De zonde is het grootste en ergste kwaad dat er op de wereld is.
Waarom?
Omdat wij daardoor vrijwillig God beledigen.
We zeggen door het doen van de zonde:
"God, ik wil U niet dienen.
Ik doe wat ik zelf graag wil."
Het Sacrament van de Biecht behoren we met grote eerbied te ontvangen.
Door dit Sacrament geeft God ons veel genaden.
Hij schenkt ons vergiffenis van de zonden, kwijtschelding van de eeuwige straf der hel,
gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de tijdelijke straffen.
Hij geeft ons opnieuw de heiligmakende genade of vermeerdering van de heiligmakende genade.
Hij schenkt ons genade van bijstand om niet meer te zondigen.
Al deze genaden zijn voor ons verdiend door Jezus Christus.
Het zijn vruchten van zijn bitter lijden en sterven.
Als we gaan biechten mogen we in liefde en dankbaarheid deze vruchten gaan plukken.
Eerst moeten we ons echter goed voorbereiden.
God, mijn Vader, ik heb gezondigd.
Vrijwillig ben ik ongehoorzaam geweest aan uw geboden.
Ik heb er spijt van.
Daarom kom ik U vergeving vragen.
Neen, Gij zult mij niet verstoten.
Ik weet dat Gij oneindig goed zijt.
Gij vergeeft graag aan de zondaar die berouw heeft.
Met groot vertrouwen wil ik biechten en geen ogenblik twijfelen aan uw barmhartigheid.
God, Heilige Geest, ik smeek U, verlicht mijn verstand om mijn zonden te kennen.
Tref mijn hart door uw genade, opdat ik er een oprecht berouw over kan hebben.
Heilige Geest, laat mij begrijpen hoe ondankbaar ik ben geweest door mijn zonden.
Leer mij beseffen hoe erg het is God beledigd te hebben.
Mijn Heiligmaker, Heilige Geest, schenk mij terug of vermeerder in mij de heiligmakende genade door dit
heilig Sacrament en geef mij het vaste voornemen geen zonde meer te doen.
Lieve Moeder Maria, help mij dit heilig Sacrament goed ontvangen.
Verkrijg voor mij dat ik duidelijk mag zien door welke zonden ik God heb beledigd.
Bid voor mij om een goed berouw en geef mij de moed om mijn zonden oprecht te belijden voor de priester.
Moeder, help me er aan denken dat de priester Gods plaats bekleedt en dat ik de zonden eigenlijk zeg aan Jezus.
Hij vergeeft mij de zonden.
Engel van God, die mijn bewaarder zijt, gij weet en kent al mijn daden.
Help mij nadenken en doe mij begrijpen door welke gedachten, woorden, werken of verzuimen ik de goede God heb beledigd.
Vraag jezelf:
Hoe heb ik me gedragen in de kerk
Ben ik er geweest als ik er moest zijn?
's Zondags in de heilige Mis?
Heb ik in de kerk anderen gehinderd door lachen of praten?
Hoe was mijn gedrag thuis?
Heb ik mijn ouders verdriet aangedaan?
Ben ik ongehoorzaam geweest, brutaal misschien?
Was ik ontevreden en vervelend als vader of moeder me iets weigerden?
Hoe ben ik geweest tegenover broers en zusjes?
Heb ik ruzie gezocht?
Heb ik gemokt?
Stiekem me gewroken?
Hoe was mijn gedrag op school?
Was ik gehoorzaam?
Ben ik lui geweest?
Mijn werk niet goed gedaan?
Hoe was ik tegenover de andere leerlingen?
Was ik oprecht of heb ik gelogen?
Heb ik wel eens iets gestolen?
Was ik jaloers op anderen?
Heb ik daardoor misschien kwaad van anderen verteld?
Heb ik de deugd van kuisheid bewaard?
Ben ik schuld geweest dat anderen zonde hebben gedaan?
Is er misschien iets wat mij ongerust maakt?
Wanneer je niet goed weet of iets zonde is of niet, moet je het eenvoudig aan de biechtvader vragen.
Nadat je op bovenstaande of op andere manier je geweten hebt onderzocht, is het goed, de zonden waaraan je schuldig bent,
voor God te belijden zó als je ze zegt tegen de priester in de biechtstoel.
Je vraagt er dan Onze Lieve Heer alvast vergiffenis voor.
Als je er goed aan denkt dat in de biechtstoel Jezus naar je luistert,
zal het je niet moeilijk zijn je zonden oprecht te belijden.
Wanneer je alleen maar dagelijkse zonden te biechten hebt, hoef je ze niet allemaal te zeggen.
Neem er drie of vier, juist die welke je het ergste vindt en waar je het meeste spijt van hebt.
Bid dan, vóór je in de biechtstoel gaat, een akte van oprecht berouw.
Barmhartige God, ik heb spijt over mijn zonden, omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat ik U,
mijn grootste Weldoener en het hoogste Goed heb beledigd.
Ik verfoei al mijn zonden en beloof, met de hulp van uw genade, mijn leven te beteren en niet meer te zondigen.
Heer, wees mij zondaar genadig.
Lieve Moeder Maria, heilige Engelbewaarder, leidt mij naar de biechtstoel;
blijf bij mij en verkrijgt mij de genade van een oprechte en nederige belijdenis.
Helpt er mij aan denken dat in de priester Jezus naar mij luistert en over mij oordeelt.
Jezus is barmhartig en goed.
Hij begrijpt mijn zwakheid en heeft medelijden met elke zondaar die berouwvol tot Hem komt en vergeving vraagt.
Dit geloof ik en daarom wil ik rustig en vol vertrouwen deze biecht spreken.
Eerwaarde Vader, geef mij uw zegen.
In de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.
Ik belijd mijn schuld voor de almachtige God en voor u, Vader.
Mijn laatste biecht is geweest ... ... ...
Dan zeg je de zonden en sluit met de woorden:
Deze en al mijn zonden zijn mij van harte leed;
ik beschuldig mij daarvan en vraag ootmoedig de heilige absolutie.
Daarna moet je aandachtig luisteren naar hetgeen de priester zegt en vooral opletten welke penitentie hij oplegt.
Terwijl de priester de absolutie geeft bid je een akte van berouw.
Loof mijn ziel, de Heer.
Hij vergeeft al uw zonden;
Hij geneest al uw zwakheden.
Meedogend en goed is de Heer, lankmoedig en rijk aan barmhartigheid.
Neen, Hij is niet altijd vergramd, Hij blijft niet eeuwig toornen.
Hij behandelt ons niet naar onze zonden, vergeldt ons niet volgens onze schuld.
Zo hoog als de hemel zich verheft boven de aarde, zo groot is zijn barmhartigheid voor die Hem vrezen.
Zo ver het Oosten van het Westen ligt, zo ver werpt Hij onze schuld van ons af.
Gelijk een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt zich de Heer over die Hem vrezen.
Hij immers weet waarvan wij gemaakt zijn.
Hij bedenkt dat wij stof zijn.
Looft de Heer, gij al zijn engelen.
Looft Hem alle hemelingen.
Looft Hem al zijn dienaren, die zijn wil volbrengt
Looft de Heer gij al zijn werken over het aardrijk.
Loof, mijn ziel, de Heer.
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest;
zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
Heer Jezus Christus, moge het bittere lijden dat Gij voor mij hebt verduurd;
mogen de verdiensten van uw allerheiligste Moeder en van alle heiligen;
moge al het goede dat ik, met de hulp van uw genade, zal doen en al het kwade dat ik zal moeten verdragen,
mijn ziel dienen tot vergeving van zonden, tot vermeerdering van genade en tot loon voor het eeuwig leven.
Amen.
Bid nu de penitentie en dank God ten slotte nog eens met een hartelijk:
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest;
zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.
Amen.