Poolreis milieuteam met Nikhef-detector afgebroken door slecht weer

19 December 2018

De Nederlandse poging om met een wagen van gerecycled plastic op zonne-energie naar de Zuidpool te rijden, is afgebroken. Ondanks de zomerperiode valt er veel sneeuw en is er weinig licht voor de zonnepanelen op de Clean2Antarctica-wagens. Een detector van Nikhef voor kosmisch straling op een van de wagens heeft wel gewerkt.

Clean2Antarctica is een milieuproject van het Nederlandse echtpaar Liesbeth en Edwin ter Velde, die daar jaren aan hebben gewerkt. Het doel was een rit van 2400 kilometer over het ijs naar de zuidpool en terug. Daarbij zou geen brandstof worden gebruikt, maar alleen energie van zonnepanelen op twee aanhangwagens achter het voertuig. De wagens zijn gemaakt van in Nederland ingezameld plastic afval, dat in plastic bouwstenen werd verwerkt.

Met de rit naar de zuidpool met een uit gerecycled plastic gemaakte wagen willen ze aandacht vestigen op de mogelijkheden van hergebruik en milieubewust gedrag. In Nederland volgde het SBS-televisieprogramma Hart van Nederland de onderneming intensief. Dinsdag besloot het team na drie weken zonder veel voortgang om te keren naar de thuisbasis, waar de karavaan 30 dagen geleden vertrok. ‘De wagen doet het prima, maar het weer zit tegen’, zei Liesbeth ter Velde dinsdag tegen de BBC. ‘Veel sneeuw en geen zon, dus moesten we besluiten om te draaien.’

Op het dak van het C2A-voertuig monteerde Nikhef eerder dit jaar een HiSPARC-detector voor kosmische straling, om onderweg naar de pool metingen te verrichten. De detector is een aangepaste versie van de meetapparatuur waarmee scholen in Nederland en daarbuiten eigen metingen aan kosmische straling doen. Gedurende de rit heeft de detector permanent metingen kunnen doen, zegt Bob van Eijk van Nikhef en het HiSPARC-programma. Het slechte weer maakte het wel lastig om de data via een satellietverbinding over te seinen naar het controlecentrum en Nikhef in Amsterdam. Van Eijk wacht nu tot het C2A-team terug is en de boordcomputer van de detector rechtstreeks kan worden uitgelezen. ‘Wat ik er wel van gezien heb, zijn het gewoon prima metingen’, zegt Van Eijk.

De hoop was met de detector aanwijzingen te zien voor variaties gedurende de 2400 kilometer lange rit van kosmische straling in de buurt van de magneetpool van de aarde. In theorie kan het magneetveld de aankomst van geladen deeltjes uit de kosmos van baan laten veranderen. Dat effect speelt minder sterk verder van de polen, waar de meeste observatoria voor kosmische straling staan. ‘Het moet blijken of de korte rit al iets van die variatie laat zien’, zegt van Eijk.