De AMS-2 antimaterie-detector op het ruimtestation ISS is na de laatste checks van zaterdag weer in gebruik. Astronauten Morgan en Parmitano controleerden in een urenlange ruimtewandeling de nieuwe aansluiting van de CO2-koeling en herstelden een lekkende koppeling. AMS-2 blijft doormeten zolang ISS om de aarde draait, is het voornemen.
De ruimtewandeling van astronauten Luca Parmitano (ESA) en Andrew Morgan (NASA) begon zaterdag om 13.10 uur Nederlandse tijd en werd live uitgezonden op Nasa TV. De twee werden met de Canadese transportarm aan boord van ISS naar de AMS-2 module op een van de armen van het station gebracht. Daar controleerden ze de aansluitingen, inspecteerden de nieuwe CO2-koeling en brachten uiteindelijk de laatste beschermende delen aan.
Het koelsysteem van AMS-2 was de laatste jaren steeds verder uitgevallen, en draaide uiteindelijk op nog maar één pomp. Dat systeem moet temperatuurvariaties door zonnestraling vermijden en is ontwikkeld door Nikhef en gebouwd door ruimtevaartlab NLR. In oktober werd een nieuwe koeling naar ISS gebracht en in een reeks reparaties geplaatst. Daarbij werden ondermeer leidingen doorgezaagd en weer gekoppeld, een riskante handeling in de ruimte.
De Alpha Magnetic Spectrometer AMS-2 is een project van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en CERN. Het wordt geleid door de invloedrijke Amerikaanse Nobelprijswinnaar Sam Ting. De detector van bijna 7 ton werd in 2011 na jarenlange vertragingen naar het ruimtestation gebracht en aangesloten.
Sindsdien vangt het apparaat geladen deeltjes uit de kosmos. Daarbij is speciale aandacht voor elektronen en hun antideeltjes, positronen. Ook antiprotonen worden ingevangen. Die zijn zeldzaam in het heelal, dat voornamelijk uit materie bestaat. Daarnaast speurt AMS-2 ook naar tekenen van donkere materie-deeltjes .
In 2014 maakte de AMS-02 groep, geleid door de Amerikaanse Nobelprijswinnaar Sam Ting, bekend dat het instrument relatief veel anti-elektronen (positronen) meet bij hogere energie. Dat is onverwacht en kan volgens Ting te maken hebben met vervallende donkere materie in het heelal. De positronen komen niet uit een specifieke richting, laten de metingen ook zien.
Na de plaatsing van de nieuwe koeleenheid in december lijkt AMS-2 normaal te functioneren, zegt onderzoeker dr Suzan Basegmez Du Pree van de KM3NeT-groep van Nikhef. Maar pas na de check van zaterdag kan hij weer echt worden aangezet voor metingen. Deze week wordt beslist wanneer dat gebeurt.
Du Pree werkte eerder bij CERN aan de analyses van de metingen van AMS-2 en is daar ook nu nog vanuit Nikhef bij betrokken. Ze noemt de reparatiemissie heel bijzonder. ‘Kennelijk is het project voor alle betrokkenen belangrijk genoeg om er nogmaals flink in te investeren.’