You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Van Uffelen ⇒ Gen. nr. 1 |
Manuscript Van Uffelen 1688 |
In het Staatsarchiv Hamburg bevindt zich een - in het Nederlands geschreven - Manuscript Van Uffelen met gegevens van 9 generaties Van Uffelen (1390-1688), verluchtigd met wapentekeningen, en diverse brieven in het Latijn. [1]
Het stuk is ondertekend op 25-9-1688 door F(rans) Avercamp, secretaris der Stadt Hattem, die zegt de oorspronkelijke brieven met zegel gezien en gecollationeerd te hebben.
De genealogische en heraldische informatie in dit manuscript valt als volgt samen te vatten: Wapen Van Uffelen: In zilver 13 klokjes van rood, 4-5-4 geplaatst, de buitenste klokjes van de middelste rij aan beide zijden gehalveerd door de schildrand.
Ia. Frederik van Uffelen, geb. in't lant van Hessen 1390, vanaf ca. 1438 in militaire dienst van "den Huijse van Oostenrijk" volgens een brief van Roomsch Koning Maximiliaan van Oostenrijk,
tr.
Hetwich van Boyneburgh.
IIa. Jacob van Uffelen, wordt eveneens genoemd in de brief van Maximilaan wegens getrouwe dienst aan het Huijs van Oostenrijk in de oorlog,
tr.
Isabella van Hun.
IIIa. Willem van Uffelen, ridder, commandeert in het land van Luxemburg de hoogduitse troepen die Maximiliaan te hulp zijn gekomen in de strijd tegen de Fransen, en is volgens een brief van Maximiliaan uit 1486 door zijn goed beleid en dapperheid oorzaak van diens overwinning,
tr.
Maria van Romerswaal.
IVa. Carel van Uffelen, in dienst van Keizer Karel V tijdens diens kroning te Aken,
wordt daarvoor door Karel geridderd (volgens een keizerlijke brief),
tr.
Wilhelmina van Lidekerken.
Va. Heer Henrik van Uffelen, stond in groot aanzien bij Keizer Karel V (volgens een keizerlijke brief uit 30-10-1530),
tr.
Cornelia van der Meeren.
VIa. Hans van Uffelen, ovl. 1582, beg. Utrecht Domkerk, begeeft zich in 1579 uit Brabant naar het Sticht van Utrecht, wordt in 1581 verkozen tot schepen van Utrecht ("als burgermeesters waren Jan van Abcoude van Meerten en Peter Foeyt"),
tr.
Agnes van Liesveld.
VIIa. Hieronymus van Uffelen, ovl. Utrecht 1628, beg. St. Janskerk, eerste Heer van Roscheers, een heerlijkheid bij Rochefort verkregen van Koning Hendrik IV van Frankrijk
tr.
Susanna Vogelaar. Hieruit: Hieronymus van Uffelen, volgt VIIIa.
Zij hertr. in Overijssel
Henrik Schaap van de Dam, proost en aertsdiaken van St. Marien te Utrecht.
VIIIa. Hieronymus van Uffelen, ovl. Wijk bij Duurstede 1651, beg. Utrecht St. Janskerk (bij zijn vader), heer van Roscheers,
tr.
Geertruijd-Magariit van Zuylen van Natewisch. Hieruit: Hieronymus Marcus van Uffelen, volgt IXa.
Zij hertr.
Gerard van Galen, geb.
burgemeester te Hattem,
waaruit:
Gerard Johan van Galen, burgemeester te Hattem, en afgevaardigde van de Ridderschap van de Veluwe in de Generaliteits Rekenkamer in 's-Gravenhage.
|
Van Uffelen 1438-1688 | |||
Hieruit:
IIa. Jacob van Uffelen, wordt eveneens genoemd in de brief van Maximilaan wegens getrouwe dienst aan het Huijs van Oostenrijk in de oorlog,
tr.
Isabella van Hun. Hieruit:
IIIa. Willem van Uffelen, ridder, commandeert in het land van Luxemburg de hoogduitse troepen die Maximiliaan te hulp zijn gekomen in de strijd tegen de Fransen, en is volgens een brief van Maximiliaan uit 1486 door zijn goed beleid en dapperheid oorzaak van diens overwinning,
tr.
Maria van Romerswaal. Hieruit:
IVa. Carel van Uffelen, in dienst van Keizer Karel V tijdens diens kroning te Aken (1520),
wordt daarvoor door Karel geridderd (volgens een keizerlijke brief),
tr.
Wilhelmina van Lidekerken. Hieruit:
toevoegen kinderen
Hans van Uffele heeft procuratie d.d. 15-8-1579 gepasseerd te Utrecht van zijn echtgenote Agneta van Liesvelt en procuratie d.d. 16-6-1579 gepasseerd te Amstelredamme van haar zuster Anna van Liesvelt, geh. met Jeronimus Piteteau, om hun aandeel in een huis te verkopen dat hun vader, wijlen Joachim van Liesvelt, geh. met Gabriele Verbeke (nu is zijn weduwe Josijne Smits), in 1549 had gekocht. [3] Op 28-5-1599 verkoopt Francos Loijs aan Jeronimus Petiteau en Hans van Uffelen, een tuin in de Reguliershof te Amsterdam. [4] In Ref. [5] wordt vermeld "Hans van Uffelen, van wien bij mij een portret met zijn wapen van zilver met drie klokjes 2 en l. (...) Onder het portret staat ingesneden AEtatis suae LXIII A. MVCIIII (dus 63 jaar in 1604). (...) Bij dit portret, op een en hetzelfde blad, staat dat van Janneke Liesvelt, met haar wapen van keel (rood), waarop een opengeslagen boek, vertoonende eene prent, voorstellende een persoon liggende geknield, en achter dezen den scherpregter met opgeheven zwaard staande. Onder het portret is almede ingesneden Aetatis suae XLVII A. MVCII (dus 47 jaar in 1602). Dit was denkelijk de vrouw van Van Uffelen. Hierbij staat met de pen geschreven: Deese Janneke Liesvelt, haer vader is onthalst omdat hij den Bijbel overgeset hadde."(¥) CHECK of 3b identiek is met VIa
3b. Hans van Uffele, geb. 1541, ovl. verm. voor 1603[7], of beg. Amsterdam Oude Kerk 23-12-1608 ("Jan van Nuffelen op den Dam in De Katte, ƒ 13,7,-, beluijt grote (klok) 1½ uer), volgens Ref. [8] de broer van Jacomo (Jacques) alsook van Marcus, Daniel en Dominic (II) van Uffelen werkt in Hamburg voor de bankier Johann van Bodeck,[9] vertrekt in 1584 uit Hamburg naar Amsterdam, betaalt ƒ 25,-- Capitale Impositie te Amsterdam 1585, wordt poorter van Amsterdam 7-8-1591 als koopman van Antwerpen, koopman (1586..1596) te Amsterdam, komt voor in bevrachtingscontracten 1591-1602,[10] handelt samen met Herman Heesters onder de fa. Heesters & Van Uffelen op Rusland,[11] waar Gommer Spranger (zie ⇒ Fragment Genealogie Spranger nr. 3a ) hun agent was op het Kolaschiereiland, neemt in 1597 met Jacques de Velaer en Daniel van der Meulen deel in de uitrusting van een schip naar Guinea,[12] reder op Guinee, bewindhebber van de Guineese Compagnie, aandeelhouder van de Oostindische Compagnie, tr. vóór 1578[13] Agneta (Anna, Janneke) van Liesvelt (Lijsfelt), geb. 1554/55, beg. verm. Amsterdam Nieuwe Kerk en Engelse Kerk 23-4-1619 ("Jantien van Libsvelt(!) bij die Raembruegh op die Konniertsgraeft (?), ƒ 8,-- betaelt 4-5-1619") of beg. Wester Kerk 28-12-1640 ("Angniet van Nuffelen, eijgen (graf) ƒ 8,--"), dr. van Joachim van Liesvelt en Gabriele Verbeke.
VIIa. Hieronymus van Uffelen (gezeid Rocher), geb. (Antwerpen?) 1577/78, ovl. Utrecht jan. 1628, beg. St. Janskerk[14], eerste Heer van Roscheers, een heerlijkheid bij Rochefort verkregen van Koning Hendrik IV van Frankrijk
afkomstig uit Utrecht (1595),
ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Franeker 3-8-1595 ("Hieronymus Uffelen, Ultraiectinus"),[15]
ingeschreven als student letteren aan de Universiteit van Leiden 17-9-1597 ("Jeronymus van Uffelen", Ultrajectinus, 19 (jaar)"),[16]
werkte mee aan een in 1605 opgerichte onderneming met Humprey Bradley, de gebroeders Comans en Francois de la Planche voor de drooglegging van meren en moerassen aan de Franse Atlantische kust,[17]
verwerft daar het goed Rocher,
aandeelhouder van de kamer Amsterdam van de VOC,[18]
koopman te Amsterdam, werd bij resolutie d.d. 4 feb., 3 en 27-11-1627 naar Algeriije gezonden om restitutie van alle schepen en goederen te eisen, die sedert het vertrek van Pijnacker door de corsaren van Algeriije en Tunis genomen waren, testeerde 10-1-1628 voor notaris W. Zwaardecroon te Utrecht,[19]
ridder van Malta,[20]
otr. Amsterdam geref. 7-5-1624 ,[21]
Susanna (de) Vogelaer(s), ged. geref. Amsterdam 5-1-1596[22], ovl. na 1661, dr. van Marcus Joostz de Vogelaer, koopman op Italië en de Levant, mede-oprichter van de Brabantse Compagnie, mede-oprichter en bewindvoerder van de VOC,[23] en van Margaretha van Valkenburg.
VIIIa. Hieronymus van Uffelen, geb. vóór ca. 1625, ovl. Wijk bij Duurstede 1651, beg. Utrecht St. Janskerk (bij zijn vader). Heer van Roscheers,
otr./tr. Wijk bij Duurstede/Darthuysen 27-10/19-11-1650[39]
Geertruijd Margriet van Zuylen van Natewisch, geb. Wijk bij Duurstede?, dr. van Gerrit Davidsz van Zuylen van Natewisch, capitein der waertgelders in Utrecht en van Cunera van Nestelrade.
|
Wapen Van Uffelen: van zilver met tien klokjes van keel 4, 3, 2, 1.[62] |
Van Uffelen te Antwerpen, Keulen, Hamburg en Bergen op Zoom |
Volgens Ref. [63] is de stamvader
- Willem van Uffelen, geadeld door Keizer Maximiliaan in 1486.
Hieruit:
- Karel (Willemsz) van Uffelen. Hieruit:
- Hendrik (Karelsz) van Uffelen, wiens adeldom werd bevestigd in 1530 door Keizer Karel V.
Deze Hendrik (Karelsz) van Uffelen is mogelijk identiek met nr. 1a hieronder.
I |
1a. Henric van Uffelen, geb. vóór ca. 1500, ovl. vóór 1527[64] , tr.[65]
Lijsbeth de Wilde / Swilders, ovl. vóór 1541, dr. van Philippus de Wilde alias Sauvage en Maria de Weert / Sweerts.
Anna van Uffele, tr. Antwerpen St. Jacobskerk 28-11-1545[71]
[72]
[73]
Joos van den Vondelen, ovl. vóór 1604, zn. van Mathijs van den Vondelen, linnenwever, en Adriana Petersdr. Rabeels.
Hij hertr. Antwerpen voor 1557 Catharina Sampson.
2a. Jan van Uffele(n), geb. ca. 1505, ovl. vóór 1576, goud- en zilversmid te Antwerpen,[74]
koopt een rente op een huis in de Nieuwstraat te Antwerpen (1562),
bezitter van een huis en speelhof te Antwerpen,
tr. 1o vóór ca. 1550[75]
Cornelia von der Meeren, ovl. vóór 1576, tr. 2o voor 1576
Franchyne Cuypers, ovl. na 1576.
Op 27-3-1576 verkopen dezelfden aan Clara Bertels, begijn te Herentals, die rente die Franchoys Janss zilversmid 7-7-1562 verkocht op een huis in de Nieuwstraat aan hun vader Jan van Uffele.
[78]
3a. Henrick van Uffele(n), geb. Antwerpen 1524, ovl. 1576-1594, noelmaker,[114]
treedt op als voogd over de kinderen van zijn vader Jan van Uffele,
is mogelijk identiek met notaris Henrick van Uffelen te Antwerpen (1564..1583),[115]
[116]
vermeld als Hendrick van Uffele "in den negensten ende thienden wyck" te Antwerpen die in 1574 XXXII penningen voor zes maanden uitleent volgens het "Quohier inhoudende declaratie vanden persoonen die gewillichlyck hebben geaccordeert inde leeninge van IIIIc M guldenen byde Leden deser stadt geaccordeert Zyner Majesteyt, om daermede betalinge te doene den Spaenschen zoldaten, naervolgende dacte vanden consente in date 29-4-1574,[117]
vermeld als wyckmeester te Antwerpen (1579),[118]
tr. vóór ca. 1570[119]
Martine Mahieu.
3b. Hans van Uffele, geb. 1541, ovl. verm. voor 1603[125], volgens Ref. [126] de broer van Jacomo (Jacques) alsook van Marcus, Daniel en Dominic (II) van Uffelen
werkt in Hamburg voor de bankier Johann van Bodeck,[127]
vertrekt in 1584 uit Hamburg naar Amsterdam,
betaalt ƒ 25,-- Capitale Impositie te Amsterdam 1585,
wordt poorter van Amsterdam 7-8-1591 als koopman van Antwerpen,
koopman (1586..1596) te Amsterdam,
komt voor in bevrachtingscontracten 1591-1602,[128]
handelt samen met Herman Heesters onder de fa. Heesters & Van Uffelen op Rusland,[129]
waar Gommer Spranger (zie
⇒ Fragment Genealogie Spranger nr. 3a
) hun agent was op het Kolaschiereiland,
neemt in 1597 met Jacques de Velaer en Daniel van der Meulen deel in de uitrusting van een schip naar Guinea,[130]
reder op Guinee, bewindhebber van de Guineese Compagnie,
aandeelhouder van de Oostindische Compagnie,
tr. vóór 1578[131]
Agneta (Anna, Janneke) van Liesvelt (Lijsfelt), geb. 1554/55, ovl. na 1602, dr. van Joachim van Liesvelt en Gabriele Verbeke.
3c. Dominicus van Uffele(n), geb. Antwerpen 1545, ovl. 12-7-1623, beg. Hamburg St. Katharina Kirche, vermeld als Jan Hoen ende Dominicus van Uffelen met een inkomen "Van de 200 gulden ter maent" in Het Breede-Raadboek van 1579 te Antwerpen van personen die bijdragen tot een lening van 52.000 gulden,[155]
woont in de Klein Rijkenstraat te Antwerpen,
vermeld als Dominicus van Uffele op een plakaat d.d 9-6-1586 met namen van personen in Antwerpen die van de koning van Spanje een paspoort hebben verkregen om de stad te verlaten,[156]
uitgeweken naar Hamburg, woont daar 1585,
Herr auf Dutzow (onder Lübeck), koopman en bankier te Hamburg,
bankier en koopman te Hamburg,
importeur van suiker, indigo, campechehout, gember, rijst en anijs,
Verwalter der Niederländischen Armenkasse in Hamburg (1604-1605),[157]
[158]
bezitter van een riddergoed,
leider van handelsmissies tbv export van koper en ijzer tussen Amsterdam en Spanje,
betrokken bij de koperhandel in Zweden, werkte voor Portugese pepercontractanten en deed zaken met o.a. Amsterdam, Bilbao, Lissabon, Messina en Venetie,[159]
[160]
tr. vóór 1580[161]
Maria (van) Hoon, geb. 1554, ovl. 29-6-1610, beg. Hamburg St. Katharina Kirche, dr. van Jacob of Jehan Hoon en van NN 's Wilden.
[162]
3d. (Se)bastiaen van Uffel(en), geb. vóór ca. 1565, ovl. 1603-1606, (ouders onbekend)
tr. 1o voor 1590
Margaretha Dircksdr, ovl. 1596-1603, otr. 2o Amsterdam geref. 26-4-1603
Jenne le Fevre, wed. van Peete Noormans.
Zij hertr. Amsterdam geref. 12-8-1606 Laurens Mesureur, wednr. van Antoinette de Sar.
4a. François van Uffel(en), geb. vóór ca. 1600, tr. vóór 1624
Maijke Claes (Jacobs?).
4b. Jacques (Jakob, ook genoemd Jacomo) van Uffelen, geb. 1580/81, beg. Amsterdam Wester Kerk 27-3-1640 ("Jaques van Nuffelen, eijgen (graf), ƒ 8,--), is bij zijn huwelijk 35 jaar oud en wonend op de OZ Achterburchwal (1616),
reeder en koopman op de Middellandse Zee,[233]
onder de firma Jacomo & Marco van Uffelen,[234]
koopt op 8-7-1620 voor ƒ 12.125,-- samen met Lekert Sweersz het huis Messina (thans Heerengracht 164),
woonde eerst in de Nieuwe Hoogstraat in 't Wapen van Portugal en bij zijn overlijden op de Heerengracht over de Driekoningenstraat (1640),[235]
betaalt in 1631 als Jacques van Uffelen, wonend op de Keysersgracht, ƒ 250,-- Tweehonderdste Penning,[236]
was deelnemer aan de inpoldering en exploitatie van de Horstermeer,[237]
verzamelaar van Italiaanse schilderijen,[238]
huw. get (1638),
otr./tr. 1o Amsterdam geref. 13-1/9-2-1616 (get. haar vader Arent van Erp ,[239]
Maria Arents van Erp, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 12-9-1593, ovl. 1616-1618, dr. van Aer(nou)t van Erp, zeemleerhandelaar te Antwerpen,[240] handelaar in Zweedsch koper, en O.Z. Huiszittenmr te Amsterdam, en van Geertruy Willemsdr Fennes,
otr. 2o Amsterdam geref. 7-9/16-10-1618 ,[241]
Susanna de Haze (Hase), geb. 1587, beg. Amsterdam Nieuw Kerk 29-8-1658, wed. van Jaques Marchijs/Mercijs,
wordt als wed. van Jacomo van Uffle in april 1658 vermeld als hoofd-participant van de West-Indische Compagnie ter Camere Amsterdam,[242]
uit wier boedel het huis Messina in 1675 werd verkocht aan Philips De Flines voor ƒ 38.000,--,[243]
dr. van Hendrick de Haze, koopman te Amsterdam, en Clara Coymans.
4c. Servaes van Uffelen, geb. Antwerpen vóór ca. 1570, ovl. na 1632?
zilversmid te Antwerpen en daarna Bergen op Zoom,
doopget. te Bergen op Zoom (1620..1633),
tr. Antwerpen Onze Lieve Vrouwekerk 30-4-1596[270]
Maria (Maeycken) Schrevels.
4d. Marcus (Marco) van Uffelen, geb. vóór ca. 1595, ovl. na 1628, tekent samen met Paulo van Uchelen in op 400 balen peper "in de Doose van de Kamer van Amsterdam" van de VOC (1639),[275]
otr./tr. Amsterdam geref. 29-4/26-5-1620 ,[276]
Sara He(e)sters, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 13-10-1600, ovl. na 1628, dr. van Harmen Heesters en Magdalena Gemart.
4f. Jeronimus (Hieronymus) van Uffelen (gezeid Rocher), geb. (Antwerpen?) 1577/78, ovl. Utrecht jan. 1628, beg. St. Janskerk[277], heer van Rocher(s),[278]
afkomstig uit Utrecht (1595),
ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Franeker 3-8-1595 ("Hieronymus Uffelen, Ultraiectinus"),[279]
ingeschreven als student letteren aan de Universiteit van Leiden 17-9-1597 ("Jeronymus van Uffelen", Ultrajectinus, 19 (jaar)"),[280]
werkte mee aan een in 1605 opgerichte onderneming met Humprey Bradley, de gebroeders Comans en Francois de la Planche voor de drooglegging van meren en moerassen aan de Franse Atlantische kust,[281]
verwerft daar het goed Rocher,
aandeelhouder van de kamer Amsterdam van de VOC,[282]
koopman te Amsterdam, werd bij resolutie d.d. 4 feb., 3 en 27-11-1627 naar Algeriije gezonden om restitutie van alle schepen en goederen te eisen, die sedert het vertrek van Pijnacker door de corsaren van Algeriije en Tunis genomen waren, testeerde
10-1-1628 voor notaris W. Zwaardecroon te Utrecht,[283]
ridder van Malta,[284]
otr. Amsterdam geref. 7-5-1624 ,[285]
Susanna de Vogelaer(s), ged. geref. Amsterdam 5-1-1596[286], ovl. na 1661, dr. van Marcus Joostz de Vogelaer, koopman op Italië en de Levant, mede-oprichter van de Brabantse Compagnie, mede-oprichter en bewindvoerder van de VOC,[287] en van Margaretha van Valkenburg.
Zij hertr. Utrecht St. Jacobskerk 12-1-1633
Jonker Hendrik Schaep van den Dam, ook genaamd Schaep tot Windesheim, geb. 1601/02, ovl. jan. 1668[288], kanunnik en proost van het kapittel St. Marie te Utrecht,[289]
[290]
[291]
wordt in 1633 beleend met het huis Windesheim,
wordt in 1633 met 1100 morgen deelnemer in de Compagnie van de 5000 Morgen te Hogeveen (later met nog een 100 morgen uitgebreid)),
neemt in september 1647 een aanta Overijsselse lenen over van zijn toen overleden grootvader Henrick Schaep,
eigenaar van het herenhuis Venendal op de oostijde van de (huidige) Ooststraat te Hogeveen,[292]
zn. van Reinier Schaep, bouwer van het huis Windesheim, en Anna van Echten.[293]
4e. Jacques van Uffel(en), geb. vóór ca. 1565, tr. Antwerpen 21-7-1589[303]
Jacquelijn Domis, geb. ca. 1566, ovl. Antwerpen 15-3-1644 (mogelijk 78 jaar oud?), dr. van Jacques Francoisz Domis en van Marguerita de Semerpont.
5a. Pieter van Uffelen, geb. Antwerpen 1597/98, beg. Bergen op Zoom 8-3-1674, zilversmid te Tholen 1632 en te Bergen op Zoom (1634-1669),
doopget. te Bergen op Zoom (1627..1647),
mr.zilversmid te Bergen op Zoom (1671),
tr. 1o voor 1634[305]
Catharina de Vicq (Wieck), ovl. 1634-1642, doopget. (1631, 1633),
otr./tr. 2o Bergen op Zoom 24-10/19-11-1642[306]
[307]
Lysbeth (Elisabet) de Potter(e), ged. Bergen op Zoom 7-11-1607, ovl. Bergen op Zoom 9-9-1688, wed . van Philips Schalk,
doopget. (1635..1682),
dr. van Jan de Pottere, gezworene van het kleermakersgilde en deken van het oude klerenkopersgilde te Bergen op Zoom, en van Claerken Michiels.
Hieruit verder nageslacht bekend.
5b. He(y)ndrick van Uffele(n), geb. vóór ca. 1595, ovl. aang. Bergen op Zoom 23-6-1666, j.m. van Antwerpen (1624),
treedt op als gemachtigde te Bergen op Zoom (1624),
zilversmid te Bergen op Zoom (1624..1661),
gezworene 1623..1659 en deken 1630..1656 van het goudsmedengilde,
deken 1627, 1632 en gezworene 1631..1644 van het zilversmedengilde,
deken 1640 en gezworene 1641..1645 van het goud- en zilversmedengilde,
appreciateur (1655),
schepen 1663, 1664 te Bergen op Zoom,[325]
doopget. (1613, 1630, 1633),
tr. Bergen op Zoom 6-10-1624[326]
Johanna (Janneken) Domis, ged.. Bergen op Zoom 13-8-1589, ovl. na 1661, j.d. van Bergen op Zoom (1624),
doopget. (1632),
dr. van Huybrecht Domis, kramer, deken en gezworene van het gilde van de meerse te Bergen op Zoom, en Janneke Willems.[327]
De volgende drie kinderen zijn mogelijk gedoopt te Sluis of Liefkenshoek maar aldaar niet gevonden.
Het doopboek van Liefkenshoek vertoont hiaten : 26-12-1662 tot 17-11-1674 en 1-1-1707 tot 18-1-1715. Een doopboek van Sluis in deze periode ontbreekt.
5c. Adriaen van Uffelen, geb. vóór ca. 1575, ovl. 1632-1651, tr. vóór ca. 1600
Catharina Segers, ovl. na 1651.
5d. Jeronimus (Hieronimus) van Uffelen, geb. vóór ca. 1625, ovl. 1650-1654, otr./tr. Wijk bij Duurstede/Darthuysen 27-10/19-11-1650[348]
Geertruyt Margriet van Zuylen van Natewisch, geb. Wijk bij Duurstede?, dr. van Gerrit Davidsz van Zuylen van Natewisch, capitein der waertgelders in Utrecht en van Cunera van Nestelrade.
Zij hertr. 1o voor 1654. Gerrit van Galen tot de Bonenburg.
burgemeester (1640) en kerkmeester te Hattem,
wedr. van Johanna Bentinck,[349]
verm. zn. van Gerrit van Galen, lid van de magistraat te Hattem, en van Geertruid Jacobsdochter van Lennep.
Zij hertr. 2o Heerde 10-10-1659
Luyer Daendels, adjunct schout (1644), schout (1652), en ouderling van Heerde,[350]
[351]
zn. van Egbert Daniels (ook Daendels genoemd), schout van Heerde en burgemeester van Hattem, en van Swana van Huedt.
5e. He(y)ndrick van Uffelen, geb. vóór ca. 1595, beg. Utrecht 18-2-1667[359], vertrekt (rond 1650?) met zijn gezin naar Noord-Nederland,
koopt het landhuis Vechtenstein (18 kamers) aan de Vecht te Maarssen,[360]
eigenaar van Vechtenstein 1651-1660,
woont, blijkens onderstaande akten, met zijn vrouw in 1665 weer te Antwerpen,
en in 1666 weer te Utrecht,
tr. Antwerpen Onze Lieve Vrouwekerk 17-9-1620[361]
[362]
Barbara Jonquet (Joncken), beg. Utrecht 8-10-1680,[363]
Op 14-1-1527 transporteert te Antwerpen
Lijsbeth Swilders weduwe Henrix van Uffele met al haar kinderen ...
[66]
Uit dit huwelijk:[67]
COMMENTAAR(¥)
Zij is niet (zoals in Ref. [68] wordt gesuggereerd de grootmoeder van de dichter Joost van den Vondel.
In Refs. [69]
[70]
wordt m.b.v. enkele Antwerpse schepenakten overtuigend aangetoond dat Vondels grootmoeder Anna van Uffelen (vrouw van Joos van den Vondelen) een dochter is van Jan van Uffelen en van Anna 'sBoden. Of en zoja hoe deze Jan van Uffelen in relatie staat tot het hier behandelde geslacht is onbekend.
Uit dit huwelijk (van den Vondelen-van Uffele) o.a.:
II
Schepenregister Antwerpen:
Op 27-3-1576 verklaarden
Adriaen, Jasper, Severijn, Hans en Dominicus van Uffele Janss[76]
ewylen, Elisabet van Uffele met Jasper Bertels, haar man, Josyne van Uffele met Hans Fritz, haar man, Cornelie van Uffele met Lenaert Heymans, haar man, allen voor zichzelf, voorn. Adriaen van Uffele en Henrick van Uffele als voogden van Anna van Uffele, elkaar volkomen voldaan te hebben en voldaan te zijn van ouders erf door Henrick van Uffele, die hun voogd geweest is. Onverdeeld blijft het huis Den joseph naer Egypten in de Keyserstraat, een speelhof in de Marckgravenlye en een rente op een huis aan de Nieuwe Beurs, die zij in tocht geven - haar leven lang - aan Jouffrouw Franchyne Cuypers, hun stiefmoeder.[77]
Uit zijn eerste huwelijk:[79]
Uit dit huwelijk:[87]
Uit hem volgens Ref. [90]:
COMMENTAAR(¥)
zou de volgende inschrijving hem betreffen?
Cornelis van Nuffel, beg. Amsterdam Wester Kerk 4-11-1638 ("Cornelis van Nuffel ƒ 8,--).
Ref. [92] bericht het volgende:
In het jaar 1639, den laten
april, zijn verkocht de schilderijen van den
heer Van Uffelen voorde som van ƒ 58,558.
Paqcuot, hist. litt. des Pays-Bas, maakt ons
bekend met Mr. Jan van Uffele. Hij overleed
reeds in 1617 te Antwerpen. Van
zijnen broeder Cornelis van Uffele wordt aldaar mede
met een enkel woord gesproken.Is hij in 1638 of 39 overleden,
en waren het zijne schilderijen, die in
1639, waarschijnlijk te Antwerpen, voor zulk
een aanzienlijk bedrag verkocht werden?
Uit dit huwelijk:[93]
Ref. [95]
vermeldt over Theodorus van Uffele het volgende:
Theodorus van Uffele d'Ameyden
Parents: ? & Josina de Weert
Matricule de l'université de Louvain: Collège du Lys, 16 janvier 1646
Inscrit au registre de Dole: 4 octobre 165l ,f 9V"
Blason: (fig.6).
Cet étudiant qui se déclare patricien de la ville de Bruxelles n'appartient cependant
pas aux sept lignages de Bruxelles. Il semble avoir été un étudiant très actif à
Dole, puisqu'il participa avec le professeur Claude François Talbert à la publication
de:
Disputatio triduano, in qua universi iuris substitutionem materiam, Apud Antonium Binart, Dole 1652
Ce titre peut se traduire comme suit:
Exposé ( ou débat ) de trois jours sur les changements (matière des substitutions)
à apporter au droit dans son ensemble, Chez Antoine Binart, Dole 1652.
Cet opuscule n'est pas référencé au Catalogue Collectif de France et semble donc
ëtre perdu.
A noter que Claude François Talbert fut non seulement Conseiller au parlement
de Besangon, mais aussi un professeur de droit très réputé à l'université de Dole, spécialisé dans la jurisprudence des coutumes de Bourgogne.
Ref. [96] bericht over hem:
Theodorus Van Uffele d'Ameyden, patricius Bruxellensis,
ibidem in tribunali Pannariae scabinus, D. de Waesmont, etc., dedit
dalderum 4 octobris 1651. Post triduam disputationem j. u. d.
renuntiatus 1 februarii anni 1652 et anno 1661 iterum Dolam reversus sacrae theologiae doctoratus lauream (postquam se Deo et Ecclesiae
dedit) 2 julii ejusdem anni 1661 adeptus est.
{voorlopige vertalling LL: Theodorus Van Uffele d'Ameyden, patriciër uit Brussel, aldaar schepen (in tribunali Pannariae?), heer van Waesmont, enz., heeft gegeven (dalderum?) 4-10-1651. Na een driedaags debat uitgeroepen tot doctor in de beide rechten op 1-2-1652 en in het jaar 1661, weer teruggekeerd zijnde naar Dole, doctor geworden in de heilige theologie (lauream?) (nadat hij zich aan God en de Kerk gegeven heeft) en op 2-7-1661 aangenomen.
Civiele Processen voor de Schepenbank Oirschot en Best:[97]
n° 1321. In de periode 1660-1663 procedeert Wilbort Borts, schout van Olmen contra Jonker Theodore van Uffelen van der Ameyden ter zake van levering van onroerende goederen.
Raad van Brabant:[98]
In 1678 procedeert Ludovicus Kimps d'Ameijden in Brussel, als naaste bloedverwant van Theodorus van Uffelen d'Ameijden, contra Guilliaume van Campen, notaris in 's-Hertogenbosch ter zake van naasting van het goed Groot Beijsterveld onder Oirschot.
Uit dit huwelijk:
Uit dit huwelijk:[102]
Uit dit huwelijk:[107]
Op 8-3-1650 verdelen
Catharina Quingetti vrouw van Marcus van Velckenburch, Daniel en Isaack Hochepiedt als voogden van haar onmondige kinderen, Lucretia Quingetti alsmede Joost van Beeck als vader van zijn twee onmondige
kinderen bij Cornelia Quingetti, de nalatenschap
van hun moeder en grootmoeder Josina Heymans, weduwe van
Christoffel Quingetti.
[111]
III
Certificatieboeck Antwerpen: 1567
Getuigschrift voor Melchior Mahieu, soen wylen Franchois Mahieu.
Borgen: Gheeraerdt Mahieu, Adolff Stollaert, Henrick Van Uffel.
[120]
Uit dit huwelijk volgens Ref. [121]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Schepenregister Antwerpen:
17-8-1589:
Aernout van Gerwen bezit een hoeve, groot 20 bunder, te Sevendonck onder Turnhout.
[123]
Uit dit huwelijk:[124]
Hans van Uffele heeft procuratie d.d. 15-8-1579 gepasseerd te Utrecht van zijn echtgenote Agneta van Liesvelt en procuratie d.d. 16-6-1579 gepasseerd te Amstelredamme van haar zuster Anna van Liesvelt, geh. met Jeronimus Piteteau, om hun aandeel in een huis te verkopen dat hun vader, wijlen Joachim van Liesvelt, geh. met Gabriele Verbeke (nu is zijn weduwe Josijne Smits), in 1549 had gekocht.
[132]
Op 28-5-1599
verkoopt Francos Loijs aan Jeronimus Petiteau,
en aan Hans van Uffelen,
een Tuin in de Reguliershof te Amsterdam.
[133]
Op 7-12-1602 verklaart
Jaspar Moermans (49), coopman, verklaart op verzoek van Duarto Fernandes, Portugees coopman te Amsterdam, dat Fernandes en Francisco Pinto de Britto, Portugees koopman te Amsterdam voor het College ter Admiraliteit alhier te Rotterdam een rekest heeft ingediend voor teruggave van 10 kisten suiker, toebehorende aan Manuel de Saa die zijn waar per rekening van Franchoys van Hoeve en Hans van Uffele, cooplieden, met het schip van Pieter West, schipper, uit Bresillien heeft opgehaald.
[134]
In Ref. [135] wordt vermeld "Hans van Uffelen, van wien bij mij een portret met
zijn wapen van zilver met drie klokjes 2 en l. (...) Onder het portret staat ingesneden AEtatis
suae LXIII A. MVCIIII (dus 63 jaar in 1604). (...) Bij dit portret, op een en hetzelfde
blad, staat dat van Janneke Liesvelt, met haar wapen van keel (rood),
waarop een opengeslagen boek, vertoonende
eene prent, voorstellende een persoon liggende
geknield, en achter dezen den scherpregter
met opgeheven zwaard staande. Onder
het portret is almede ingesneden Aetatis
suae XLVII A. MVCII (dus 47 jaar in 1602). Dit was denkelijk
de vrouw van Van Uffelen.
Hierbij staat met de pen geschreven:
{Deese Janneke Liesvelt, haer vader is
onthalst omdat hij den Bijbel overgeset
hadde."(¥)
COMMENTAAR(¥)
Met "haer vader" wordt door de aantekenaar kennelijk gedoeld op de Antwerpse boekdrukker Jacob Liesvelt die inderdaad de Liesveldsche Bijbel uitgaf waarvoor hij in 1545 in Antwerpen werd onthoofd. [136] Hij kan dus niet de vader van Agnete (Janneke) zijn die in 1602 47 jaar oud zou zijn volgens bovengemeld portret.
Dubbelportret van Hans van Uffelen en Agneta (Janneken) van Liesvelt.
Prent: ets op papier, 12,7 x 19,5 cm.
Prentmaker: van Uffelen
Bron:
⇒ Rijksmuseum Amsterdam
klik op plaatje(s) om te vergroten
Uit dit huwelijk minstens negen[137] kinderen onder wie:
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [140] is Hans (Hansz) van Uffelen de broer van Jacomo (Jacques) alsook van Marcus, Daniel en Dominic (II) van Uffelen. Wat betreft Jacomo (Jacques) en Marcus klopt dit met de hier gepresenteerde gegevens, een Daniel werd niet gevonden en Dominic (II) van Uffelen is zijn neef.
wordt in Ref. [141] zoon genoemd van Hans van Uffelen x Agneta van Liesvelt
In Ref. [143] wordt verwezen naar de huwelijkse voorwaarden van Henderick Broen en Anna van Uffelen. Daarin blijkt dat Abraham Verbeeck een zwager en Herman Heesters een neef van de bruidegom was. Hans van Uffelen was de vader de bruid.
[144]
Op 20-5-1638
verkoopt Catharina Coerten, wed. van Jan Rogiersz Ramsden aan de Erven van Luco van Uffelen,
een huis en erf op de Keizersgracht (WZ) hoek Westermarkt (Westerkerkhof) te Amsterdam.
[153]
Portret van Lucas van Uffelen (1586-1638) toegeschreven aan Anthony van Dyck.
Olieverf op paneel 20,3 x 16,2 cm
Datering: 1622
Locatie: onbekend (geveild in Londen 2000)
klik op plaatje(s) om te vergroten
Uit dit huwelijk:
Grafschrift van Dominicus van Uffele en Maria Hoon in de St. Katharinen Kirche te Hamburg.
Bron: Theodor Anckelmann, Inscriptiones antiquissimae et celeberrimae urbis patriae Hamburgensis, Heidelberg, 1663
klik op plaatje(s) om te vergroten
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit dit huwelijk drie zoons en zes dochters[170]:
Johann von Bodeck (1589-1650) door een onbekende schilder.
Datering: 1625
Locatie: eertijds bij Mevrouw C. J . van Heemskerck van Beest-barones van Reede
tot ter Aa te 's-Gravenhage.
Bron: Ref. [185]
[186]
Susanna von Uffelen (1593-1648) door een onbekende schilder.
Aet. 24.
Datering: 1617
Locatie: eerijds bij Mevrouw C. J . van Heemskerck van Beest-barones van Reede
tot ter Aa te 's-Gravenhage.
Bron: Ref. [187]
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 22-6-1641
benoemen Johan van Bodeck en zijn vrouw Susanna van Uffelen wonende te Utrecht op de Nieugrafte tot voogden over de na te laten onmondige kinderen en erfgenamen
de langstlevende, en Dominicus van Uffelen, haar broer wonende op Dutzow (onder Lübeck)
en Peeter van Uffelen, haar broer wonende op Dutzow (onder Lübeck).
[188]
Op 20-4-1648
testeren Johan van Bodeck en zijn echtgenote Susanna van Uffelen wonende te Utrecht, omtrent Martensdam naest Hierusalems Clooster.
Zij lyftochten de langstlevende aan al hun goederen, waarby legatering door ieder der testateuren tot een bedrag van ƒ 76.000,- vry van lyftocht zal zyn.
[189]
Op 14-2-1666
verkoopt
Johan Reael wonend te Utrecht,
aan Jacob Randerode van der Aa,
Gerard Ploos van Amstel, houtvester en luytenant-colonnel,
Dominicus van Uffelen,
Bonaventura van Bodeck,
Ernst van Bodeck,
de onmundige kinderen van Dominicus van Bodeck,
en het kind van Piter Nicolaes van Bodeck,
1/9 part van huysinge, erve en hof belend zz Brigittestraet,
ow: N.N. Hogerbeets, wed. van N.N. Caddel, ww: Pieter Blancheteste gelegen in het gerecht Utrecht.
[190]
Uit dit huwelijk (o.a.?):[191]
[192]
COMMENTAAR(¥)
Ref. [196]
en [197]
vermelden deze dochter niet.
Op 14-10-1665
machtigt
Justina van Brederode, voogd en moeder van haar onmondige dochter bij Pieter Nicolaes van Bodeck,
Bonavontura van Bodeck tot Gulhout,
Jacob Randerode,
Gerard Ploos van Amstel
en Dominicus van Uffelen
om staat en inventaris te leveren van de boedel van haar en haar overleden echtgenoot en van de goederen, door haar dochter geerfd van Johan Carel van Relingh en om rekening en bewys te leveren van de goederen van laatstgenoemde.
Comparante belooft dat haar vader Henrick van Brederode en haar oom Artus van Brederode borg zullen staan voor administratie van de goederen van wijlen Johan Carel van Relingh. Benoemden accepteren de opdracht
[208]
Uit dit huwelijk:
Op 3-10-1646
legt Henrick Heghoff dienaer van Hans Arnout van Bodeck wonend te Utrecht een verklaring af over de ruil van paarden tussen de requirant Pieter van Uffelen wonende te Hamborch, en een paardenkoper, waarby het paard van de paardenkoper gebreken vertoonde.
[227]
Mit der Familie von Uffeln begann in Basthorst ein neuer Abschnitt der Erbfolge. 1648 kaufte der niederländische Kaufmann Peter von Uffeln das Gut und setzte durch, dass es zu einem Kunkel-Lehensgut wurde, also auch eine Frau das Gut erben durfte. Die wohlhabenden Kaufleute haben sich durch grosszügige Donationen für ihre Patronatskirche ein bleibendes Denkmal gesetzt. Der Marmor-Altar, ein mit 36 Pferden vom Feld gezogener Stein, und auch das daneben befindliche Kirchenfenster mit den vielen Wappen der Uffeln stammen aus dieser Zeit. Auch andere soziale Projekte wurden von den Uffeln unterstützt, wie z.B. die Gründung der ältesten sozialen Einrichtung Hamburgs, der niederländischen Armenkasse. Der letzte Familienvertreter in Basthorst, Johann Dominicus von Uffeln hatte keine unmittelbaren Nachkommen, dafür zahlreiche Schwestern. Katharina (Grete) heiratete Heinrich v. Plessen, deren Sohn, Georg Detleff v. Plessen, 1721 Nachfolger in Besitz und Lehnsherr wurde.[228]
Uit zijn eerste huwelijk (o.a.?):
COMMENTAAR(¥)
Wie de ouders van de broers Jacques en Marcus van Uffelen zijn is vooralsnog onzeker. In de literatuur worden de volgende veronderstellingen gemaakt:
i) Wijnroks[230] ziet in
Dominicus van Uffelen (nr. IIIc) , die in het handelsverkeer met Italiaanse steden actief was, de vader van Jacques, Marcus, Dominicus (3c sub 4), Hans, en Daniel van Uffelen.
ii) Elias[231], noemt de broers Jacomo en Marco, die samen in een bedrijf handel dreven, de zonen van Sebastiaen van Uffelen (nr. 3d) en van Margareta Dircks
iii) Volgens Van Dillen[232] is Jacques van Uffelen de zoon van Hans van Uffelen (nr. IIIb) (Het oudste aandeelhoudersregister, p . 212 ).
Bij zijn huwelijk in 1616 was Jacomo van Uffelen 35 jaar oud en in 1634 was hij 53 jaar oud. Zijn geboortejaar zou dus zijn 1580/81.
IV
Uit dit huwelijk:
In oktober 1619 (exacte datum onbekend), legt Philips Metsu, koopman, 45 jaar, een verklaring af op verzoek van Jacques van Uffelen, man en voogd van Juffr. Susanna de Haes, weduwe van Jacques Merchys, betreffende een obligatie door de verver Dirck Huybertsz aan haar verkocht.[244]
Op 26-6-1621
verkoopt Anthonij Gommers aan Jaques van Uffelen,
een stuk land op de Herengracht te Amsterdam.
[245]
Op 6-5-1630
verkoopt Jaques van Uffelen aan Dr. Theodorus Braesman,
2 huizen en erven in de Kalverstraat te Amsterdam genaamd De Groene Papegaai en De Witte Vos.
[246]
Op 14-6-1634 verklaarden de eerbare Jacomo van Uffelen, 53 jaar, Geronimo de Haze, 53 jaar , Pieter van Ceulen, 37 jaar, Cornelis Gysbrechtsz van Goor, 33 jaar, Aris Elbertsz Snoeck, 36 jaa, Hendrick Dommer, 38 jaar, Marinus de Voocht, 32 jaar, en Jeronimus van Ceulen, 26 jaar, allen kooplieden, op verzoek van Cornelis Berck en Dirck van de Perre, dat ze allen handel hadden gedreven met Venetië en wisten dat 100 pond in Amsterdam gelijk is aan 60 pond in Venetië (met uitzondering van doek).[247]
Op 3-11-1637 machtigt Jacques van Uffeln, ingeseten koopman, Dirck de Coninck tot het innen van ƒ 1400 bij de kamer Delft van de V.O.C.[248]
Op 12-7-1640 presenteerde (voor de Weeskamer?) Susanna de Haze, bijgestaan door haar zwager (=schoonzoon) Jeremias van Ceulen, haar twee minderjarige kinderen Agneta, 17 jaar, en Jacob, 13 jaar, wier overleden vader was Jacomo van Uffelen, koopman, en verklaarde dat de kinderen recht hadden op ƒ 36.000,-- als erfdeel van hun vader en bovendien als hun deel van de nog te ontvangen erfenis die hun vader van zijn broer Lucas van Uffelen zou ontvangen, maar die nog niet was geliquideerd (dit volgens Jacomo van Uffelens testament). Jeremias van Ceulen en David Heesters, beiden zwagers (hier schoonzoons!) van wijlen Jacomo van Uffelen, stonden garant voor de goede overdracht van de erfenis.
[249]
Uit zijn eerste huwelijk (van Uffelen-van Erp):
Op 3-8-1640 verschijnt Jacob (Jacomo) Burgraeff (Borchgraeff), echtgenoot van Maria van Uffelen, dochter uit het eerste huwelijk van Jacomo van Uffelen, voor de Weeskamer [254]. Maria van Uffelen maakte twee testamenten in 1679 en 1680, toen ze al weduwe was van Borgraeff. Ze maakte de volgende legaten met betrekking tot de familie portretten in haar testament van 1679 : haar zoon Jacques Burggraeff zou het portret van haar overleden echtgenoot geschilderd door (Cornelis) Jansens (van Ceulen ) erven , haar dochter Gertruy Burggraeff zou het grote schilderij van haarzelf en haar overleden echtgenoot erven, en het schilderij van het de huysgesin van laatstgenoemde door Gerards (waarschijnlijk Gerard van Zijl) , haar dochter Kristina Burggraeff, de twee portretten door Rembrandt van Rijn, Jan , het portret van haar overleden echtgenoot geschilderd door (Pieter) van Molle (Mol) in Parijs en haar eigen (Maria's) portret gekopieerd naar Rembrandt en geretorqueet door hem, Agneta, de twee portretten van haar vader en moeder Jacomo van Uffelen en Maria van Erp, en Arnout , de twee portretten van haar mans vader en moeder geschilders in Antwerpen door (Hendrick) van Balen.
[255]
Uit zijn tweede huwelijk (van Uffelen-de Hase):
Op 2-12-1671
verkoopt Clara van Uffelen, wed. van Abram van Hoegaerden aan Volcquijn Momma,
Mattijs Momma en Jan Claesz Kuijer,
1/3 van een lijnbaan met huizing en 2 achterhuisjes, genaamd De Hector, op de Schans over de Lijnbaansgracht bij de Bullebakssluis te Amsterdam.
[259]
Uit haar eerste huwelijk (Heesters-van Uffelen):
Jeremias van Collen (1619-1707) (CHECK!), zijn vrouw Susanna van Uffelen (1622-1674) en hun twaalf kinderen, toegeschreven aan Pieter van Anraedt. In de achtergrond de hofstede Velserbeek.
Olieverf op doek, 107 x 155 cm
Datering: 1655 - 1657
Locatie: Rijksmuseum Amsterdam
Bron: Rijksmuseum Amsterdam.
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 12-10-1679
maakt
Agneta van Uffelen wed. van Jacob Vlack wonende te Maersen,
een codicil
voor toewyzing van een prelegaat aan dochter Susanna Vlack.
[268]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
In 1616 procedeert Aart Marcelis, rentmeester geestelijke goederen in Bergen op Zoom, voor de Raad van Brabant contra Servaas van Uffelen, als gemachtigde van Gijsbrecht van Couwenburg.
[271]
Uit dit huwelijk:[272]
Op 13-4-1632 testeert te Bergen op Zoom Maijke van Uffelen huisvrouw van Jan Marcussen poorteresse te Bergen op Zoom.
Zij legateert aan het armhuis te Bergen op Zoom, aan haar vader Servaes van Uffelen, aan Pieter van Uffelen zilversmid te Tholen, Heyndrick van Uffelen zilversmid te Bergen op Zoom,
aan haar broers Adriaen van Uffelen, Francois van Uffelen, en Servaes van Uffelen, aan haar zuster Hester van Uffelen getrouwdt met Willem Revly sergeant onder capt. Clercq.
Verder komen nog ter sprake Elisabeth van Uffelen en Anneken van Uffelen. (rol nog uitzoeken).
[274]
Uit dit huwelijk:
Uit dit huwelijk:
Inventaris van het archief van het Hof van Holland:[294]
1617: Request van de ouders van H. van Uffelen gezeid Rocher, om hem wegens slecht gedrag te mogen confineren, met de apostille.
ZOEK OP!
Briefwisseling Constantijn Huygens. nr. 235. [295]
Brief d.d. 6-5-1624 van zijn Moeder (Suzanna Hoefnagel) aan Constantijn Huygens:
"Breur, Killegreetgen brengt my dees brieven en breur heeft u hier in haest wat bestiert, en soo maek ick er een couverte over, terwyl men hier vast schiet en raest, dattet huys davert, en is de principaele kermisure. Dit cnaepken heb ick laestmael een albertin gegeve, gelyck ick u geschreven heb, en nu heeft hy begeert, dat ick hem noch 6 gl. geve sou, dat ick gedaen heb. Ick denck, dat ick er geen quaet aen en doen. My verlangt, dat ge thuys comt, om ons fray huys te sien, dat al de werelt soo wel aenstaet. Adieu, breur. T Amsterdam is onse nichte Susanna Vogelers de bruyt, gisteren gesloten met een Jeronimus van Uffel, die daer in Vranckeryck soo al met dycken en ick en weet (niet) wat, is besich geweest, mynheer van Somerdyck weter wel af, maer op t raport, dat my syn huysvrou gedaen heeft, daer en sou ick t niet op geavonturt hebben, maer t schynt, dat sint beter geluckt is. Godt geve, dattet soo is. Item Maria Vogeler staet op goey maet, heb dy lust te bruyloft te gaen, daer is genoch voorhanden. Adieu noch eens, ick en hoor noch en sien, sulcken regement is hier. Maendach, 6 Mey 1624."
Op 1-5-1627 stellen
de staten van Holland en West-Friesland een instructie op voor Jeronimus van Uffele "om weegens de Handelaars van Levanten nader te negotieeren met die van Algiers en Tunis".[296]
Op 10-1-1628
testeerde Jeronimus van Uffelen
voor notaris W. Zwaardecroon te Utrecht.[297]
TEKST nog opzoeken.
Op 28-9-1631
legt Susanna de Vogelaer, wed. van Jeronimus van Uffelen wonende te Utrecht op de Oudegrafte, een verklaring af over het verzoek aan de requirant Henrick Broen, bewinthebber der WIC tot Amsterdam, om voor haar boter te kopen en met de eerste gelegenheid aan haar te doen toekomen.
[298]
Briefwisseling Constantijn Huygens. nr. 1340. [299]
Brief (verm. dd.-1-1636) van Susanna Schaep-de Vogelaer aan Constantijn Huygens:
"Wilt gij aan de beide burgemeesters schrijven, om mijn man aan te bevelen, 'alsoo hier een van de Heeren Staten doot is? Mijn man is op dit oogenblik te Zwolle, ik heb hem dadelijk geschreven en ben al vast eenige heeren gaan spreken. Als hij niet gauw terugkomt, ga ik hem uit Overijsel halen. Wilt gij, waarde neef, ons helpen en ook aan eenige menschen hier schrijven."
De brief mist plaats, datum, jaar en adres, maar Huygens teekende er op aan: 18 Jan. 36. Waarschijnlijk werd hij uit Utrecht verzonden.
Beschrijving van het herenhuis Veenendal in de Oprechte Haerlemse Courant van
1668, dat te koop kwam na het overlijden van Hendrik Schaep.[300]
"Op den 27 Mey, Oude-stijl sal in de Drenthe, 3 Uren boven Meppel, op 't hooge
Echtinger Veen, verkocht werden, een groot, nieuw en welbetimmert Huys, genaemt
Veenendal, met sijn Hoven, Boomgaert en Wey-landen,
en daer by 200 Morgen Veenen, met veel Privilegien en Vryheden. De Conditien sijn te
sien tot Amsterdam, by Jeronimus de la Croix, Makelaer."
Uit dit huwelijk (van Uffelen-de Vogelaer) volgens Ref. [301] maar geen dopen te Amsterdam gevonden:
Uit het huwelijk (Schaep van den Dam-de Vogelaer):[302]
Uit dit huwelijk:[304]
V
Uit zijn eerste huwelijk (van Uffelen-de Wieck) (o.a.?):
Uit zijn tweede huwelijk (van Uffelen-de Pottere) (o.a.?):
In 1689 procedeert Gillis Cabbeljauw voor de Raad van Brabant contra Servaas van Uffelen en Anna la Prince du Plessy, weduwe Appolonius Cabbeljauw, in leven luitenant-kolonel in Staatse dienst.
[312]
Uit dit huwelijk nageslacht bekend onder wie:
Uit dit huwelijk (o.a.?):[315]
Op 30-10-1624 kwiteert Henrick van Uffelen, zilversmid, getrouwd met Janneke Domus, Willem Houck, oud-wethouder en weesmeester, cousijn van Janneke voornoemd. [328]
Op 27-9-1632 passeert een transport door Cornelis en Cornelis Domis, gebroeders, Davidt van Fernij, getrouwd met Maeyken Domis, Cornelis Schalck als man en
momber van Willemynken Domis, Hendrick van Uffelen als man en
momber van Janneken Domis, ook voor Lysbeth Domis, tezamen kinderen
en erfgenamen van wijlen Huybrecht Domisse en Janneken Willems.
[329]
Op 16-11-1661 compareren Cornelis Schalck, wethouder, als vader en voogd van
zijn minderjarige kinderen bij Wilhelmina Domys en voor Hendrick van Uffelen, zilversmid, man en momber van Janneke Domys en Huybrecht Domys, hoedenmaker, vervangende zijn zwager Abraham van Boren, kleermaker, gehuwd met Janneke Domys, allen tezamen erven
van Huybrecht Wellemans, overleden als assistent op een jacht op reis naar
Oost-Indie,
[330]
Uit dit huwelijk:
In 1677 procedeert voor de Raad van Brabant Maria van der Beeck, weduwe van Huibrecht van Uffelen te Bergen op Zoom, tegen Servaas van Uffelen aldaar betreffende
een declaratie van kosten, gevallen in het proces over de geldigheid
van het testament van Johanna Domys, weduwe van Hendrik van Uffelen,
hun schoonmoeder resp. moeder.
[335]
Op 4-10-1671 nemen Monseigneur Servaes van Uffelen met juffrouw Sibilla de Baudoux, syn huysvrouw, als lidmaten van de geref. kerk te Sluis, deel aan het Avondmaal aldaar.
Op 5-11-1673 krijgen zij attestatie voor vertrek naar Lillo.[339]
Op 1-4-1677 verleent Servaes van Uffelen
machtiging aan Adriaen Lem, advocaat te Bergen op Zoom, om als zijn zaakwaarnemer op te treden bij de verdeling van de erfenis van zijn overleden broer Huijbrecht van Uffelen, meester-zilversmid te Bergen op Zoom. De advocaat krijgt opdracht met de weduwe van Huijbrecht (Maria van der Beeck) te procederen over een te maken staat en inventaris.
[340]
Op 28-3-1693 compareren te Bergen op Zoom Abraham en Johanna van Uffelen voor zichzelf en Abraham voorn. als voogd over de drie onmondige kinderen van wijlen
Servaes van Uffelen, controleur te Lillo, en Sebilla de Baudoux, genaamd
Hubertus, Jacobus en Dina van Uffelen, en juffr. Anna van Uffelen.
[341]
Uit dit huwelijk (o.a.?):[342]
In 1699 procedeert Johanna Lopse, weduwe Willem Roelsius, in leven advocaat in Bergen op Zoom, voor de Raad van Brabant contra Abraham van Uffelen, wijnkoopman in Bergen op Zoom.
[344]
Op 2-10-1651 verklaren Sr Pieter van Uffelen, zilversmid, oud omtrent 53 jaar,
en Cornelis Schalck, koopman, oud omtrent 55 jaar, te Bergen op Zoom ten
verzoeke van Catharina Segers, weduwe van Adriaen van Uffelen en
moeder van Abraham van Uffelen, overleden in Oost-Indie op het comptoir
Jamby als assistent, dat zij zijn eigen moeder is geweest en dat zij
twee dochters, Catharina en Anna, heeft.
[345]
Uit dit huwelijk:
Familie-archief Van Heiden (Reinestein)[352]
ongedateerd, na 1665:
Memorie houdende juridisch verweer tegen de aanspraak van Geertruijdt Margaretha van Zuylen van Natewisch namens haar zoon Hieronymus Marius van Uffelen (!), om uit kracht van hypotheek onder speciaal verband geprefereerd te worden op goederen te Veenendaal, schultambt Zuidwolde (Dr.), in de boedel van wijlen Henrick Schaep tot Den Dam boven de schuldeiseres Henrijka Brienen geb. Vogels.
Op 9-11-1695
benoemt Susanna Geertruyt van Bodeck, eerder wed. van Hieronimus Marcus van Uffelen, thans gehuwd met Maximiliaen Jacob de Renesse van Wulp,
Josina Sara van Brederode, haar moeder tot voogd over haar voorkinderen, met seclusie van Gerard Johan van Galen, halfbroer van haar eerste man, burgemeester te Hattem.
Er wordt verwezen naar een
akte d.d. 16-11-1694 voor notaris C. van Doorn, een akte d.d. 13-8-1679 voor notaris R. van Cuylenborch superscriptie d.d. 9-12-1680 voor notaris R. van Cuylenborch.
[353]
Uit het huwelijk (van Uffelen-van Zuylen van Natewisch):
Uit het huwelijk (van Galen-van Zuylen van Natewisch) (o.a.?):
Uit het huwelijk (Daendels-van Zuylen van Natewisch):[357]
Akten van belening door de Staten van Utrecht met vier morgen uit de helft van het goed ten Bossche onder Maarssen, vanaf 1651 met inbegrip van het huis Vechtenstein, 1629-1764:[364]
1651: Hendrik van Uffelen na opdracht door Guillaume Domis,
1660: Maria van Exsel, echtgenote van Isaac Looman, na opdracht door Hendrik van Uffelen.
Op 29-3-1665
bekennen Gerard van Rossem capitain wonende te Utrecht, oz Niwegrachte, en zijn echtgenote Anna Maria van der Straten
ƒ 3000-- schuldig te zijn aan Henrick van Uffelen x Berbara Jonket wonende te Antwerpen, vanwege een lening, te vestigen op een huis aan de oostzyde van de Nieuwegracht te Utrecht.
[365]
Op 14-9-1666
machtigt
Henrick van Uffele gewesen coopman tot Antwerpen wonende te Utrecht,
zijn behuwdzoon Pieter Kersselaer,
om in Brugge ƒ 160-18-8 te vorderen van de boedel van wijlen Anthoni Durmond en diens overleden echtgenote en ƒ 128-10-12 van Jan Baptist van Wechelen wegens geleverde zyde en om zo nodig rechtsmiddelen te gebruiken.
[366]
Op 3-7-1672
draagt Johanna Ogelbé ,wed. van Egbertus Wils wonende te Utrecht, Achter 't Wystraet
over aan Berbara Jonquet wed. van Henrik van Uffelen en aan de erven van Henrik van Uffelen
een deel van kooppenningen van huis, hof en 3 kameren Achter 't Wystraat ter voldoening van ƒ 2000,-- en rente
Indien de niet doorgaat zal het bedrag gevestigd worden op het huis c.a.
[367]
Op 17-8-1675
machtigt Barbara Joncket wed. van Henrick van Uffelen, haar dochter Catharina van Uffelen,
tot het innen van achterstallige renten van plecht ten laste van Govert Celius van Sevenhoven.
[368]
Op 8-10-1679
machtigen
Hendrick van Uffelen,
Catharina van Uffelen,
en hun onmondige, broer(s) en zuster(s),
Pieter Kersselaer coopman wonende te Middelburch x Anna van Uffelen, hun zuster
tot regeling zaken in Zeeland ten aanzien van de nagelaten boedel van hun moeder Barbara Joncket, in leven wed. van Hendrick van Uffelen.
[369]
Op 8-11-1679
verkopen Henderick van Seesdorp meester cleermaecker, x Lucia Enghsbert
aan Henderick van Uffelen,
aan het onmondige kind van wijlen Philips Bieseman by Barbara van Uffelen,
aan de onmondige kinderen van Jacques van Uffelen,
aan Maria van Uffelen (zij is innocent),
een
vierde part van 11 mergen, 3 hont hoy-, wey- en teelland aan de dyckslooth
belend achter: weeteringe, ow: vicarye van Vianen, ww: Jacob Nobel gelegen in het gerecht Jaersvelt,
en voorts
tevens aktie van koop van een vierdedeel in een uitterwaard
van 4 morgen onder Jaarsveld.
[370]
Op 27-3-1680
verwerpen
Henderick van Uffelen,
Catharina van Uffelen,
Pieter Kersselaer x Anna van Uffelen,
de kinderen van Jacques van Uffelen,
Johannes Bieseman zoon van Philips Bieseman en Barbara van Uffelen,
en
Maria van Uffelen, innocente zuster,
de boedel van wijlen Anna Barbara Joncket, nicht, behoudens hun recht als crediteur.
Martinus Verbert is wedr. van Anna Barbara Joncket wonend te Antwerpen.
[371]
Op 28-12-1682
wordt een overeenkomst gesloten terzake van het betalen van ƒ 370-18- volgens sententie, tussen de Erfgenamen van Barbara Joncquer in leven wed. van Hendrick van Uffelen,
enerzijds
Catharina van Uffelen,
Hendrick van Uffelen den jongen,
Christiaen Rycken x Barbara van Uffelen,
Hendrick van Uffelen den ouden,
en anderzijds
Maria Sloth wed. van Adriaen van Oostrum.
Borg is Ernestus van Oostrum advocaet voor hove van Utrecht
Met kwitantie d.d. 8-4-1685
[372]
Op 18-6-1683
machtigen Hendrick van Uffelen c.s. en Catharina van Uffelen c.s., erfgenamen van Barbara Joncken in leven wed. van van Hendrick van Uffelen, Franciscus de With notaris 's hooffs van Utrecht, tot het in beslag nemen van de goederen van Willem Willemsz van Sydervelt vanwege achterstallige pacht.
[373]
Op 11-7-1687
draagt Johannes Bieseman wonende te Rotterdam
over aan Pieter Kesselaer, zijn oom
1/5 portie van ƒ 4000,-- waaraan zyn tante Maria van Uffele lyftocht heeft vanwege een schuld groot ƒ 1000,--.
Er wordt verwezen naar de scheiding d.d. 30-9-1681 tussen de kinderen, kindskinderen en erfgenamen van Hendrick van Uffele en Barbara Jonquet.
[374]
Op 10-1-1690
verkopen
de erven van Barbara Jonket, in leven wed. van Hendrick van Uffelen, en van Maria van Uffelen, met name
Catharina van Uffelen wonende te Utrecht,
Hendrick van Uffelen coopman wonende te Utrecht,
Pieter Karselaer x Anna van Uffelen, en
Johannes Bieseman, wonende te Rotterdam,
aan Mathys van Dulcken, diaken van de Ministe kerck
een plecht van ƒ 400,-, gevestigd op een huis en erf, gelegen buiten de Wittevrouwenpoort, ten laste van Jan Stael, smid.
Er wordt verwezen naar een plecht d.d. 6-7-1680 voor gerecht van Wittevrouwen.
[375]
Op 10-1-1690
verkopen dezelfden
aan de zoon van Jurphaes Vosch (borg NN Garsten, procureur).
sestien mergen lant aan de Capelse voorweteringe, over het huys te Vliet alias Sevenhoven
belend achter: de Leck ow: vicarye tot Vyanen nw: Jacob Nobel gelegen in het gerecht Lopiker Kapel, Overjaersveltsepolder.
Er wordt verwezen naar een
procuratie d.d. 11-11-1676 voor notaris W. Wygans te Middelburg
[376]
Op 10-1-1690
verkopen dezelden in openbare verkoping
aan Daniel Beghuysen wonende te Utrecht, in de Nieuwstraet (voor wie als gemachtigde optreedt Gysbert de Heger),
een huysgen ofte camere aan de nz van Langh Rosendael te Utrecht,
belend ow: Hendrick Anthonisz, ww: Jan Strate.
Er wordt verwezen naar een
procuratie d.d. 11-11-1676 voor notaris W. Wygans te Middelburg
[377]
Op 5-2-1692
wordt de boedel gescheiden door de erven van Barbara Joncket, in leven wed. van Heyndrick van Uffelen, tussen
Catharina van Uffelen, dochter,
Pieter Carselaer coopman wonende te Middelburgh x Anna van Uffelen, dochter,
Johannes Bieseman, kleinzoon, coopman wonende te Rotterdam,
Heyndrick van Uffelen, kleinzoon.
Het betreft een
huysinge, hoff, camere - naar Heyndrick van Uffelen - aan de WZ van de Oudegraft, aende zuytsyde omtrent de Geertebrugh
Er wordt verwezen naar
procuratie d.d. 11-11-1676 voor notaris W. Wygans te Middelburg.
De genoemde erfgenamen zijn ook erven van hun
zuster respectievelyk tante Maria van Uffelen.
[378]
Op 4-7-1695 vindt de
scheiding van de nalatenschap plaats door de erven van Hendrick van Uffelen den ouden en van Catharina van Uffelen, met name
Johannes Bieseman, neef, coopman wonende te Rotterdam
Elisabeth van Wyck wed. van Hendrick van Uffelen den jongen, neef,
voor haar drie onmondige kinderen bij Hendrick van Uffelen,
Pieter Remmers coopman wonende te Amsterdam, x Barbara Karselaer, nicht,
Petrus Karselaer, neef, notaris hove van Hollandt.
Er wordt verwezen naar een
procuratie d.d. 1-6-1695 voor notaris P. Schabaelje te Amsterdam en een testament d.d. ----- voor notaris C. van Doorn.
De erfenis van Hendrick van Uffelen den ouden is in 3
porties verdeeld, en die van Catharina van Uffelen in
4 porties.
[379]
Uit dit huwelijk:[380]
Op 19-2-1673
machtigt Catharina van Uffelen wonende te Utrecht, Tousyn Domys wonende te Amsterdam,
om in Amsterdam nakoming van een huurovereenkomst te eisen van Treyntyen Rutgers, wed. van Huybert Verniers, en eventueel op nieuw te verhuren.
[381]
Op 29-12-1685
verkoopt
Catharina van Uffelen met haar borg Hendrick van Uffelen
aan Jan Hanss Welhuysen wonende te Amsterdam,
een huysinge genaamd de Posthoorn daer de France Croon uythangt, gelegen aan de zz van de Hartenstraet in Amsterdam.
[382]
Op 29-12-1685
machtigt Catharina van Uffelen haar broer Hendrick van Uffelen tot transport voor het gerecht van Amsterdam ten behoeve van Jan Hansz Welhuysen van een huis c.a. genaamd de Posthoorn, staande zuidzyde Hartenstraat.
[383]
Op 9-8-1687
maakt Catharina van Uffelen
een codicil
waarin Philippus Schouten x Geertruyd Pieters het recht krijgen een huis by leven van Catharina van Uffelen te gebruiken met ingang van Pasen 1688.
Het betreft
een huysinge, hoffstede aan de zz van de Koeystraet te Utrecht
belend ow: Geertje van Royen, ww: NN Snellenbergh, zw: de Drie Gieteren.
[384]
Op 28-12-1688
verhuren Heyndrick van Uffelen
coopman wonende te Utrecht
en Catharyna van Uffelen wonende te Utrecht, verhuurders aan
Willem Willemsz van Sydervelt wonende te Lopicker Capel
sesthien mergen soo bou als weylant gelegen aan de Capelse Voorweetering,
belend over het huys van Vliet achter: de Leck
gelegen in het gerecht Jaersvelt.
[385]
Op 1-1-1690
zeggen
Hendrick van Uffelen coopman wonende te Utrecht en
Catharyna van Uffelen, verhuurders,
de huur op van 16 morgen land in Jaarsvelderkapel, wegens wanbetaling
door Willem Willemsz van Sydervelt, huurder.
[386]
Op 12-1-1690
machtigen
de erven van Barbara Joncket, in leven wed. van Hendrick van Uffelen, met name
Catharina van Uffelen wonende te Utrecht,
Hendrick van Uffelen coopman wonende te Utrecht,
Pieter Carselaer coopman wonende te Middelburgh x Anna van Uffele,
Johannes Bieseman coopman wonende te Rotterdam,
Cornelis Claesz van Vuyren wonende te Jaersvelt
tot transport van zestien morgen land in Jaarsvelder Kapel aan Jurphaes Vosch, of diens zoon Balthasar Vosch.
Er wordt verwezen naar een
procuratie d.d. 11-11-1676 voor notaris W. Wygans te Middelburg
[387]
Op 6-2-1692
testeert Catharina van Uffelen wonende te Utrecht in de Stroysteegh. Zij benoemt tot
erfgenamen Anna van Uffelen, haar zuster, wed. van Pieter Carselaer, wonende te Zelant,
Heyndrick van Uffelen, haar neef coopman wonende te Utrecht,
Johannes Bieseman, haar neef coopman wonende te Rotterdam.
Er wordt verwezen naar een
testament of codicil d.d. 12-12-1691 voor notaris C. van Doorn.
[388]
Op 21-7-1692
maakt Catharina van Uffelen wonende te Utrecht
een codicil waarin toewyzing van een prelegaat aan de kinderen van haar zuster Anna van Uffele in leven weduwe Piter Kerseler, te weten: Johannes Kerseler, Barbara Kerseler, Henricus Kerseler en Piter Kerseler en een bepaling inzake erfportie van haar neef Henrick van Uffele.
Er wordt verwezen naar een
plecht d.d. 27-9-1679 voor het gerecht van Utrecht en een plecht d.d. 7-10-1681 voor het gerecht van Utrecht.
[389]
Op 9-9-1692
testeert Catharina van Uffelen wonende te Utrecht andermaal.
Zij benoemttot erfgenamen, met seclusie van de momberkamer en vererving hoofd voor hoofd,
het kind van wijlen Jacques van Uffelen, haar broer, met name
Henrick van Uffelen,
de kinderen van Barbara van Uffelen, haar zuster, en Philips Bieseman, met name
Johannes Bieseman,
de kinderen van Anna van Uffelen, haar zuster, en Piter Kersseler, met name
Johannes Kersseler,
Barbara Kersseler,
Henricus Kersseler,
Piter Kersseler de jonge.
Er wordt verwezen naar een
codicil d.d. 12-12-1691 voor notaris C. van Doorn, een plecht d.d. 19-9-1688 voor het gerecht van Utrecht, een plecht d.d. 27-9-1679 voor het gerecht van Utrecht, een plecht d.d. 7-10-1681 voor het gerecht van Utrecht, een plecht d.d. 2-6-1664 voor het gerecht van Utrecht.
[390]
Op 7-1-1693
machtigt Catharyna van Uffelen wonende te Utrecht,
Matthys van Lobbrecht procureur gerechte van Utrecht
om te procederen, speciaal om Johannes Knoop te Gorinchem, te arresteren en detineren, teneinde een vordering te innen.
[391]
Op 6-2-1693
wordt een akkoord gesloten over herstel van huizen van Pieter Slongh wonende te Utrecht, gelegen Achter 't Weistraat en Catharynesteeg, en tydelyke renteverlaging van een plecht ƒ 1600,- ten behoeve van Catharyna van Uffelen wonende te Utrecht.
[392]
Op 12-4-1693
machtigtCatharyna van Uffelen wonend te Utrecht
Arnoudt Vinckebooms, procureur voor gerechte van Amsterdam,
om te procederen tegen Jan Hansen Welhuysen
[393]
Op 20-4-1693
schenkt Catharyna van Uffelen wonend te Utrecht
het restant van schuldbekentenis ƒ 1000,- ten laste van Johannes Knoop, wedr. Barbara van Uffelen, aan haar neef en nicht
Heyndrick van Uffelen x Elisabeth van Wyck.
Er wordt verwezen naar
een accoord d.d. 1-5-1687 voor notaris J. de Vlieger te Amsterdam.
[394]
Op 12-1-1694
verkoopt Pieter Slonge
aan Catharina van Uffelen
huysge ofte camere in de nz van de Catharynesteech te Utrecht.
[395]
Op 12-1-1694
bekent Catharyna van Uffelen wonend te Utrecht,
schuldig te zijn
ƒ 300,- aan Geertruyt Holtenis, wed. van Jacob Prickman wonende te Utrecht,vanwege een lening om een huis in de Catharynesteeg te kopen, met 3 plechten als onderpand.
Er wordt verwezen naar
een plecht d.d. 7-10-1681 voor gerecht Utrecht plecht, een plecht d.d. 19-9-1688 voor gerecht Utrecht en een plecht d.d. 2-6-1664 voor gerecht Utrecht.
[396]
Op 1-3-1694
verkoopt Catharina van Uffelen
aan Anthoni van Wyckersloot brouwer in de Rooster,
huysinge ende erve in het St Catharynensteechie in Utrecht,
belend ww: koper met huysinge de Gelderse Weert, ow: NN Dierout, achter: Tyman van Cuyck.
[397]
Op 24-3-1694
bekent Catharyna van Uffelen wonend te Utrecht,
ƒ 500,- schuldig te zijn aan Geertruyt Holtenis, wed. van Jacob Prickman wonende te Utrecht, wegens lening voor betaling aan neef Johannes Biseman te Rotterdam, met als onderpand twee plechten en eigendomsbrief vaneen huis op de Nieuwegracht.
[398]
Op 10-5-1694
testeert Catharina van Uffele wonende te Utrecht in de Stroysteech voor de derde keer.
Erfgenamen zijn, onder seclusie van de weeskamer, de kinderen van wijlen Anna van Uffele, haar zuster, met name
Johannes Kersseler,
Barbara Kersseler en
Piter Kersseler.
Er wordt verwezen naar een d.d.
codicil d.d. 12-12-1691 voor notaris C. van Doorn
[399]
Op 24-5-1694
testeert Catharina van Uffele wonende te Utrecht in de Stroysteech voor de vierde keer.
Erfgenamen zijn Johannes Bieseman, neef,
de kinderen van wijlen Hendrick van Uffele, neef, met name
Barbara Kersseler, nicht
Pieter Kersseler, neef.
Er wordt verwezen naar een
codicil d.d. 12-12-1691 voor notaris C. van Doorn.
De lyftocht van de portie van de kinderen van wijlen Hendrick van Uffele is gedurende hun onmondigheid voor hun moeder Elisabeth van Wyck. De lyftocht van de portie die de kinderen van Johannes Bieseman by diens vooroverlyden erven is voor hun moeder met seclusie van de weeskamer.
[400]
Op 30-10-1694
wordt het besloten codicil van Catarina van Uffelen geopend
in opdracht van
Petrus Carseler notaris 's hoofs van Hollant wonende te Middelburg,
Barbera Carseler wonende te Middelburg,
Elisabet van Wyck, wed. van Henrick van Uffelen wonende te Utrecht, als moeder en voogd over de onmondige kinderen van Henrick van Uffelen en Elisabet van Wyck,
Johannes Brieseman koopman in geweer wonende te Rotterdam,
en Gabriel Reets geswoore landmeeter wonende te Utrecht.
Er wordt verwezen naar een superscriptie d.d. 3-5-1672 voor notaris B. van Eck, en een testament d.d. 1669 voor notaris W. van der Houve.
Het afschrift van besloten codicil en van superscriptie volgen.
[401]
Afschrift van besloten codicil (d.d. 1672?) van
Catarina van Uffelen, 50 jaar
betreffende toewyzing kapitaal van ƒ 900,- aan Gabriel Reets, wedr. Maria van Eck.
Er wordt verwezen naar een testament d.d. 1669 voor notaris W. van der Houve
[402]
Afschrift van een superscriptie op haar besloten codicil door
Catarina van Uffelen d.d. 3-5-1672 voor notaris
B. van Eck.
Er wordt verwezen naar een testament d.d. 1669 voor notaris W. van der Houve.
[403]
Op 28-3-1682
kwiteren
Hendrick van Uffelen den jongen, en
Christiaen Rycke
echtgenoot van Barbara van Uffelen,
Adriaen van Hoboken voor ontvangst ƒ 185,- ter voldoening plechtbrief.
Er wordt verwezen naar een
scheiding d.d. 30-9-1681 voor notaris C. van Doorn, en een transport plecht d.d. 29-4-1668 voor gerecht van Utrecht.
Met toestemming tot cassatie
[404]
Op 28-3-1682
wordt een akkoord gesloten over overgave van obligatie en plechtbrief, toegescheiden aan eerste comparanten uit boedel van Hendrick van Uffelen en Barbara Jouquet
tussen enerzijds Henrick van Uffelen en Christiaen Rycke x Barbara van Uffelen, en anderzijds Hendrick van Uffelen den ouden, hun oom (sic!).
Er wordt verwezen naar een
scheiding d.d. 30-9-1681 voor notaris C. van Doorn
In margine: onderlinge kwitantie van de eerste party.
[405]
Op 2-3-1688
sluiten Heyndrick van Uffelen en Heyndrick Toepasch, coopluyden van stoffen laeckens,
een arbeidsovereenkomst
met Dirck Claver, meester knecht in alderhande voetwercken ofte figuren.
[406]
Uit haar eerste huwelijk (o.a.):
Op 26-8-1682 testeren
Johannis Biesemans en Maria van Beugen, en benoemen elkaar bij overlijden tot universeel erfgenaam van al hun goederen en tot voogd van de eventueel nagelaten kinderen, op conditie dat de langstlevende zorg draagt voor het onderhoud en de scholing van deze kinderen.
[407]
Op 11-12-1683 heeft
Johannis Biesemans, wonende alhier, de notaris een langwerpig en verzegeld papier ter hand gesteld met een zegel in rode lak, (in het boek aanwezig), die hem te Amsterdam overhandigd was door Francois van der Hoeve, die daarin zijn ring had gedaan, tot onderpand van een bedrag van 100 gulden, die hij ten laste had van de laatste.
Hij verzoekt de notaris in aanwezigheid van getuigen het papier te openen, en treft hierin een ringe aan met 7 stenen.
[408]
Op 17-8-1682 verklaart
Johannis Biesemans (tekent Joan Biesemans) dat zijn grootvader Henrick van Uffele en grootmoeder Barbara Joncquet elkaar op 30-10-1663 tot erfgenaam hebben benoemd bij notaris Lauijs van Berge te Antwerpen. Om onenigheid over hun nalatenschap onder kinderen en kleinkinderen te voorkomen hebben zij in december 1681(¥) veraccordeert dat iedere erfgenaam vrij zou kunnen beschikken over het nagelaten erfdeel, maar dit niet aan vreemden mogen vermaken. Dit accoord is op 3 april j.l. goedgekeurd door de burgermeesters en vroetschap van Uytrecht.
Johannis Biesemans benoemt zijn echtgenote Maria van Beugen tot zijn universeel erfgenaam. Mocht zijn dispositie ter discussie staan dan wil hij dat zijn vrouw het vruchtgebruik van hetgeen ter discussie staat geniet.
[409]
COMMENTAAR(¥)
Check dat jaar 1681 kan niet kloppen met de ovl datum 1667 van Heyndrikc van Uffele.
Op 13-1-1690
machtigt Johan Biseman wonende te Rotterdam,
Hendrick van Uffelen, zijn neef wonende te Utrecht,
tot transport van huis Lange Rozendaal aan Daniel Beghuysen en plecht ƒ 400,-, ten laste van Jan Stael, gevestigd op huis buiten Wittevrouwen aan N.N.
Beiden zijn medeerfgenaam van Barbara Joncket, hun grootmoeder.
[410]
Op 23-2-1693
machtigen de erven van Anna van Uffelen, in leven wed. Pieter Carsseler, met name
Johannes Karsselaer, zoon,
Barbara Carselaer, dochter,
Henricus Karseler, zoon,
Petrus Carsseler, zoon,
Catharyne van Uffelen wonende te Utrecht
en Heyndrick van Uffelen coopman wonende te Utrecht
om voor gerecht van Themaat te transporteren ten behoeve van Willem van Bylevelt, brouwer te Vleuten, omtrent acht morgen land.
Er wordt verwezen naar
een procuratie d.d. 21-1-1693 voor notaris A. Geleinsen te Middelburg.
[411]
Op 27-2-1693
bekent Jan Aerten van Stekelenburgh wonende te Themaet by Vleuten schuldig te zijn
ƒ 90,- vanwege pacht over acht morgen land,
aan de erven van Pieter Karselen en Anna van Uffelen
wonende te Middelburgh,
voor wie als gemachtigde optreedt
Catharyna van Uffelen wonende te Utrecht.
Gecasseerd d.d. 16-3-1694.
[412]
Uit dit huwelijk (in 1693 in leven):
VI
Personen met de naam Van Uffelen die nog niet aangesloten konden worden |
Jan van Uffelen, vermeld in Venetie (ca. 1650).[440] Op 12-2-1658 wordt Jacob van Rhenen door het Hof van Utrecht vrijgesproken van doodslag op Jacob van Uffelen. [441] Wie is deze Jacob? vermeld in een lijst met bevrachters, die in de periode 1591-1620 vracht uit Holland naar Italie verscheepten, als Hans van Uffele met 17 bevrachtingen (15 als enige opdrachtgever, 2 samen met anderen) [442] tekent als Hans van Uffelen in op 6000 balen peper "in de Doose van de Kamer van Amsterdam" van de VOC (1639),[443] Hij stierf voor 14-12-1654, op welke datum zijn weduwe Barbara Romers van Uffelen, ovl. na 1657, compareert te 's-Gravenhage 14-12-1654, tr., [Jb. CBG 13(1959)128 Nicolaas van Brederode, ovl. vóór 14-12-1654. |
Referenties Fragment Genealogie Van Uffelen --- Generatie 1 ( 444 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 2 |
Back to previous generation 0 |
Directly go to generation : 1 |