Het onderzoek naar de exacte eigenschappen van het in 2012 ontdekte higgsdeeltje begint vruchten af te werpen. Met een nog intensere LHC-versneller kan voor steeds meer deeltjes worden bekeken hoe de higgs alle andere deeltjes massa geeft. Dat zegt het Europese versnellerlab CERN in Genève in een persverklaring.
Het bericht op de website van het lab vat de nieuwe resultaten samen die twee grote onderzoeksteams van de ATLAS- en CMS-detector afgelopen dagen presenteerden op de EPS-conferentie in Gent, België. ‘Het precisieprogramma van de LHC is in volle gang’, zegt research-directeur Eckhard Elsen van CERN. Voor de metingen werden de gegevens van 2015-2018 voor het eerst in hun geheel bekeken.
Zowel ATLAS als CMS lieten in Gent zien dat ze in staat zijn de koppeling te meten van het higgsdeeltje met zogenoemde muonen, zware versies van het elektron, en met charm-quarks. Bijzonder aan die metingen is dat ze voor het eerst de relatie van het higgsdeeltje leggen met de zogeheten tweede generatie in het Standaard Model van de deeltjesfysica. Eerder werd die relatie al wel gezien voor de derde en zwaarste generatie rond de top-quark.
Onderzoekers van Nikhef waren nauw betrokken bij de nieuwe analyses van het higgs-muonverval bij ATLAS. De LHC-versneller op CERN, een 21 kilometer lange ondergrondse ring waarin protonen worden opgejaagd, wordt momenteel gereviseerd voor nog intensievere bundels. Ook veel experimenten worden ge-upgradet, met inbreng van ondermeer Nikhef. In 2021 komt de versneller weer in bedrijf.