You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Van Pijlen ⇒ Gen. nr. 1 |
![]() |
Wapen Van Pijlen: in rood 3 zwartgepunte pijlen schuinrechts geplaatst, gevederd van goud en zwart.
Dit wapen komt voor als deel van een alliantiewapen Van Pijlen - van Wieringen op een zerk in de NH Kerk te Nieuwkoop.[1] De kleuren zijn gebaseerd op een wapen Pijl in Rietstap. |
1a. WILLEM WILLEMSZ FENT (de oude), geb. vóór ca. 1560, ovl. na 1631, vermeld als Willem Willemsz Fent, belender in het Zuideinde van Nieuwkoop aan de buitenweg (1603..1631), aan de binnenweg (1605..1627), aan de Achterweg (1603..1618), in het Noordeinde van Nieuwkoop aan de binnenweg (1611..1630), aan de Achterweg (1611..1631), in Noorden, aan de buitenweg (1631), vermeld als Willem Fent, belender in de Oude Meije (1620), in Zuideinde van Nieuwkoop aan de buitenweg (1621), aan de binnenweg (1620-1621), aan de Achterweg (1621..1630), in het Noordeinde van Nieuwkoop aan de binnenweg (1622, 1632), was Wees- of Heilige Geestmeester (armmeester) van Nieuwkoop en in die hoedanigheid in 1608 betrokken bij een nieuwe keur van 41 artikelen voor de Nieuwkoopse weeskamer,[2] treedt in 1615 op als voogd van Clara en Lijsbet Pieterdrs, kinderen van de overleden Pieter Cornelisz Langen wiens nageslacht zich Van der Pijl gaat noemen (zie Fragment Van der Pijl II), bezit 4½ hond land in het Zuideinde van Nieuwkoop, gelegen in een perceel van 12 morgen (1626), tr. vóór ca. 1585 MARITGEN DIRCXDR (VAN DER PIJL(EN)?), geb. vóór ca. 1565, ovl. na 1623. Zij wonen te Nieuwkoop, vermoedelijk in de Kerkbuurt (1603).
Willem Willemsz Fent en Maritgen Dircxdr wonen te Nieuwkoop, en krijgen daar minstens vier zoons, die bij elkaars kinderen als doopgetuigen optreden en wier afstammelingen allen in de loop van de 17de eeuw de naam (Fent) Van (der) Pijlen gaan voeren. De voorzichtige conclusie moet luiden dat Maritgen Dircxdr uit een geslacht Van (der) Pijlen stamt. Haar mogelijke vader Dirck van Pijlen is echter (nog) niet gevonden. Er zijn wel diverse personen Dirck Pijll te Amersfoort en Utrecht in de 16de eeuw, met wie echter geen verband is aan te tonen.
In het Kohier van de Capitale Leninge van het jaar 1600 komen onder Nieuwkoop ca. twintig aangeslagenen voor. Daarbij is geen Willem Willemsz (Fent).
Op 12-11-1603 draagt Willem Willemsz Fent te Nieuwkoop op aan Marijtgen Cornelisdr een rentebrief d.d. 5-3-1603, inhoudend de koop van een huis en erf in de Kerkbuurt. Betaald met een schuldbrief van 290 gulden. [3]
Op 4-2-1604 koopt Willem Willemsz Fent van Laures Willemsz, smid, een perceel veenland in het Noordeinde van Nieuwkoop, binnenweg, strekkend van het land van Elias Jansz tot dat van Jan Pietersz, belend ten oosten Elijas Jansz en ten westen Jan Claesz, Jan Barentsz en Aper Fransz. Koopsom 398 gulden. [4]
Op 30-10-1605 is Pleun Barentsz 48 gulden schuldig aan Willem Willemsz Fent. Gesteld onderpand: een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop over de Achterweg, strekkend van het land van Jan Corsz Plemp (?) tot dat van Aper Fransz, belend ten oosten Gerrit Jaep Pietersz en ten westen Jan Maerten Burgh.[5]
Op 22-12-1605 verkoopt Cornelis Anthonisz, secretaris, aan Willem Willemsz Fent een perceel veenland achter het dorp over de Achterweg, strekkend van het land van Cornelis Arien Jacobsz tot dat van Volck Jochumsz, belend ten oosten Pieter Cornelisz Lange en ten westen Ghijsbert Ariensz Quast. Koopsom 280 gulden. [6]
Op 10-3-1606 verkoopt Jan Willem Volckersz aan Willem Willemsz Fent een perceel in het Zuideinde van Nieuwkoop, binnenweg, verongeld voor 1 morgen, strekkend van de Voorendijk tot het land van Gerrit Jonge Dircken, belend ten oosten Theus Theuisz, dekker en ten westen Gerrit Gerritsz. Koopsom 375 gulden. [7]
Op 5-5-1608 verkopen Pieter Cornelisz voor zichzelf, Christoffel IJllisz, getrouwd met Marritgen Cornelisdr, met als voogden Cornelis Cornelisz Ouwe Neel en Cornelis Aelbertsz, aan Willem Willemsz Fent een perceel weiland in het Zuideinde buitenweg, verongeld voor 1 morgen 4½ hond, strekkend van het land van Cornelis Andriesz van de dam af tot het land van Heijnrick Willemsz, belend ten oosten Cornelis Adriaensz en ten westen de weduwe en kinderen van Jan Willem Volckersz. Koopsom 656 gulden. [8]
Op 28-2-1609 verkoopt Willem Willemsz Fent aan Abraham Jacobsz Trom een huis met een perceel land in het Zuideinde binnenweg, verongeld voor ½ morgen, strekkend van de Vorendijk tot het land van Willem Sijmonsz, belend ten oosten Theus Matheusz, dekker en ten westen Gerrit Gerritsz. Koopsom 600 gulden. [9]
Op 28-12-1609 is Pleun Barentsz te Nieuwkoop 88 gulden schuldig aan Willem Willemsz Fent. Gesteld onderpand: een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop over de Achterweg, strekkend van het land van Aper Fransz tot Jan Corsz, belend ten oosten Gerrit Jacobsz en ten westen Jan Maertensz. [10]
Op 13-11-1613 is Lauris Dircxsz te Nieuwkoop 100 gulden schuldig aan Willem Willemsz Fent. Gesteld onderpand: een bruikweerland in het Zuideinde buitenweg, strekkend uit de Voorwetering tot het land van Geerte Buurman, belend ten oosten Philips Dircxsz en ten westen Arien Cornelisz. [11]
Op 11-12-1613 verkoopt Willem Jansz te Nieuwkoop aan Willem Willemsz Fent een perceel veenland in het Zuideinde over de Achterweg, strekkend van Pieter Lambertsz tot het land van Jan Eliasz, belend ten oosten Gerrit Cornelisz Staveren en ten westen Pieter Stoffelsz. Koopsom 30 gulden. [12]
Op 2-6-1615 is Lauris Dircxsz te Nieuwkoop 150 gulden schuldig aan Willem Willemsz Fent. Gesteld onderpand: een bruikweerland in het Zuideinde buitenweg, strekkend uit de Voorwetering tot het land van Geert Buijerman, belend ten oosten Philips Dircxsz en ten westen Adriaen Cornelisz. [13]
Op 14-10-1615 verkoopt Willem Willemsz Jonge Fent te Nieuwkoop aan Michiel Gerritsz Goetknecht een bruikweerland met huis en hof in het Noordeinde binnenweg, verongeld voor 1 morgen 5 hond, strekkend van de Vorendijk tot het land van de verkoper, belend ten oosten Claes Gerritsz en ten westen Adriaen Sijmonsz. Koopsom 1.650 gulden. Gestelde garantie: een perceel veenland in het Noordeinde over de Achterweg, strekkend van het land van Gerrit Dircksz tot dat van Cornelis Anthonis, belend ten oosten Cornelis Anthonisz en ten westen jonker Willem van Montfoort. [14]
Op 15-12-1615 verkoopt Willem Willemsz Fent te Nieuwkoop aan Arien Aelbertsz een stuk land, genaamd "de Loet" in het Noordeinde over de Meije, strekkend uit de Nieuwe Meije tot in de Oude Meije toe. Koopsom 470 gulden. [15]
Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623: "Willem Willemsz Fent ende Maritgen Dircxdr sijn huijsvr met Gerrit heur soon(¥) - 3 hoofden". [16]
COMMENTAAR(¥) De andere veronderstelde kinderen zijn kennelijk al vertrokken.
Op 20-10-1624 verkoopt Willem Willemsz Fent te Nieuwkoop aan Aert Jansz Heer een bruikweerland te Noorden buitenweg, verongeld voor 2½ morgen, strekkend uit de Voorwetering tot Willem Willemsz Fent, belend ten oosten Trijntgen Pietersdr te Amsterdam en ten westen Aeltgen Maertensdr. Betaald met een schuldbrief, groot 2600 gulden, ten laste van Aert Jansz, op genoemd bruikweer en op een perceel land in het Noordeinde binnenweg, strekkend van het land van Dirck Meesz tot Vreeck Maertensz toe, belend ten oosten Volcken Cornelisz en ten westen Elias Jansz, mede nog een obligatie op Marritgen Jansdr, weduwe van Lauris Leendertsz, groot 325 gulden. [17]
In 1633 besluiten de baljuw, ambachtsheemraden en gekwalificeerde ingelanden van Nieuwkoop en Noorden, om alle dijksloten noordwaarts de Nieuwkoopse Dijk, van de woning van Van Pijlen tot aan de Basgesbrug, ter breedte van de huiswerven af te dammen en de werven vast te maken. [18]
Dit is de vroegst gevonden vermelding van de naam Van Pijlen te Nieuwkoop. Het betreft hier mogelijk de woning van Willem Willemsz Fent of van een van diens zonen.
Op 28-2-1609 verkoopt Willem Willemsz Fent aan Abraham Jacobsz Trom een huis met een perceel land in het Zuideinde binnenweg, verongeld voor 1/2 morgen, strekkend van de Vorendijk tot het land van Willem Sijmonsz, belend ten oosten Theus Matheusz, dekker en ten westen Gerrit Gerritsz. Koopsom 600 gulden. [19]
Op 28-4-1610 verkoopt Willem Sijmonsz te Nieuwkoop aan Abraham Jacobsz Trom een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop, binnenweg, strekkend van het land van Abraham Jacobsz tot dat van Elsgen Jheremiasz, belend ten oosten Crijn Joostensz en ten westen Lauris Matheusz. Koopsom 166 gulden. [20]
Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623: "Abraham Jacobsz Trom ende Machtelt Willemsdr sijn huijsvrouwe met vijf kinderen - 7 hoofden". [21]
Op 2-10-1637 compareren Joachim Dircxsz van Wieringen, procuratie hebbend van Aechte Bouwensdr, weduwe van Jacob Marcelisz Trom, ter eenre en Joachim, Abraham en Jasper Jacobsz voor zichzelf en zich sterk makende met hun zwager Claes Pietersz voor Hendrick Jacobsz, hun uitlandige broer, Claes Pietersz Schantsman voornoemd nog als vader en voogd over zijn ongetrouwde en onmondige dochters, geboren uit Marritgen Jacobsdr en Phillips Cornelisz Capiteijn, getrouwd met Mientge Claesdr, mede dochter van Marritgen Jacobsdr, Gijsbert Cornelisz Crijger, getrouwd met Stijntgen Jacobsdr en Annetgen Jacobsdr, weduwe van Claes Claesz, geassisteerd met Gilles Andriesz, secretaris, allen kinderen van Jacob Marcelisz Trom en Aechte Bouwensdr, ter andere zijde. Zi delen de nalatenschap met instemming o.a. van de weesmeesters Abraham Cornelis van Swanenburg en Hendrick Willemsz Sael. Aechte Bouwensdr is toebedeeld een huis, erf, boomgaard en schuur met beplanting in het dorp Aarlanderveen in de Kerkbuurt, strekkende van de dijk tot het erf van Jan Dircxsz Kock, belend ten noorden Abram Jansz Backer c.s. en ten zuiden de weduwe van Bouwen Heijnen, nog 5 morgen 2½ hond wei- en hooiland in de Zuideinderpolder, strekkende van de dijk tot het land van Pieter Claesz Ariaensz, belend ten zuiden Dirck Willem Leenderen c.s en ten noorden de weduwe of kinderen van Thijs Neel Thijsz, nog 2 morgen hooiland in het Zuideinde, strekkende van het land van de kinderen van Teun Warren tot het land van Cornelis Cornelisz Jonge Corsgen, belend ten noorden de kinderen van Teun Warren voornoemd en ten zuiden Jan Neel Hartsz. Joachim Jacobsz, Abraham Jacobsz en Anna Jacobsdr valt samen ten deel 3 morgen 2 hond weiland in de Kamp in het Zuideinde, strekkende van de dijk tot het veenpad met teelland daarin gelegen, belend ten noorden Moeij Jonge Neel Thijsz c.s. en ten zuiden Jan Jonge Neel Thijsz, nog een perceeltje veenland "in 't Grove land op Nieuwkoop", strekkende van het pad af tot Marritgen Ariaen Princen c.s. Nog aan Joachim Jacobsz alleen een perceel veenland in de Grafelijkheid met een schuur, strekkende van het Nieuwkoopsepad tot het Hoefpad, belend ten oosten Dirck Neel Jonge Jaepen en ten westen de weduwe of kinderen van Wiltgen Bouwensz. Hendrick Jacobsz Trom valt ten deel een perceel veenland in de Grafelijkheid met schuur, strekkende van het Nieuwkoopsepad tot het Hoefpad, belend ten oosten Abraham Dirck Joachimsz en ten westen Dirck Neel Jonge Jaepen. Gijsbert Cornelisz Crijger komt toe een perceel veenland op Nieuwkoop, in de 60 roeden, strekkende van Jan Salomonsz van Swaenenburg tot de Landscheidingsvaart, belend ten oosten Abraham Dirck Joachimsz en ten westen Jacob Jan Wiltgens. De kinderen van Claes Pietersz en wijlen Marritgen Jacobsdr ontvangen een perceel veenland, gelegen in de 60 roeden, strekkende van het pad tot de Landscheidingsvaart, belend ten oosten Elisabeth Pietersz Langesz en ten westen Gerrit Pietersz Baeff c.s. Anna Jacobsdr ontvangt een perceel veenland op Nieuwkoop, strekkende van de Landscheidingsvaart tot het land van Keesgen Ariaen Maeten, belend ten ossten Maeten voornoemd en ten westen Willem Jan Gerritsz. Jasper Jacobsz Trom is aangedeeld brieven, geld, huisraad e.d. [22]
Op 27-7-1648 verkoopt Cornelis Abrahamsz Trom te Nieuwkoop aan Gijsbert Jansz van der Wel een perceel veenland in het Zuideinde binnenweg, strekkend van het land van Arien Dircksz Twaelffhoven tot dat van Cornelis Pietersz Duijerniet, belend ten oosten Cornelis Stoffel Jacobsz en ten westen Cornelis Severtsz en Cornelis Pietersz Duijerniet. Koopsom 400 gulden. [23]
Op 17-12-1653 is Cornelis Abrahamsz Trom te Nieuwkoop 400 gulden schuldig aan Jan en Dammas Gijsbertsz Sas, welke als voogd hebben Aert Gijsbertsz Sas. Gesteld onderpand: een perceel hooiland in het Zuideinde buitenweg, groot 1½ morgen, strekkend van de nazaten van het land van Jan Pietersz tot dat van Harmen Jansz van der Wel, belend ten oosten Willem Claesz van Leijden en Marritgen Crijnen en ten westen Bouwen Gert Reijersz, nog zijn huis en erf aldaar binnenweg, strekkend van de Vorendijk tot het land van Claes jonge Dircksz, belend ten oosten Cornelis Claesz Cats en ten westen Jan Gerritsz de Vries. Geroijeerd d.d. 18-11-1660. plaatsnaam [24]
1654: Verklaring van Cornelis Abrahamss Trom, buurman van Nieuwkoop, afgelegd voor schout en schepenen in de ban van Nieuwkoop en Noorden, dat hij geen andere goederen voorbij de grafelijke - en Stichtse tollen zal voeren dan zijn eigene. [25]
Op 13-2-1668 draagt Cornelis Abrahamsz Trom te Nieuwkoop, door zijn overleden vrouw mede erfgenaam van Aris Pietersz, bakker, over aan Pieter Sijmonsz van Wieringen te Zevenhoven, een bedrag van 100 gulden wegens een schuldbrief d.d. 12-06-1647, gepasseerd door Pieter Aertsz, scheepmaker, ten behoeve van Aris Pietersz, waarvan resteert 210 gulden 19 stuivers, nu toekomend aan Hilletgen Jansdr van Leeuwen, weduwe van Jan Andriesz van Wieringen. [26]
Op 18-2-1671 draagt Cornelis Abrahamsz Trom te Nieuwkoop over aan zijn zuster Annetgen Abrahamsdr Trom, laatst weduwe van Johan Leegburgh, nu wonend te Kamerik, zijn 1/4 deel van een kamp hooiland in het Zuideinde van Nieuwkoop buitenweg, groot 2 morgen, strekkend van het land van de kinderen van Dirck Willemsz Fent tot in de oude Meije, belend ten oosten Elbert Jan Cersz en ten westen de erfgenamen van Phillips Roosenburgh, nog van een perceel veenland met schuur in het Zuideinde binnenweg, groot 50 roeden, belend ten oosten de koopster, ten zuiden Roel Jansz Swanenburgh, ten westen Maerten Jacobsz en ten noorden Jacob Gerritsz Breda, nog van een schuur en schuurstaal aldaar, belend ten oosten, zuiden en noorden de weduwe van Claes Dircksz Lous en ten westen Jacob Gerritsz Breda, nog van een perceel veenland in het Zuideinde over de Achterweg, groot 140 roeden, belend ten oosten de weduwe van Jan de Rijck, ten zuiden de Achterweg, ten westen Cornelis Dircksz van Pijlen en ten noorden Cornelis Egbertsz van Vliet. Dit 1/4 deel ontving Cornelis Abrahamsz uit de nalatenschap van zijn broer Marcelis Abrahamsz Trom. Koopsom 300 gulden. [27]
Op 31-12-1648 verkoopt Dirck Cornelisz Ravensberch te Nieuwkoop aan Marcelis Abrahamsz Trom een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop binnenweg, strekkend van het land van Cornelis Claesz Tuijernout tot het land van Roeloff Gijsbertsz, belend ten oosten Pieter Leendertsz en ten westen Cornelis Herbertsz en Jacob Maerten Jansz. In marge "hier van gepasseert ten behoeve van Gerrit Ariensz van Sevenhoven ter somme van 613 gulden". [28]
Op 19-11-1671 verkoopt Annitjen Abrahamsdr Trom, laatst weduwe van Johan Leegburgh te Kamerik, aan Dirck Cornelisz van Pijlen een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop binnenweg, groot 400 roeden, strekkend van het land van Joris Cornelisz van Staveren tot dat van (niet vermeld), belend ten oosten Jan Eevertsen en ten westen Gert Willemsz Vermij. Koopsom 1.070 gulden. [29]
In het register van het Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623 komt viermaal een Maritgen Willemsdr voor die identiek zou kunnen zijn met bovenstaande:
- Jan Lenaertsz Bloem ende Maritgen Willemsdr sijn huijsvrouwe met Willem heur soon.
- Cornelis Jacob Jansz ende Maritgen Willemsdr sijn huijsvrouwe met Gerit ende Leuntgen heure kinders.
- Cornelis Cornelisz Bailluis ende Maritgen Willemsdr sijn huijsvre met Cornelis, Pieter, Dirck, Maritgen ende Jannichgen heure kinders.
- Maritgen Willemsdr, wede van Dirck Willemsz
Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623: "Frans Jasparsz, scheepmaker, ende Annetgen Willemsdr sijn huijsvr met Jacob heur soon ende Jan Tomasz van der Goude ende Cornelis Corsz van Meijdrecht als knechten - 5 hoofden". [30]
Op 26-5-1627 verkoopt Marritgen Claesdr, weduwe van oud-secretaris Cornelis Anthonisz met als voogd Adriaen Matheusz, secretaris, aan Frans Jaspersz, scheepmaker, een huis, erf, wei- en veenlanden in het Noordeinde van Nieuwkoop buitenweg, verongeld voor 2 morgen, eertijds gekomen van Pieter Gerritsz Floren, huis en erf strekkend van de Voorwetering aan de oude dijk tot de landen van Matijs Roelen en Jan Gerritsz te Bodegraven, mede de veenlanden belend ten oosten het erf van Jan en Harmen Oom, houtkopers tot Harmen Maertensz toe, een akker veenland bewesten de werf van Geert Jansz tot het land van Evert Cornelisz, belend ten oosten Jan en Harmen Oom, houtkopers en Harmen Maertensz en ten westen Geert Jansz en Evert Cornelisz, mede gekomen van Pieter Gerritsz Floren. Koopsom 2.000 gulden. [31]
Op 29-5-1629 verkoopt Maritgen Claesdr, weduwe van Cornelis Anthonisz, oud-secretaris te Nieuwkoop met als voogd Adriaen Matheusz, secretaris, aan Frans Jaspersz, scheepmaker, een perceel hooiland in het Noordeinde, buitenweg, strekkend van de Masloot tot in de oude Meije, belend ten oosten Arien Jan Lauwen en ten westen de erfgenamen van Aper Fransz. Koopsom 1.110 gulden. [32]
Op 30-11-1630 verkopen Dirck Willemsz Fent voor zichzelf en Frans Jaspersz, scheepmaker, getrouwd met Annetgen Willem Fentendr, kinderen van Willem Willemsz Fent, aan Cornelis Cornelisz Baillius een bruikweerland in het Zuideinde van Nieuwkoop, binnenweg, verongeld voor 2 morgen, strekkend van de Vorendijk tot het land van Cornelis Willemsz, belend ten oosten Claes Dircxsz en Willem Cornelisz en ten westen Jan Arien Jansz en Cornelis Stoffelsz. Koopsom 2.100 gulden. [33]
Op 11-6-1637 verkoopt Frans Jaspersz, scheepmaker, getrouwd met Annetgen Willem Fentendr, aan zijn zwager Dirck Willemsz Fent een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop binnenweg, strekkend van het land van Dirck Willemsz tot de Achterweg, belend ten oosten Dirck Ariensz Twaelffhoven en ten westen Jacob Pietersz en Adriaen Bouwensz. Koopsom 480 gulden. [34]
Op 3-5-1639 verkoopt Marritgen Jacobsdr, weduwe van Jasper Gerritsz, scheepmaker, universeel erfgenaam van de kinderen van Frans Jaspersz en Annetgen Willemsdr, in leven wonende in het Noordeinde van Nieuwkoop, met als voogden Johannes Oucopius, "menister" te Mijdrecht en haar zoon Gerrit Jaspersz, scheepmaker, aan Elbert Dierten te Nieuwkoop een bruikweerland met huis, hof, berg en schuur met een kamp weiland met de banken veenland daarachter gelegen in het Noordeinde buitenweg, verongeld voor 2 morgen, strekkend uit de Voorwetering aan de oude dijk van de weduwe van Matthijs van der Thol tot het land van Jan Gerritsz, te Bodegraven toe, belend ten oosten de vrouw en kinderen van Jaep Soet en het land van Harmen Maertensz en ten westen Heijndrick Jaspersz, Evert Cornelisz en anderen, nog een perceel hooiland in het Noordeinde buitenweg, verongeld voor 4 morgen, strekkend van de Masloot tot in de oude Meije, belend ten oosten de kinderen van Adriaen Jan Lauwen en ten westen de erfgenamen van Aper Fransz. Betaald met een schuldbrief, in totaal 2.800 gulden. [35]
Fragment Van der Pijl II |
Ia. Pieter Cornelisz Langen, geb. vóór ca. 1565, ovl. vóór 1615, tr. vóór ca. 1590
Hillegont Jansdr, ovl. na 1623, woont te Aarlanderveen (1615..1623), bij haar dochter Elisabeth (1623).
IIa. Cornelis Pieter Langensz (de Oude) (alias Ouwe Kees), geb. vóór ca. 1600, ovl. 1638-1641, komt voor in een aantal akten te Alphen en Aarlanderveen (1621..1638),
treedt op als voogd van zijn zuster Clara (1622),
treedt op als voogd van zijn zuster Elisabeth (1631),
woont te Aarlanderveen (1622),
tr. vóór 1623
NN, ovl. vóór 1623, wed. van NN (waaruit voorkinderen).
IIb. Cors Pietersz Langen (de Jonge) (alias Jonge Kees), geb. vóór ca. 1590, woont te Aarlanderveen (1629),
belender in het Grove land onder Nieuwkoop (1639),
tr.
Evertgen Jansdr.
|
Fragment PIJL te Amersfoort, Utrecht | |||||
In Ref. [59] worden tien generaties vermeld van een geslacht Pijl te Amersfoort, Utrecht. ZOEK OP
Archief te Utrecht. (Aangevuld uit Gen. PIJLL).
Geslacht PIJLL. Extract-Genealogie.
Ia. JO(H)ANNES (JAN) PIJL, geb. vóór ca. 1275, ovl. na 1309, vermeld 1298 en 1300,
is borg 1309,
tr. vóór ca. 1295
NN WTEN ENGE.
IIa. HERMAN PIJL, ovl. na 1328, vermeld 1317[62] , 1328.
IIb. EREMBERT PIJL, geb. vóór ca. 1295.
IIIa. PETER PIJL, tr. vóór ca. 1345
BELIA VAN ISSELT, (vermeld?) 1350?
IVa. PETER (PETRUS) PETERSZN PIJL (de jonge), geb. vóór ca. 1345, ovl. 1406-1410, pacht van kanunnik Herman Both een perceel land gelegen tegen de stadsmuur aan tussen de openbare weg en de stadsgracht te Amersfoort(1390),[68]
tr. vóór ca. 1370[69]
ALIJT JANS (VAN WOUDENBERCH), ovl. na 1410, dr. van Jan van Woudenberch.
"Zij leefden beijden noch Ao 1406 te Amersfoort, oud van jaren zijnde. In 1410 was zij weduwe."[70]
Va. JAN PETERSZN PIJL, geb. vóór ca. 1370, tr. vóór ca. 1395[73]
Aleid Reiniersdr Poyt, dr. van Reijnier Po(e)yt), godshuisberader van het Sint-Joriskapittel.[74]
VIa. P(I)ETER JANSZN PIJL, geb. vóór ca. 1415, raad te Amersfoort in 1440, 1443 en 1445,
tr. vóór 1441
FOYSE TAETS, ovl. na 1486.
Zij worden vermeld als Conjuges 1441, 1449.
VIIa. JAN PIJL, geb. vóór ca. 1425, ovl. 1480-1488, schepen van Amersfoort (1480),
tr. 1o [84]
BILANT NN, tr. 2o [85]
GERTRUDIS STEVENS (MAES), ovl. na 1488, dr. van Steven Maes.
VIIIa. SIMON PIJL(L), geb. vóór ca. 1450, schepen te Amersfoort in 1508 en 1521,[89]
deken van St. Anna in de O.L.V. Kapel 1521,[90]
tr. 1o voor 1474
Joff. BEERTE, ovl. 1474 (zonder kinderen), tr. 2o vóór ca. 1515 (voor 1485?)
Joffr. DIRCK, "syn naewijff" vermeld 1485, 1489.
|
Referenties Genealogie Van Pijlen --- Generatie 1 ( 124 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. |
||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 2 |
generation 0 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 |