De naam van dit boek, Numeri (het Latijnse woord voor getallen),
heeft betrekking op de twee volkstellingen die erin voorkomen.
In dit boek wordt namelijk beschreven hoe Mozes de Israëlieten heeft geteld
voordat zij wegtrokken van de berg de Sinaï, en ook later toen zij na vele omzwervingen aangekomen waren in het land Moab,
ten oosten van de Jordaan.
Numeri sluit direkt aan op de boeken Éxodus en Leviticus.
Het boek bevat een aantal voorschriften en bepalingen
en vertelt voorts het verhaal van de lotgevallen van de Israëlieten sedert hun vertrek van de Sinaï:
hoe zij door de woestijn trekken, hoe zij aankomen bij de waterrijke plaats Kades ten zuiden van het land Kanaän,
hoe zij vergeefs proberen om vandaaruit Kanaän binnen te dringen,
hoe zij dan hun tocht voortzetten en aankomen in de streek ten oosten van de Jordaan.
Een deel van het volk gaat daar wonen; de rest maakt zich op om de Jordaan over te steken en Kanaän binnen te trekken.
Daarmee is de achtergrond geschetst waartegen het volgende boek, Deuteronomium, zich afspeelt.
Numeri bevat het verhaal van een volk dat met zijn God de woestijn doortrekt.
De Hebreeuwse naam van dit boek is dan ook In de woestijn.
Er wordt verteld hoe dat volk meer dan eens in opstand komt tegen God en tegen Mozes,
omdat het bang is voor de toekomst en terug verlangt naar de tijd in Egypte.
Maar ook wordt er grote nadruk gelegd op de trouwe zorg van God voor het volk
en op de standvastige toewijding van Mozes aan God en aan zijn volk.
Verder bevat het boek voorschriften en regels van verschillende aard.
In grote lijnen kan het boek als volgt worden ingedeeld:
Hoofdstuk 1:1 - 10:10.
Het volk Israël in de Sinaïwoestijn; de reis door de woestijn wordt voorbereid.
Het leger wordt geteld en ingedeeld; de mannen van Levi worden afzonderlijk geteld.
Verschillende voorschriften,
onder andere voor bepaalde geloften en voor de aparte taak voor de mannen van Levi in dienst van het heiligdom.
Hoofdstuk 10:11 - 21:35.
Een beschrijving van de lotgevallen en problemen van de Israëlieten na hun vertrek uit de Sinaïwoestijn.
Langs verschillende pleisterplaatsen komen ze aan de oostelijke grens van het beloofde land.
Hoofdstuk 22 - 24.
Het verhaal van Bileam, een beroemde profeet.
De koning van Moab roept zijn hulp in tegen het volk Israël.
Hij moet het vervloeken, maar door ingrijpen van God gaat Bileam het volk juist zegenen.
Hoofdstuk 25 - 36.
De Israëlieten komen in aanraking met de godsdienstige praktijken van de oorspronkelijke bewoners van hun toekomstige land.
Het volk wordt weer geteld; Jozua wordt aangewezen als opvolger van Mozes.
Alles staat in het teken van de komende intocht in het land Kanaän.
