You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Kerckrinck ⇒ Gen. nr. 4 |
Directeuren van Curacao[1] voorkomend in het fragment hieronder:
Matthias Beck 1659-1668 Willebord van Engelen (provisioneel) 1685-1686 Willem Kerckrinck 1686-1692 Bastiaan Bernagie 1692-1700 Jeremias van Collen (prov.) 1704 Mr. Jacob Beck 1704-1709 Jeremias van Collen (provisioneel) 1709 Jeremias van Collen (provisioneel) 1710-1711 Jeremias van Collen 1712-1715 Juan Pedro van Collen (provisioneel) 1720-1721 Juan Pedro van Collen 1731-1738 klik op plaatje(s) om te vergroten |
COMMENTAAR(¥) Zij is in 1727 doopget. bij Anna Petronella van Broijel, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijdskapel 26-4-1727 (get. Herman van Broijel en weduwe van Seger Krab), dr. van Abraham van Broijel en Anna Emerentia Krab (haar dochter bij Zeger Krab?. |
Wapen Nuijts: Doorsneden, A. in goud een blauwe gaande leeuw: B. in rood een zilveren keper vergezeld van 3 gouden sterren.[9] |
Akte voor
Willem Kerckrinck "directeur over de bijlanden van Curaçao ende omleggende plaetsen van dien (...) Gedaen int Fort Amsterdam op Curaçao desen 14 Mayo 1687",
waarop diens handtekening.
Bron : ⇒ Centraal Historisch Archief van de Nederlandse Antillen klik op plaatje(s) om te vergroten |
Op 12-6-1679 zijn Arnout van Uchelen en Willem Kerckrinck bevrachters van het schip Erfstadhouder Van Holland (112.5 last, schipper Boij Janss van Amsterdam) dat van Amsterdam naar Archangel vertrekt en daarna mogelijk naar Cadiz en Livorno. De vrachtprijs per last is ƒ 100,--. [10]
In 1682-1683 koopt Em(m)erentia Nuijts een huis aan de Herengracht., en in 1707 een huis aan de Keizersgracht bij de Reguliersgracht te Amsterdam. [11]
Op 28-4-1694 getuigt Helena van Overeem, wed. van Dr. NN Bockstadius dat Emmerentiana Nuyts, wed. van Zeger Krab sedert 9-12-1693 in Utrecht woonachtig is. [12]
Op 25-5-1694 machtigt Emerentia Nuyts, wed. van Zeger Krab wonend te Utrecht, Jacob de Vlieger, notaris te Amsterdam, tot het afleggen van verklaring voor de rekenmeesters van Amsterdam, vanwege de 100e en 200e penning. [13]
Op 19-7-1700 machtigen Sara van Heussen, Elisabeth van Heussen, Isabella Maria van Heussen, allen meerderjarige jongedochters, hun broeder Coenraed Heussen om van Adolph Visscher vanwege de wed. van wijlen de heer Kerkrink, in leven geweest directeur generael op Curasssao, hun portie van ƒ 40,-- in de nalatenschap van Willem Kerkrink te ontvangen, zoals aangegaan bij een accoord d.d. 12-12-1699 voor notaris D. van der Groe te Amsterdam tussen de crediteuren van voorn. Willem Kerkrink ter ene en Adolph Visscher ter andere zijde. Het gaat om de restanten van een obligatie uit 1683. [14]
Archief tweede WIC:[15] Taxatie op de burgers ende opgesetenen deeses Eijlands (=Curaçao) ingevolge de resolutie van den Raed opgenomenin dato 10 feb. 1705 ende bij deselve geapporbeerd sub dato 11 aug. desselven jaers.
nr. 18: Mevrouw de Weed. Kerkrink, 50 pesos.
De Heeren XIX schreven op Kerstavond 1694 een bericht aan de directeur Bastiaan Bernagie. In 1694 waren op Curaçao vier slaven gevonnist om zeker misdrijf. Eén dezer werd opgehangen, een tweede werd tot straf de rechterhand afgehakt en de twee anderen moesten met de strop om den hals onder de galg staan. De Heeren vonden dat afkappen van de hand afkeurenswaardig, want daardoor raakte de slaaf zijn waarde als handelsartikel kwijt en kwam hij ten laste van de Compagnie. [31]
COMMENTAAR(¥) Volgens Ref. [32] was "Directeur Jacob Beck (1704-1709), un créole planteur - il avait épousé la veuve de Willem Kerckrinck -...". Dat veuve lijkt dus niet te kloppen, eerder dochter? |
COMMENTAAR(¥)
Is de volgende persoon mogelijk zijn vader, broer of zoon?
Dr. Mr. Johannes Beck, ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht 1682 (J. Beck in insula Curacao natus"),[33] promoveert aldaar op 19-4-1682 in de rechten op een dissertatie getiteld "De Tutoribus" ("Johannes Beck, Curacao-Indus").[34] |
COMMENTAAR(¥)
Is de volgende persoon wellicht een zoon (waarbij Beck als Beek gelezen is?):
Pieter Beek, geb. Curaçao vóór ca. 1700, j.m. wonend te Curaçao (1718), otr./tr. Curaçao geref. 30-12-1717/18-1-1718 (get. David Redoch, Abigael Pietersz, wed. wijlen Wm. Kerkrink, allen wonend op Curaçao) Johanna Pietersz, geb. Curaçao vóór ca. 1700, j.d. wonend te Curaçao (1718), |
De boedelscheiding van Anna Emmerentia Kerckrinck vindt plaats 18-7-1732 voor notaris M. Schrick te Amsterdam. ZOEK OP!
Op 23-11-1742 kwijt Alegonda Mojaard, wed. van Willem Kerckrinck, zoon van wijlen Willem Kerkrink en mede namens haar onmondige kinderen, wonend op de heerlykhyd Hardenbroek, de beneficiaire erven van Juan Pedro van Collen, de zusters Elisabet Johanna van Collen, gehuwd met Antony de Harde, en Maria van Collen, gehuwd met Gidion Victor, zijnde de erfgenamen van hun broer Willem van Collen, voor voldoening van tegoeden van haar man. Er wordt verwezen naar een testament d.d. 4-10-1727 voor notaris P. van den Ende te Amsterdam. Haar pretenties ten aanzien van haar aandeel in verkochte huizen op Curaçao uit de nalatenschap van Anna Emerentia Kerckrinck blyven van kracht Er is een bylage: kopie van rekening-courant door Limbricht Hasse op 6-3-1742 op Curaçao ondertekend. [35]
Wapen Van Collen: Doorsneden: 1. in rood twee schuin gekruiste gouden pelgrimsstaven. 2. in blauw twee gouden belletjes (grelots) naast elkander. Gekroonde helm met goud-blauw-rode dekkleden. Helmteeken: een engel van voren gezien, doch het hoofd in profil, gekleed in een blauwe tuniek met gouden gordel en gouden zoom van onderen, de armen van de elleboog af en de benen bloot, alles in natuurlijke kleur, met nederwaarts gerichte zilveren vleugels, de linkerhand in de zijde gezet en in de rechter een gouden pelgrimsstaf houdende, wiens benedeneinde op een blauw bergje rust waarop de engel staat.[43] |
Recente foto van het landhuis Groot Kwartier op de gelijknamige plantage
gesticht in 1694 op Curaçao. Volgens Ref. [44]
zou het landhuis gebouwd zijn in 1695 door de toenmalige gouverneur van Curaçao, Jeremias van Collen. Deze was toen nog geen gouverneur. Bedoeld zal wel zijn de 'latere' gouverneur.
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Archief tweede WIC:[45] Taxatie op de burgers ende opgesetenen deeses Eijlands (=Curaçao) ingevolge de resolutie van den Raed opgenomenin dato 10 feb. 1705 ende bij deselve geapporbeerd sub dato 11 aug. desselven jaers.
nr. 17: De commissaris Jeremias van Collen, 20 pesos.
In het archief van de Staten-Generaal,[46] bevindt zich een dossier uit het jaar 1720 betreffende het proces voor de Hoge Raad van Holland in opdracht van de Staten-Generaal van Albertus Homoet, koopman en mr. Ferdinand van Collen de Jonge, schepen van Amsterdam en bewindhebber van de West-Indische Compagnie aldaar, als last en procuratie hebbende van Clara Catharina Kerkring, weduwe van Jeremias van Collen, in leven directeur van de eilanden van Curaçao, en van Philippo Hendriks, Joods koopman aldaar, impetranten bij mandement van revisie contra Abraham ter Borch, wonende in Amsterdam, als last en procuratie hebbende van Jurriaan Jansz Exteen, schipper, gedaagde.
Aanteekeningen uit de "Protocollen" (Notariele akten) berustende in het archief op Curaçao.
"1721. 28 April: verschijnt vrouwe Clara Catharina Kerkrink, wede. Jeremias vam Collen, in leven gouverneur van Curaçao, die 26 Nov. 1699 test. maakte voor nu wijlen den secretaris Willem Lamont. Comp(aran)te. machtigt Arnoldus Cromnelin te Amsterdam om voor rekenmeester der stad A'dam haar verklaring te beeedigen, dat noch zij noch wijlen haar eclitgenoot in Holland of West-Vriesland goederen hebben bezeten, waarvoor de 200e penning schuldig was, dan in dee jaren 1696 tot 1702. Comp(aran)te en haar echtgenoot waren erfgenamen van de wede. Jacob van Uffelen."
In 1733 koopt Gidion Victor een huis en erf op de Keizersgracht oostzijde bij de Herenstraat. [52]
4b. A(e)rnout Kerckering(h), ged. Ev. Luth. Amsterdam Luth. K. 26-7-1648, ovl. na 1688, koopman wonend op de Heerengracht (1679),
otr. Amsterdam pui 22-6-1679 (hij oud 30 jaar, zijn ouders dood, geast. met zijn broeder Willem Kerckeringh, zij oud 22 jaar, geast. met haar vader Jacob van Riet)
Anna Margareta (Margriet) van Rie(d)t, ged. Ev. Luth. Amsterdam Luth. K. 19-11-1656, ovl. na 1725, doopget. (1702, 1725),
dr. van Jacob van Riet, drogist, en Hadewich van Wullen.[53]
4c. Hendricus (Hendrik) Kerckrinck, ged. Ev. Luth. Amsterdam Luth. K. 30-3-1651, ovl. (verm. Amsterdam) 2-8-1693[61], koopman wonend op de Keizersgracht (1683),
otr. Amsterdam pui 10-3-1683 (hij oud 31 jaar, zijn ouders dood, geast met zijn broeder Willem Kerckrinck, zij oud 25 jaar, ouders dood, geast. met haar zuster Johanna Kromhuijsz)
tr. Amsterdam 31-3-1683[62]
C(h)ristina Cromhuysen (Kromhuijsz), ged. Ev. Luth. Amsterdam Luth. K. 22-8-1656, ovl. (verm. Amsterdam) 12-12-1729,[63]
woont op de Keizersgracht te Amsterdam (1683),
te Utrecht (1716),
huw. get. (1713),
dr. van Melchior Cromhuysen en Johanna Abelijns.
Uit dit huwelijk:
VOC Archief:[55]
1719: Briefje van den resident Jan Marchant en den vaandrager A. Kerkrink tot Tagal, aen haer Eds. de hooge regering van India tot Batavia, gedateert den 23-10-1719 (ontvangen den 27-10-1719 per Chinees). [56]
1719: Briefje van den resident Jan Marchant en den vaendrager Arnout Kerkrink tot Tagal, aen haer Eds. den gouverneur generaal en de raeden van India tot Batavia, gedateerd den 25-10-1719 (ontvangen den 30-10-1719 per Chinees). [57]
1719: Twee briefjes van den resident Jan Marchant en den vaendrager Arnout Kerkrink tot Tagal, aen haer Eds. den gouverneur generaal en de raeden van India tot Batavia, gedateerd den 28-10-1719 (ontvangen den 1-11-1719 per Chinees). [58]
1719: Twee brieven van den resident Jan Marchant en den vaendrager Alexander Kerkrink tot Tagal, aen den commandeur Gobius en raad tot Samarang geschreven sub datis 9 en 10-11-1719 (ontvangen den 23-11-1719 per de chialoup Middelburg). [59]
1719: Brief van den vaandrager Arnout Kerkrink tot Pacalongan aan den heer krijgsoverste en raad geschreven, in dato 29-12-1719 (ontfangen den 22 Januarij 1720 per den capitain Philip Vogel te lande van Cheribon). [60]
Op 12-10-1716 machtigt Christina Cromhuysen, wed. van Hendric Kerkrink, wonend te Utrecht
hun zoon Willem Hendric Kerkrink om ter rekenkamer van Amsterdam ieders aandeel in de 200e penning te voldoen,[64]
en om in Amsterdam een verklaring af te leggen vanwege de 100e en 200e penning. Zij bezit geen goederen die hieronder vallen.
[65]
Op 17-10-1716 draagt Christina Kromhuisen, wed. van Hendric Kerkringh over aan haar zoon Willem Hendric Kerkringh divere obligaties tezamen groot ƒ 21044.7 st., op last van lyftocht ten behoeve van Helena Roek.
[66]
Op 6-1-1717 machtigt Christina Kromhuisen, wed. van Hendric Kerkring wonend te Utrecht, Adriaan Bereveld om voor de staten van Holland en West Friesland een verklaring over haar goederen af te leggen.
[67]
Op 22-10-1718 machtigt Christina Kromhuisen, wed. van Hendric Kerkring, haar zoon Willem Hendrick Kerkring om afstand te doen van de huur van een huis te Amsterdam ten behoeve van de eigenaar Hendrick Huigens of by zyn weigering het huis onder te verhuren.
[68]
Op 2-9-1720 machtigt Christina Kromhuisen , wed. van NN Kerkrink,
Gerard Lemmink, wonend te Arnhem, om in te tekenen in de Gelderse Compagnie van Commercie, ter somme van ƒ 50.000,-.
[69]
Op 18-2-1723 machtigen Susanna Kromhuysen, wed. van Johan Lunnickhuysen, en Christina Kromhuysen , wed. van Hendrick Kerkrink, beiden wonend te Utrecht,
hun broer Abraham Kromhuysen, om obligaties uit de nalatenschap van Helena Rouck te ontvangen. Beide partyen zijn universele erfgenamen van hun vader
Melchior Kromhuysen.
Er wordt verwezen naar een condemnatie d.d. 29-7-1693 van het hof van Holland.
[70]
Uit dit huwelijk:
Referenties van de gegevens van generatie 4 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Kerckrinck --- Generatie 4 ( 70 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 5 |
Back to previous generation 3 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 |