OPGAVEN WEEK 2 Naam:
DE BROGLIE
Opgave 1: Bepaal de versnelspanning die nodig is om een elektron
een de Broglie-golflengte van 1 Å te geven. Dit correspondeert met de
grootte van de inter-atoomafstanden van een kristal.
Opgave 2: Bereken de de Broglie-golflengte van een
thermisch neutron met een energie van 0.05 eV.
Opgave 3: Bereken de energie van een proton met een golflengte
van 0.5 fm (1 fm = 10 m = 10
Å = 1 fermi).
Opgave 4: Als je een object wilt observeren dat 2.5 Å groot is,
wat is dan de minimum energie van het foton dat gebruikt kan worden?
Opgave 5: Bereken opgave 4 nogmaals, maar nu voor elektronen
in plaats van fotonen.
Opgave 6: Thermische neutronen vallen in op een NaCl (zout) kristal
(interatomaire afstand 2.81 Å). De neutronen ondergaan eerste-orde
diffractie aan de Braggvlakken onder een hoek van 20.
Wat is de energie van deze neutronen?
Opgave 7: Bepaal de interatomaire afstand voor een NaCl kristal als
de dichtheid van NaCl gelijk is aan 2.16 10
kg/m
en de atoomgewichten voor natrium en chloor gelijk zijn aan 23.00
en 35.46, respectievelijk.
Opgave 8: Bepaal de fotonflux van een bundel monochromatisch licht
met een golflengte van 3000 Å en een intensiteit van 3 10
W/m
.
Maak zoveel mogelijk opgaven. De correct gemaakte opgaven worden als credit bij het tentamen gebruikt (maximum 25 %).