next up previous
Next: About this document ...

HOVO QUANTUMMECHANICAdonderdag 11 November 2004


OPGAVEN WEEK 4Naam:                                           



Vectoren over de reële ruimte (dus de elementen zijn reële getallen).


Opgave 1: Gegeven zijn de vectoren ${\bf A} = 7{\bf i}-2{\bf j}+3{\bf k}$ en ${\bf B}=2{\bf i}+3{\bf j}-{\bf k}$. Bereken het inproduct ${\bf A}\cdot{\bf B}$. Bereken ook de cosinus van de hoek tussen de richtingen van ${\bf A}$ en ${\bf B}$.


Opgave 2: Gegeven zijn de vectoren ${\bf A}={\bf i}-{\bf j}+2{\bf k}$, ${\bf B}=2{\bf i}+3{\bf j}-{\bf k}$ en ${\bf C}=5{\bf i}+5{\bf j}$. Bewijs dat ${\bf A}$, ${\bf B}$ en ${\bf C}$ lineair afhankelijk zijn en daarom evenwijdig aan eenzelfde vlak.


Opgave 3: Bewijs dat voor elke vector ${\bf A}$ en ${\bf B}$ geldt dat $({\bf A}+{\bf B}) \cdot ({\bf A} \times {\bf B})=0$.



Vectoren over de complexe ruimte (dus de elementen zijn complexe getallen).


Opgave 4: De ongelijkheid van Cauchy-Scharz luidt, $\vert < \alpha \vert \beta > \vert^2 \leq ~\alpha \vert \alpha ><\beta \vert \beta >$. Bewijs deze ongelijkheid. Hint: neem aan dat $\vert \gamma > = \vert \beta >
- (<\alpha \vert \beta >/<\alpha \vert \alpha >)\vert \alpha >$, en gebruik $<\gamma \vert \gamma > ~ \geq ~ 0$.


Opgave 5: Bereken de hoek tussen de vectoren $\vert \alpha > = (1+i){\bf i} + {\bf j} + i{\bf k}$ en $\vert \beta > = (4-1){\bf i} + (2-2i){\bf k}$.


Opgave 6: Gegeven zijn de matrices

\begin{displaymath}
{\bf A} = \left(
\begin{array}{ccc}
-1 & 1 & i \\
2 & 0...
... -i \\
0 & 1 & 0 \\
i & 3 & 2 \\
\end{array}
\right) ,
\end{displaymath}

en bereken
a)
${\bf A} + {\bf B}$,
b)
${\bf AB}$,
c)
$[{\bf A},{\bf B}]$,
d)
${\bf A}^{\rm T}$,
e)
${\bf A}^*$,
f)
${\bf A}^\dagger$,
g)
det$({\bf B})$,
h)
${\bf B}^{-1}$.


Opgave 7: Gebruik de vierkante matrices uit opgave (6) en de kolommatrices

\begin{displaymath}
{\bf a} = \left(
\begin{array}{c}
i \\
2i \\
2 \\
\...
...in{array}{c}
2 \\
(1-i) \\
0 \\
\end{array}
\right) ,
\end{displaymath}

en bereken
a)
${\bf Aa}$.
b)
${\bf a}^\dagger {\bf b}$,
c)
${\bf a}^{\rm T}{\bf Bb}$,
d)
${\bf ab}^\dagger$.



Lineaire ruimte (de elementen zijn reële getallen).


Opgave 8: Is de verzameling van alle functies die differentieerbaar zijn op een gegeven interval een lineaire ruimte?


Opgave 9: Toon aan dat ${\mathbb{R}}$ een reële lineaire ruimte is. Is $\{ 0 \}$ een lineaire ruimte? En $\{ 1 \}$?


Opgave 10: Is $\{ f \vert f^{\prime \prime}(x) -2f^{\prime}(x)
-3f(x) = 0 \}$ een lineaire ruimte?


En is $\{ f \vert f^{\prime \prime}(x) -2f^{\prime}(x)
-3f(x) = x^2 \}$ een lineaire ruimte?


Merk op dat de notatie $\{ f \vert ...$ betekent: de verzameling van alle functie $f$, waarvoor geldt $...$ Maak zoveel mogelijk opgaven. De correct gemaakte opgaven worden als credit bij het tentamen gebruikt (maximum 25 %).



next up previous
Next: About this document ...
Jo van den Brand 2004-11-30