Algemene Begrippen over de Heilige Mis.

LIJN

De Mis.

Er bestaat geen volmaakter en prijzenswaardiger godsvrucht dan het bijwonen van het Heilig Misoffer.
In vergelijking met de andere godsdienstdaden, schittert de Mis als de zon die met haar doordringende stralen al de andere sterren verdooft:
"De oogst van al de goede werken," zegde de Heilige Pastoor van Ars, "evenaart het Misoffer niet, omdat zij mensenwerk zijn en de Mis is Godswerk;
het martelaarschap doorstaat de vergelijking niet:
het is enkel het offer van zijn leven dat de mens aan God opdraagt;
de Mis is de offerande van zijn Lichaam en Bloed, welke God voor de mens opdraagt."
Het gebed van de Christen in de Mis houdt dus enigermate op een zuiver menselijk gebed te zijn.
Verenigd met het gebed van Jezus Christus, draagt het een goddelijk stempel:
wij zijn het niet meer die bidden maar 't is Jezus Christus die met ons en voor ons bidt.

De Heilige Franciscus van Sales had zo'n diepe verering voor de Heilige Mis dat hij ze boven het inwendige gebed verkoos, niettegenstaande deze oefening door alle geestelijke bestuurders oneindig boven de andere gebeden verheven wordt.
De Heilige Joanna van Chantal vroeg hem eens het inwendig gebed met de Heilige Mis in de week te mogen afwisselen: "Iedere dag het Heilig Altaarsgeheim bijwonen is u veel nuttiger," antwoordde hij, "dan ze te verzuimen voor het inwendig gebed."
De Heilige Alphonsus de Liguori en de Heilige Philippus Nerius gaven de zelfde raad aan de zielen die zij bestuurden.

LIJN

De Liturgische Benodigdheden.

Het Altaar.

Het Heilig Offer mag enkel en alleen op een gewijd altaar opgedragen worden.
Het altaar vormt dus het voornaamste deel der kerk, het is de hoeksteen van het gebouw en kenschetst zijn bestemming.
Ter herinnering aan de heilige gewoonte der eerste Christenen, die het heilig offer op het graf der Martelaren in de catacomben opdroegen, eisen de liturgische wetten dat onder de altaarsteen een of meer relikwieën van Heilige Martelaren rusten.

LIJN

De Gewijde Vaten.

De kelk is de gewijde beker waarin de Consecratie van de wijn en het kostbaar Bloed van Jezus Christus voltrokken wordt.

De pateen is een kleine schaal van hetzelfde metaal als de kelk, waarop de hostie in de Heilige Mis gelegd wordt.

De ciborie is de met een deksel gesloten beker waarin de kleine Heilige Hosties worden bewaard welke voor het <uitreiken der Heilige Communie> in de kerk dienen.

LIJN

Het Brood en de Wijn.

De Latijnse Kerk gebruikt bij de Consecratie ongedesemd brood.
De wijn moet onvervalst en van goede hoedanigheid zijn.
Het brood en de wijn verbeelden het normale en gezonde voedsel van de mens;
ze zijn het symbool van het menselijk leven en niets in de natuur is beter aangepast om het geestelijk offer te beduiden.

LIJN

De Gewijde Doeken.

Het altaar wordt met drie linnen doeken, altaardwalen genaamd, bedekt, waardoor het lijnwaad, waarin het Heilig Lichaam van Christus werd gewikkeld, wordt verzinnebeeld.

Het corporale is een linnendoek waarop het Lichaam van Onze Heer Jezus Christus rust.

Het pallas is een met linnen overtrokken vierkant karton dat dient om de kelk te dekken.

De bursa, een met linnen overtrokken dubbel karton, bevat het opgevouwen corporale.

Het purificatorium dient om de mond en de vingers van de Priester te reinigen alsook om de kelk te zuiveren na de nuttiging.

Het manuterga, klein linnendoek waarmede de Priester zijn vingers afdroogt bij de offerande en het ketelkleedje zijn geen gewijde doeken.
Zij mogen door iedereen aangeraakt worden:
hetzelfde geldt niet voor bovengenoemde;
om hun heilige bestemming mogen deze niet met de blote hand worden aangeraakt.

LIJN

De Liturgische Gewaden.

De amikt, witte doek vervaardigd uit linnen of vlas, bedekt de hals en de schouders van de Priester.
Hij verzinnebeeldt de bescheidenheid in de stem waarmede de Priester het altaar behoort te naderen.

De albe is het tot op de voeten afhangend witte priesterkleed, met kant- of borduurwerk omboord.
De albe, verkort voor mindere orders, heeft het superplie en het roket der kanunniken in 't leven geroepen.
Zij verzinnebeeldt de zuiverheid.

De singel is het koord waarmede de albe om het midden wordt samengehouden;
Hij verzinnebeeldt de kuisheid.

De manipel is een smalle zijden strook aan de linkerarm van de Priester.
Hij verzinnenbeeldt de arbeid en het lijden.

De stool, lange zijden bandstrook, was oorspronkelijk een lange sjerp die de schouders bedekte en afhing op de borst. De Priester kruist hem op de borst.
Hij verzinnebeeldt de onsterfelijkheid en de herwonnen onschuld.

De kazuifel ten huidigen dage verkort tot een soort scapulier, die aan de armen alle vrije beweging toelaat, was eertijds een grote rode ronde mantel die tot aan de hielen afhing.
Hij is het voornaamste gewaad, draagt gewoonlijk een afbeelduing van het kruis en verzinnebeeldt het juk des Heren.

LIJN

De Liturgische Kleuren.

Er bestaan vijf liturgische kleuren die regelmatig gebruikt worden:
het wit, het rood, het groen, het paars en het zwart.

Het wit, symbool van de reinheid van gemoed, wordt gebezigd op de feesten van de Zaligmaker, der Onbevlekte Maagd, der Belijders, der Heilige Maagden en Vrouwen.

Het rood, kleur van bloed en vuur, wordt aan volgende dagen voorbehouden:
Pinksteren en zijn vigiliedag tot herdenking aan de Heilige Geest die nederdaalde over de Apostelen in de vorm van vurige tongen;
de feesten die betrekking hebben op het Kruis en de werktuigen der Passie van Onze Heer Jezus Christus;
de feesten der Apostelen en der Martelaren die hun bloed voor Jezus Christus stortten.

Het groen, symbool van hoop en rust welke wij van de hemel verwachten, wordt gebezigd op de Zondagen na Driekoningen en na Pinsteren, waarvan het Officie door geen samenvallende feestdag wordt vervangen.

Het paars, symbool van droefheid en versterving, wordt gebezigd gedurende de Advent, de Vasten, gedurende de Quatertemperdagen, op de Vigiliedagen (behalve de Zaterdag voor Pinsteren), en op het feest der HH Onnozele Kinderen (weekdag).

Het zwart, wordt gebezigd bij de doden-liturgie, uitgenomen voor jonge kinderen, en op Goede Vrijdag.

LIJN

DER MISSEN OMHOOG NAAR HET BEGIN