You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Varia ⇒ Gen. nr. 10 |
Fragment Genealogie Soolmans | ||||||||||||||||||
Dit fragment werd samengesteld om te onderzoeken of de Antwerpse drukker Nicolaas Soolmans (..-1584/85 ) (zie
⇒ Kwartierstaat Van Schothorst nr. 2713
) verwant is aan een geslacht van vluchtelingen uit Antwerpen dat vanaf eind 16e eeuw in Amsterdam woont. Soolmans vrouw Marguerite van Bracht hertrouwt na diens dood met Jan van Waesberghe de Oude die met haar eveneens naar de Noordelijke Nederlanden vlucht.
Ia. NN Soolmans, geb. vóór ca. 1530, verm. te Antwerpen.
IIa. Marten Soolmans, geb. vóór ca. 1555, beg. Amsterdam Oude Kerk 21-7-1625 ("Marten Solleman wonende op Het Water op het hoekjen van die Vrouwensteech ende begraven op het hoch koer, 16 (stuiver?)"), vermeld als Merten Soolmans op een plakaat d.d 9-6-1586 met namen van personen in Antwerpen die van de koning van Spanje een paspoort hebben verkregen om de stad te verlaten,[3]
kremer,[4]
buskruitmaker (in 1615 met vijf kruitmolens, en 14 paarden aan de Heiligeweg),
begint met Abraham Verbeeck een maatschap voor het produceren en verhandelen van buskruit verm. tussen nov. 1598 en jan. 1599, en in najaar 1601 een tweede contract van compagnie voor twee jaar en tien maanden,
bezit samen met Abraham Verbeeck een buskruitmolen (1609),[5]
krijgt in 1613 na het overlijden van Abraham Verbeeck een conflict met diens weduwe over de afwikkeling van de maatschap, dat uiteindelijk in 1626 wordt beslist, waarbij blijkt dat Marten Soolmans nog recht heeft op ƒ 878,50,[6]
leverde buskruit,"poijer" en "salpeeter" o.a. aan de Admiraliteit van Amsterdam en de Staten van Holland, aan de VOC en kooplieden in binnen- en buitenland,[7]
heeft in 1600 een compagnie met Herman Heesters, Francois Rogiers, Jeronimus L'Hermite en Jacques Emerick, die wapens leverde aan de commissaris van de Deense koning,[8]
koopt loten in de Haarlemse loterij van 1606,[9]
huw. get. (1613), doopget. (1615),
woont op Het Water op het hoekjen van die Vrouwensteech (1625),
tr. vóór 1577[10]
Cornelia van Eerthesen[11] (Herthesen?), ovl. na 1605.
IIb. Jan (ook Hans, Johan(nes)) Soolmans, geb. 1559/60, beg. Amsterdam Oude Kerk 24-7-1626 ("Jan Soleman van de Keizersgracht bij de Hartenstraat"),[20]
afkomstig uit de koopmansfamilie Soolmans die zich na de val van Antwerpen via Bremen uiteindelijk in Amsterdam had gevestigd,[21]
wordt als koopman van Antwerpen, poorter van Amsterdam 8-3-1591,
handelt in peper (1591),
suikerrafinadeur,
"was blijkbaar geen gemakkelijk heer en bovendien een uiterst ruwe
klant: tussen 1597 en 1609 komt zijn naam tachtig maal voor in de notulen van de kerkeraad
wegens vechten, schelden etc., telkens weer met andere lidmaten, wordt herhaaldelijk
buiten gesloten van de tafel des heren",[22]
vermeld in 1598 met Hans Merchijs, Abraham de Marees en Vincent de Vlaming, als de compagnie nr. 1 van Barbarien,
verklaart in een akte van 1609 49 jaar oud te zijn),[23]
huw. get. (1613),
koopt op 6-11-1618 graf nr. 158 in het Middenschip van de Oude Kerk,[24]
tr. 1o voor 1592
IJtgen Backen (ook Ida Baster!), beg. Amsterdam Oude Kerk 4-11-1592 (IJtgen Backen, vrouw van Hans Soolman),
otr. 2o Amsterdam (Extra-ordinaris intekenregister) 1-3-1608
Willemtje (Wilhelma) Zael (Saelen), geb. vóór ca. 1575, ovl. na 1641.
afkomstig van Utrecht (1593),
wed. van Guillaume van Kleef(¥), baljuw van Mijdrecht,
wordt als Willemgen Salen, weduwe van Hans Solmans, geref. lidmaat te Amersfoort 19-7-1628 (in margine "doot, vertrocken"),
wordt in het kohier van 1631 te Amsterdam als weduwe aangeslagen voor een bedrag van ƒ 5000,-- voor een huis op de Keizersgracht,
doopget. (1636),
dr. van Willem Zaelen.
Op 22-7-1591 verklaart Pieter Cornelisz, schipper, wonende te Delffshaeven, 40 jaar, op verzoek van Jan van Waesbergen ⇒ , boeckdrucker, uit naam van Hans Soolmans, coopman te Amsterdam, dat hij ongeveer zeven weken geleden met zijn schip genaamd de Fortuijne, komende van Lixbona, tussen Heijssant en de Sourdels, acht Engelse schepen van oorlog is tegengekomen. De overste daarvan werd door het scheepsvolk Millord Kummerlandt genoemd. Deze overste is met wat volk bij hem aan boord gekomen en heeft enige goederen uit zijn schip gehaald. Daaronder twee zakken peepers die door een zekere Jan Vell in Lixbona waren ingescheept om gebracht te worden aan Hans Soolmans. [25]. Op 9-3-1598 laat Sebault de Weert ⇒ , koopgesel te Amsterdam, voor zijn vertrek naar Indie aanzegging doen aan Hans Merchijs, Hans Solemans, Abraham de Marees en Vincent de Vlaming, uitmakende de Compagnie nr. 1 van Barbarien dat hij zijne kwestien met de maatschappij voor zijn vertrek in het reine wilde hebben, waarin zij wilden treden. [27] Op 20-12-1606 verkoopt Jacob Gerritsz aan Jan Soolmans twee huizen en erven op de N.Z. Achterburgwal bij 't Slot van Gelder. Borg was zijn broer Marten Soolmans.[28] Op 19-4-1617 verkoopt Jan Soolmans aan Hendrick Barentsz, een ledig erf in de Lavendelstraat (Eerste Rozendwarsstraat) te Amsterdam. [29] Op 2-4-1622 verkoopt Jacob Barthoutsz aan Jan Soolmans, een huis en erf Sterrenburg op de Keizersgracht (OZ) bij de Hartenstraat te Amsterdam. [30] Op 17-12-1627 verkopen Gerrit Crijnen voor de ene helft, Maes Gerritsz en zijn vrouw Lucia Jacobs, Gerrit Dircksz, mandenmaker te Utrecht voor hemzelf en voor zijn vrouw Crijntgen Gerrits (procuratie te Utrecht) en Joachim Joachims en zijn vrouw Henrickgen Gerrits, voor de andere helft, aan Juffrouwe Willemina Saelen, weduwe van Johan Soolmans en haar erven, huis, hof en hofstede aan de Breestraat belend 1: Michiel Mertensz, 2: Willem van Lielaer, brouwer [31] Op 26-2-1629 verkopen - Cathelijn Pierre, soldaat en Thoontgen Henricx zijn vrouw, - Gerrit Jansz ook voor zijn vrouw Stijntgen Henricx, - Marritgen Henricx, - Jan Henricxsz, ook voor zijn vrouw Gontgen Jacobs, momenteel in het kraambed en tevens voor Jacob Jansz en zijn vrouw Roeloffgen en procuratie hebbend van zijn broers en hun vrouwen, Reyer Henricx, metselaar in Veenendaal en zijn vrouw Aerltgen Cornelis (gepasseerd voor Aert Aertss Bull, notaris aldaar), Gerrit Henricx te Utrecht (procuratie te Utrecht), Jacob Henricx te Wijk bij Duurstede (procuratie aldaar) en Evert Henricx en zijn vrouw Elbertgen van Diermen te Nijkerk (procuratie aldaar), allen samen erfgenamen van Marrichgen Reijers, weduwe van Jacob de Goijer aan , Juffrouwe Wilhelma Salen, weduwe van Johan Solemans, een huis, hof en hofstede in de Lieve Vrouwestraat te Amersfoort, belending 1: Neeltgen Choudron 2: Jacb Aertss, timmerman. Belast met 250 gulden aan Petertgen Jans te Soest [32] Op 13-7-1632 verklaart Willemina Salen wed. Soolmans, met handen van Martinus Soolemans (haar zoon en gecoren momber in deze zaak) gecedeerd te hebben ten behoeve van Henrick Wouterzn en Jan Maeszn, haar recht op hypotheek op de boedel van wijlen Brant Wouterzn en zijn huysvrouw, van 40 guldens. Dit is rest van een jaarpacht van het erf De Rosmolen (verschenen Pinksteren 1629) en nog twee jaren pacht van voornoemd erf (verschenen Pinksteren 1630 en 1631), tot 140 guldens jaarlijks. Zij bekent voor deze cessie betaald te zijn door Henrick Wouterzn, met 200 guldens, en door Jan Maeszn met 120 guldens. Zij behoudt het recht van hypotheek dat berust op de have en mobile goederen van voornoemd erf, ten bedrage van nog een jaar pacht van 140 gulden (verschenen Pinksteren 1632). Henrick Wouterzn en Jan Maeszn zijn mede-comparanten en accepteren de regeling. Getuigen: Jacob van Achtevelt en mr. Adriaen Mol(l), borgemeester. [33] Op 1635-6-12 verleent Rijck van Diest (oud-burgemeester, wonend te Amersfoort), gehuwd met Jkvr. Theodora van Wely, machtiging aan Hans van Es (boekhouder op 't West Indische huys te Amsterdam), om van Jkvr.(?) Wilhelma Saelen, weduwe van Johan Soolmans, op de plaats waar dat behoort, te ontvangen het transport van een actie van 300 gulden kapitaal op de West Indische Comp. ter kamer te Amsterdam, en deze op zijn, comparants, naam te stellen. Verder dient hij Jkvr.(?) Wilhelma Saelen mededeling te doen over de betaling van de kooppenningen en verder alles te doen wat hijzelf zou doen. Getuigen: Henrick Aertszn van Os en Cornelis van Ingen (mede-notaris). [34] Op 11-8-1641 verkoopt de gemachtigde van juffrouwe Wilhelmina Sael, weduwe van Johan Solmans en van de heer Marten Solmans met zijn vrouw Oopgen Coppit (procuratie te Naarden), aan Rutger Jansz, metselaar, zijn vrouw Agnies Dircxz en hun erven een huis en erf in de Breestraat te Amersfoort, belend 1:Willem van Lielaer, brouwer 2: Michiel Martens. [35]
IIIa. Abraham Martensz Soolmans, geb. vóór ca. 1590, beg. Amsterdam Oude Kerk 1-1-1652 ("Abram Sollemans"), otr. 1o Amsterdam geref. 20-3-1613
Sara Bruijnes (Drumez!, Druijmes, Derwijs, Drijmij, Drumees), beg. Amsterdam Oude Kerk 6-5-1626 ("Saertijen Dermaes vrouw van Abram Solleman), otr. 2o Amsterdam geref. 23-12-1628
Elisabeth Brugge(n), ovl. in de kraam van Martijn, beg Amsterdam Oude Kerk 14-12-1638 ("Eelijsabet Brugge vrouw van Abram Sollemans").
Groot-kapitaalboek van de WestIndische Compagnie Kamer Amsterdam, Kapitaalboek van aandelen. 1623-1626:[62] Op 4-12-1613 maken I(J)saack So(o)lmans en Maria van Be(e)ring(h)en huwelijks Voorwaarden De bruidegom is geassisteerd met zijn vader, zijn oom Hans Soolmans en Govert Dircxsen Wuijtiers zijn neef, de bruid met haar moeder, haar oom en voogd Jaspar van Vickevoort en broer Jan van Beringen. [63] Familiearchief Cousebant: [64] Op 20-5-1647 verkoopt Isaack Soolmans - aan Gijsbert Cornelisz, een huis en erf op de Buitensingel buiten de Sint Antoniespoort aan de dijk te Amsterdam. [65] - aan Theunis Willemsz, een huis en erf met gangetje daar naast op de Buitensingel buiten de Sint Antoniespoort aan de dijk te Amsterdam. [66] Op 20-11-1647 verkoopt Abraham Soolmans aan Isaack Soolmans, een huis en erf met woning De Naam Jezus in de Warmoesstraat te Amsterdam. [67] Op 31-7-1658 verkoopt Isaac Soolmans aan Isaac Alvares, een huis en erf op de Verversgracht (ZZ) (Raamgracht) hoek Verversstraat te Amsterdam. [68] Hof van Holland: [69]
IIIc. Ma(a)rten Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 18-3-1613, ovl. Naarden, beg Amsterdam Oude Kerk 14-8-1641 in het familiegraf ("Marten Sollemans").
ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 30-9-1628 ("Martinus Solemans", Amsterodamensis, 20 (jaar) sic!"),[75]
treedt op als momber voor zijn moeder (1632),
woonde bij zijn huwelijk op het Rapenburg te Leiden(1633),[76]
maar had na vijf jaar studie in Leiden echter geen titel behaald,[77]
afkomstig van Amsterdam, oud 22 jaar (sic!) en wonende tot Leijden (1633),
gaat met zijn echtgenote Oopjen wonen in het huis van haar ouders in de Nieuwe
Hoogstraat in de Levantsvaarder woonden, hetzij in een huis daar vlak bij,[78]
otr. Leiden geref. 8-6-1633 (bruid is niet gecompareert, attestatie is gebracht) en
otr. Amsterdam geref. 9-6-1633 (get. voor hem Willemina Zael, voor haar Heijndrik Coppit en Celitgen Prins haer vader ende moeder, in margine: de geboden sijn tot Leijden sonder verhinderinge gegaen ende was geteckent Festus Hommius predicant)
Oopje (Opina, eigenlijk Obrecht) Cop(p)it, geb./ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 19/20-1-1611, ovl./beg. Alkmaar Grote Kerk (op het choor graf nr. 25) 1/6-11-1689 ("juffrouw Soolemans, 4 poosen geluijt en te laet 20 gld"),[79]
afkomstig van Amsterdam, oud 20 jaar (sic!) wonende in de Nieuwe Hoochstraet (1633),
brengt ƒ 35000,-- aan huwelijksgoed mee,
is, als Martin Solmans weduwe, eigenares van de suikerrafinaderij 't Vagevuur te Amsterdam (1647-1655),
van 1659-1661 als Martin Solmans weduwe samen met Capt. Day, alsmede Jan Soolmans,
en van 1662-1664 als Martin Solemans weduwe en Capt. Day weduwe,
woont in 1674 blijkens het belastingkohier samen met haar zoon Jan, in een huis op de Herengracht, waarbij zij werden aangeslagen voor een vermogen van ƒ 6000,-- (hij) en ƒ 12000,--,[80]
verhuist tenslotte naar Alkmaar, waar haar zoon Hendrik Daey woonde, en overlijdt aldaar,
waarna haar erfgenamen waren haar zonen Johannes Soolmans en Hendrik Daey.[81]
Zij hertr. 1646-1651[82]
Martijn Daey, geb. Breda 15-3-1604, ovl. Amsterdam 11-9-1659, kolonel, wednr. van Johanna Machteld Aelbertsdochter van Doorn,[83]
eigenaar van een buitenplaats in Maartensdijk en huizen in Naarden.
Zij vestigen zich in 1650 te Amsterdam.
IVa. Abraham (Aberham) So(o)l(le)mans, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 17-4-1622, verm. identiek met
Abraham Solmans de Jonge, geb. vóór ca. 1625, ovl. na 1659, otr. Amsterdam geref. 17-10-1648
Trijntje Sijmons, ovl. na 1659.
IVb. T(h)iel(e)man Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 30-4-1619, ovl./beg. Amsterdam Oude Kerk 31-12-1689/3-1-1690, lakenkooper wonend op 't Water, daarna op de Keizersgracht,[96]
verkozen tot diaken van de geref. gemeente te Amsterdam 1659, 1663, en 1667,[97]
kerkmeester van de Amstelkerk (1669-1689),[98]
[99]
treedt op als voogd over de onmondige kinderen van zijn zuster Maria Soolmans (1670),
en als executeur van het testament van zijn moeder Maria van Beringen,
luitenant der Burgerij 1672,[100]
verwerft op 26-4-1678 een aandeel in de suikerrafinaderij 't Vagevuur,
otr./tr. Amsterdam geref. 29-4/19-5-1654[101]
Catharina Schuyt, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 23-5-1628, beg. Amsterdam Oude Kerk 22-2-1669 ("Katarina Schuijt vrouw van Thielman Soolmans"), dr. van Arnout Schuyt, koopman, en Jannetge de Steur.[102]
De namen van de eigenaren zijn Tielman Soolmans, voor hemzelf en als voogd over de onmondige kinderen van zaliger Maria Soolmans en als executeur van het testament van zijn moeder Maria van Beringen, weduwe van Isaaq Soolmans voor een staeck. Cornelis van Heemskerck, getrouwd geweest met Maria van Beringen zaliger voor hemzelf als ook Dionijs Bailli, getrouwd met Johanna van Beringen, voor hemzelf en nog samen voogden over de kinderen van de voorschreven Maria van Beringen zaliger. Jan van Beringen, voor hemzelf en het recht hebbende van Meester Jan Wijck, kannunik van Sint Mariën te Utrecht. Elisabeth van Beringen, weduwe van wijlen Doctor Henricus van Lint, en Gerrit Reijensz. Elias, getrouwd met Catharina van Beringen zaliger, tesamen kinderen en erfgenamen van Tielman van Beringen zaliger, ook voor een staeck. David Verdonck. Jan van den Heuvel, als vader en voogd van zijn kinderen, verwekt bij Adriane Verdonck, zijn overleden vrouw en ook Tielman en de erfgenamen van Maurits Verdonck, kinderen en erfgenamen van Anna van Beringen, ook voor een staeck. Bartholomeus Aukema, getrouwd met Maria van Beringen, dochter en erfgename van Jasper van Beringen, voor een staeck. De voorschreven Maria van Beringen, weduwe Soolmans. Tieleman van Beringen, Anna van Beringen, Jasper van Beringen en Daniël van Beringen, broeders en zusters van wijlen Jan van Beringen, tesamen voor 2/3 deel. Rutger Purmerent, hij staat garant voor Maria Purmerent, weduwe van zaliger Adam van Halmael. Lammeken Purmerent, weduwe van zaliger Gijsbert van Hooghvelt en Annetge Purmerent, bijgestaan door haar man Pieter Hendricksz. Hagen, niet in gemeenschap van goederen getrouwd en de administratie van dien aan haar behouden. Ze zijn allen kinderen van Maijcken Rutgers zaliger voor een staeck. Geertruijdt Dircx Niesen, echtgenote van Adriaen van Loosvelt, uitlandig, maar door het Gerecht van de stad Amsterdam hiertoe speciaal geauthoriseert. De voorschreven Loosvelt, een zoon van Cornelis Rutgers, ook voor een staeck. Rein Aertsen, voor hemzelf en ook Rutgert Vlieck, medevoogden over Rutgers Aertsen. Egbert Aertsen. Martinus de Leeuw, getrouwd met Elisabeth Aertsen, voor hemzelf en nog haar moeder en schoonmoeder Baefje Bisschops, weduwe van Rutgert Aertsen, erfgenaam van Simon Aertsen, haar zoon zaliger, voor een staeck. Zijnde de voorschreven Maijcken en Cornelis Rutgers, evenals Rutgert Aertsen, zusters en broeders van Elisabeth Rutgers, tesamen voor het andere derde deel, erfgenamen respectievelijk van Jan van Beringen en Elisabeth Rutgers, in hun leven echtgenoten.
Namen van de kopers zijn Jacob van Lennep en Jan van Lennep
Het betreffende
onroerend- en roerend goed staat te Amsterdam, Warmoesstraat, een huis en erf waar van ouds De twee lepelaren en De beer met ringen uithingen. (goed 1). Amsterdam, Schoutendwarssteegje, twee woningen en erven daarachter met nog een erfje daarbij, alsmede twee uitgangen die tot dit perceel behoren, de één in het voorschreven steegje en de andere onder het huis dat toebehoorde aan Salomon Davits Questiers (goed 2 ).
|
Referenties Varia --- Generatie 10 ( 144 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 11 |
Back to previous generation 9 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 |