostiebrood ligt, heft die omhoog en biedt de hemelse Vader het hostiebrood aan, dat bij de Consecratie het Lichaam van Jezus zal worden en bidt:

Neem aan heilige Vader, almachtige en eeuwige God, deze onbevlekte offerande. Ik draag ze aan U op voor mijn ontelbare zonden, voor allen die mij omringen, levenden en doden. Moge dit offer hun en mij strekken tot zaligheid en eeuwig leven. Amen.


De priester doet wijn in de kelk, zegent het water en laat een paar druppels in de kelk vallen, terwijl hij bidt:

God, Gij hebt de waardigheid van de mens wondervol geschapen en nog wonderlijker hersteld, doordat uw Zoon is Mens geworden. Wij bidden U: laat ons door het geheim van dit water en deze wijn deelachtig worden aan uw goddelijk leven in Jezus Christus uw Zoon onze Heer, die als God met U leeft en heerst in de eenheid met de Heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

De priester heft de kelk omhoog, biedt God de wijn aan, die bij Consecratie het Bloed van Jezus zal worden, en bidt:

Wij offeren U, Heer, de kelk van het heil en smeken dat hij U aangenaam moge zijn voor onze zaligheid, en die van de gehele wereld. Tegelijk met dit brood en deze wijn offeren wij U, Heer, onszelf in diepe nederigheid en met berouw over onze zonden. Neem ons aan en laat dit offer zo geschieden dat het U behage, Heer onze God.
Kom Heiligmaker, God Heilige Geest, en zegen deze offerande.

LIJN

De Priester wast zijn handen.

Ik was mijn handen en treed aan uw altaar, Heer. Om uw lof te horen en al uw wonderdaden te verhalen. Heer ik houd van de schoonheid van uw huis. Om U te eren wil ik leven in onschuld. Verlos mij van mijn zonden en sterk mij in mijn zwakheid. Dan zal ik zonder vrees gaan over een effen baan en uw lof verkondigen.
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest . . .

In het midden van het altaar bidt de priester iets gebogen:

Heilige Drievuldigheid, wij dragen dit offer aan U op om te gedenken het lijden, de verrijzenis en de hemelvaart van onze Heer Jezus Christus en om te eren de heilige Maagd Maria, Moeder van God en alle heiligen. Mogen zij voor ons ten beste spreken bij U opdat dit offer ons ter zaligheid strekke. Door Christus onze Heer. Amen.

De priester wendt zich tot het volk en bidt:
Pr. Oráte, fratres: ut meum ac vestrum sacrifícium acceptábile fiat apud Deum Patrem omnipoténtem. Pr. Bidt, broeders, opdat mijn en uw offer welgevallig is aan God, de almachtige Vader.
M. Suscípiat Dóminus sacrifícium de mánibus tuis ad laudem et glóriam nóminis sui, ad utilitátem quoque nostram, totiúsque Ecclésiae suae sanctae. M. De Heer moge dit offer uit uw handen aanvaarden, tot lof en eer van zijn Naam en ook tot welzijn van ons en van geheel zijn heilige Kerk.
Pr. Amen. Pr. Amen.

LIJN

Offergebed

Pr.: Heer onze God, wij bidden U, heilig deze offergave door de aanroeping van uw heilige Naam en maak daardoor onszelf tot een voortdurend offer voor U. Door onze Heer Jezus Christus uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God

Pr. Per ómnia sáecula saeculórum. Pr. Door alle eeuwen der eeuwen.
M. Amen. M. Amen.
Pr. Dóminus vobíscum. Pr. De Heer moge met u zijn!
M. Et cum spíritu tuo. M. En ook met u!
Pr. Sursum corda. Pr. Omhoog de harten.
M. Habémus ad Dóminum. M. Wij hebben ze tot de Heer verheven.
Pr. Grátias agámus Dómino, Deo nostro. Pr. Laten wij de Heer onze God dankzeggen.
M. Dignum et justum est. M. Dat is passend en recht.

LIJN

Prefatie van de Heilige Drievuldigheid.

Vere dignum et justum est, aequum et salútare, nos tibi semper et ubíque grátias ágere: Dómine, sancte Pater omnípotens aetérbe Deus: Waarlijk, het is passend en recht, billijk en heilzaam, dat wij U altijd dn overal dankzeggen, Heer, Heilige Vader, almachtige, eeuwige God.
Qui cum unigénito Fílio tuo et Spíritu Sancto unus es Deus, unus es Dómminus: non in uníus singulariáte persónae, sed in uníus Trinitáte substántiae. Met uw eniggeboren Zoon en de Heilige Geest zijt Gij één God en één Heer: niet in de enkelvoud van één persoon, maar in de drievuldigheid van één natuur.
Quod enium de tua glória, revelánte te, crédimus, hoc de Fílio tuo, hoc de Spíritu Sancto sine differéntia discretiónis sentímus. Want hetgeen wij volgens uw openbaring geloven van uw heerlijkheid, geloven wij ook van uw Zoon en van de Heilige Geest zonder enig verschil of onderscheid.
Ut in confessióne verae sempiternaéque Deitátis, et in persónis propríetas, et in esséntia únitas, et in majestáte adorétur aequálitas. En zo aanbidden wij, bij de belijdenis van de ware en eeuwige Godheid, in de personen de verscheidenheid, in het Wezen de eenheid en in de Majesteit de gelijkheid.
Quam laudant Angeli atque Archángeli, Chérubim quoque ac Séraphim: qui non cessant clamáre quotídie, una voce dicéntes: Haar loven de Engelen en Aartsengelen, de Cherubijnen en Serafijnen; zij houden niet op, dag aan dag te zingen en als uit één mond te zeggen:

De misdienaar belt driemaal. Wij gaan knielen.

LIJN

Sanctus

Sanctus, Sanctus, Sanctus Dóminus Deus Sábaoth. Heilig, heilig, heilig, Heer God der legerscharen.
Pleni sunt caeli et terra glória tua. Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.
Hosánna in excélsis. Hosanna in den hoge.
Benedíctus, qui venit in nómine Dómini. Gezegend Hij, die komt in de naam des Heren.
Hosánna in excélsis. Hosanna in den hoge.

LIJN

Canon

Goedertieren Vader, wij smeken U nederig door Jezus Christus uw Zoon, onze Heer, wil dit offer goedgunstig aannemen. Wij dragen het op voor uw heilige Kerk over de gehele wereld, voor onze heilige Vader de Paus, voor onze Bissschop en voor alle priesters en alle gelovigen.
Gedenk heel bijzonder, goede God, mijn ouders en familieleden, allen die hier tegenwoordig zijn, onze hele parochie, vooral onze priesters, onze onderwijzers en onze zieken.
Heel bijzonder vraag ik nog uw zegen en hulp voor . . .
Lieve Moeder Maria, heilige apostelen, martelaren en alle heiligen, verkrijg voor ons Gods bijstand en bescheming. Door Jezus Christus onze Heer. Amen.
Wij smeken U, Heer, aanvaard dit offer van ons en heel uw gezin. Geef ons de vrede, behoed ons voor de eeuwige straffen en neem ons op in het gezelschap van uw uitverkorenen.
Moge nu deze heilige offerande voor ons worden het Lichaam en Bloed van uw allerliefste Zoon, onze Heer Jezus Christus.

LIJN

Consecratie

De priester neemt de kelk in beide handen en zegt:
Hij nam 's avonds vóór Hij ging lijden, het brood in zijn heilige en eerbiedwaardige handen, sloeg zijn ogen ten hemel op tot U, God zijn almachtige Vader, en dankte U; Hij zegende het brood, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden: Neemt en eet allen hiervan, want dit is mijn Lichaam.

Terwijl de priester de heilige Hostie opheft, kunt u zeer passend bidden: Mijn Heer en mijn God.

De priester neemt de kelk in beide handen en zegt:

Op gelijke wijze nam Hij na het avondmaal ook deze kostbare kelk in zijn heilige en eerbiedwaardige handen en dankte Hij U opnieuw; Hij zegende de kelk en gaf hem aan zijn leerlingen met de woorden: Neemt en drinkt allen hieruit. Want dit is de kelk van mijn Bloed, van het nieuw en eeuwig verbond, (geheim des geloofs), dat voor u en voor velen zal vergoten worden tot vergeving van de zonden. Doet dit, zo dikwijls gij het doet, ter gedachtenis aan Mij.

LIJN

Vervolg van de Canon.

Terwijl wij denken aan het heilig lijden, de verrijzenis en hemelvaart van uw Zoon, onze Heer Jezus Christus, offeren wij, Heer, aan uw verheven Majesteit van uw eigen giften en gaven deze zuivere, heilige, onbevlekte Offerande, het heilig Brood van het eeuwig leven en de Kelk van het altijddurend heil. Wij bidden U nederig, almachtige God, laat deze Offerande door de handen van uw heilige Engel brengen op uw hoogverheven altaar voor de troon van uw goddelijke Majesteit en laat ons die aan dit offer deelnemen en het allerheiligst Lichaam en Bloed van uw Zoon zullen ontvangen, met alle hemelzegen en genade vervuld worden, door dezelfde Christus onze Heer. Amen.

LIJN

Gedachtenis voor onze Overledenen.

Gedenk ook, Heer, onze dierbare overledenen, heel bijzonder . . . Wil hen en allen die in Christus gestorven zijn opnemen in de plaats van licht en vrede, door Jezus Christus onze Heer. Amen.
God, wij vertrouwen op uw barmhartigheid en vragen U: geef ons, nu reeds, dagelijks méér deel en gemeenschap met uw heiligen, door de heiligmakende genade. Op de voorspraak van Maria, Moeder van God en van alle heiligen vergeef ons alle zonden en neem ons eenmaal op in hun gezelschap. Door Christus onze Heer, door Wie Gij Heer, ons alle weldaden en genaden mededeelt.
Door Christus, met Christus en in Christus, zij U, o God, almachtige Vader, in de eenheid met de Heilige Geest, alle eer en heerlijkheid,
Pr. Per ómnia sáecula saeculórum. Pr. Door alle eeuwen der eeuwen.
M. Amen. M. Amen.

LIJN

Deelneming aan het offermaal.

Pater Noster.

Orémus. Laten wij bidden.
Praecéptis salutáribus móniti, et divína institutíone formáti, audémus dícere: Door de onderrichting heeft de Zaligmaker het ons geleerd en door voorschriften geboden; daarom durven wij zeggen:
Pater noster, qui es in caelis: Onze Vader, die in de hemel zijt.
Sanctificétur nomen tuum: Uw Naam worde geheiligd.
Advéniat regnum tuum: Uw rijk kome.
Fiat volúntas tua, sicut in caelo, et in terra. Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Panem nostrum quotidiánum da nobis hódie: Geef ons heden ons dagelijks brood.
Et dimítte nobis débita nostra, sicut et nos dimíttimus debitóribus nostris. En vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.
Et nenos indúcas in tentatiónem. En leid ons niet in bekoring.
M. Sed líbera nos a malo. M. Maar verlos ons van het kwade.

De priester zegt in stilte "Amen".

Bevrijd ons, bidden wij, Heer, van alle verleden, tegenwoordig en toekomstig kwaad, en geef ons goedgunstig vrede in onze dagen op de voorspraak van de heilige en glorievolle Moeder van God, Maria altijd Maagd, en van uw heilige Apostelen Petrus en Paulus en Andreas en van alle Heiligen. Kom ons te hulp en ontferm U over ons, opdat wij altijd vrij blijven van zonde en tegen elke verontrusting beveiligd zijn.

De priester breekt de heilige Hostie in drie delen en zegt:
Door dezelfde Jezus Christus, onze Heer, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, God:
Pr. Per ómnia sáecula saeculórum. Pr. Door alle eeuwen der eeuwen.
M. Amen. M. Amen.
Pr. Pax Dómini sit semper vobíscum. Pr. De vrede van de Heer moge altijd met u zijn.
M. Et cum spíritu tuo. M. En ook met u.

Terwijl de priester een deel van de heilige Hostie in de kelk laat vallen, zegt hij:
Haec commíxtio, et consecrátio Córporis et Sánguinis Dómini nostri Jesu Christi, fiat accipiéntibus nobis in vitam aetérnam. Deze vermenging en heiliging van het Lichaam en Bloed van onze Heer Jezus Christus strekke ons die het ontvangen, ten eeuwigen leven.
Amen. Amen.

LIJN

Agnus Dei.

De priester klopt driemaal op de borst en bidt:
Agnus Dei, qui tollis peccáta mundi: miserére nobis. Lam Gods: Gij neemt de zonden van de wereld weg, ontferm U over ons.
Agnus Dei, qui tollis peccáta mundi: miserére nobis. Lam Gods: Gij neemt de zonden van de wereld weg, ontferm U over ons.
Agnus Dei, qui tollis peccáta mundi: dona nobis pacem. Lam Gods: Gij neemt de zonden van de wereld weg, geef ons de vrede.

LIJN

Laatste Gebeden voor de Heilige Communie.

Heer Jezus Christus, Gij hebt uw apostelen beloofd: Ik geef u mijn vrede. Zie niet op mijn zonden maar op het geloof van uw Kerk en geef haar vrede en eenheid.

Heer Jezus, Zoon van de levende God, omdat de Vader het zo wilde, hebt Gij door uw lijden en dood ons het Leven gegeven. Ik bid U, verlos mij door uw heilig Lichaam en Bloed van al mijn zonden en van alle boosheid. Maak dat ik altijd uw geboden zal onderhouden en laat niet toe dat ik ooit gescheiden worde van U die met de Vader en de Heilige Geest leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Heer Jezus Christus, geef dat deze heilige Communie mij moge dienen tot bescherming van ziel en lichaam. Laat ze een geneesmiddel zijn voor al mijn kwalen en mij weer inniger verbinden met U en met al mijn broeders en zusters in uw heilige Kerk, in de hemel en op aarde, Gij die als God met God de Vader leeft en heerst in de eenheid met de Heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Dómine, non sum dignus, ut intres sub tectum meum: sed tantum dic verbo, et senábitur ánima mea. Heer, ik ben niet waardig, dat Gij komt onder mijn dak, maar spreek slechts een woord, en mijn ziel wordt gezond.

LIJN

Na de Heilige Communie.

Heer Jezus, laat mij, nu ik uw heilig Lichaam en Bloed heb ontvangen helemaal één zijn met U. Geef dat er in mij, nu ik gevoed ben met dit heilig Sacrament, geen enkele vlek van zonde meer is en laat het voor mij zijn een onderpand voor het eeuwig leven. Amen.

LIJN

Communio

Wij loven God, de Heer van de hemel. Voor al wat leeft verheerlijken wij Hem, omdat Hij ons zijn barmhartigheid heeft bewezen.
Pr. Dóminus vobíscum. Pr. De Heer moge met u zijn!
M. Et cum spíritu tuo. M. En ook met u!

LIJN

Slotgebed

Heer God, wij vragen U: laat ons naar ziel en lichaam heilzaam zijn: het ontvangen van dit sacrament en het belijden van de heilige Drievuldigheid en haar onverdeelbare eenheid. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die als God met U leeft en heerst in de eenheid met de Heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Pr. Dóminus vobíscum. Pr. De Heer moge met u zijn!
M. Et cum spíritu tuo. M. En ook met u!
Pr. Ite missa est. Pr. Gaat, de Mis is ten einde.
M. Deo grátias. M. God zij dank.

De priester kust het altaar, wendt zich naar het volk en geeft de zegen met de woorden:
Benedícat vos omnípotens Deus, Pater, et Fílius, et Spíritus Sanctus. Zegene u de almachtige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
M. Amen. M. Amen.

LIJN

Gedachten bij het Laatste Evangelie.

Pr. Dóminus vobíscum. Pr. De Heer moge met u zijn!
M. Et cum spíritu tuo.. M. En ook met u!.
Pr. Inítium sancti Evangélii secúndum Joánnem. Pr. Begin van het heilig Evangelie volgens Joannes.

God is eeuwig. Hij bestaat zonder begin en zonder einde. Het Woord van God is Gods Zoon. Samen met de Vader en de Heilige Geest heeft Gods Zoon alles geschapen, heel de wereld. Maar de meeste mensen wilden Hem niet kennen. Ze bleven in de duisternis van de zonde. Sommigen echter geloofden in Hem. Zij werden kinderen van God door Christus, de Zoon van God, die Mens werd. Als God Mens heeft Christus onder de mensen gewoond. Aan zijn leven en zijn wonderen kan men zien dat Hij God is.
"Wij hebben zijn heerlijkheid gezien", zegt Joannes, "een heerlijkheid als van de Eengeborene van de Vader vol van genade en waarheid."
Wij: God zij dank!

LIJN

Gebeden na de heilige Mis en heilige Communie.

DRUIVEN

LIJN

DER MISSEN OMHOOG NAAR HET BEGIN