Donkere-materiedetector XENON1T maakt plaats voor nog gevoeliger experiment XENONnT

10 december 2018

Het donkere-materie-experiment XENON1T in het ondergrondse Gran Sasso laboratorium in Italië stopt vandaag officieel om plaats te maken voor een nog gevoeliger experiment. Vanochtend werd een kraan opengedraaid waardoor zo’n 750 kuub water uit een watertank met een snelheid van een tankwagen per uur zal wegstromen. Over een paar dagen zal ook het hart van het experiment, 3,2 ton aan ultra-puur xenon, terug in de gasflessen stromen.

XENON1T is in het najaar van 2016 met de zoektocht naar donkere-materie-deeltjes begonnen. In de twee jaar tijd dat het experiment aan stond, is het ’s werelds meest gevoelige donkere-materie-experiment geworden. Hoewel de metingen geen aanwijzingen voor botsingen tussen donkere-materie-deeltjes en xenon-atomen gegeven hebben, gaf het ontbreken van die botsingen aanleiding voor het uitsluiten van een groot aantal theorieën. Het resultaat van het XENON1T-experiment is daarmee ook het op één-na meest geciteerde resultaat van 2018 in de (astro-)deeltjesfysica geworden.

XENON1T heeft de maximale gevoeligheid bereikt en langer meten met XENON1T heeft geen zin, maar een nieuw, nog gevoeliger experiment bouwen wel. XENONnT zal 8.5 ton aan xenon gebruiken en samen met een aantal andere technologische verbeteringen ten opzichte van XENON1T, tien keer zo gevoelig worden. Verschillende detector-subsystemen van XENONnT zijn inmiddels klaar. XENONnT zal een groot gedeelte van de systemen die voor XENON1T zijn gebouwd hergebruiken en de installatie zal in de komende maanden plaatsvinden. XENONnT zal in het najaar van 2019 beginnen met de hernieuwde speurtocht naar donkere materie.  

Meer informatie
Nikhef-programmaleider voor XENON1T: Patrick Decowski

Website XENON1T

Foto XENON1T (credit: XENON Callaboration, bijschrift: “Het XENON1T donkere-materie-experiment, gevuld met vloeibaar xenon, hangt in een watertank met een diameter van 10 meter (links) in het ondergrondse LNGS laboratorium in Italië. In het gebouw (rechts) zitten de systemen om het xenon te koelen en het experiment uit te lezen.”)